dinsdag, december 31, 2013

Djinn: 1978

Het is maar een klein toeval uit de geschiedenis. Vintras, het brein achter het dark-ambient-project Djinn, werd geboren op 18 november 1978. Op dezelfde dag vond de grootste massazelfmoord uit de geschiedenis plaats in Jonestown in Guyana. En uit die gebeurtenis haalt Vintras inspiratie voor zijn nieuwe cd, eenvoudigweg 1978 genaamd.

Jim Jones was oorspronkelijk een sociaal bewogen man, lid van de Communistische Partij van de Verenigde Staten. Hij besliste om als marxist de methodologische kerk van zijn gemeenschap te infiltreren. In 1952 werd hij student pastor in de Sommerset Southside Methodist Church in Indianapolis, maar hij verliet die kerk omdat deze hem niet toeliet om Afro-Amerikanen in de werking te integreren. Jones startte zijn eigen kerk op, die hij People’s Temple Full Gospel Church noemde.

De kerk viel op door de nadruk op raciale integratie en de armenzorg. Door een mix van religieuze praktijken en doorgedreven socialistisch egalitarisme wist ze steeds meer aanhangers te verwerven, in het bijzonder in de armste lagen van de bevolking. Tegelijkertijd begon de Temple steeds meer sekteallures te krijgen, eiste het steeds meer devotie van haar leden en verhief Jones zich tot een nieuwe profeet.

Toen een groep van acht sekteleden in 1973 ontsnapte, dreigde Jones ermee om massaal zelfmoord te plegen, argumenterende dat nu nog geen werkelijk socialistische groep tot stand kon komen op aarde. Jones - van wie het gedachtengoed steeds explicieter communistisch werd en heel kritisch ten aanzien van christendom en religie - noemde de afvalligen ‘trotskistische verraders’ en ‘coca cola revolutionairen’. In de jaren die volgden voerde de sekte verschillende keer massazelfmoordrituelen uit, zonder effectief tot de daad over te gaan.

Na een visioen van een nucleaire holocaust in Californië wou Jones de sekte herlokaliseren. In 1962 ondernam hij een trip naar Brazilië, omwille van geruchten dat dit een van de veiligste plaatsen zou zijn bij een nucleaire oorlog. Uiteindelijk werd in 1974 een domein in Guyana gekocht en omgedoopt tot ‘People’s Temple Agricultural Project’, oftewel ‘Jonestown’.

Kritische artikels van journalisten in de Verenigde Staten, onder andere over seksueel misbruik in de sekte, zetten Jones aan om zijn volgelingen op te roepen om massaal naar Guyana te verhuizen. Binnen de kortste keren barstte de stad uit haar voegen. Er kwamen bijna 1000 aanhangers van Jones naartoe.

Het leven is Jonestown was hard. Er moest gebouwd worden en er waren talrijke informatieve sessies over onderdrukking in het kapitalisme. Jones was erg paranoïde geworden over een mogelijke samenzwering tegen de People’s Temple, en hield ‘witte nachten’ waarin iedereen zich moest bewapenen en er soms massazelfmoordoefeningen werden gehouden.

Alles kwam in een stroomversnelling toen democratisch congreslid Leo Ryan, op basis van een aantal getuigenissen van ex-leden van de Temple, een bezoek bracht aan Jonestown. Op het eerste zicht kreeg hij een - zorgvuldig voorbereid - beeld van Jonestown als een sympathieke gemeenschap waarin iedereen gelukkig was. Doch een aantal tempelleden probeerden Ryan te benaderen met de boodschap dat ze wegwilden.

Ryan kan met een aantal sekteleden de nederzetting verlaten naar het dichtstbijzijnde vliegveld. Daar ontstaat echter een vuurgevecht met aanhangers van de Temple. 5 mensen vonden de dood, waaronder het congreslid en drie journalisten. 18 anderen werden gewond.

In de vrees voor een tegenaanval riep Jones zijn aanhangers op om een ‘revolutionaire zelfmoord’ te plegen. Er ontstond een lang gesprek tussen voor- en tegenstanders van de zelfmoord, maar uiteindelijk bleek de meerderheid te vinden om een mengsel van fruitsap en cyanide te drinken en zo een eind aan hun leven te maken. Wie weigerde, werd gedwongen om te drinken of neergeschoten. In totaal vonden 918 mensen de dood, waaronder 276 kinderen. Jones zelf stierf van een schot in zijn hoofd. Het was de grootste massazelfmoord uit de geschiedenis.

Verwijzingen naar de massazelfmoord van Jonestown ben ik al vaker tegengekomen op dark ambient cd’s, onder andere bij Normotone en Spiritual Front. Ook bij Djinn krijgen we een staaltje van meest duistere en kille muziek, opgebouwd uit trage tonen doorweven met samples. Die samples kan ik helemaal niet thuisbrengen. Ze gaan van gesprekken tot religieuze gezangen, maar ik zie geen link met het thema.

