We waren bijzonder onder de indruk van het debuut van d’Anticlown: ‘Tussen Tand en Tijd’. Pjotr d’Anticlown combineert er donkere hiphop met folkinvloeden om vervreemdende grootstadverhalen te vertellen. We voelden Pjotr aan de Tand en namen wat van zijn Tijd, tussen Tand en Tijd...
Dag Pjotr. Je bent de man achter d’Anticlown. Vertel eens hoe dit project ontstaan is.
In 1998 begon ik onder deze naam te creëren. Ik bracht miniperformances tussen optredens of op gelegenheden en bracht een aantal poëzie- en verhaalbundeltjes uit. Gaandeweg combineerde ik mijn performances meer met piano of accordeon. Terwijl ik met anderen samenwerkte aan muziek en kleine muziektheaters, sudderde dit concept op een laag vuurtje verder.
Een aantal jaren terug begon ik intensiever op dit project in te zetten, ging ik andere instrumenten leren en verdiepte ik mij in synths en grooveboxen. Ik zocht naar nieuwe manieren om teksten te brengen. Dat resulteert in een heel ander geluid dan het oorspronkelijke. Toch is het concept eigenlijk wel gebleven: een mens alleen op de planken met een streven tot (be)roering, gewapend met muziek en een aantal verhalen.
Je was in het verleden ook betrokken bij het folkgezelschap d’Onderhond. Kun je ons wat meer vertellen over deze formatie?
Ik zou het geen folkgezelschap noemen. Sommige van de ex-leden zouden steigeren, denk ik. d'Onderhond onstond rond 2006. Ik had mezelf wat accordeon geleerd en speelde in de Brugse straten voor wat zakgeld. Samen met Dirk, gitarist van Repression OD (nu gitarist bij Visions of War en zanger bij Lectamynol) richtten we de band op. We speelden eerst met vier, tot onze violiste onverwachts stierf. Dat was een zware klap en we legden het project stil.
Een jaar later deden we een heropstart en groeiden uiteindelijk uit tot een negenkopppige band. Het was een superboeiende en toffe tijd. We doorkruisten een stuk van Europa met onze muziek en speelden onze akoestiche set op straat en de meer versterkte (punk)versie op festivals, zalen en kraakpanden. Muzikaal gezien maakten we de mix met folk, ska , cabaret... Maar ook van the Ex kan je invloeden horen. In onze optredens schuwden we het verhalende niet, vaak werden dat theatrale performances.
Het was een superintense tijd. Met zijn negenen was het niet altijd evident de koers te bepalen. We zetten het project stil in 2012 hoewel we elkaar wel nog vonden in een aantal muziektheaterprojecten. Kasper speelt ook de tuba op één van de nummers en Mr Deviant doet een featuring. Alle leden van de band liggen me voor de rest van mijn leven nauw aan het hart.
In de begindagen van d’Anticlown – ik denk aan de ep ‘Echo’s van het verre land’ – klonk je nog eerder als folk en cabaret. Is het een juiste inschatting dat je gaandeweg naar hip hop geëvolueerd bent?
Mijn eerste liefde was voor de poëten, welke muziek ze ook maakten. Ik heb altijd iets met woorden gehad maar om eerlijk te zijn: zelf ben ik geen geweldige zanger. De keuze voor hiphop lijkt dan ook voor de hand te liggen, maar het duurde een hele tijd voor mijn eerste beeld van de blingblinghiphop wegsmolt en plaats maakte voor het zicht op de creativiteit, de authenticiteit en het gedrevene die het genre in zich draagt. Artiesten als Saul Williams, Kae Tempest maar ook Mon Geveer en Immortal Technique verwarmden dat vuur. Ook mijn laatste jaren werken met jonge gasten op straat - en leren van hén - deed mij naar hiphop evolueren
Je hebt net je debuut-cd met d’Anticlown uitgebracht: ‘Tussen Tand en Tijd’. Zit er een concept achter de plaat? Je hebt een heel duister geluid, zelfs naar hip hop termen. Hoe ben je daartoe gekomen?
Het is alleszins niet zo dat een volgend album plots heel vrolijk zal klinken. Alhoewel ik meestal wel een opgewekt persoon ben, heb ik als net als iedereen wel een duistere kant; en ik hou ervan het duister te belichten. Ik mik op de hoek die af is. Daar is waar het gebeurt, waar het boeiend wordt. Waar er niet geveegd werd, en waar de meesten liefst van wegkijken. Geen grote dingen.
Het album vertelt over interacties tussen mensen en die lopen zelden als in sprookjes, de vervreemding groeit langzaam en ondertussen tikt de bom in het systeem zoals ie nergens tikt.
Met de combinatie van akoestische instrumenten en het geluid van synthesisers groovebox, meer subbassen en af en toe een distorted gitaar hoop ik de luisteraars langs verschillende emoties te doen zweven. Van de 'zet u neer ik heb hier een verhaal voor u' tot de meer agressieve en snellere ritmes die goed zijn om te fietsen, ik neem de luisteraar mee op een trip en hoop dat het goedkomt.
