donderdag, juli 25, 2013

Roger Waters: The Wall Live. Als stenen zand zijn en enkel lucht overblijft

De 'In The Flesh' tournee na de uitgave van 'Animals' in 1977 werd een moeilijke klus voor Pink Floyd, en met name Roger Waters werd steeds gefrustreerder door het boertige gedrag van het publiek. Hij ergerde zich er aan dat mensen bleven schreeuwen tijdens zachtere nummers, en hij spuwde zelfs op een toeschouwer die een hek opklom tijdens het laatste concert van de tour. Hij voelde zich in die mate van zijn publiek vervreemd dat hij begon te dromen van concerten waarin een muur de groep van de toeschouwers scheidde.

Dat was de kiem van wat later ‘The Wall’ zou worden, één van de beste platen die ooit opgenomen is. Na de tour gingen de verschillende muzikanten van Pink Floyd elk hun eigen weg om solo-cd’s te maken of om andere artiesten te producen. Waters bleef nieuw materiaal schrijven, en als de groep na de onderbreking terug bijeen komt stelde hij hen twee projecten voor. Het eerste noemde hij ‘Bricks in the Wall’ en was een autobiografisch stuk gebaseerd op het spuwincident. Het tweede was een werk dat handelde over huwelijk en relaties. De groep mocht één van de twee projecten kiezen en koos voor The Wall. Het tweede project zou later het licht zien als ‘The Pros and Cons of Hitch Hiking’, de plaat waarmee Waters in 1984 duidelijk maakte dat hij definitief een punt zette achter Pink Floyd.
 
The Wall werd een ambitieuze conceptplaat. Waters, gitarist David Gilmour en producer Bob Ezrin werkten het oorspronkelijke idee van Waters verder uit tot het verhaal van Pink, een getraumatiseerde rockster die zich terugtrekt uit de wereld door een muur rond zichzelf te bouwen. De plaat werd een mijlpaal in de muziekgeschiedenis, en wordt nu passend gevierd door een grootse The Wall Live-tournee.
 
Eerst een paar cijfers. Er werden meer dan 40 miljoen exemplaren van The Wall verkocht. 35.000 mensen zakten gisteren naar Werchter af om The Wall Live te zien. Wereldwijd hebben al 3,3 miljoen de show gezien. Tijdens het optreden wordt een muur van 150 meter breed en 12 meter hoog gebouwd, bestaande uit maar liefst 1000 bouwstenen. Er wordt geschat dat de tour zo’n 60 miljoen dollar kostte om te maken, en nog veel meer zal opbrengen.
 
Als we de festivalweide binnenwandelen staat de muur al over de hele lengte van het terrein, met een grote opening ter hoogte van het podium. Dan is het afwachten, want de show begint pas na 22 uur, als de duisternis valt. Het optreden trekt op gang met ‘In The Flesh?’ en groots licht- en vuurwerk. Het nummer geeft een ironische kijk van de artiest die in optredens slechts een oppervlakkig deel van zichzelf toont. Het is de aanvang van een plaat die in zijn totaliteit gespeeld wordt. We leren de wereld kennen van Pink, wiens vader sneuvelde in de oorlog en die bijgevolg in een gebroken gezin opgroeit.
 
Tijdens ‘The Happiest Days Of Our Lives’ verschijnt een grote pop die een tirranieke leraar voorstelt, een ander trauma van Pink. Het is het voorspel op ‘Another Brick In The Wall part 2’, dat een gigantische hit werd. Waters laat er een koor van achtergestelde kinderen op aantreden, die een t-shirt met opschrift 'fear builds walls' dragen. Het idee om het nummer op een discoritme te bouwen kwam van Bob Ezrin en werd niet door iedereen goed onthaald. Waters vond het idee om een single uit te brengen aanvankelijk onzin, maar stemde ten slotte in toen hij de finale versie met kinderkoor hoorde. Dat het nummer en zijn anti-autoritaire boodschap overgenomen werd door stakende Zuid-Afrikaanse studenten was een grote overwinning voor Waters. Midden in het tijdperk van de punks wist hij met een afgeschreven mastodontgroep als Pink Floyd een rebels en politiek relevant statement te maken, gekoppeld aan commercieel succes.
 
En ook tijdens het optreden maakt Waters een politiek statement, door een akoestische coda toe te voegen aan het nummer: ‘The Ballad of Jean Charles de Mezenes’, naar de jonge Braziliaan die in 2005 neergeschoten werd in de Londense Tube omdat hij als een terrorist aanzien werd.
 
Eigenlijk is The Wall één groot politiek statement. Tegen oorlog. Een heel optreden lang zien we foto's van mensen die gewelddadig om het leven gekomen zijn. Waters roept op zijn website op om foto's en verhalen van dierbaren die gevallen zijn in een confict door te geven. Een statement tegen totalitarisme ook, want pinks metamorfose in een fascistische dictator en de symboliek die ermee gepaard gaat doen duidelijk denken aan het Derde Rijk.
 
