Laibach heeft op meer dan drie decennia quasi-mythische dimensies aangenomen. De groep nam van meet af aan - in het Joegoslavië van 1980 - een zeer confronterende houding aan. De naam alleen al! De Duitse benaming van de Sloveense hoofdstad Ljubljana deed velen terugdenken aan de verschrikkingen van de nazi-bezetting, of aan de imperialistische Oostenrijks-Hongaarse tijd.
Maar wat net de politieke dimensie van de aanpak van Laibach was, daar bestond veel verwarring over. En dat is net wat het uitermate boeiend maakt. Laibach trad naar voren als een groep die het gezag wou ondersteunen en versterken, die de teloorgang van de waarden van het communisme betreurde. Tegelijkertijd zwaaiden ze kwistig met fascistische symboliek, beelden van verderf en apocalyps, marxistische cultuurfilosofen en kunstzinnige verwijzingen.
Toen in 1987 een wedstrijd uitgeroepen werd om een affiche te vervaardigen voor de viering van de geboortedag van Tito, dingde de aan Laibach verwante groep Nieuw Collectivisme mee. De ingezonden poster toonde een trotse proletariër voor een Joegoslavische vlag met een vredesduif in zijn hand. De affiche werd tot winnaar uitgeroepen en afgedrukt op de cover van een tijdschrift.
Toen bereikte een bezorgd telefoontje de redactie… Hadden de verantwoordelijken niet opgemerkt dat de affiche identiek was aan een nazi-propaganda-affiche uit de jaren 30? Op de nieuwe poster waren de fascistische symbolen gewoon vervangen waren door communistische. De affiche werd onmiddellijk ingetrokken en er werd zelfs een proces aangespannen tegen de makers, dat al even snel vergeten werd.
Eigenlijk is het een wonder dat Laibach niet vaker in aanvaring is gekomen met de overheid. Natuurlijk werden een paar van hun vroege optredens verboden of onderbroken door de politie. En later werd - na een berucht televisie-interview waarin de groep zich gewillig liet opvoeren als gevaarlijke en decadente jongeren - hun naam verboden. Laibach kondigde hun optredens dan maar aan met affiches waarop het kruis van Malevitch prijkte, dat ze als symbool hadden uitgekozen en dat ook op hun armbanden te zien was.
Maar nooit was er sprake van om hen pakweg tot twee jaar werkkamp te veroordelen. Het kan alleen maar verklaard worden door de wil van Joegoslavië om zo vrij mogelijk over te komen, als een communistisch land dat onafhankelijk was van beide grootmachten en artistieke vrijheid hoog in het vaandel droeg.
Laibach deed zich voor als een groep ten dienste van de staat. Het bleek vergeefse moeite toen Joegoslavië in 1990 uit elkaar viel. Sommigen, en dan spreken we over de uitstekende Laibachwetenschapper Alexei Monroe, zullen zelfs beweren dat Laibach in deze periode een positieve rol gespeeld heeft. Omdat het onmogelijk was voor echte extremisten om Laibach in radicaliteit te overtreffen zou het bloedvergieten bij de Sloveense onafhankelijkheid beperkt gebleven zijn. Laibach mocht dan politiek agressief overkomen, er was geen boodschap, geen ideologie...
In de steek gelaten door de staat die ze wilden versterken, stichtten Laibach en hun bondgenoten in 1991 hun eigen staat: de NSK-staat. NSK – voluit: Neue Slowenische Kunst - was eigenlijk al in 1984 opgericht als een collectief van Sloveense kunstgroepen met identieke doelstellingen en een gemeenschappelijke filosofie. Laibach was de bekendste en muzikale poot van de beweging.
Het gebruik van het Duits in de benaming speelde weer in op de nooit geheelde wonden van de bezettingen onder de nazi’s en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, maar een toenmalige verklaring van NSK verwees naar de analogie met het bevrijdingsfront, het gezamenlijk front van antifascistische krachten in de Tweede Wereldoorlog. ‘Door het gebruik van de Duitse taal in de naam NSK heffen we de schulden die beide talen met zich brengen op’, vervolgde de tekst.
Toen Joegoslavië wegzonk in bloedige etnische conflicten werd NSK dus een onafhankelijke staat. Een staat zonder territorium en zonder grenzen. Iedereen kon op eenvoudig verzoek burger worden, en kreeg daarvoor een paspoort. Kunstenaars die onophoudelijk van nationalisme beschuldigd werden, stonden uiteindelijk aan de wieg van een wereldwijde virtuele staat waarin etnische afkomst van geen tel was.
De val van het communisme en de wereldwijde zege van het kapitalisme werden in 1992 door Laibach verwelkomd met de uiterst pessimistische en complexe cd ‘Kapital’, waarin economische voorspoedberichten in een propagandistisch kleedje gestoken werden. Daar kon je dan weer naar hartelust analogieën met andere ideologieën in zien.
In 1994 komt ‘NATO’ uit, een veel toegankelijkere verzameling covers - of ‘nieuwe originelen’, volgens de terminologie van Laibach - rond het thema oorlog. De cd werd opgedragen aan het conflict in Bosnië-Herzegovina. Laibach ging zelfs tweemaal optreden in het belegerde Sarajevo, waarmee ze hun belofte om NATO naar de stad te brengen waarmaakten. Het eerste concert vond plaats op de laatste dag van de oorlog, het tweede begon een paar uur nadat het vredesverdrag van Dayton getekend werd. Een paar dagen later landden echte NAVO-troepen in de stad.
In de tweede helft van de jaren 90 bracht Laibach ‘Jesus Christ Superstar’ voort, een conceptalbum over religie. Het is echter wachten tot 2003 vooraleer Laibach nog eens een baanbrekende cd uitbrengt. ‘WAT’ balt alles wat Laibach grootgemaakt heeft samen en spuwt het hard in je gezicht uit: harde beats, bombastische orkestraties, zware zang en hopen politieke verwijzingen. Conceptueel ademt het een koude oorlogssfeer uit, al vind je er occasioneel ook verwijzingen naar de oorlog tegen de terreur. (WAT staat officieel voor ‘We Are Time’, maar dat had evengoed ‘War Against Terror’ kunnen zijn.)
Het is een uitstekend beginpunt voor het concert van maandag. ‘B Mashina’ van WAT is een nieuw origineel van de minder bekende Sloveense groep Siddharta dat uitgekozen werd omwille van zijn apocalytische en dus Laibachiaanse boodschap. Het al even apocalyptische ‘Final Countdown’ - afkomstig van ‘NATO’ - blaast het hek van de dam. Het popnummer werd destijds overgoten door prachtig en bombastisch koorgezang. De groep noemde het ‘Wagneriaanse disco’, een geniale woordspeling die opnieuw duidelijk maakt hoe Laibach onverzoenbare extremen met succes samenbrengt.
Het werd hoog tijd dat Laibach ons land eens aandeed met een compilatie van hun grootste hits. Op de optredens van de afgelopen jaren kwamen enkel hun laatste cd’s aan bod (Le Botanique, 2007 of Gent, 2009) of aangevuld met herwerkingen van obscure nummers uit de begindagen (BIMfest 2010). Deze keer mochten ook de bekendste liederen van stal.
Zanger Milan Fras laat zich omringen door muzikanten waarvan je je kan afvragen of ze de luiers al ontgroeid waren toen Laibach industrieel geweld op de wereld begon af te vuren. Een glansrol is daarbij weggelegd voor Mina Špiler, die het oog en het oor gunt wat ze willen. Ze zingt mee op ‘America’, dat deel uitmaakte van verschillende herwerkte versies van volksliederen op ‘Volk’ uit 2006, en op ‘Under the Iron Sky’, een wat melig nummer uit de gloednieuwe soundtrack van de film ‘Iron Sky’.
Het script van 'Iron Sky' lijkt wel op het lijf geschreven van Laibach. Het vertelt hoe nazi’s naar de verborgen kant van de maan gevlucht waren aan het eind van de tweede wereldoorlog en zich voorbereidden om in een nabije toekomst terug te keren om de wereld te heroveren. ‘We komen in vrede’ is de slogan van zowel de film als van deze tournee.
