vrijdag, december 30, 2011

Nieuw meesterwerk van Akvarium: Archangelsk

Het is altijd uitkijken naar een nieuwe cd van Akvarium, zeker sinds de groep in 2006 het prachtige Wilde Russische Vagebond uitbracht. Deze plaat kondigde een ware verrijzenis aan. Wit Paard uit 2009 was eveneens uitstekend, en met deze Archangelsk is het niet anders.

Openingsnummer 'Terug Naar Archangelsk' is meteen een terugblik op de geschiedenis van Akvarium, naar een periode in het begin van het millennium die we vriendelijk ‘de zoekende jaren’ zullen noemen – jaren van experimenteerdrift met elektronica. Of misschien verwijst het zelfs naar de klassieke rockperiode van de groep begin jaren 80. Akvarium gaf toen een optreden in de stad Archangelsk dat behoorlijk wat stof deed opwaaien en resulteerde in een maandenlang optredenverbod in de befaamde Leningrad Rock Club, het toenmalige epicentrum van de Russische rock.

'Rode Rivier' houdt het bij alternatieve rock. Alhoewel, midden in het nummer duiken de eerste Ierse invloeden op. En de Ierse pijler in de groep is aanzienlijk versterkt. Niet in het minst door fluitvirtuoos Brian Finnegan, een aanwinst uit Aquarium International, een 19-koppig orkest van vermaarde muzikanten uit gans de wereld waarmee Akvarium-frontman Boris Grebenshikov in 2008 verschillende optredens deed. (U vindt hier de link naar het concert van dit fenomenaal ensemble in the Royal Albert Hall.) Drummer Liam Bradley is een Ier die ervaring opgedaan heeft bij Van Morrison en er spelen nog een resem Ierse gastmuzikanten mee.

'Over Het Klaverveld' is een geluidscollage van gitarist Igor Timoef die weinig opmerkelijks heeft, zij het dat Kenneth – What’s The Frequency – Schaffer er wat morsecodes voor aanlevert. De man geniet buiten de verwijzing van REM bekendheid als expert in radiogolven en uitvinder van de eerste draadloze microfoons en van satellietverbindingen tussen de V.S. en Rusland. Onder Akvariumfans heeft hij een bedenkelijke reputatie omdat hij Grebenshikov in volle perestrojka wist te overhalen om het solo te wagen in het Engels.

Die solocarrière draaide rampzalig uit en vormde ook de doodsteek voor de heel populaire Akvarium uit de jaren 80. Achteraf beschouwd kunnen we dit ook als een zegen beschouwen, want zonder dit fiasco hadden we misschien geen recht gehad op de ‘nieuwe Akvarium’, de groep die in de jaren 90 prachtplaten afleverde als het Russisch Album, Kostroma Mon Amour of Navigator.

De parade trekt weer op met 'De Mars Van De Heilige Koeien'. Het nummer grossiert in Ierse invloeden, maar dan wel van een buitengewoon vrolijke soort. De tijd waarin Grebenshikov vol weemoed zong over droge wodka, vergezeld van brood met tranen is voorbij. Nu krijgen we wodka martini met vliegende runderen. Schenk nog maar eens in, en goed!

'Kapitein Bellerofon' haalt de blazers boven voor een nummer dat meer effect heeft dan alle verzamelde antidepressiva. Het leven is eenvoudig en mooi, en het doet er weinig toe wie de geheimzinnige kapitein wel is. ‘Aan de buitenkant zie ik eruit als een steen, maar inwendig ben ik een vuurspuwer.’

Nog meer raadselachtige personages, maar dan in een trager tempo met een ode aan de 'Geheimzinnige Uzbeek'. Wat hij komt doen is niet duidelijk – de vergeten pincode terugbrengen? – maar het is weer een buitengewoon meeslepende ballade, van het soort waar Grebenshikov een patent op lijkt te hebben.

'Het Vuur Van Babylon' moet ons eraan herinneren dat Akvarium de eerste Russische groep was die zich ooit aan reggae waagde, en is een verwijzing naar het legendarische nummer Babylon uit 1981. Ik hou niet van reggae. Ik haat het. Maar hier ben ik werkelijk verzot op. De blazers gaan eraan toe dat het een lieve lust is en de melodie zit ongelooflijk ingenieus in elkaar.

'De Regenkleurige Hemel' had niet misstaan op het Russische Album of op Kostroma Mon Amour, met zijn zachte gitaren en fluiten in typische Akvarium-stijl.

