Le Comte de Lautréamont - pseudoniem van de Franse schrijver Isidore Ducasse - liet in 1869 zijn ‘Les Chants de Maldoror’ (De zangen van Maldoror) drukken, maar omdat hij de volledige kosten van de druk niet kon betalen, zou het boek pas na zijn dood verschijnen, toen de onuitgegeven stock overgenomen werd door een boekhandelaar die besloot om de achtergebleven boeken toch op de markt te brengen.
Later, na de eerste wereldoorlog, zou het furore maken. Het wordt vandaag gezien als een voorloper op dadaïsten, futuristen en andere surrealisten die het boek en zijn auteur verheerlijkten. Het boek is geschreven vanuit de optiek van een zekere Maldoror, die in poëtische volzinnen en liederlijke frasen zijn afkeer van god en de mensheid verwoordt.
Het boek heeft evenwel een gebrek. De titel van het boek mag dan al verwijzen naar gezangen, en de tekst mag nog zo muzikaal zijn, het blijft tekst, woorden, zinnen… De muziek klinkt in je oren bij het lezen van het boek, maar dat is slechts je eigen verbeelding.
Het idee om er muziek voor te schrijven is niet nieuw, noch de vele verwijzingen in muziek van Serge Gainsbourg, Johnny Halliday, Julien Clerc en zelfs de rapper Lucio Bukowski. In ons eigen genre kent u misschien The Chants Of Mardoror, een gothic groep die erg klinkt als de vroege Christian Death, en ik wijs u ook op de recente uitgave van de avant-garde metal groep Schammasch: ‘The Maldoror Chants: Hermaphrodite’.
En dan zijn er deze Irmler en Oesterhelt… Hans Joachim Irmler kennen jullie misschien als één van de personen achter Faust, de legendarische Krautrockgroep. Wie zich een weg wil banen in het omvangrijke oeuvre van Faust, doet er goed aan - nadat hij zich het obligate debuut met de röntgenfoto van een gebalde vuist heeft aangeschaft - na te kijken of deze Irmler meespeelt op de plaat, een teken van kwaliteit. Irmler is ook de eigenaar van de Fauststudio waar deze plaat is opgenomen en van het daaraan verbonden Klangbad-label waarop de plaat is uitgekomen.
Carl Oesterhelt is drummer van de avant garde wave groep F.S.K. en speelde drums en toetsen bij Neue Deutsche Welle-groep The Merricks. Hij doet daarnaast nog verschillende samenwerkingen met avant garde kunstenaars. De samenwerking met Irmler is aan zijn tweede deel toe, want in 2016 brachten ze reeds samen ‘Formen’ uit, dat gebaseerd was op de samengang van Duitse romantiek en exotisme.
Irmler en Oesterhelt nemen voor ‘Die Gesänge des Maldoror’ plaats aan orgels, synth en piano, maar worden vergezeld van een resem strijkers en blazers uit onder meer de Stadtkapelle Scheer (die samen met Irmler en Oesterhelt een interessegroep in ‘moderne muziek’ hebben opgezet). Het resultaat is een collage van hedendaags klassiek waarin ook psychedelische klanken en industriële ruis opgenomen zijn.
De muziek bestaat op het ene moment uit vol bombast dat stevig vaart houdt, en wordt dan gereduceerd tot flinterdunne ijle tonen. Tekst is er nauwelijks, op een uitgerekt citaat in ‘Dritter Gesang’ na. Doch de muziek vertolkt dezelfde sfeer van verdoemenis en decadentie als het boek van Lautréamont. In die zin kan men stellen dat de plaat een welkome aanvulling is op het boek. Maar ook wie zich de moeite wil sparen om het boek te lezen kan hier terecht voor een portie intrigerende muziek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten