Akvarium speelt een niet te overschatten rol in de geschiedenis van de Russische rockmuziek. De groep leefde het ondergrondse en boheemse bestaan van Sovjetrockers in de jaren zeventig. Ze speelden illegale appartementconcerten en werden een hoeksteen van de Leningrad Rock Club in de jaren tachtig. Tijdens de perestrojka groeide Akvarium uit tot een megagroep. Kopman Boris Grebenshikov – die zich ook graag naar zijn initialen BG laat noemen – bezweek eind jaren tachtig even voor de verleiding om internationaal carrière te maken in het Engels, om vanaf de jaren negentig terug naar Rusland te keren en er één van de meest vruchtbare en succesrijke componisten te worden. In dit eerste deel van zijn biografie kijken we naar de stad die Akvarium het leven heeft gegeven, naar de geschiedenis van de rockmuziek in de Sovjet-Unie, naar de eerste amateuristische opnames van Akvarium en naar het rockfestival van Tbilisi dat Grebenshikov zijn baan kostte en het startschot gaf voor de mythe.
Piter
Sint-Petersburg. In 1703 gesticht door tsaar Peter De Grote en vernoemd naar diens patroonheilige. Peter had jarenlang gevochten om een doorgang naar de zee, en dat in coalities waarin de bondgenoten van de ene dag de vijanden van de volgende morgen werden, of omgekeerd. Eens hij de monding van de Neva op Zweden veroverd had, beviel hij er de bouw van een nieuwe stad. Metsers kregen het verbod om hun beroep uit te oefenen buiten het moerassige bouwwerf. Alle bezoekers moesten stenen van buitenaf meebrengen – in de verre omgeving vielen er immers geen bouwstenen te rapen – terwijl Zweedse krijgsgevangenen en horigen het zware werk moesten verrichten. De onderneming eiste heel wat mensenlevens, maar de stad kwam er. En ze werd indrukwekkend.
Door haar sleutelpositie als havenstad, en mits een handvol oekazes die moesten verhinderen dat handelaars de andere havens in de regio bleven gebruiken, werd Sint-Petersburg al gauw de economische hoeksteen van het land en al even snel de hoofdstad van tsaristisch Rusland. Daar kwam ook de nodige culturele luister bij kijken. Dostojevski, Tolstoi, Poeshkin, Gogol, Stravinski en Tsjaikovski hebben er allemaal een deel van hun oeuvre geschreven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ruilde men het religieus klinkende ‘sint’ en het Germaans klinkende ‘burg’ – een teken van de westersgezindheid van Peter De Grote – in voor het zuiver Russisch klinkende 'Petrograd'.
Paddenstoel
Petrograd speelde een hoofdrol in de Russische Revolutie. Lenin koesterde enig wantrouwen ten aanzien van het kosmopolitische hoofdstad, dat in de jaren na de Revolutie ten prooi viel aan regelmatige rellen en hoge criminaliteit. Dat en de ongunstige strategische ligging – de stad werd bijna veroverd door de witte legers in de Russische burgeroorlog – stemden hem ertoe om de hoofdstad naar Moskou te verplaatsen. Het mag dan ook verwonderen dat de stad na Lenins dood opgezadeld werd met de naam van de patroonheilige van de Revolutie. Kominternleider Zinovjev hoopte met dit voorstel op een goed blaadje te komen bij de leiders van de bolsjewistische partij. Tevergeefs, want het zou niet lang duren vooraleer Stalin schoon schip zou maken in het bestuur van Leningrad. Zinovjev kwam in de beklaagdenbank terecht van één van de geruchtsmakende processen uit de 20ste eeuw, dat hem ter dood veroordeelde voor terrorisme en sabotage.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de stad meer dan drie jaar omsingeld door de Duitsers, die het nochtans nooit wisten te veroveren. De bevolking stierf massaal van honger en kou. Sjostakovitsj voerde zijn zevende symfonie uit in de belegerde stad, wat hem wereldfaam opleverde en de Stalinprijs Eerste Klasse. Stalin bleef echter wantrouwig en zou ook na de oorlog nog zuiveringen uitvoeren in de leidende kringen van de voormalige hoofdstad. De stad groeide opmerkelijk en ijverde met aartsvijand Moskou om – nu het toch geen hoofdstad meer was – toch nog de titel van culturele hoofdstad te mogen dragen. Ontegensprekelijk werd Leningrad de hoofdstad van de rock in de Sovjet-Unie.
Rock around the Oostblok
Het maken van muziek was in de Sovjet-Unie altijd al onderhevig geweest aan soms vrij willekeurige politieke principes. In de jaren dertig trok de Russische Vereniging van Proletarische Muzikanten ten strijde tegen tango en lichte muziek. Desalniettemin genoten sterren als de geëxileerde Alexander Vertinski en de charmezanger Pjotr Lesjtsjenko, die beiden heel wat tango's in hun oeuvre telden, een grote populariteit. Na de tweede wereldoorlog werden westerse invloeden zwaar bestreden in de campagnes tegen het kosmopolitisme. Jazzmuziek en in het bijzonder saxofonisten bevonden zich in het vizier van de overheid. Pas in de jaren vijftig werd jazz officieel gelegaliseerd.
Met de opkomst van de stiliagi – of stijljagers – eind jaren vijftig kwam een eerste vorm van subcultuur op die, hoewel apolitiek, een zekere bewondering voor de westerse en vooral de Amerikaanse levensstijl tentoonspreidde en bijgevolg slecht gezien werd door de Sovjetsamenleving. In die tijd begon men ook illegale rock- en jazzplaten te drukken op onbruikbare röntgenplaten, wat leidde tot platen met een afbeelding van een gebroken been of ribbenkas of zelfs tot gevangenisstraffen voor de makers en verdelers van deze platen. Later zou de rentgenizdat – de verkoop van platen op Röntgenplaten – vervangen worden door de magnitizdat, het kopiëren van eenvoudige cassettes. Beide alternatieven kostten achter het ijzeren gordijn delen van mensen. Sommigen hadden een halve maand salaris over om de muziek van hun favoriete artiesten op deze wijze in huis te halen.
Menedzhers
In de jaren zestig kwamen de barden op. Zangers als Vladimir Vysotski en Boelat Okhoedzjava begeleidden zichzelf op gitaar en zongen liedjes met een grote nadruk op de teksten. In dezelfde periode kwamen de eerste Russische rockers op, die het in de aanvangsfase vooral met Beatles-covers deden. Later begonnen ze ook een eigen Russisch repertoire te schrijven en hun akoestische gitaren te elektrificeren aan de hand van telefoonmicrofoontjes. De overheid zag de opkomst van de ‘beatniks’ in de jaren zestig eerder geamuseerd toe en er ontstonden zelfs beatcafés onder leiding van de Komsomol, de communistische jongerenliga.
Toch bestonden er verschillende manieren waarop de overheid rockmuzikanten in de hand kon houden. Voor elk publiek optreden moesten programma en teksten goedgekeurd worden door een cultuurambtenaar. Zonder een erkenning als muzikant kon je weliswaar optreden, maar mocht je op geen enkele manier geld verdienen aan je optredens. Hetzelfde gold voor de organisatoren van festivals of optredens. Natuurlijk bestonden er manieren om deze regels te ontwijken, zoals het rondgaan met de hoed na het optreden of optredens organiseren waarbij een buitenstaander op geen enkele manier kon afleiden dat er betaald was om het concert bij te wonen. In de jaren zeventig verhardde het beleid en was het niet uitzonderlijk dat de politie een einde maakte aan een ondergronds festival. In de periferie van de Sovjet-Unie kon blijkbaar meer, en zo vonden de grootste rockfestivals plaats in de Baltische deelrepublieken of in de Kaukasus.
Een alternatief voor het optreden als amateurband was om je groep te laten erkennen als een VIA (Vocaal-Instrumenteel Ensemble). In dit systeem kon je recht hebben op goed materiaal, een professionele muziekopleiding en zelfs de kans krijgen om te toeren of platen uit te brengen. Er waren natuurlijk wel voorwaarden: je moest er netjes uitzien, een positieve en constructieve uitstraling hebben en er was vanzelfsprekend de controle en censuur vooraleer je kon optreden of opnemen. Het VIA-systeem was erop gebrand om folkmuziek te promoten, maar ook prog-rock, jazz-rock en rock-opera’s waren populair. Parallel hiermee bestond echter een alternatieve scene van amateurgroepjes, die langharig en gehuld in een blauwe ‘dzjins’ folk, blues en rock speelden in donkere achterkamers.
Etnografie
Eén van die groepen was Akvarium. Akvarium werd in 1972 opgericht door Boris Grebenshikov en Anatol ‘George’ Gunitskii. Grebenshikov was toen student in toegepaste mathematica, terwijl Gunitskii – die zijn bijnaam te danken had aan zijn aan Harrison verwante uiterlijk – zijn tijd verdeed met het schrijven van toneelstukken en absurde poëzie. Waren ze in hun beginjaren slechts twee van de vele romantische tieners die met hun gitaar rondtrokken en voor hun vrienden in appartementen speelden, dan zou Akvarium door talent en doorzettingsvermogen de centrale groep van de Leningradse rockscene en zelfs de belangrijkste rockgroep in Rusland worden.
De opnames van Akvarium uit de jaren zeventig worden quasi unaniem - ook door de betrokkenen zelf - als minderwaardig beschouwd, vooral omwille van hun erbarmelijke geluidskwaliteit. De betere nummers uit deze periode werden later in betere omstandigheden heropgenomen. Omdat het quasi volledige oeuvre van Akvarium vrij te downloaden valt op de officiële webstek van de groep, heb ik de besproken werken steeds gelinkt aan de pagina met mp3’s. U hebt echter geen enkele reden om deze vroege werken te downloaden vooraleer u alles van 1980 tot op heden in huis hebt. Of met de woorden van Grebenshikov zelf: ‘Opnames uit deze periode behoren niet tot de musicologie, maar tot de etnografie, omdat ze het bestaan documenteren van een andere levensvorm. Anders gezegd: je kunt het bestuderen, maar je kan er niet naar luisteren.’ (Wie een eerste muzikale introductie in Akvarium zoekt, kan best het concert van Grebenshikov in de VN downloaden dat een uitmuntende keuze liedjes biedt uit de hele carrière van de groep.)
100-roebel-ingenieurs
Akvarium spendeerde in de beginjaren heel wat tijd in het ‘ingenieurskasteel’, het Michailovski-kasteel in Leningrad dat tot ingenieursschool omgebouwd was. Hier vonden de eerste optredens plaats en voerde Gunitskii zijn amateurtoneel op. Het is eveneens in dit kasteel dat de eerste cassette van de groep opgenomen werd, De bekoring van Sint-Akvarium (1973), dat erbarmelijk is van kwaliteit maar desalniettemin klinkt alsof de makers ervan dolle pret hebben beleefd bij het opnemen. De opname getuigt van de voorliefde van de protagonisten voor absurde humor. Hetzelfde jaar nog werd ook Landbouwersminuet opgenomen, waarvan de opnames blijkbaar onherroepelijk zoek zijn geraakt.
Video: Mijn ster, een vroeg nummer in een recente uitvoering.
Mijn ster is niet uitverkoren
Straalt warmte, sterfelijkheid, zo zacht
En in ons huis, onder het schrale licht
Drinken wij de bittere wijn
En is het niet betreurenswaardig
Zij brandt en ieder rent van vuur
Slechts een kind vraagt aan zijn moeder:
‘Waarom valt toch deze ster?’
Openbare toiletten
Op Parabels van Graaf Diffusor (1974) is de geluidskwaliteit amper verbeterd, al kunnen we al meer instrumenten onderscheiden: gitaar, fluit, piano en diverse percussie-instrumenten. Gunitskii besluit na deze opname om Akvarium te verlaten en zich volledig aan het theater te wijden. Hij blijft goede banden onderhouden met de groep en zal in de toekomst nog verschillende keren teksten bijdragen. Grebenshikov neemt dan maar solo Aan de andere kant van de spiegel (1976) op, bijgestaan door cellist Seva Gakkel, die nog een lange toekomst als kernlid van Akvarium te wachten staat. In 1978 neemt BG met Mike Naumenko – zanger van Zoopark en cultfiguur uit de Leningradse rockscene – Alle broers zijn zussen op. De geluidskwaliteit is al sterk verbeterd, maar staat nog ver af van wat te komen zal.
Veel leuker nog is Muziek voor openbare toiletten, waarvan niet duidelijk is wanneer het opgenomen is (ergens tussen 1974 en 1980). De opname heeft zijn naam voorwaar niet gestolen. Zelf vind ik het een treffende soundtrack bij de latrines van de Recyclart in Brussel. Het is een erg experimentele instrumentele opname waarop ik alvast een elektrische gitaar, viool en wellicht ad hoc samengestelde percussie-instrumenten (buizen? tafels?) ontwaar. Misschien kan dit nog wel iemand bekoren die op zoek is naar een bevreemdende luisterervaring. In 1980 brengt Akvarium – intussen uitgebreid tot een sextet – Weldra eindigt de eeuw uit, dat voorgesteld wordt als een compilatie van hun beste werk tot nog toe. De opname is inderdaad het einde van een tijdperk, het einde van de prehistorische Akvarium. Weldra schrijft de groep muziekgeschiedenis. In het nummer Wie ben je? reflecteert BG over zijn status als zanger.
Ik zing nu al 10 jaar, en uiteindelijk
Sta ik in mijn vriendenkring bekend als een zanger
Maar, mijn heer, ik ben het beu om een undergroundzanger te zijn
De goden dalen neer, ademen dure cognac uit
Nemen alles in beschouwing, lopen over van begrip
En leggen me uit wie ik ben
Thuis wacht mijn dochter op mij
Ik heb al vaak genoeg voor hen gespeeld
Ik heb het al eerder gehoord, woord voor woord
Maar mijn hoofd tegen de muur slaan
Is niet erger dan een ander tijdverdrijf
Waarom heb ik anders een hoofd gekregen?
Lente in Tbilisi
In maart 1980 vond een grootschalig festival plaats in Tbilisi, toen nog de hoofdstad van de Georgische Sovjetrepubliek. Het festival kreeg de volle steun van de Georgische overheid, die in een periode van toenemende nationalistische spanningen de hand wou uitreiken naar de jeugd. Het ‘Lente ritme’-festival zou de officiële doorbraak van de rockmuziek in de Sovjet-Unie worden. Het was opgevat als een talentenjacht waaraan jonge groepen konden deelnemen, die dan op verschillende criteria werden beoordeeld door een jury van professionele componisten. Meer dan twintig groepen uit het hele land kwamen er met elkaar wedijveren. Mashina Vremeni (Russisch voor teletijdsmachine, hoogstwaarschijnlijk een eerbetoon aan Willy Vandersteen) maakte een goede indruk en wist verschillende prijzen weg te kapen.
Alles loopt gesmeerd, op het optreden van één groep na. Akvarium wordt in Tbilisi uitgenodigd op aanbeveling van ene Oleg Ivanovich, die erg enthousiast is over hun akoestische optredens in Leningrad. Wat Ivanovich niet weet, is dat Akvarium in de maanden voor het festival een heel andere set aan het voorbereiden is, die veel steviger rockt. Door werkzaamheden in de omgeving van hun repetitieruimte zijn er dan amper buren om te klagen over geluidsoverlast. Akvarium test in Tbilisi voor het eerst zijn nieuw rockrepertorium uit. Het publiek is in schok. Is dit punk? De gevaarlijke nieuwe muziek uit het westen? Grebenshikov bespeelt zijn gitaar met het microstatief en rolt over de vloer, Gakkel slaat de zanger met zijn strijkstok, Alexandrov cirkelt om hen heen, zijn fagot vervaarlijk in de richting van het publiek zwaaiend ...