Eigenlijk is dit voor de cd in het algemeen het geval. Dit werk is niet bedoeld om een groter inzicht te geven in de gebeurtenissen in Jonestown. Op geen enkele manier begrijp je waarom mensen ooit aansloten bij de People’s Temple. Daarvoor kan je best eens luisteren naar de gospel-cd ‘He’s Able’ van de sekte, waarvan Death In June ooit verschillende nummers herwerkt heeft voor de plaat ‘But What Ends When The Symbol Shatters…’ Beslist de meest originele aanpak van de materie rond Jim Jones.

Wat wel de bedoeling is? 50 minuten nachtmerrieachtige soundscapes, die je de donkerste zijde van de mensheid laten ontdekken. Deze ‘1978’ is vooral bedoeld voor mensen die de kerst- en nieuwjaarperiode in eenzame afzondering willen doorbrengen, met een soundtrack die hen bevestigt wat een ongelooflijk zootje de wereld toch wel is.


TSIDMZ: Ungern Von Sternberg Khan

Een tijdje geleden vroeg ik de laatste cd aan van TSIDMZ, of voluit Thulesehnsucht In Der Machinezeit, bij het Italiaanse Old Europa Cafe. Ik voelde me aangetrokken door de titel en de hoes. Die gaven duidelijk aan dat het hier om concept-cd rond een historische figuur ging: Baron Ungern Von Sternberg Khan. Ik bespreek graag cd’s met historische onderwerpen, omdat ik zo mijn fascinatie voor muziek kan combineren met mijn grote interesse voor geschiedenis.

Maar ik had misschien beter moeten weten. Eén van de eerste dingen die mij opviel toen ik het werk in handen kreeg, was de afbeelding van de zwarte zon op de cd. Inderdaad, dezelfde zwarte zon waarvan SS-baas Himmler een symbool gemaakt had in zijn esoterische theorieën en die hij in de Wewelsburg had laten inbouwen. Een symbool dat ook regelmatig gebruikt wordt door neonazi’s (en ook in de symboliek van Death in June terugkomt).

Ik had me ook beter moeten informeren over de figuur van Ungern Von Sternberg Khan. Hij wordt in de uitleg bij de cd geprezen om ‘zijn strijd tegen de wereld die uit de Franse Revolutie geboren werd en voor zijn poging om een traditionele orde op te zetten in het gehele Eurazië’. Hiermee is de kern gezegd. TSIDMZ is namelijk deel van de Euraziatische beweging, een beweging die wil teruggaan naar een traditionele orde in Europa en Azië, die ze van Dublin tot Vladivostok wil verenigen. Dit om een tegengewicht te vormen voor het westers liberalisme en universalisme. Een duidelijk extreemrechts project, zo hoop ik u duidelijk te maken.

Baron Ungern Van Sternberg Khan was een Russisch officier ten tijde van de Russische Revolutie. Hij moest niets hebben van de revolutionaire ideeën en richtte de Aziatische Cavalerie Divisie op waarmee hij aan de kant van de witte legers tegen de bolsjewieken vocht. Hij bleef bovendien verder vechten als belangrijke witte leiders als Aleksandr Koltsjak en Anton Denikin de strijd moesten opgeven. Ungern-Sternberg vocht in het oostelijk deel van het land en kreeg naar eigen zeggen een openbaring waarna hij zich als een incarnatie van de Boeddha zag die het Mongoolse Rijk van Dzjengis Khan moest herstellen.

Zijn uiterst gewelddadige en soms onberekenbare aanpak leverden hem de bijnaam 'de dolle baron’ op. Hij beschouwde de monarchie als de enige staatsvorm die de westerse beschaving kon redden van decadentie en corruptie, en wou via een machtsgreep in Mongolië de volledige Aziatische regio veroveren, waarna Siberië, Rusland en uiteindelijk Europa zouden volgen.

De Italiaanse fascistische filosoof Julius Evola sprak lovend over Ungern-Sternberg: ‘Het lijkt dat hij de idee koesterde om een groot Aziatisch rijk op te richten, gebaseerd op een transcendent en traditioneel idee, om niet enkel tegen het bolsjewisme te vechten, maar ook tegen de hele moderne materialistische beschaving, waarvan het bolsjewisme voor hem de meest extreme uiting was.’

Het is duidelijk waarom TSIDMZ Ungern-Sternberg verheerlijkt in het kader van zijn Euraziatische idealen. Op het eerste nummer van de cd - ‘The Fourth Political Theory’ - komt ook Alexander Doegin aan bod, de Russische hoofdideoloog van de Euraziatische beweging. Doegin kwam op de voorgrond bij de val van het communisme en stond in 1992 mee aan de wieg van de Nationaal-Bolsjewistische Partij in Rusland, samen met de schrijver Eduard Limonov en de muzikant Sergej Kuriokhin (bekend van onder andere Akvarium, Pop-Mekhanika en zijn solowerk).