Grebenshikov heeft er altijd een punt van gemaakt om zijn platen grandioos af te sluiten. 'Eentje Voor Onderweg' is een melig en melancholisch nummer in die traditie. Het nummer opent met exotische klanken, maar verzinkt met een zacht accordeondeuntje in een rokerig café (waar zijn ze gebleven) waarin iemand al veel te veel gedronken heeft en er toch niet genoeg van krijgt. Het is tijd om naar huis te gaan, maar daar nemen we onze tijd voor. Meer dan 7 minuten en half, en van mij mocht het nog veel langer aanslepen. Kom, nog eentje.

Met Archangelsk bewijst Grebenshikov nogmaals dat je als oude zak nog steeds relevant kan zijn. Je kan misschien denken dat 9 nummers wat weinig is voor een groep die steeds zo productief geweest is, maar Grebenshikov stond er op om uiterst selectief te werk te gaan en heeft van het twintigtal nummers die hij sinds de voorganger geschreven heeft enkel deze uitgekozen. Misschien zitten er nog pareltjes onder de andere nummers, en dan krijg je die vroeg of laat nog voorgeschoteld. Intussen kan je maar blij zijn dat Akvarium – een groep die zijn plaats in de geschiedenisboeken al ruimschoots verdiend heeft – wederom zo’n goede cd aflevert.



Clip: De Mars Van De Heilige Koeien


In memoriam Václav Havel, de rock’n’roll president

De dissident die uitgroeide tot president, Václav Havel, werd wereldberoemd als leider van Charta 77 en later als president van Tsjecho-Slowakije en Tsjechië. Minder bekend is zijn rol in de alternatieve muziekcultuur in zijn land, de Tsjechische ‘Underground’. De term underground werd gelanceerd door dichter Egon Bondy – door Havel zelf omschreven als een ‘geniale gek’ – en is een een referentie naar de toen in alternatieve kringen erg populaire Velvet Underground. (Er wordt zelfs beweerd dat de ‘Velvet Revolution’ eveneens een verwijzing zou zijn naar deze groep.)

De alternatieve cultuur bevond zich in een stroomversnelling tijdens de Praagse lente en Dubčeks poging om een ‘socialisme met een menselijk gezicht’ in te voeren. Met de inval van tanks uit het Warschaupact in 1968 liepen diens hervormingen fataal af. Elke uiting van onafhankelijke geest werd met botte repressie beantwoord, en dat gold ook voor de bruisende muziekscene. Desondanks bleven in het geheim concerten en festivals doorgaan. Het geheel escaleerde toen bij een festival in 1976 een honderdtal concertgangers gearresteerd werden. Dit incident resulteerde in een proces tegen 18 muzikanten, waarvan 4 tot gevangenisstraffen veroordeeld werden. Gedurende dit proces werd de gerechtszaal een verzamelpunt voor kritische intellectuelen, waaronder Havel, dat zou uitgroeien tot de burgerrechtenbeweging Charta 77.

Havel nam de rol op van woordvoerder van de beweging en zou bijgevolg jaren in de gevangenis doorbrengen. Op het voorstel om het land te verlaten – ook een populaire tactiek van de overheid – ging hij nooit in. Toen het communisme in elkaar stortte mocht hij de hoogste post in de republiek opnemen. Hij bleef zijn wortels trouw. Als president nodigde hij de leden van The Velvet Underground uit op de koffie, benoemde hij Frank Zappa tot cultureel attaché en liet hij niet na van regelmatig te verwijzen naar onder het communisme vervolgde groepen als The Plastic People Of The Universe. Zijn legatie als president mag dan al omstreden zijn (zo gaat dat nu eenmaal met presidenten) en zijn literaire erfenis moeilijk te beoordelen (het enige boek dat ik gelezen heb – zijn uit de gevangenis aan zijn vrouw geschreven ‘Brieven aan Olga’ – is misschien politiek relevant, maar literair eerder genant), zijn nalatenschap als dissident en als spreekbuis van een alternatieve cultuur onder een totalitair regime maken van hem een monument waar je niet omheen kan.

Lees hier een uitgebreide geschiedenis van de Tsjechische Underground.

Video: een optreden van DG 307, één van de belangrijkste groepen uit de Tsjechische underground.

zondag, oktober 23, 2011

Peter Murphy: De Gothfather is in form, Het Depot 18/10/2011

Toen ik de zaal binnenwandelde ging het gerucht dat Peter Murphy nog op het vliegtuig zat, en dat de aanvang van het concert onzeker was. Toch stond Murphy twintig minuten later op de planken, op het afgesproken tijdstip. Professioneel gedrag is nu eenmaal wat we verwachten van iemand die al jaren in het vak zit. Nog maar net geland, en het optreden neemt een vliegende start, ook al moet Murphy nog af en toe wat aanwijzingen geven aan de PA.