Dan duiken we eventjes terug tot de zeer duistere nummers uit de beginjaren van Laibach, die voor de gelegenheid zwaar herwerkt werden. Zo hoor je op op ‘Smrt za Smrt’ naast pure noise ook avantgarde piano. ‘Brat Moj’ en ‘Ti, Ki Izzivas’ zijn beiden ontoegankelijke en ingewikkelde composities van brutale geluiden. En op een veel rustigere en mooie versie van ‘Die Liebe’ mag Špiler nog eens de show stelen.
Het volgende hoofdstuk uit het optreden wordt zowaar aan Bob Dylan besteedt. ‘Leben - Tod’ werd uitgebracht op één van de populairste cd’s van Laibach: ‘Opus Dei’. De slagzin ‘er is een leven voor de dood’ is een leuke algemeenheid die de draak steekt met Dylan. Met ‘See That My Grave Is Kept Clean’ begin je te denken dat Laibach fans zijn, zij die Dylan ooit omschreven als een ‘narcistische verchristelijkte egoïst van joodse afkomst, die eigenlijk niet kan zingen of spelen, die hopen slechte of onbeluisterbare platen opnam, een paar derderangsfilms regisseerde, zijn materiaal uit traditie haalde of elders stal’.
Deze indruk wordt bevestigd door de cover van ‘Ballad Of A Thin Man’, dat de groep opnam voor een hommage naar aanleiding van Dylans zeventigste verjaardag. Bij deze hommage paste ook het citaat van hierboven, dat we hierbij even vervolledigen: ‘Zonder hem en zijn legioenen aan fanatieke volgelingen, die hem tot messias en redder uitriepen, zou de laatste halve eeuw beduidend gedachtelozer en inhoudlozer zijn geweest in creatief en poëtisch opzicht. Daarom zijn wij, Laibach, vereerd dat we in dit project op onze eigen wijze voor hem kunnen neerbuigen. En we buigen ons heus niet zo vaak.’
Dan zijn de Beatles aan de beurt. Mina Špiler mag bijna op haar eentje de prachtige versie van ‘Across The Universe’ uitvoeren die Laibach opnam op hun (quasi-)integrale bewerking van ‘Let it be’ uit 1988. ‘Alle Gegen Alle’ is meer dan een nieuw origineel. Het is een ware hulde aan DAF, een groep die Laibach erg beïnvloed heeft. Špiler blijft onze aandacht stelen op ‘Du bist unser’.
‘Warme Lederhaut’ is een nieuwe versie van Warm Leatherette. Het oorspronkelijke nummer van The Normal was de allereerste uitgave van Mute Records, de platenmaatschappij die Laibach hielp om de wereld te veroveren en nu ook een nieuwe compilatie van de groep uitbrengt: ‘Reproduction Prohibited. An introduction to… Laibach’. ‘Love On The Beat’ is een nummer dat we in zijn originele versie al slecht vonden, maar dat wellicht ook bedoeld is als een eerbetoon aan een andere narcist van joodse afkomt. Gelukkig wordt de set afgesloten met ‘Tanz Mit Laibach’, een klepper van een nummer dat in een paar strofes de essentie van het filosofisch en kunstzinnig concept van Laibach weet te vatten.
De groep zal nog terugkomen voor twee andere essentiële klassiekers. ‘Leben heisst Leben’ is een hilarisch nieuw origineel uit Laibachs magnum opus: ‘Opus Dei’. Al kregen we maandag een heel nieuwe uitvoering voorgeschoteld, met stukken avantgardistische piano en de schitterendende Špiler in een hoofdrol.
Afsluiten doet Laibach met ‘Geburt einer Nation’, een cover van Queens hit ‘One Vision’. Oorspronkelijk moest dit door de Live Aid-concerten geïnspireerde nummer broederschap, kosmopolitisme en verdraagzaamheid uitstralen. Laibach demonstreerde dat je mits wijziging van de context, de taal en de begeleiding het totaal tegenovergestelde kunt bewerkstelligen. Het Duitse gerecht onderzocht naar aanleiding van het nummer of Laibach een nazi-boodschap wou uitdragen, maar dat mondde uiteraard op niets uit. Milan Fras sloot het nummer af met een welgemeend en donderend ‘jawohl’.
En zoals we gekomen waren, zo gingen we ook heen. In vrede.