Alles loopt gesmeerd, op het optreden van één groep na. Akvarium wordt in Tbilisi uitgenodigd op aanbeveling van ene Oleg Ivanovich, die erg enthousiast is over hun akoestische optredens in Leningrad. Wat Ivanovich niet weet, is dat Akvarium in de maanden voor het festival een heel andere set aan het voorbereiden is, die veel steviger rockt. Door werkzaamheden in de omgeving van hun repetitieruimte zijn er dan amper buren om te klagen over geluidsoverlast. Akvarium test in Tbilisi voor het eerst zijn nieuw rockrepertorium uit. Het publiek is in schok. Is dit punk? De gevaarlijke nieuwe muziek uit het westen? Grebenshikov bespeelt zijn gitaar met het microstatief en rolt over de vloer, Gakkel slaat de zanger met zijn strijkstok, Alexandrov cirkelt om hen heen, zijn fagot vervaarlijk in de richting van het publiek zwaaiend ...
De jury tracht het optreden stil te leggen, en wandelt als dat niet lukt ostentatief de zaal uit. Niet alleen breekt de groep met hun act de conventies – in de Vocaal-Instrumentele Ensembles bleven muzikanten vooral statisch op het podium staan – bij de organisatoren ziet men er ook gedegenereerd homoseksueel gedrag in. Voorzitter Yuri Saulsky zei achteraf: ‘Het gaat ons niet enkel om het lawaai, om de decibels. Veel erger nog is het pretentieus geposeer met grote filosofische thema’s, de pretentie om zogezegd alle wereldproblemen op te lossen. Vanuit een professioneel oogpunt zijn dergelijke ensembles erg oninteressant, misschien wel onherstelbaar. Maar dit komt nog wel goed. Ik ben ervan overtuigd dat dergelijk muzikaal sektarisme geen basis zal krijgen om verder te ontwikkelen.’
Gedeclasseerd
Grebenshikov: “Toen we opkwamen voelde ik meteen dat er een schok door het publiek ging. Guberman (de drummer) riep naar Fan (bassist): ‘De varkens-in-de-oren-blues! Komaan!’ En ik zei: ‘Ik weet niet of dat een goed idee is ...’ Ik herinner me dat ik erg bang was.” Toch bleek de meerderheid van het publiek het optreden te kunnen smaken. Het incident leek zelfs snel vergeten als Akvarium twee dagen later nog eens met dezelfde set mag optreden in Gori, de geboorteplaats van Stalin. ‘We waren toch al het zwarte schaap. We hadden niets meer te verliezen. We konden enkel onze reputatie bevestigen en er een flinke lap op geven’, aldus Grebenshikov. Het optreden werd gefilmd door een Finse televisieploeg, die er een reportage over maakte en de soundtrack doorspeelde aan de groep (zie video hieronder).
Maar toen Akvarium terugkeerde naar Leningrad bleek het roddelcircuit zijn werk gedaan te hebben. Het incident werd dermate uitvergroot dat er een schandaalsfeer rond de groep ontstond. Grebenshikov werd ontslagen uit zijn job als socioloog – officieel omwille van ongewettigde afwezigheid – en uit de communistische jongerenliga Komsomol. Dat had grote gevolgen. De Sovjetmaatschappij was immers niet mals voor ‘gedeclasseerde elementen’. Wat ook de professionele ambities van Grebenshikov waren, hij kon er nu een kruis over maken. Het optreden van Akvarium in Tbilisi wordt thans algemeen beschouwd als een mijlpaal uit de Russische rockgeschiedenis en het begin van het succesverhaal van Akvarium.
Video: reportage over het optreden van Akvarium in Gori, twee dagen na het Lente Ritme Festival
Lees verder: De Geschiedenis van Akvarium deel 2
Ga naar: deel 3, deel 4