We horen op je plaat ook folkinvloeden: tuba, gitaar, piano, banjo accordeon… Is dat niet erg ongehoord in de hip hop?
Alhoewel ik sterk beïnvloed ben door hiphop, blijf ik ook mijn eigen ding doen. Ik probeer mezelf niet in hokjes te steken, al zou dat voor de verspreiding van mijn muziek misschien handiger zijn. De muziek die ik zelf graag beluister en de invloeden komen uit een brede waaier van muziekstijlen. Van Current 93 via Senser, Quetschenpaua en terug naar Ewan Maccoll tot DAAU of Kenny Arkana.
Tegelijkertijd zijn er (zeker in de Franse Hiphop) best wel wat projecten die de combinatie maken met akoestische instrumenten, al klinken die meestal een pak vrolijker. Eén van die projecten die ik live aan het werk kon zien is MAP (Ministère des Affaires Populaires). Zeker de moeite om eens te checken als je voor die combo valt.
Het lijkt of je erg lang aan ‘Tussen Tand en Tijd’ gewerkt hebt. Klopt dat? Waren er bepaalde hindernissen die je moest overwinnen?
Het klopt zeker dat ik een hele tijd heb gewerkt aan het album. Het is niet evident om je de nodige discipline op te leggen als DIY-solo-artiest. Anders dan bij een meerkoppige band staat er niemand klaar met de zweep om je te duiden op de deadlines die je jezelf hebt gesteld. Bovendien ben ik nooit goed geweest in afwerking. Ik vind het altijd leuker om nieuwe dingen te creëren dan om die luisterklaar te maken. Dat proces heeft me wel veel tijd gekost. Ik had en heb veel bij te leren. Naast mijn leven als muzikant werk ik als jeugdopbouwwerker wat ook heel wat van mijn tijd en hoofdruimte inneemt. Allemaal mooie excuses om te verbergen dat ik misschien gewoon lui ben.
Tekstueel lijkt je plaat op een verzameling duistere grootstadverhalen. Waar haal je de inspiratie voor je teksten?
Uit alles wat ik in mijn leven zie of hoor, en dat gecombineerd met mijn fantasie die op hol slaat. Het kan een flard van een gesprek zijn dat ik opvang, een zin in een boek, een geluid dat ik hoor of een beeld op mijn netvlies... Ik ben een tiental jaar geleden van het platteland permanent verhuisd naar de stad waar alles wel wat drukker en flitsender is. Misschien kan je dat horen in zowel de teksten als de muziek.
Je komt uit de krakerswereld en hebt wat anarchistische referenties verwerkt op je cd. Beschouw je jezelf als een artiest met een boodschap? Zo ja, wat is je boodschap?
Ik beschouw mezelf niet zozeer als een artiest met een boodschap, alhoewel ik als mens zeker engagement koester en bewaar. “Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden zoals storm met zacht geritsel.” Ik hoop een artiest met een verhaal te zijn, want verhalen wil ik brengen. Ik hoed mij er meer en meer voor om teveel te preken of om te sloganeske liederen te brengen, ik heb ook weinig zin om in eigen kerk te blijven draaien. Ik breng mijn verhalen als inspiratie en laat ze los, hoop dat er iets - wat dan ook - van aan de ribben blijft kleven.
Je hebt een erg mooie videoclip gemaakt voor ‘De tent’ in samenwerking met Kollektief K. Kan je iets meer vertellen over deze samenwerking?
Kollektief K ontstond in 2017. Ik volgde een workshopweekend bij beeldend kunstenaar Geert Lenssens rond video. Ik maakte zelf een paar videoclips, maar wou ook graag samenwerken met anderen. Die samenwerking werd samen met een paar goeie vrienden gerealiseerd in het kollektief. We kwamen samen en fantaseerden ere op los en we leerden veel bij over beeld. Het mondde uit in een eerste Kortfilm 'Onder', een tragikomedische introspectieve nachttmerrie, waar we heel wat plezier aan beleefd hebben. Concepten creëren, acteren, filmen, knippen en plakken, muziek maken, we konden heel veel in het project kwijt.
De videoclip van 'de Tent' kwam uit onze zoektocht naar een tweede project. We hadden lang aan het eerste gewerkt en experimenteerden met verschillende concepten en technieken. De talenten van 'De Technicus' kwamen hier sterk naar voor en het werd wederom een geslaagde samenwerking. We dromen dan ook verder over toekomstige projecten.
Je biedt al je muziek gratis aan op internet. Vanwaar deze keuze?
Het is wel tof om als muzikant de investeringen in materiaal of tijd voor een stuk terugbetaald te krijgen en via het systeem van vrije bijdrage kunnen mensen dat ook geven, maar het blijft jammer dat grote bedrijven een stuk van de taart komen opeisen. Ik kom ook uit de punk en DIY-scene waar de combinatie van geld en muziek voor een vreemd smaakje blijft zorgen. Mijn prioriteit is dat mijn muziek en verhalen gehoord worden en ik wil mijn muziek brengen aan al die het horen wil. Wie nog meer wil kan de cd bestellen met bedrukte kaft en boekje die er één van deze weken komt .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten