zondag, januari 24, 2021

Cd met mijn nummers: Winterstille - Puin van dromen

Hij is er dan uiteindelijk gekomen. Sinds vele jaren vragen mensen me wanneer mijn cd uitkomt. Ik heb inderdaad al een eeuwigheid concerten gegeven met mijn eigen nummers, heb er sporadisch ook eentje opgenomen, maar die cd, dat kwam er maar niet van. Tot nu. In 2018 ging ik naar een optreden van Olivier & Crooniek. De arrangementen op de nummers van Olivier Soil werden geschreven door Gerry Croon, die ik ook kende als redacteur van Dark Entries. Hij is de aanvoerder van het blazersensemble Crooniek en stelde me voor om ook arrangementen te schrijven voor mijn nummers. Dat was de definitieve schakel die nog miste om mijn nummers eindelijk professioneel te kunnen opnemen en uitgeven op cd.

We hebben ervoor gekozen ons project Winterstille te dopen, en de cd kreeg de naam 'Puin van dromen' mee, omdat de spanning tussen droom en realiteit een terugkerend thema is in de teksten op de plaat. We hadden ook het geluk om onze plaat te kunnen uitgeven via de Gentse platenboer Wool-E Discs. U kunt de hele plaat beluisteren - en als u wenst ook bestellen - op de bandcamp-pagina van Wool-E. (Wie in de omgeving van Leuven woont, mag mij ook direct aanspreken, want dan kom ik de cd eens met de fiets brengen en spaart u de verzendingskosten uit.)

Hieronder vinden jullie de twee video's die we tot nu toe gemaakt hebben voor nummers van 'Puin van dromen', en ook de volledige plaat. We hebben nog meer plannen. Zodra het weer kan willen we de plaat live gaan verdedigen. We plannen ook nog minstens één video voor een nummer uit de plaat, en we zijn al stilletjes bezig met het werk aan een opvolger voor 'Puin van dromen'.

Al het nieuws over Winterstille vinden jullie op winterstille.be.

Drink nog een glas: video door Frix Frox Productions


Boze wolven: huisgemaakte video door Gert Kleinpunk


De volledige plaat:


De Nederlandse QAnon en de bestorming van het Capitool

De wereld wordt beheerst door een satanische pedofiele elite. Deze elite heeft de coronahoax in de wereld uitgevouwen om een totalitair regime in te stellen, en wil via het vaccin de wereldbevolking decimeren en de overlevenden als robotten kunnen besturen. Trump is de enige hoop om ons te redden van de pedo deep state… Welkom in de wereld van QAnon.

QAnon is een extreemrechtse complottheorie die gebaseerd is op cryptische boodschappen – QDrops – van een zeker Q Clearance Patriot, die anoniem is (vandaar Q-Anon) en die volgens zijn aanhangers wellicht een hooggeplaatste persoon is in de Amerikaanse veiligheids- of inlichtingendiensten. In een eerste bericht in 2017 suggereerde Q dat Hillary Clinton ging worden gearresteerd. Clinton werd in deze gekke wereld immers verdacht van pedofilie, naar aanleiding van gehackte e-mails van haar campagneleider John Podesta die codetaal voor kinderhandel en -misbruik zouden bevatten.

Zo zou een pizza codetaal zijn geweest voor een kind, en bij elke bestelling van een pizza verdenken de aanhangers van de theorie dat het in feite om kinderhandel ging, vandaar dat deze complottheorie ook ‘pizzagate’ wordt genoemd. De arrestatie van Clinton vond niet plaats, en ook andere voorspellingen van Q kwamen niet uit, maar dat verhinderde niet dat de theorieën en de boodschappen rond een pedofiele deep state steeds meer aan populariteit wonnen.

Bij QAnon denkt u misschien in de eerste plaats aan de Verenigde Staten, maar ook in veel andere landen is de complottheorie populair, in het bijzonder in Nederland. Figuren als rapper Lange Frans, graancirkelspecialiste Janet Ossebaard, Sven Hulleman (Een oorlog reeds verloren, Café Weltschmerz), Wim Visscher, Hans Meyer en Wouter Raatgever (samen Wees de weerstand) en vooral Micha Kat verkondigen de complottheorie in de lage landen.

Als we even de link leggen met de bestorming van Capitool op 6 januari, dan zien we dat de bestorming openlijk werd aangekondigd op de kanalen van Nederlandse QAnon-aanhangers. Op 25 december al tweette Micha Kat: ‘Op 6-1 gaan miljoenen Amerikanen de gebouwen bestormen van de swamp -Bastille-style! It seems dat de takedown van de deep state moet komen van We the People.. Maar that’s what the USA is all about!’