Ondertussen zien we hoe medewerkers nieuwe stenen aanbrengen in de muur, die langzaam aan de muzikanten omringt. De muur wordt gebruikt om tal van projecties op af te vuren. ‘Mother’ zingt Roger Waters samen met zijn 30 jaar jongere alter ego, een video-opname die van Waters gemaakt werd tijdens de oorspronkelijke The Wall tournee met Pink Floyd in 1980. Tijdens ‘Goodbye Blue Sky’ worden we gebombardeerd met kruisen, hamers en sikkels, halve manen, joodse sterren en logo’s van shell en mercedes. In ‘Empty Spaces’ zien we de bekende beelden van de elkaar beminnende bloemen, die zich omvormen tot een liefdesspel van fallus en vulva tot het verschrikkelijke slangen worden die elkaar verscheuren.
 
Tijdens heerlijk paranoïde nummers als ‘One Of My Turns’, ‘Don’t Leave Me Now’ en ‘Another Brick in the Wall, part 3’ voltrekt zich de scheiding tussen Pink en zijn vrouw en wordt de muur steeds verder afgewerkt, om zich volledig te sluiten op ‘Goodbye Cruel World’, het symbolische moment waarop Pink zich helemaal in zijn eigen wereld terugtrekt.
 
Na een korte onderbreking begint de groep aan het tweede deel van de plaat. ‘Hey You’ biedt visueel weinig meer dan de afgewerkte muur. In de volgende nummers krijgen we glimpen van de muzikanten te zien door gaten in de muur, of staat Waters moederziel alleen aan de voet van de muur.
 
Tegen ‘In The Flesh’ is de metamorfose van Pink in een fascistische demagoog voltrokken. Waters staat in een lange leren jas zijn publiek te beoordelen en er de corrupte elementen uit te halen. De afbeeldingen van gekruiste hamers maken de totalitaire sfeer compleet. De vergelijking tussen een rockconcert en een totalitaire bijeenkomst gaat wederom terug op Waters' slechte ervaringen tijdens de 'In The Flesh'-tour. (De vergelijking zou later nog geperfectioneerd worden door Laibach, die dit aspect tot concept van hun groep zouden maken.)
 
De totalitaire sfeer blijft aanhouden terwijl de show naar zijn climax toe bouwt: ‘The Trial’, waarin de volledig losgeslagen Pink voor een gerecht gevoerd wordt en alle andere personages - de tirranieke leerkracht, de overbezorgde moeder, de vrouw van Pink - komen getuigen. Het verloop van het proces wordt aan de hand van tekenfilmanimatie afgebeeld. Uiteindelijk klinkt het verdict: de muur moet neergehaald worden, hetgeen ook gebeurt met de twaalf meter hoge muur op de weide. Eens de brokstukken over het hele podium uitgesmeerd liggen komt de groep naar voren om ‘Outside The Wall’ te spelen, de anticlimax waarin alles terugkeert naar een vreedzame situatie.
 
Deze show is fenomenaal, ter ere van een meesterwerk dat al meer dan dertig jaar overeind blijft staan, hoe vaak ook de symbolische muur in het centrum ervan gesloopt wordt. Het gewaagde concept, de hopen psychologische en historische verwijzingen, de geëngageerde geest... het zijn allemaal stukken in een werk dat ons oproept om alle muren te slopen, niet in het laatst de muren van angst waarin elk van ons opgesloten zit, de angst voor de ander, voor het andere... The Wall is een oproep voor begrip, humanisme en verbondenheid die hopelijk nog lang inspirerend zal werken.

Rome: Hate Us And See If We Mind

De naam van deze cd klinkt als een uitdaging. Een uitdaging waarop men het antwoord maar al te gemakkelijk kan raden. Een muzikale uitdaging ook, misschien bedoeld om de fans te tergen.
 
De vorige cd - ‘Hell Money’ - vonden we iets minder. En wij niet alleen, want zelfs de promotekst van Trisol merkt op dat sommigen nog steeds moeite hebben met die cd. Het zou kunnen dat een aantal mensen ook moeite zullen hebben met deze cd. Het is nog niet de volwaardige opvolger voor 'Hell Money', die moet nog komen. Evenmin is het een single die de volgende plaat moet aankondigen, want daarvoor is de speeltijd van bijna 50 minuten toch wat hoog gegrepen. Het is dus een iets tussenin geworden: een ep.
 
De eerste twee nummers zijn het meest verassend. Ze nemen elk een twintigtal minuten in. Geen folk zoals we van Rome gewoon zijn, maar industriële dark ambient waarin Reuter aan de hand van uiteenlopende samples - van industrieel gedreun tot klassieke muziek - beklemmende en repetitieve klankvelden opbouwt, die verschillende sequenties kennen en dus in één nummer behoorlijk variëren. Doch waar de meeste groepen in dit genre onderdrukte agressie vertolkten, voel ik hier meer gelatenheid en berusting. En hoe verbazend ook, ik hoor er echo’s in van Romes vroeger werk, onder meer van de meer industriële stukken van de ambitieuze trilogie ‘Die Æsthetik der Herrschaftsfreiheit’.
 
