zaterdag, juni 04, 2005

Verletzter Seele letzter Schmerz – Lacrimosa live

Het zwart volk was gisteren weer samengedromd in Gent om één van de interessantste gothic-groepen van het post-jaren-80 tijdperk aan het werk te zien. Lacrimosa was begin jaren ’90 - samen met Das Ich, Goethes Erben en een verscheidenheid aan mindere goden - één van de opkomende groepen die de zwarte scene een nieuw leven trachtten in te blazen. Aanvankelijk was het een éénmansproject van Tilo Wolff, die helemaal op zijn alleen het debuutalbum Angst opnam. Het zelfverklaarde doel was om een vervolg te schrijven op mozarts requiem, waaruit ook de naam lacrimosa komt. Een veel te hooggegrepen ideaal, maar het geeft wel aan hoe groot de ambities van de jonge Tilo wel niet waren. Verder is Angst, zoals de naam suggereert, een plaat die handelt over neuroses, isolatie, pijn en angst. De minder aangename kanten van het leven dus, en het valt eraan te horen dat Tilo Wolff er ook echt mee worstelt.

De tweede plaat van Lacrimosa, Einsamkeit, handelt over dezelfde thema's. Voor deze plaat doet hij een beroep op een aantal gastmuzikanten, hetgeen de plaat gevarieerder en muzikaler maakt. Maar het echte meesterwerk uit de beginperiode is Satura, dat op dezelfde lijn doorborduurt maar de tot dan toe sterkste composities bevat; composities die getuigen van de zoektocht naar muzikale perfectie van Tilo Wolff. De drie eerste platen – en ook de tussendoor uitgebrachte mini-cd Alles Luege – leveren Lacrimosa een cultreputatie op en vormen het eerste hoofdstuk uit hun werk. Het zijn stuk voor stuk platen om je polsen bij over te snijden, maar ze blijven populair bij menig liefhebber van het zwarte genre, ook bij diegenen die het latere werk van Lacrimosa verafschuwen.

Want Tilo Wolff besluit na die platen om het over een andere boeg te gooien. Hij stelt vast dat de gothic-scene aan het stageneren is, en wilt het genre nieuw leven inblazen door een nieuwe muziekstijl te creëren. Hij keert zich naar de klassieke muziek en naar de metal, en zal de twee combineren tot een eigen muzikale wereld. Hij betrekt ook Anne Nurmi bij zijn project, die eerder toetsen speelde bij de ondertussen terecht vergeten Two Witches. Sindsdien is Lacrimosa een duo. Of de twee ook privé een koppel vormen wensen ze niet te bevestigen. Compositorisch gezien zit de nieuwe Lacrimosa heel sterk in elkaar. Tilo Wolff slaagt erin lang uitgerekte nummers te maken met een maximum aan variatie, het ene moment ingetogen en met de nadruk op klassieke orkestraties, het andere moment met zware gitaren en ronkende drums, en vaak met een combinatie van beiden. Ondanks het feit dat een aantal fans van het eerste uur zich ervan afkeren, blijft Lacrimosa vandaag de dag één van de weinige gothic-groepen die een breed publiek kunnen aanspreken.

Het is ook rond deze periode dat Lacrimosa live begint op te treden. Bij de eerste platen voelde Tilo Wolff zich niet klaar om op het podium te stappen, al had hij na Satura toch een korte tournee ingelast. De nieuwe koers leende zich meer tot live-voorstellingen. Lacrimosa toerde extensief na Inferno en Stille, en brengt dan een uitstekende live-dubbelaar uit. De nadruk ligt daarbij op rockgerichte nummers. De orkestrale stukken van een kwartier, die op elke Lacrimosa-cd voorkomen, worden om begrijpelijke redenen achterwege gelaten. Oudere nummers die zich ertoe lenen, worden in een nieuw kleedje met meer gitaar gestopt. Maar het is slechts met Elodia dat de nieuwe stijl van Lacrimosa volledig tot volwassenheid komt. Dat Tilo Wolff en Anne Nurmi daar misschien ook zo over denken meen ik af te leiden uit het hoog aantal nummers dat ze gisteren uit die plaat hebben gespeeld. Enkel de laatste en erg geslaagde cd Lichtgestallt werd meer gespeeld.

