Twee weken na de frauduleuze verkiezingen in Wit-Rusland blijft het protest tegen de uitslag duren. Loekasjenko, herkozen met 80% van de stemmen, gaat door de grootste crisis sinds hij aan de macht kwam in 1994. Mensen komen massaal op straat, grote bedrijven staken en aanhangers van de president worden belaagd door mensen die veranderingen vragen.
Traditionele oppositie
Om een zicht te hebben op de bredere achterliggende ideologie van de protesten, kunnen we nagaan welke traditionele oppositie tegen de dictatuur van Loekasjenko bestond. Maar we worden met heel wat moeilijkheden geconfronteerd. De laatste plusminus vrije verkiezingen in Wit-Rusland dateren van 1995, 25 jaar geleden. Intussen zijn de machtsverhoudingen en de wensen van de bevolking ongetwijfeld veranderd. En die veranderingen zijn moeilijk in te schatten.
Er bestaan verschillende partijen in Wit-Rusland, maar hun rol is beperkt. Het gros van het parlement bestaat uit onafhankelijken die president Loekasjenko steunen. Er zijn een aantal kleine partijen in het parlement verkozen, die eveneens Loekasjenko steunen, maar we hebben weinig informatie over het potentiële gewicht van oppositiepartijen, die de ene keer de verkiezingen boycotten, en de andere keer zonder succes meedingen.
Traditioneel bestaan er in Wit-Rusland drie stromingen in de oppositie: socialisten, nationalisten en liberalen. We gaan na hoe zij geëvolueerd zijn en kijken daarna naar de machtsbasis van Loekasjenko zelf. Waarom was hij zo populair en hoe is zijn steun afgekalfd? Ten slotte kijken we naar de huidige oppositiekandidaten, die niet verbonden zijn met de traditionele oppositie, en naar de protesten die op de verkiezingen volgden.
Socialisten
De sterkste partij in Wit-Rusland was in de jaren 90 de Communistische Partij, die weliswaar verboden werd na het uiteenvallen van de Sovjetunie, maar al even snel terug opgericht werd in 1991. In 1996 – toen Loekasjenko de macht volledig naar zich toe trok – splitste de partij in de 'Communistische partij van Wit-Rusland' die Loekasjenko steunt en nog steeds de grootste partij is in het parlement, en de 'Partij van Wit-Russische communisten', die een belangrijke rol zou spelen in de oppositie tegen Loekasjenko. In 2009 veranderde deze partij haar naam in ‘Verenigde linkspartij: rechtvaardige wereld’.
De sociaaldemocraten kenden een gelijkaardig lot. In 1997 splitsen de Partij voor volkseenheid in een vleugel pro-Loekasjenko (de Sociaaldemocratische partij voor volkseenheid) en een oppositievleugel (de Wit-Russische sociaaldemocratische partij – Volksassemblee). De sociaaldemocratische beweging kent een grote rijkdom in Wit-Rusland, met niet minder dan vijf partijen die zich tot de oppositie rekenen. Ze staan over het algemeen bekend als prowesters en als voorstanders van een sociale markteconomie.
Ten slotte heb je aan de linkerzijde een vrij radicale Groene Partij: een ecosocialistische en antikapitalistische beweging die in 2008 de eerste Wit-Russische partij was die opkwam voor holebirechten, in Oost-Europa over het algemeen een heikel thema.
Nationalisten
De tweede belangrijke historische kracht in de oppositie zijn de nationalisten. Zij zijn de uitlopers van het Wit-Russische Volksfront dat eind jaren 80 ijverde voor onafhankelijkheid, naar analogie met de volksfronten in de Baltische staten. Ze waren de eerste oppositiepartij in 1990, en voerden van meet af aan oppositie.
Toen Loekasjenko aan de macht kwam verzetten de nationalisten zich uit alle macht – tot en met een hardhandig uit elkaar geslagen hongerstaking in het parlement toe – tegen zijn voornemen om de Russische taal als nationale taal te aanvaarden, gelijkwaardig aan het Wit-Russisch, en om de sovjetsymbolen van Wit-Rusland als nationale symbolen te gebruiken eerder dan de nationalistische symbolen die verwijzen naar de eerste onafhankelijkheid van Wit-Rusland in 1918 (en ook naar de periode van nazi-collaboratie tussen 1941 en 44).