De tweede helft van de cd is dan de single die de volgende cd aankondigt. ‘Hate Us And See If We Mind’ en ‘The Fever Tree’ zijn melancholische folkliedjes van het soort waar Reuter een patent op heeft, en reken maar dat hij hier excelleert. Als dit een voorbode is van het nieuwe album, dan begin ik alvast te watertanden om het volledige werk te horen.
 
Rome lijkt zich werkelijk niets aan te trekken van diegenen die hem haten. Hij blijft gewoon verder zijn weg gaan, al is het langs kronkelende baantjes en met hindernissen bezaaide kasseiwegen. De verwachtingen aan zijn adres legt hij gemoedelijk naast zich neer. En hoewel het slechts een ep is, een tussendoortje in afwachting van volwaardig werk, toch is deze heel erg aan te raden.

Samsas Traum: Niemand, niemand anderem als dir

Wat een prachtuitgave! Deze cd-box in boekformaat is nochtans slechts een ‘aanvulling’ op het een paar maanden geleden verschenen ‘Asen'ka - ein Märchen für Kinder und solche, die es werden wollen’. Drie jaar had onze notoire neuroot Alexander Kaschte aan Asen’ka gewerkt, en het resultaat mocht er zijn. Een mijlpaal in de muzikale geschiedenis van Samsas Traum.
 
Nu brengt Kaschte apart een cd uit met neoklassieke bewerkingen van de nummers van Asen’ka. Aansluitend is er ook een kinderboek uitgegeven: ‘Asen’ka und die Worte der Wölfe’. Daarin worden de tekeningen van vrouwlief Anastasia Kaschte vergezeld van het verhaal, maar dan op kindermaat geschreven, met minder verwijzingen naar de dood. Dat Kaschte zijn gezin moet onderhouden zal er iets mee te maken hebben, maar deze keer is het geen schot naast de roos (zoals met ‘käfer.maden.wurmer.spinnen’, dat een absoluut nodeloze aanvulling was op het prachtige ‘Anleitung zum Todsein’).
 
Hoewel er veel gitaren aan te pas kwamen, was het duidelijk dat Asen’ka zeer orkestraal opgebouwd was, en ik had al een vermoeden dat de meeste nummers gebaseerd waren op pianostukken. Deze indruk wordt bevestigd op ‘Niemand, niemand anderem als dir’. De nummers blijven sterk overeind staan in hun neoklassieke en instrumentele versie. Gitaren komen er niet aan te pas, tenzij een beetje getokkel op een folkgitaar. Wel valt heel hard op dat alle orkestrale stukken op synthesizer zijn ingespeeld of geprogrammeerd, hetgeen de authenticiteit van de opnames wat schaadt.
 
De nummers hebben telkens een nieuwe titel gekregen. Zo heet ‘Von Sieg zu Sieg’ hier ‘Jetzt und hier und überall’, en ‘Heute noch’ werd vertaald naar ‘Morgen schon’. Zo vermeld ik meteen twee hoogtepunten van de cd. Soms voegt Kaschte nog zachte elektronische percussie toe, of pauken, zodat ook de ritmisch snellere nummers overeind blijven. Kleine strofen tekst vind je terug op ‘Die Schönheit des Lebens zur Ehre’, in het Russisch gezongen door Vic Anselmo, en op ‘Finde mich an allen Orten’ waar Kaschte wat aanvullende tekst voor geschreven heeft.
 
De bonus-cd is eigenlijk een soort single met vijf nummers. Drie ervan zijn uitvoeringen van ‘Niemand, niemand anderem als dir’. Eenmaal in het Duits met naast Kaschte Liv Kristine van Leave’s Eyes, eenmaal in het Zweeds door My Engström-Renman, en tenslotte in het Russisch door Vic Anselmo. Deze drie versies worden twee keer onderbroken door ‘Im Ursprung der Schatten’, een 15 minuten durende black-metal epos uit Asen’ka waarop Kaschte zich opnieuw laat bijstaan door respectievelijk Engström-Renman in het Zweeds en Anselmo in het Russisch.
 
En dan de verpakking. Die loont zoals gezegd de moeite en verklaart waarom deze cd zo prijzig is. In een mooie ingebonden harde hoes krijg je een korte biografie, de teksten van de nummers in de verschillende talen, de persfoto’s voor Asen’ka in mooie kleurendruk, een fotoreportage over hoe Anastasia Kaschte de tekening van twee meter lang en 40 centimeter hoog maakte die als artwork voor de cd diende, en nog wat foto’s met humoristische kanttekeningen van Kaschte.
 
‘Asen’ka’ was een meesterwerk en het is vanzelfsprekend dat men eerst het hoofdwerk koopt vooraleer men zich afgeleide producten aanschaft. Ik heb Asen’ka destijds maar een 9 gegeven, omdat ik me heb laten overtuigen dat dit de hoogste notatie was bij Dark Entries. Maar eigenlijk had het een 10 moeten zijn, en zou deze een 9 mogen krijgen. Als u de logica van mijn waanzin begrijpt, dan vat u ook waarom het uiteindelijk een 8 is geworden.