Velocity Bird, de opener van Murphys laatste cd Ninth, mag het lont aansteken, en er volgen meteen verschillende nummers van dezelfde cd: Peace To Each, Memory Go en vooral de mooie single I Spit Roses. Dan murmelt Murphy iets over de klassensamenleving in Groot-Brittannië en over jongeren die je op elke vraag zullen antwoorden dat je de pot op kunt. Blijkbaar is dat een inleiding op Silent Hedges, dat over deze jongeren gaat. We hadden niet verwacht dat Murphy zo snel met Bauhaus-klassiekers ging uitpakken, maar wie zijn wij om te klagen.

De bassist schakelt over naar viool om Subway te spelen. Ik hou enorm van dat nummer, al was het maar omdat er een memorabele versie van bestaat op Dust, de cd die Peter Murphy in 2002 uitbracht. Murphy had zich al jaren voordien bekeerd tot het soefisme en was in Turkije gaan wonen. Dust werd een mengeling van rustige elektronica met traditionele Turkse instrumenten. De vermaarde wereldmuzikant – en tevens ook soefi - Mercan Dede heeft de plaat geproducet, en er spelen een hele schare Turkse muzikanten op mee.

Hoewel Murphy zich voorgenomen had om Dust door het strot van de mensen te duwen, moeten we vaststellen dat hij zich snel terug richting rock keert. Unshattered uit 2004 was zelfs een vrij makke popplaat. Dan volgde de reünietournee en -plaat met Bauhaus. De groep kon uitgebreid touren met Nine Inch Nails, wiens frontman Trent Reznor zijn bewondering voor Bauhaus niet onder stoelen of banken stak. Het is dan ook niet helemaal toevallig dat Murphy de NIN-klassieker Hurt overnam, waarop opviel met wat een uitstekende stem hij begiftigd is.

Met I Fall With Your Knife en All Night Long speelt Murphy ook wat oudere solonummers, om dan via een allesbehalve vervelende omweg door het vlakke veld - In The Flat Field – weer bij zijn laatste cd terecht te komen (The Prince & Old Lady Shade, Uneven & Brittle). Bij de bisnummers wordt weer uit de oude pot gegraaid. The Three Shadows Part 1 mag dan al een instrumentaal nummer zijn, het geeft ons een aanwijzing van welke de beste Bauhaus-plaat aller tijden is, en All We Ever Wanted Was Everything zal dat zeker niet tegenspreken. De Bowie-hommage Ziggy Stardust stamt ook uit deze periode, al heb ik hierbij wel het gevoel dat Murphy wat schrik heeft van de hoge noten.

De tweede bisronde begint Murphy met een lange monoloog, waarin hij onder meer vertelt hoezeer hij van Nederland en van Rotterdam houdt, waar zijn dochter ooit gewoond heeft. Vergist hij zich van land, of ligt het gewoon aan het feit dat de bekendste Rotterdammer ook een paar jaar in Leuven heeft gewoond? Met A Strange Kind Of Love speelt hij nog een ouder solonummer – wie graag een overzicht heeft van dit solowerk raad ik de live-cd Just For Love aan, een soort best of in een beperkte bezetting van drie muzikanten – gevolgd door de laatste single Seesaw Sway. Eindigen doet hij met Cuts You Up, dat ooit een grote hit was in de VS.

Laat niemand u wijsmaken dat Peter Murphy verleden tijd is. Met dergelijke optredens mag hij wat mij betreft nog vaak terugkomen.

woensdag, juli 13, 2011

Tuxedomoon – Secret gig (L’Archiduc, 12 juli 2011)