Dat deze traditionele symbolen – vooral de wit-rood-witte vlag – volop zichtbaar zijn tijdens de betogingen tegen Loekasjenko, laat vermoeden dat nationalisten veel invloed hebben op de protesten. Toch moet dit gerelativeerd worden. Op een oplegging van het Wit-Russisch als enige nationale taal – één van de strijdpunten van de nationalisten – staat de meerderheid van de Wit-Russen niet te wachten. Slechts 23% van de Wit-Russen spreekt thuis deze taal, die door de UNESCO erkend is als bedreigde taal. Het is de hoofdreden dat de populariteit van de nationalisten na 1994 afnam.
Maladi Front
De nationalisten zijn conservatief tot uiterst-rechts. Ze pleiten voor mensenrechten en een markteconomie. Een deel van hun aanhang bestaat uit de jongerenorganisatie Maladi Front (Jeugdfront), die regelmatig deelnamen aan protesten tegen verkiezingsresultaten in het verleden.
Dat Maladi Front rechts is, bleek uit een herdenking in 2007 voor Mikhal Vitousjka, een Wit-Russische nationalist die met de nazi’s collaboreerde en tegen de Sovjets vocht, waarbij ook heel wat joden vermoord werden. Het bleef niet bij deze eenmalige uitschuiver. In 2014 vouwden leden van het Maladi Front een banner uit met naast Vitousjka ook afbeeldingen van Vincent Hadleuski (een nationalistische priester die eveneens collaboreerde met de nazi’s), en Oekraïense nationalisten als Stepan Bandera en Roman Sjusjkevitsj (die beiden met de nazi’s collaboreerden en van massamoorden op Polen beschuldigd werden).
Rond de nationalisten bestaan nog verschillende andere organisaties als de christendemocraten, waar we later nog op terug komen, en de jongerenorganisaties als de Rechtse alliantie en Jong Wit-Rusland. Hierdoor hebben ze een ruim netwerk aan jongeren en activisten die kunnen wegen op de protesten. In tegenstelling tot de communisten en de socialisten zijn er geen nationalisten die Loekasjenko steunen. In tegendeel, Loekasjenko heeft een deel van zijn populariteit te danken aan zijn harde aanpak van de nationalisten.
Liberalen
Een andere stroming die nooit met Loekasjenko samenwerkte is het liberalisme. Begin jaren 90 – de periode waarin er een schijn van democratie in Wit-Rusland was – stonden ze zwak. Hun voornaamste partij is de Verenigde Burgerpartij van Wit-Rusland. De partij had de trieste eer om verschillende van zijn leden te zien verdwijnen in 1999: oud-minister Joeri Zacharenko, voorzitter van het kiescomité Viktor Gontsjar en zakenman Anatoli Krasovski. Er wordt algemeen van uitgegaan dat ze op vraag van de omgeving van Loekasjenko uit de weg zijn geruimd. Een teken dat het regime bang voor hen was? De liberalen worden vandaag alvast als een kracht van betekenis gezien.
De liberalen verdedigen een traditioneel programma van democratie, mensenrechten en vrije markt. Naarmate de Verenigde Burgerpartij conservatiever werd, verschenen er nieuwe liberale bewegingen als de Partij voor vrijheid en vooruitgang en de Unie voor democratie in Wit-Rusland. Ook zij hebben jeugdbewegingen in hun achterban zoals de JCSU Jonge Democraten (jong-christelijke sociale unie, eerder conservatief), het Civiele Forum en Zubr (deze laatste twee zijn eerder progressief-liberaal).
Eenheid oppositie?
De oppositie in Wit-Rusland heeft altijd geschipperd tussen het boycotten van verkiezingen of deelname om de bedenkelijke gang van zaken duidelijk te maken. Er zijn heel wat pogingen geweest om tot eenheid te komen in de oppositie tegen Loekasjenko, die vooral in de jaren 2000-2009 succesvol waren. Bij de presidentsverkiezingen van 2001 verenigde de oppositie zich achter vakbondsman Vladimir Gonsjarik, die 15% haalde in de officiële uitslag.
Bij de parlementsverkiezingen van 2004 volgde de eerste echte samenwerking met de Volkscoalitie 5 Plus, waarin communisten, socialisten, nationalisten en liberalen samen optraden, maar geen zetels haalden. In 2006 slaagden ze erin om samen de sociaaldemocraat Aljaxandr Milinkevitsj naar voren te schuiven onder de banner van de Verenigde Democratische Krachten. Hij haalde 6% en de verkiezingen werden opgevolgd door een denim-revolutie, naar analogie met kleurenrevoluties in andere landen, die hardhandig neergeslagen werd. Milinkevitsj richtte daarna de eenheidsbeweging Voor Vrijheid op, die geleidelijk aan naar rechts toe schoof.
In 2009 scheurden verschillende rechtse en nationalistische krachten zich evenwel af van de brede coalitie om het Wit-Russisch onafhankelijkheidsblok te vormen. Het was het einde van de verenigde oppositie. In 2010 stelde iedere stroming weer zijn eigen kandidaat voor, die hoogstens enkele procenten haalde. De verkiezingen werden gevolgd door protesten en grootschalige repressie. Zeven presidentskandidaten werden na de verkiezingen aangehouden. Oppositieleden verdwenen voor jaren achter tralies
De machtsbasis van Loekasjenko
Geen enkele dictator, hoe wreed ook, kan zonder volkssteun. Het ziet er zelfs naar uit dat Loekasjenko aanvankelijk een brede steun had onder de Wit-Russische bevolking. Mogelijk stonden meer dan de helft van de Wit-Russen achter hem in de jaren 90. Vanwaar deze populariteit en waarom is deze steun afgekalfd?
In 1991 bleek uit een referendum dat 83% van de Wit-Russen de Sovjet-Unie wilde behouden. Loekasjenko speelde op dat gevoel in toen hij in 1994 de presidentsverkiezingen won van Wjatsjeslau Kebitsj, een man die nochtans in overeenstemming met Loekasjenkos beloftes de privatiseringen vertraagde en toenadering tot Rusland zocht, weliswaar nadat hij zelf had bijgedragen tot de ineenstorting van de Sovjetunie.
Een ander punt waar Loekasjenko mee kon scoren was de taal. Na de onafhankelijkheid van Wit-Rusland in 1991 werd de Wit-Russische taal over heel het land opgelegd. Veel Russischtaligen namen daar aanstoot aan, en ze zagen met afschuw hoe Russischtaligen in Oekraïne en de Baltische staten tot tweederangsburgers verwerden. Door het Russisch tot tweede nationale taal uit te roepen, wist Loekasjenko hun steun te verwerven, en zij zijn een meerderheid van de bevolking. Sindsdien klagen Wit-Russischtaligen dan weer dat hun taal achtergesteld wordt.
Loekasjenko beloofde niet alleen een hereenmaking met Rusland, hij zou ook de chaotische privatiseringen – die onder meer de Russische economie om zeep hielpen in de jaren 90 – in Wit-Rusland tegenhouden. Veel industrie en landbouw bleef in overheidshanden. Wit-Rusland ondervond de gevolgen van de economische neergang in de buurlanden, en van de roebelcrisis uit 1998. Maar vanaf 2000 wist hij de Wit-Russische economie niet alleen stabiel te houden, maar zelfs aanzienlijke groeicijfers voor te leggen.
Neergang Loekasjenko
Naast de economische successen wist Loekasjenko het volk te binden met angst voor de gebeurtenissen in Oekraïne. Weinig mensen wilden een oranje revolutie, laat staan een Maidanrevolutie die in oorlog en chaos eindigde. Maar Loekasjenkos economische successen eindigden in 2010. Net voor de verkiezingen van dat jaar liet hij de lonen drastisch verhogen. Het gevolg was een economische ineenstorting waarbij inflatie en zelfs devaluatie de loonstijging meer dan ongedaan maakten.
Omdat Wit-Rusland zo weinig banden had met de EU en de VS – terwijl Wit-Russen massaal hun geld omzetten naar euro’s en dollars – was het erg moeilijk om uit deze crisis te komen. Loekasjenko – die intussen ook al een paar keer in aanvaring gekomen was met de Russische president Poetin – besloot dat hij de banden met het westen moest aanhalen.
