Toen ik de zaal binnenwandelde ging het gerucht dat Peter Murphy nog op het vliegtuig zat, en dat de aanvang van het concert onzeker was. Toch stond Murphy twintig minuten later op de planken, op het afgesproken tijdstip. Professioneel gedrag is nu eenmaal wat we verwachten van iemand die al jaren in het vak zit. Nog maar net geland, en het optreden neemt een vliegende start, ook al moet Murphy nog af en toe wat aanwijzingen geven aan de PA.
Velocity Bird, de opener van Murphys laatste cd Ninth, mag het lont aansteken, en er volgen meteen verschillende nummers van dezelfde cd: Peace To Each, Memory Go en vooral de mooie single I Spit Roses. Dan murmelt Murphy iets over de klassensamenleving in Groot-Brittannië en over jongeren die je op elke vraag zullen antwoorden dat je de pot op kunt. Blijkbaar is dat een inleiding op Silent Hedges, dat over deze jongeren gaat. We hadden niet verwacht dat Murphy zo snel met Bauhaus-klassiekers ging uitpakken, maar wie zijn wij om te klagen.
De bassist schakelt over naar viool om Subway te spelen. Ik hou enorm van dat nummer, al was het maar omdat er een memorabele versie van bestaat op Dust, de cd die Peter Murphy in 2002 uitbracht. Murphy had zich al jaren voordien bekeerd tot het soefisme en was in Turkije gaan wonen. Dust werd een mengeling van rustige elektronica met traditionele Turkse instrumenten. De vermaarde wereldmuzikant – en tevens ook soefi - Mercan Dede heeft de plaat geproducet, en er spelen een hele schare Turkse muzikanten op mee.
Hoewel Murphy zich voorgenomen had om Dust door het strot van de mensen te duwen, moeten we vaststellen dat hij zich snel terug richting rock keert. Unshattered uit 2004 was zelfs een vrij makke popplaat. Dan volgde de reünietournee en -plaat met Bauhaus. De groep kon uitgebreid touren met Nine Inch Nails, wiens frontman Trent Reznor zijn bewondering voor Bauhaus niet onder stoelen of banken stak. Het is dan ook niet helemaal toevallig dat Murphy de NIN-klassieker Hurt overnam, waarop opviel met wat een uitstekende stem hij begiftigd is.
Met I Fall With Your Knife en All Night Long speelt Murphy ook wat oudere solonummers, om dan via een allesbehalve vervelende omweg door het vlakke veld - In The Flat Field – weer bij zijn laatste cd terecht te komen (The Prince & Old Lady Shade, Uneven & Brittle). Bij de bisnummers wordt weer uit de oude pot gegraaid. The Three Shadows Part 1 mag dan al een instrumentaal nummer zijn, het geeft ons een aanwijzing van welke de beste Bauhaus-plaat aller tijden is, en All We Ever Wanted Was Everything zal dat zeker niet tegenspreken. De Bowie-hommage Ziggy Stardust stamt ook uit deze periode, al heb ik hierbij wel het gevoel dat Murphy wat schrik heeft van de hoge noten.
De tweede bisronde begint Murphy met een lange monoloog, waarin hij onder meer vertelt hoezeer hij van Nederland en van Rotterdam houdt, waar zijn dochter ooit gewoond heeft. Vergist hij zich van land, of ligt het gewoon aan het feit dat de bekendste Rotterdammer ook een paar jaar in Leuven heeft gewoond? Met A Strange Kind Of Love speelt hij nog een ouder solonummer – wie graag een overzicht heeft van dit solowerk raad ik de live-cd Just For Love aan, een soort best of in een beperkte bezetting van drie muzikanten – gevolgd door de laatste single Seesaw Sway. Eindigen doet hij met Cuts You Up, dat ooit een grote hit was in de VS.
Laat niemand u wijsmaken dat Peter Murphy verleden tijd is. Met dergelijke optredens mag hij wat mij betreft nog vaak terugkomen.