Hoewel de nationaal-bolsjewieken al niet kunnen vrijgesproken worden van een zeker extremisme - hun ideologie is een mix van Groot-Russische nationalisme en antikapitalisme - bleek Doegin hen te gematigd te vinden. Al snel richt hij de het Nationaal Bolsjewistisch Front op, een extreemrechtse afsplitsing van de partij. Sindsdien wordt hij door zijn voormalige medestanders als ‘fascist’ bestempelt. Een omschrijving die hem wel past. In een artikel uit 1992 liet hij verstaan dat de excessen van het fascisme exclusief toe te vertrouwen zijn aan de Duitsers, terwijl het Russisch fascisme ‘een combinatie is van natuurlijk nationaal conservatisme met een passioneel verlangen voor echte veranderingen.’

Doegin ontwikkelde later de ‘vierde politieke theorie’, die voorhoudt om het beste te verzamelen uit de drie vorige theorieën: het communisme, het fascisme en het liberalisme. Het fascisme - waar hij zoals gezegd het meeste affiniteit mee heeft - en het communisme beschouwt hij als twee achterhaalde theorieën. De grootste bedreiging vormt voor hem het liberalisme en haar aanspraak op universalisme. Alles is goed om de dominantie van deze ideologie te bestrijden.

Doegin wil wereldwijd allianties oprichten tegen het westers liberalisme en kijkt daarbij niet te nauw. Zelfs moslimextremisten zijn voor hem een bondgenoot, al beschuldigt hij hen er ook van een vorm van universalisme na te streven. Als alternatief stelt hij voor dat iedere natie zich terug keert naar haar nationale traditie. In het geval van Rusland, dat terug de dominatie over de postsovjetische wereld moet verwerven, is dat het orthodox geloof.

Het baat niet om Doegin als een geïsoleerde extremist af te schilderen. Zijn ideeën hebben aanhang in Rusland en hij blijkt gehoor te krijgen tot in het Kremlin. Poetin heeft regelmatig contact met hem en heeft zich omringd met sommige van zijn getrouwen. De oorlog in Georgië en de huidige Russische houding ten aanzien van Oekraïne zijn in lijn met de ideeën van Doegin, net als het binnenlands beleid van repressie tegenover homoseksuelen en internationaal gesteunde ngo’s.

Het tweede nummer op de cd, ‘Beasts, Men and Gods’, is ook de titel van een boek van Ferdinand Ossendowski over baron Ungern-Sternberg. Het is een zuiver neofolklied dat TSIDMZ samen met Strydwolf ten beste brengt. ‘Palestina (Al Maut Li Israel)’ is gebaseerd op de Hezbollah-leuze ‘dood aan Israël’. Dat TSIDMZ geen sympathie heeft voor Israël was al duidelijk van slogans als ‘intifada’ en ‘free Palestine’ aan het begin van de cd.

Een andere speech op de cd komt van Claudio Mutti, die niemand minder is dan de vader van de artiest. Hij is een extreemrechts Italiaans denker die onder meer een publicatie van de antisemitische Protocollen van de wijzen van Zion op zijn naam heeft staan. Hij heeft zich tot de islam bekeerd en heeft zichzelf ooit als ‘nazi-maoïst’ omschreven. Een duidelijk voorbeeld van hoe verschillende bewegingen uit extreemrechts, extreemlinks en de extreme islam elkaar vinden in hun haat tegen de Verenigde Staten en Israël.

Er doen nog andere gasten mee. Om de muzikale verscheidenheid op zijn cd te bevorderen maakt TSIDMZ gebruik van gastprestaties van andere projecten, zoals de andere belangrijke Euraziatische groep Barbarossa Umtrunk, Front Sonore, Suverana, Foresta Di Ferro… Interessant zijn de vele oosterse verwijzingen van viool en keelzang tot boeddhistische citaten. Muzikaal krijg je best wat variatie voorgeschoteld, van duistere en meeslepende dark-ambient tot klassieke neofolk.

Hoewel fascinerend en interessant - deze cd heeft me aangezet om me te verdiepen in de Euraziatische beweging, een ideologische stroming waar ik voordien niet van gehoord had - valt deze cd ondubbelzinnig als extreemrechts te catalogiseren. En daar kan ik me onmogelijk mee vereenzelvigen. Vandaar dat ik minder aandacht schenk aan de zuiver muzikale aspecten (ik geef deze cd zelfs geen score) en meer aan de ideologische achtergronden van het project. Ik zal me zeker verder informeren over deze beweging, en nodig u, de lezer, uit om dat ook te doen met dezelfde kritische geest.