In 2015 liet hij in aanloop naar de presidentsverkiezingen verschillende oppositiekandidaten vrij (die opgesloten waren in de grote repressiegolf van 2010-2011). Hij bemiddelde ook met westerse leiders over het conflict in Oekraïne. Zij verzachtten van hun kant de sancties ten aanzien van Wit-Rusland.
Intussen is de steun voor eenmaking met Rusland erg verminderd. Het blijft de natte droom van menig Russisch politicus en mogelijk zelfs van Poetin, maar slechts een minderheid van de Wit-Russen staat hier nog achter. Ook Loekasjenko is steeds meer de onafhankelijkheid van Wit-Rusland gaan benadrukken met een nationalistisch discours. De vraag is welke geloofwaardigheid hij daarin heeft, hij die groot werd met de belofte van toenadering tot Rusland.
Presidentsverkiezingen
In de presidentsverkiezing van 2020 trad de oppositie aanvankelijk in verspreide slagorde op. De communistische partij ‘Rechtvaardige wereld’ en de groene partij lieten al op voorhand weten niet te willen deelnemen aan de farce. Een poging om tot een enkele oppositiekandidaat te benoemen vanuit verschillende partijen faalde door de coronacrisis en tegenstrijdige ambities en programma’s. Sociaaldemocraat Sjarhej Tsjeratsjen nam wel deel en haalde officieel 1,14%. Mikalaj Statkevitsj, een sociaaldemocraat die na zijn eerdere kandidatuur in 2010 jaren in de cel verdween, werd geweerd uit de verkiezingen.
Hanna Kanapazkaja, een voormalig parlementsoppositielid dat in het verleden verbonden was aan de liberalen, mocht wel meedoen maar kreeg het verwijt dat haar kandidatuur enkel diende om de overwinning van Loekasjenko te rechtvaardigen. Zij haalde 1,68%.
De kandidaten die er echt toe deden kwamen echter van buiten de traditionele oppositie. De vrouw die Loekasjenko uitdaagde, Svetlana Tichanovskaja, werd eigenlijk maar per ongeluk kandidaat. Ze volgde haar man Sergei Tichanovski op toen hij gearresteerd werd. Tichanovski werd bekend met zijn YouTube-kanaal ‘Een land om in te leven’.
Hij verspreidde filmpjes over hoe gewone mensen het leven in Wit-Rusland ervaren, en interviewde leden van de oppositie en zakenmensen. Zijn verhalen gingen vaak over de strijd met de bureaucratie, de leugenachtige pers of de achteruitgang van de steden. Als hij live ging eindigde het meer dan eens met ongeautoriseerde politieke bijeenkomsten. Zo’n bijeenkomst op 9 mei – een soort tegenbetoging tegen de grote parade in Minsk voor de viering van het einde van de Tweede Wereldoorlog – leverde hem een arrestatie op en hypothekeerde zijn kansen om presidentskandidaat te worden.
Hij werd eind mei opnieuw gearresteerd, en wordt tot op vandaag vastgehouden. Zijn vrouw besloot om de presidentskandidatuur over te nemen, en slaagde er zowaar in om geregistreerd te worden. Een werkelijk programma had Tichanovski niet, behalve dat hij de bureaucratie wou bestrijden en het ondernemen wou bevorderen. Hij wordt daarom door sommigen als een populist beschouwd.
Kandidaten uit de elite
De potentiële kandidaat waar Loekasjenko werkelijk bang voor was, is Viktor Babariko, opnieuw een man zonder banden met de traditionele oppositie. Babariko was jarenlang het hoofd van de Belgazprombank, een Russische bank die in Wit-Rusland opereert. Hij werd midden juni aangehouden, toen hij samen met zijn zoon zijn kandidatuur wou stellen. De Wit-Russische overheid nam het beheer van de bank over en startte verschillende onderzoeken naar leidinggevenden van de bank. Het zorgde voor behoorlijke wrevel met Moskou.