Maandagavond 11 juli 2011, 19u20. Via facebook wordt het bericht de wereld ingestuurd dat Tuxedomoon de volgende dag een ‘secret gig’ zal spelen in het Brusselse café L’Archiduc. Een stunt die wel wat vragen opriep: zou het werkelijk om de legendarische groep gaan? Om een zijproject? Of om een akoestische set in een beperkte bezetting? Bovendien leek de vermelde zaal erg klein om een groep van deze reikwijdte te ontvangen. We namen het zekere voor het onzekere, gooiden onze plannen voor die avond weg, verzekerden ons van een wagen en trotseerden hagelrisico en het desastreuze Brusselse verkeer om onze jeugdhelden nog eens aan het werk te zien.
Bij aankomst konden we vaststellen dat de zaal toch wel erg krap was, zodat we ons meteen strategisch positioneerden om volop van het optreden te kunnen genieten. Tweede vaststelling: de groep was wel degelijk voltallig, dus geen zijproject of beperkte bezetting. Zelfs Bruce Geduldig, die al jaren het visuele aspect van de optredens opsmukt met projecties en mimespel, was aanwezig. Een maat voor niets, want zijn projecties op een zijmuur zijn wellicht aan iedereen voorbij gegaan. Een mogelijkheid was ook dat de groep dit optreden zou gebruiken om nieuw werk uit te proberen. Niets bleek minder waar, want ze pakten uit met een klassieke set.
De aftrap gaven ze met The Waltz, van de erg succesvolle cd Holy Wars uit 1985 en al jaren een gepast startnummer bij optredens. Ze zetten voort met Muchos Colores, een nummer van de laatste plaat Vapour Trails. De in Mexico residerende saxofonist-pianist-clarinetist-en-nog-wat-meer Steven Brown heeft voor dit nummer een tekst van de zapatistische rebellenleider Subcommandante Marcos op muziek gezet. Het was Brown die in 1976 in een cursus elektronische muziek in San Francisco Blaine L. Reininger ontmoette. Reininger bleek behendig met viool en gitaar en een strijdmakker in het zoeken naar nieuwe muzikale wegen. Ze richtten samen Tuxedomoon op. Ze werkten in verschillende bezettingen samen met diverse muzikanten, maar de groep stabiliseerde zich snel rond Brown en Reininger aangevuld met Peter Principle op bas.
Na de opnames van hun debuut Half-Mute in 1980 besloot de groep om naar Europa te verhuizen. Ze gingen naar Londen om er hun succesplaat Desire op te nemen, om daarna naar Rotterdam te vertrekken en zich al even snel in Brussel te vestigen. Tuxedomoon zou nog jaren in Brussel blijven wonen, waar ze een onderkomen hadden gevonden in de legendarische concertzaal Plan K. Ze zouden er samenwerken met Crammed records, een platenlabel dat experimentele muziek en interculturele samenwerking hoog in het vaandel hield, en met de fantastische geluidskunstenaar Gilles Martin, die als producer optrad voor al hun platen uit deze periode.
Het optreden van dinsdag legde het accent op het oudere werk. Ze spelen Time To Lose, dat ongeveer ontstaan moet zijn toen de groep zich in Brussel vestigde in 1982. Er kwamen ook verschillende nummers uit hun debuut Half-Mute aan bod: Fifth Column, Tritone en een tragere versie van What Use?. Zelfs de B-zijde van de eerste single uit 1978 - Joeboy The Electronic Ghost, opgenomen in een tijd waarin de groep samenwerkte met de San Franciscaanse radicaal-linkse theaterformatie The Angels Of Light - passeerde de revue.
Uiteraard speelt de groep ook recenter werk, zoals het uitstekende instrumentale nummer Tryptich uit de Hotel Bardo Soundtrack uit 2006, waarop de verschillende muzikanten tonen wat ze allemaal in hun mars hebben. Naast Reininger, Brown en Principle speelt ook Luc Van Lieshout mee, ooit als vervanger opgeroepen toen Reininger in 1983 de groep verliet, maar die in de groep bleef nadat Reininger zich in 1988 terug bij de groep voegde.
Een hoogtepunt zijn de versies van Allemande Bleue en Courante Marocaine, die oorspronkelijk voor de EP Suite en Sous-Sol uit 1982 opgenomen werden. Op deze EP liet de groep zich bijstaan door een aantal Marokkaanse muzikanten om een pareltje van bevreemdende experimentele muziek op te dienen. Tuxedomoon heeft de nummers prachtig aangepast aan de huidige bezetting. Het kwartet sluit af met Litebulb Overkill, het allereerste nummer dat de groep samen schreef in 1977 en wel vaker de afsluiter van hun concerten. Uiteindelijk heeft de groep een dik uur gespeeld, een korte maar overtuigende set. Bovendien had je echt het gevoel dat je aan iets uitzonderlijks kon deelnemen, alsof je deelt in het geheim van een laattijdig aangekondigd concert. Een prima stunt, natuurlijk.
Je zou denken dat er een vervaldatum staat op het label ‘vernieuwend’, zeker voor een groep die nu al meer dan 30 jaar meegaat. Hoewel we het geluid van Tuxedomoon ondertussen meer dan gewend zijn, valt toch nog op hoe fris en tijdloos het geheel klinkt. Wellicht konden toehoorders die de groep nog niet kenden niet vermoedden dat het gros van het werk van dinsdagavond uit de jaren 80 stamt. Tuxedomoon is erin geslaagd om zijn geluid actueel te houden, mede door het erg bescheiden gebruik van de drumcomputer en de technische bekwaamheid van de muzikanten. De groep verkeert duidelijk in topvorm. Het is uitkijken naar meer optredens van de cultformatie. 


Video: oorspronkelijke versie van het nummer Joeboy The Electronic Ghost uit 1977