Die mengeling van Nederlands en Engels is typisch voor Kat, maar laten we ons verder concentreren op wat hij inhoudelijk zegt. Op 28 december verkondigde hij dat oorspronkelijk de deep state – dat is dus de samenzwering van de satanistische elite die kinderen misbruiken en kinderbloed drinken – van plan was om het Witte Huis te bestormen op 6 januari, samen met Antifa, Black Lives Matter en delen van het leger.

Trump was hiervan op de hoogte en organiseerde als tegenzet een grote mobilisatie van ‘Patriots’ op dezelfde dag. Kat verduidelijkte nog dat er waarschijnlijk doden zouden vallen, en dat pedofielen, deep-staters en congresleden uit hun huis zouden worden gesleurd. Het Supreme Court zou in brand worden gestoken en het was waarschijnlijk dat er bij de elite zelfmoorden en vluchtpogingen zouden zijn. (Kat voegde eraan toe dat het wenselijk was dat ook in Nederland de Hoge Raad zou worden verwoest.)

Op 1 januari maakte Micha Kat opnieuw de vergelijking tussen de betoging van 6 januari en de bestorming van de Bastille in de Franse Revolutie. Het Congres werd expliciet als doelwit benoemd. Hij voegde eraan toe dat dit ook in Nederland moest gebeuren: ‘Ik zeg niet dat Rutte en De Jonge per se moeten worden opgehangen, maar ze moeten wel smeken om genade.’ Samen met zijn collega’s van Wees de weerstand maakte hij zich vrolijk over de rellen in Nederland op oudjaar. Micha zei expliciet dat hij dit zeer goed vond, en dat de politie hierbij hard aangepakt moest worden.

Op 6 januari volgde dan een rechtstreekse uitzending op het kanaal van Wees de weerstand – waar ook Micha Kat deel van uitmaakt – om het verloop van de evenementen live te kunnen volgen. Zoals u kan afleiden uit wat er eerder geschreven werd, bleef de bestorming ondanks het geweld en de doden onder de verwachtingen van onze QAnoners. Trump heeft zelfs – na eerst een tijdje te laten begaan – de betogers opgeroepen om naar huis te gaan. Terwijl die betogers net dachten in dienst van Trump te bestormen…

Als u dit leest kunt u uiteraard niet anders dan concluderen dat de veiligheidsdiensten zwaar gefaald hebben. Als tot in Nederland openlijk gesproken wordt van een gewelddadige bestorming van het Capitool op 6 januari, dan moest de FBI wel op de hoogte zijn (dat blijkt ook uit de laatste nieuwsberichten). Dus ofwel hebben de veiligheidsdiensten de situatie zwaar onderschat – en ik geef toe dat ik zelf ook moeite heb om het bovenstaande serieus te nemen – oftewel is er sprake van schuldig verzuim.

Maar laat ons even verder gaan vanuit het perspectief van de complottheoretici. Voor alles is een uitleg, ook al is het een onzinnige uitleg. Uiteraard werkte de politie volgens hen samen met Trump op de dag van de bestorming, een stelling die niet alleen door knettergekke complottheoretici wordt verdedigd. Ze openden de hekken en lieten de betogers naar binnen. De betoging was geïnfiltreerd door Antifa, zo beweerde Micha Kat, maar niet op de manier die u op het eerste zicht denkt.

In feite is Antifa al lang geïnfiltreerd door Patriots, verklaarde Kat, mensen die trouw zijn aan Trump. Trump heeft dus Antifa zelf gemanipuleerd om zijn doel te bereiken. Zo is Jake Angeli – de beroemde man met de horens, en we vernemen via Kat zelfs dat er camera’s in zijn horens verstopt zitten die alles registreren – zo’n Patriot die in Antifa actief is. In feite was die bestorming een dekmantel om de laptops van Mike Pence – de vicepresident van Trump die overgelopen is naar de pedofielen – en Nancy Pelosi – de democratische voorzitster van het Huis van Afgevaardigden – te bemachtigen. Eens dat gebeurd was, en toen bleek dat Antifa te veel vernietigingen aanbracht in het Capitool, heeft Trump de operatie afgeblazen en iedereen opgeroepen om naar huis te gaan.

In feite is de operatie dus een gigantisch succes, aldus onze QAnoners. Nu zijn de laptops van Pence en Pelosi in de handen van Team Trump – vreemd dat geen enkel ander medium daarover bericht, maar QAnon is dan ook een schimmige wereld – en daar staat uiteraard heel wat compromitterende informatie op. Eens die informatie bekend zal worden, zullen er arrestaties van pedofielen komen en zal Trump als winnaar uit de bus komen. Kat en Wees de weestand sluiten hun uitzending van 7 januari af met de zekerheid dat Trump op 20 januari geïnaugureerd zal worden.

Sinds de bestorming blijven de Nederlandse QAnoners beweren dat het laatste oordeel en de overwinning van Trump nakende is. Op 12 januari tweette Micha Kat: ‘Breaking! 500.000 pedo-deep staters worden gearresteerd! Mark Rutte op weg naar zijn helikopter met Joris Demmink, Jan Wolter Wabeke, Frits Huffnagel en 4 kleine jongetjes!’ Waarop dit bericht gebaseerd is, is onduidelijk, maar het wordt uiteraard niet bevestigd in andere media. Kat voegde er wel een video aan toe van Wim Visscher waarin deze uit de doeken deed wat de komende dagen zou gebeuren in de VS: nog een aantal dagen algemene chaos en uiteindelijk de overwinning van Trump.

Laten we even inzoomen op één van de figuren die Kat opsomt in zijn tweet: Joris Demmink. Daar ligt de bron van Micha Kats obsessie met pedofielen. Demmink was jarenlang secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van Justitie. Zijn partner was een pornoacteur die in films speelde waarin niet alle acteurs meerderjarig leken, en dat maakte ook hem verdacht. Bovendien bleek hij tijdens buitenlandse reizen seksclubs te bezoeken of naar bed te gaan met jongens ‘waarvan hij niet altijd op voorhand de leeftijd vroeg’, volgens zijn eigen bekentenissen.

De zaak-Demmink laaide destijds hoog op in Nederland. Er werd een hoop aandacht aan besteed in de pers, er werden parlementaire vragen over gesteld, er werden klachten neergelegd… Er werd door verschillende instanties onderzoeken ingesteld, maar nergens konden strafbare feiten vastgesteld worden. Het gerechtshof van Arnhem-Leeuwaarden oordeelde in 2017 dat het onderzoek ‘overtuigend [heeft] aangetoond dat er ten aanzien van de gerezen verdenkingen slechts sprake is van speculaties en veronderstellingen’. En zo deden nog andere onderzoeken daarvoor.

Micha Kat – oorspronkelijk een journalist die ooit nog als freelancer schreef voor het NRC Handelsblad – had zich in het dossier vastgebeten en heeft zich nooit kunnen neerleggen bij het stopzetten van de onderzoeken naar Demmink. Vanuit zijn overtuiging dat Demmink wel degelijk een pedofiel is, is het geen grote stap meer om te concluderen dat er een samenzwering was van politiek en gerecht om de pedofiel te beschermen. De volgende stap is dan om te denken dat veel hoogstaande politici en rechters zelf pedofielen zijn, en zo zijn we al aardig op weg naar de complottheorieën die Kat nu verspreidt.

Op een paar dagen van de inauguratie van Joe Biden is het spannend wat er nog gaat gebeuren. Om te beginnen zijn er weer geruchten rond gewelddadige aanvallen van Trumpaanhangers op lokale en federale overheidsgebouwen in de VS. Anderzijds is het ook de vraag hoe de QAnoners hun theorieën zullen aanpassen als blijkt dat Trump wel degelijk zijn plaats zal afstaan aan Biden. De QAnon theorie heeft al bewezen flexibel te zijn en gewoon verder te bestaan als zijn voorspellingen niet uitkomen. Dit zal ongetwijfeld ook nu het geval zijn, de vraag is enkel welke draai het zal nemen.

Punk in de DDR

Een compilatie die een encyclopedisch overzicht wil geven van de punkscene in de voormalige DDR… Door mijn interesse in alternatieve muziek in het Oostblok kon ik er niet naast kijken. 3 platen op hoogwaardig vinyl, 48 nummers in totaal en een boek in vinyl-formaat met uitvoerige uitleg over elke groep. Dat is het doorploegen waard.

En toch was ik aanvankelijk wat teleurgesteld toen ik deze prijzige plaat in huis nam. De kwaliteit van de muziek liet wat mij betreft te wensen over. De nummers waren te simpel – maar dat is in wezen punk – en de opnames niet zo geslaagd: het geluid is vaak rommelig, en hier en daar hoor je dat het op minderwaardig materiaal opgenomen is.

Dat veranderde toen ik het boek bij de platen doornam. Deze nummers zijn getuigen van een tijdperk, en in deze zin sowieso onvolmaakt. Zo lees ik dat de opnames van Konstruktives Liebeskommando in de repetitieruimte gebeurden, terwijl zanger Ingo Faupel gebukt over de ghettoblaster zijn tekst uitschreeuwde, zodat hij duidelijk te horen zou zijn.

Vele nummers op de platen zijn op een cassetterecorder opgenomen, in een kinderkamer of een repetitielokaal. Vitamin A had een systeem uitgedokterd om de recorder op de vensterbank te zetten, met de raam op de juiste kier om de best mogelijke opnames te maken. Het nummer van Unerwunscht werd zelfs met een walkman opgenomen tijdens een optreden. Naarmate de jaren 80 vorderden, was er meer en betere opnameapparatuur in omloop, onder meer geïmporteerd uit het westen, en verbeterde dus ook de kwaliteit van opnames.

Sommige groepen die hier vertegenwoordigd zijn hebben het nooit verder geschopt dan het repetitielokaal. Soms ontbreekt zelfs een groepsnaam, zoals bij DDR Terrorstaat, een nummer dat uit een documentaire naar boven gekomen is en dan maar meteen ook de naam van de ‘groep’ werd. Bij verschillende groepen is de erfenis beperkt tot een handvol nummers – 3 of 4 – maar elke keer weten de auteurs van ‘Too Much Future’ een heel verhaal over de groep te vertellen.

De makers van de compilatie zijn immers niet aan hun proefstuk toe. Ze hebben al een boek, een tentoonstelling en een documentaire gemaakt over het onderwerp, steeds onder de naam ‘Too Much Future’. Dat was een verwijzing van de Oost-Duitse punks naar de ‘No Future’ van de punks in het westen, die zich afzetten tegen het gebrek aan mogelijkheden die de consumptiemaatschappij hen gaf in tijden van crisis en massawerkloosheid.

Want in de DDR was er geen consumptiemaatschappij, en ook geen werkloosheid. Je kon er zelfs gevangenisstraffen oplopen als je niet werkte, wat een doeltreffend wapen was tegen punks. Er was geen onzekerheid over de toekomst: wat je studeerde, wat je kon kopen, waar je werkte en waar je woonde: het werd allemaal door vadertje staat geregeld.

De samenstellers van deze vinyl-compilatie komen trouwens zelf uit de DDR-punkscene, en spreken dus deels uit eigen ervaring. Maik ‘Ratte’ Reichenbach was bassist in H.A.U. en L’Attentat, twee van de belangrijkste punkgroepen uit Leipzig. Henryk Gericke – de auteur van het uitstekende boek – zong destijds in The Leistungsleichen.

Ik moet toegeven dat ik moeite heb gehad om het boek te lezen. Het is in een literair Duits opgesteld vol woord- en zinspelingen, typische DDR-zegswijzen, talrijke verwijzingen en knipogen en een hoop ironie en sarcasme. Ik kan dit boek dus vooral aanraden aan mensen met een gevorderde kennis van de taal van Goethe.

Maar kijk, nadat ik het boek bij de plaat had doorgenomen, kon ik ineens veel meer genieten van de opnames op deze plaat. Je voelt de energie die uit de muziek voortvloeide, de adrenaline van de ontmoetingen met andere punks op trefplaatsen, op concerten en festivals, de speelvreugde en de creativiteit die de punks aan de dag legden om muziek te maken in moeilijke omstandigheden.

De teksten geven uitvoerige uitleg bij de scene in verschillende steden, bij de biografie van elke groep, bij de verhoudingen tussen groepen en vooral over de verhoudingen met de Stasi, de beruchte geheime politie die de burgers van de DDR nauwlettend in het oog hield en hard optrad tegen al wie als een bedreiging voor staat en orde werd beschouwd.

Laten we even bekijken wie allemaal aan bod komt op de plaat… De samenstellers hebben expliciet gekozen om enkel groepen zonder ‘Einstufung’ oftewel speellicentie te bundelen. In de DDR golden immers regels die wat strenger waren dan in andere communistische landen. In die landen was het verboden om geld te verdienen aan optredens zonder eerst langs de censuur te passeren, maar kon men met wat creativiteit de schijn wekken dat men gratis speelde, en dit zonder gevaar.

In de DDR werd na een grote repressie tegen beatgroepen in 1965 – ‘we moeten een eind maken aan de monotonie van de Yeah Yeah Yeah’s’, verkondigde DDR-leider Walter Ulbricht op een plenum van de staatspartij SED – de ‘Einstufung’ verplicht gemaakt voor elke groep die wou optreden, ook al kwam daar geen geld bij kijken. Elk openbaar concert moest dus met goedkeuring van de overheid gebeuren.