Hoewel peilingen in Wit-Rusland verboden zijn, waren er aanwijzingen dat Babariko zowat de helft van de stemmen zou wegkapen, veel meer dan Loekasjenko. Hoewel Babariko, een liberaal, door zijn voormalige functie vaak aan Rusland gelinkt wordt, wil hij vooral de onafhankelijkheid van Wit-Rusland benadrukken en goede relaties aanknopen met de EU. Babariko klaagde aan dat de economie veel te afhankelijk was van Rusland. Bovendien vond hij dat Loekasjenko de coronacrisis niet ernstig nam, waarbij die laatste zelfs beweerde dat men het virus te lijf kon gaan met wodka en saunas.
Een derde kandidaat die Loekasjenko werkelijk bedreigde was Valeri Tsepkalo. Hij is een voormalig diplomaat die het Hoge Technologie Park van Minsk oprichtte, een project waarmee Wit-Rusland aan de spits wou staan van ICT-technologie, aangemoedigd door gunstige belastingvoorwaarden. In 2017 werd hij er bedankt voor bewezen diensten. Toen hij zijn kandidatuur aankondigde beweerde hij niet enkel de autocratie van Loekasjenko te willen bestrijden, maar ook het bestuur en de economie te willen hervormen, die in zijn ogen archaïsch en inefficiënt zijn. Hij is een fervente liberaal die gelooft dat individualisme en privébezit de drijvende kracht zijn achter de economie.
Babariko en Tsepalko hebben beiden grote verantwoordelijkheid gedragen in Wit-Rusland, en beiden hebben ook het verwijt gekregen nepkandidaturen te willen neerleggen in samenspraak met Loekasjenko. Maar nadat hun kandidaturen geweigerd werden, Babariko in de gevangenis belandde en Tsepalko naar het buitenland vluchtte, bleken deze geruchten onterecht. Wat wel iedereen verbaasde is dat de campagnes van Babariko en Tsepalko zich achter Svetlana Tichanovskaja schaarden, die zodoende de belangrijkste oppositiekandidate werd.
Tichanovskaja
In het openbaar werd Tichanovskaja vergezeld door Veronika Tsepkalo, de vrouw van Tsepalko, en Maria Kolesnikova, de campagneleidster van Babariko. Haar programma had Tichanovskaja tot het minimum gereduceerd: ze zou zich beperken tot het vrijlaten van de politieke gevangen en het houden van nieuwe verkiezingen binnen de zes maanden. Bovendien kreeg Tichanovskaja de steun van sociaaldemocraten, liberalen, christendemocraten, de vrouwenpartij alsook van de afgewezen sociaaldemocratische kandidaat Statkevitsj.
Tichanovskaja behaalde officieel 10% van de stemmen, maar verwierp de uitslag. Een paar dagen na de verkiezingen vluchtte ze naar Litouwen, blijkbaar in samenspraak met de Wit-Russische veiligheidsdiensten in een akkoord om daarbij ook haar gevangengehouden campagneleidster Maria Moroz naar Litouwen te laten gaan. Veronika Tsepkalo van haar kant was al daags voor de verkiezingen gevlucht en bracht haar stem uit in de Wit-Russische ambassade van Moskou.
Toen ze in Litouwen aankwam riep Tichanovskaja aanvankelijk op om de protesten te stoppen en de verkiezingsuitslag te aanvaarden – vermoedelijk onder druk van de veiligheidsdiensten – maar niet lang daarna nam ze weer het voortouw in de oppositiebeweging, eiste ze de overwinning op, riep ze op om verder vreedzaam te betogen en te staken, en richtte ze een coördinatieraad op om de transitie naar nieuwe verkiezingen voor te bereiden.