Deze tournee had dan ook tot doel om de laatste cd voor te stellen, maar werd eveneens aangekondigd als ‘het beste van de afgelopen 15 jaar’. En Lacrimosa heeft in die tijdspanne heel wat goede dingen gemaakt. Bombastisch en pathetisch, misschien, maar met stijl en muzikale perfectie afgeleverd. De reeds lang meegaande intro werd meteen opgevolgd door Kelch der Liebe, dat goed aangeeft waar Lacrimosa vandaag staat. ‘De hele plaat gaat over de liefde, alleen wilde ik geen liefdesliedjes schrijven in de zin van ‘I love you’’, zei Tilo Wolff over zijn nieuw werk. Daarbij wordt vooral gefocust op de pijn van het afscheid en het leven zonder elkaar.

Und wer fragt nach mir und wer wilt mich hören?
Und wer sicht mir an und wer spricht zu mir?

Und Ich – ich will nicht leben ohne Ziel!
Ein Leben ohne Liebe ist kein Leben!
Ich brauch kein Leben!
Ich brauch nur Dich!
Deiner Körper –
Deine Seele –
Und dein Herz!

Uiteraard is dit tot het alleruiterste gedreven Romantiek. Ook ik kan niet nalaten te denken dat het er vaak ver over is. Maar Tilo Wolff meent het, en hij weet het uitstekend op muziek te zetten. En naarmate het optreden vordert leeft men zich steeds verder in in de toch wel bijzondere wereld van Lacrimosa.

Het geluid valt in het begin nogal tegen - teveel gitaar en te weinig stem -, maar klaart gelukkig snel op. Het eerste hoogtepunt is Alles Luege, al jaren een live-klassieker. Oudere nummers als Tränen der Sehnsucht en Seele in Not hebben nieuwe live-arrangementen gekregen die sterker aansluiten bij de originele studioversies. Van elke plaat worden de sterkste nummers gespeeld, en het blijken er ondertussen al heel wat te zijn. Enkel de vocale capaciteiten van Anne Nurmi blijven mij wat teleurstellen. Op de setlist viel daarentegen weinig aan te merken. Ruim anderhalf uur blijft Lacrimosa oude en nieuwe nummers afwisselen, en de hoogtepunten volgen elkaar op. Het optreden sluit af met het prachtige ‘Stolzes Herz’. Tegen dan had Lacrimosa het publiek helemaal veroverd.

De zaal vroeg uiteraard om meer, en kreeg dat. Ich bin der brennende Komet kon natuurlijk niet ontbreken, en op Ich verlasse heut dein Herz wuift Tilo Wolff met de nodige zin voor drama naar het publiek en verlaat hij het podium, terwijl de groep nog een instrumentale apotheose speelt. Anne en Tilo zullen echter nog eens terugkeren, en dan gebeurt hetgeen waar ik elk optreden heimelijk op gehoopt heb, maar tot nu toe nooit gebeurd is. Opkomende cello’s, een paar noten piano… en daar begint de geniale piano-intro van Das Schweichen. Ik was er tot op heden van uitgegaan dat het nummer gewoon niet gepast was om live te brengen, maar deze versie bewijst het tegendeel. Enkel piano en wat strijkers! Het is onbegrijpelijk dat dit nummer zo lang in de koelkast is blijven steken. Dit was zeker en vast het beste van de afgelopen 15 jaar.

Ekel, der die Welt ergreift
Hass der durch die Herzen fliesst
Verderben das durch die Reihen zieht
Des Menschen edle Reihen
In denen Gleiches nur zu Gleichen steht
Dazwischen eine Kluft sich schlägt
Und Rassen wie Geschlechter trennt
Oh Ekel, der sich der Welt bekennt

Kein Mensch hat es gesehen
Kein Mensch hat es gehört
Kein Mensch wird etwas sagen
Und kein Mensch wird danach fragen
Die ganze Strasse riecht nach Blut
Doch es ist nichts geschehen

Diese Hände zum Beten gefalltet
Diese Hände zum Töten bereit
Diese Hände beten um den Frieden
Diese Hände werden sie in Fesseln legen
Dieser Mund bittet um Gnade
Dieser Mund spricht von Schuld

Dieser Mensch zerbricht und stirbt
Dieser Mensch wird leben
Diese Augen haben es gesehen
Doch diese Augen schliessen sich

Und ungehindert fliesst das Blut
Und das Schweigen wird unerträglich laut

Geen opmerkingen: