Het is altijd uitkijken naar een nieuwe cd van Akvarium, zeker sinds de groep in 2006 het prachtige Wilde Russische Vagebond uitbracht. Deze plaat kondigde een ware verrijzenis aan. Wit Paard uit 2009 was eveneens uitstekend, en met deze Archangelsk is het niet anders.
Openingsnummer 'Terug Naar Archangelsk' is meteen een terugblik op de geschiedenis van Akvarium, naar een periode in het begin van het millennium die we vriendelijk ‘de zoekende jaren’ zullen noemen – jaren van experimenteerdrift met elektronica. Of misschien verwijst het zelfs naar de klassieke rockperiode van de groep begin jaren 80. Akvarium gaf toen een optreden in de stad Archangelsk dat behoorlijk wat stof deed opwaaien en resulteerde in een maandenlang optredenverbod in de befaamde Leningrad Rock Club, het toenmalige epicentrum van de Russische rock.
'Rode Rivier' houdt het bij alternatieve rock. Alhoewel, midden in het nummer duiken de eerste Ierse invloeden op. En de Ierse pijler in de groep is aanzienlijk versterkt. Niet in het minst door fluitvirtuoos Brian Finnegan, een aanwinst uit Aquarium International, een 19-koppig orkest van vermaarde muzikanten uit gans de wereld waarmee Akvarium-frontman Boris Grebenshikov in 2008 verschillende optredens deed. (U vindt hier de link naar het concert van dit fenomenaal ensemble in the Royal Albert Hall.) Drummer Liam Bradley is een Ier die ervaring opgedaan heeft bij Van Morrison en er spelen nog een resem Ierse gastmuzikanten mee.
'Over Het Klaverveld' is een geluidscollage van gitarist Igor Timoef die weinig opmerkelijks heeft, zij het dat Kenneth – What’s The Frequency – Schaffer er wat morsecodes voor aanlevert. De man geniet buiten de verwijzing van REM bekendheid als expert in radiogolven en uitvinder van de eerste draadloze microfoons en van satellietverbindingen tussen de V.S. en Rusland. Onder Akvariumfans heeft hij een bedenkelijke reputatie omdat hij Grebenshikov in volle perestrojka wist te overhalen om het solo te wagen in het Engels.
Die solocarrière draaide rampzalig uit en vormde ook de doodsteek voor de heel populaire Akvarium uit de jaren 80. Achteraf beschouwd kunnen we dit ook als een zegen beschouwen, want zonder dit fiasco hadden we misschien geen recht gehad op de ‘nieuwe Akvarium’, de groep die in de jaren 90 prachtplaten afleverde als het Russisch Album, Kostroma Mon Amour of Navigator.
De parade trekt weer op met 'De Mars Van De Heilige Koeien'. Het nummer grossiert in Ierse invloeden, maar dan wel van een buitengewoon vrolijke soort. De tijd waarin Grebenshikov vol weemoed zong over droge wodka, vergezeld van brood met tranen is voorbij. Nu krijgen we wodka martini met vliegende runderen. Schenk nog maar eens in, en goed!
'Kapitein Bellerofon' haalt de blazers boven voor een nummer dat meer effect heeft dan alle verzamelde antidepressiva. Het leven is eenvoudig en mooi, en het doet er weinig toe wie de geheimzinnige kapitein wel is. ‘Aan de buitenkant zie ik eruit als een steen, maar inwendig ben ik een vuurspuwer.’
Nog meer raadselachtige personages, maar dan in een trager tempo met een ode aan de 'Geheimzinnige Uzbeek'. Wat hij komt doen is niet duidelijk – de vergeten pincode terugbrengen? – maar het is weer een buitengewoon meeslepende ballade, van het soort waar Grebenshikov een patent op lijkt te hebben.
'Het Vuur Van Babylon' moet ons eraan herinneren dat Akvarium de eerste Russische groep was die zich ooit aan reggae waagde, en is een verwijzing naar het legendarische nummer Babylon uit 1981. Ik hou niet van reggae. Ik haat het. Maar hier ben ik werkelijk verzot op. De blazers gaan eraan toe dat het een lieve lust is en de melodie zit ongelooflijk ingenieus in elkaar.
'De Regenkleurige Hemel' had niet misstaan op het Russische Album of op Kostroma Mon Amour, met zijn zachte gitaren en fluiten in typische Akvarium-stijl.
Grebenshikov heeft er altijd een punt van gemaakt om zijn platen grandioos af te sluiten. 'Eentje Voor Onderweg' is een melig en melancholisch nummer in die traditie. Het nummer opent met exotische klanken, maar verzinkt met een zacht accordeondeuntje in een rokerig café (waar zijn ze gebleven) waarin iemand al veel te veel gedronken heeft en er toch niet genoeg van krijgt. Het is tijd om naar huis te gaan, maar daar nemen we onze tijd voor. Meer dan 7 minuten en half, en van mij mocht het nog veel langer aanslepen. Kom, nog eentje.
Met Archangelsk bewijst Grebenshikov nogmaals dat je als oude zak nog steeds relevant kan zijn. Je kan misschien denken dat 9 nummers wat weinig is voor een groep die steeds zo productief geweest is, maar Grebenshikov stond er op om uiterst selectief te werk te gaan en heeft van het twintigtal nummers die hij sinds de voorganger geschreven heeft enkel deze uitgekozen. Misschien zitten er nog pareltjes onder de andere nummers, en dan krijg je die vroeg of laat nog voorgeschoteld. Intussen kan je maar blij zijn dat Akvarium – een groep die zijn plaats in de geschiedenisboeken al ruimschoots verdiend heeft – wederom zo’n goede cd aflevert.
Clip: De Mars Van De Heilige Koeien