De coördinatieraad
De Coördinatieraad werd op 14 augustus opgericht. Een dag later werden de eerste leden bekendgemaakt. Het meest in het oog lopende lid is Svetlana Aleksijevitsj, de schrijfster die in 2015 de nobelprijs literatuur kreeg voor haar beklijvende getuigenissen van gewone mensen over het leven tijdens en na de Sovjetunie. Hoewel ze de oppositie in het verleden omschreef als ‘dromers en romantici’, stond ze al lang bekend als een opposante van Loekasjenko, waardoor ze ook van 2000 tot 2013 in het buitenland verbleef. Ze beschouwt zichzelf als een sociaaldemocrate, volgens haar het juiste midden tussen het totalitaire communisme en het harde kapitalisme
Wie ook in de kijker loopt is Olga Kovalkova, wiens deelname aan de verkiezingen namens de Wit-Russische christendemocratische partij afgewezen werd. Nog een opvallende christendemocraat is Vital Rimasjeuski, die de partij vanuit de rechtste jeugdbeweging Maladi Front heeft opgericht. Hij nam in 2010 deel aan de presidentsverkiezingen en staat bekend om zijn homofobe ideeën. De christendemocraten zijn nationalistisch, anti-Russisch en willen het Wit-Russisch terug als enige nationale taal erkennen.
Het zevenkoppig presidium van de coördinatieraad bestaat naast Aleksijevitsj en Kovalkova nog uit Maria Kolesnikova, de campagneleider van Babarika die als enige van het vrouwentrio rond Tichanovskaja nog in Wit-Rusland verblijft; Pavel Latoesjko, de minister van cultuur die omwille van zijn steun aan het protest ontslagen werd; Sergei Dilevski, die de stakingen in de grote tractorfabriek in Minsk hielp opzetten; de gematigde nationalist Ales Bjaljatski, oprichter van de mensenrechtenorganisatie Viasna (Lente) en sinds jaar en dag symbool van de oppositie; Lilia Vlasova, die aan commerciële en legale bemiddeling doet in voormalige sovjetlanden; en Maxim Znak, een advocaat die onder meer advies gaf aan Babarika, de Wereldbank en rond het aanpassen van Wit-Russische wetgeving aan de normen van de Wereldhandelsorganisatie.
Naast het presidium streeft de Coördinatieraad naar een zeventigtal leden, waaronder slechts een klein aantal politieke figuren uit de traditionele oppositie. Naast de reeds vernoemde Vital Rimasjeuski van de christendemocraten, vernoemen we Joeri Goebarevitsj, eveneens een veteraan van het nationalistische Maladi Front die hier optreedt als woordvoerder van de pluralistische oppositiepartij Voor Vrijheid; en Alexander Dobrovolski van de liberaal-conservatieve Verenigde Burgerpartij. Daarnaast zijn er talrijke artiesten, deels opgenomen in het kielzog van voormalig cultuurminister Latoesjko, academici en journalisten.
Kritiek op de Coördinatieraad
Loekasjenko reageerde uiteraard fel op de Coördinatieraad. Hij kondigde meteen aan dat de leden van de raad vervolgd zouden worden voor poging tot staatsgreep. Bovendien viel hij de raad frontaal aan op haar programma: de raad zou elke samenwerking met Rusland willen stopzetten, tot en met het verbreken van de banden tussen de Wit-Russische orthodoxe kerk en Moskou, en zich eenzijdig op het westen richten. Ze durven volgens hem niet luidop te zeggen dat ze de Wit-Russische taal willen opleggen, maar willen wel het beledigen van het Wit-Russisch strafbaar maken en het Wit-Russisch opleggen in leger en onderwijs.
Prominent lid van de Coördinatieraad Maria Kolesnikova was er snel bij om te benadrukken dat Rusland een belangrijke politieke en economische partner is van Wit-Rusland, en dat de oppositie alle bestaande verdragen wil behouden inclusief de Uniestaat van Rusland en Wit-Rusland en de militaire samenwerking. Voormalig minister en lid van de raad Latoesjko zei dat het pragmatisch was om de goede relaties met Rusland te behouden, aangezien het instaat voor ongeveer de helft van de buitenlandse handel van Wit-Rusland. Tegelijk benadrukt hij dat ze willen streven naar betere relaties met de EU, die goed is voor 30 tot 35% van de handel.
Hoewel de Coördinatieraad wel degelijk een aantal leden bevat die gerust als ‘russofoob’ kunnen doorgaan, wordt hun invloed ongetwijfeld getemperd door meer pragmatische leden als Kolesnikova en Latoesjko. Joeri Gloesjakov van de groene partij verweet de Coördinatieraad om wel snel te reageren als het beschuldigd wordt van vijandigheid tegenover Rusland, maar om te zwijgen als ze beschuldigd worden van een neoliberaal beleid te willen voeren, inclusief verregaande privatiseringen en hervormingen in de arbeidswet. Naast de Coördinatieraad werden er lokaal nog verschillende oppositieraden en stakerscomités waaronder een Nationaal Stakingscomité opgericht, die weliswaar minder weerklank krijgen.
Internationale reacties
Dat de Europese Unie snel de verkiezingen zou veroordelen – en daarmee de toenadering waar Loekasjenko al jaren na streefde ongedaan maakte – was te verwachten. Dat Poetin meteen na de verkiezingen zijn felicitaties aan Loekasjenko uitte was verrassender. De relatie tussen Poetin en Loekasjenko was al jaren aan het verzuren, en dat Loekasjenko in de aanloop naar de verkiezing Rusland beschuldigde om onrust aan te wakkeren in Wit-Rusland werd zeker niet geapprecieerd. Dat Poetin tegelijkertijd leden van zijn partij Verenigd Rusland en de pro-Kremlin internationale nieuwszender RT toeliet om forse kritiek te leveren op de verkiezingen en het daarop volgende geweld, toont aan dat Rusland in de knoop zit met Loekasjenko.
Geconfronteerd met de grootschalige onrusten moest Loekasjenko zich wel terug tot Poetin richten. Die laatste beloofde in Wit-Rusland tussen te komen als het land bedreigd werd. In een telefoongesprek met Merkel en Macron verzekerde Poetin dat hij daar vooralsnog geen aanleiding toe zag, maar hij herhaalde voor de slechte verstaanders dat hij niet kon smaken dat westerse landen zich mengen in de zaken van ‘nabije buurlanden’ van Rusland.
Sindsdien waarschuwt Loekasjenko alweer voor de buitenlandse dreiging, een constante in zijn beleid van de afgelopen kwarteeuw, al komt die nu weer eenzijdig uit het westen. De protesten worden volgens hem gecoördineerd door de VS, en er is gevaar voor een invasie van de NAVO vanuit Polen en Litouwen. Daarom werden er de afgelopen dagen grootschalige militaire oefeningen gehouden in de streek van Grodno, aan de westerse grens van Wit-Rusland. Of hadden die ook een binnenlandse betekenis?
Stakingen
In de eerste dagen na de verkiezingen werden de protesten onbeschaamd hardhandig neergeslagen. Loekasjenko heeft de reactie hierop volledig fout ingeschat. Het protest zwol door de repressie net aan. Toen een aantal grote staatsbedrijven in staking gingen veranderde de strategie van de president. Prominenten verontschuldigden zich voor de excessen van het politiegeweld en duizenden betogers werden vrijgelaten. Vele anderen bleven evenwel gevangen. Niet alleen waren de arbeiders vroeger een machtsbastion van Loekasjenko, het baart hem vooral zorgen dat de stakingen de reeds fragiele economie een enorme schade toebrengen. Hij wakkerde de vrees aan dat fabrieken zouden moeten sluiten en arbeiders hun job zouden verliezen.
Onder meer in de regio van Grodno wordt er fel gestaakt, en dat zou de echte reden zijn achter de recente militaire oefeningen. De afgelopen dagen werden verschillende stakingsleiders opgepakt, een teken dat Loekasjenko geenszins afziet van politieke repressie en werkelijk bang is van de stakers, meer nog dan van de massabetogingen van de afgelopen twee zondagen. Vooralsnog klampt de ‘laatste dictator van Europa’ zich vast aan de macht en lijkt zijn strijd met de oppositie op een uithoudingsstrijd. Als toezegging beloofde Loekasjenko nieuwe verkiezingen na een grondwetwijziging, maar dit alles pas nadat de rust is teruggekeerd.
Hoe lang kunnen betogingen en stakingen nog doorgaan tegenover een autocraat die van geen wijken weet? De oppositie in Wit-Rusland mag dan al zeer gevarieerd zijn – van communisten tot extreemrechtse nationalisten, waarbij het moeilijk is een inschatting te maken van het gewicht van elke stroming – het weet wel een groot deel van de bevolking te mobiliseren met haar centrale eisen: nieuwe, eerlijke verkiezingen en een einde aan de politieke repressie.