Op deze compilatie dus geen groepen als Sandow of Feeling B. – de beroemde pretpunk voorganger van Rammstein – maar enkel ‘illegale’ groepen. Wie dus wel? Legendarische groepen als Planlos, Namenlos, Wutanfall, L’attentat, H.A.U., Schleim-Keim... en dat steeds met hun bekendste nummers.

Het onderscheid tussen ‘legaal’ en ‘illegaal’ lijkt wat streng, want ook grootheden als Planlos en Wutanfall hebben nog overwogen om een speellicentie aan te vragen. Bovendien hebben sommige muzikanten op deze plaat later wel degelijk bij ‘legale’ groepen gespeeld, waarbij je ook moet weten dat het naar het eind van de jaren 80 toe gemakkelijker werd om dergelijke ‘Einstufung’ te krijgen.

Doch inderdaad, de groepen met licentie werden als verraders gezien door groepen die consequent voor de underground kozen, en zeker voor groepen als Namenlos en L’Attentat die openlijk oppositie voerden tegen de dictatuur. Je kan opmerken dat punkers altijd snel kritiek hadden op elkaar, maar uiteindelijk maakt het onderscheid zin.

Hoewel het boek benadrukt dat niet elke punker als een politiek bewuste anarchist ter wereld kwam, is het zeker zo dat punkers in de DDR steeds meer dissidenten werden door de mate van repressie met dewelke ze werden geconfronteerd, ook al was punk in het begin vooral een beweging van jongeren die zich alternatief wilden kleden en hun eigen muziek maken.

De Stasi – schild en zwaard der partij – had een breed palet aan wapens om tegen de punkers te gebruiken. Om te beginnen probeerden ze de punkscene te infiltreren met Inoffizielle Mitarbeiter, in het kort IM’s: spionnen die regelmatig kwamen rapporteerden over de gang van zaken in de scene. Verschillende groepen hadden effectief een IM in hun rangen.

IM’s moesten niet enkel rapporteren, ze kregen ook opdrachten mee zoals het onmogelijk maken van optredens of het uit elkaar spelen van groepen. Sommige groepen kregen zelfs een speciaal programma om de groep in het oog te houden of te vernietigen, zoals Wutanfall (Operative Personenkontrolle Stern), Namenlos (Operativer Vorgang Namenlos) of Küchenspione (Operativer Vorgang Blau Kopfe).

De Stasi zette nog andere middelen in, zoals frequente verhoren, het binnenstadverbod op feestdagen opdat punkers de festiviteiten niet zouden verstoren, oproepen aan bazen of scholen om punkers te ontslaan, waarna ze konden opgepakt worden omdat ze niet werkten… Ook bestonden speciale paspoorten, waarmee men zijn stad of vooral de DDR niet kon verlaten. Anderzijds kregen punkers die opgepakt werden soms het aanbod om naar het westen te vertrekken.

De Stasi hield verschillende ‘negatief-decadente’ jeugdculturen in het oog: ook hippies, metallers en grufties (gothics). Allen konden worden opgepakt voor hoe ze eruitzagen en hoe ze dachten. Maar verhoudingsgewijs was de repressie tegen punkers harder. De punkers werden immers als een grotere bedreiging voor de staat beschouwd.

En zo gebeurde iets dat in het westen nauwelijks denkbaar was: de meeste punkconcerten gingen in kerken door. Het is namelijk zo dat de Lutheraanse kerken in 1978 een speciale overeenkomst sloten met de overheid, waardoor het territorium van de kerken buiten het overheidstoezicht viel. Concerten in kerken konden dus niet zomaar stilgelegd worden door veiligheidsdiensten.

Initiatieven als ‘Open Arbeid’ stelden zich tot doel buitenstaanders uit de maatschappij te verenigen rond de kerken. Er gingen eerder al bluesconcerten door in de kerken, en de stap leek niet zo groot om er ook punkgroepen toe te laten (wat niet altijd naar de zin was van de bluesliefhebbers). Dit was voor alle duidelijkheid een initiatief van enkele vooruitstrevende pastoors, die soms in conflict kwamen met de gelovigen of de kerkelijke hiërarchie.

Legendarisch werd de Christuskerk in Halle, die in maart 1983 een groot festival hield met H.A.U., Unerwünscht, Namenlos, Wutanfall, Planlos, Restbestand en Grösenwahn. De veiligheidsdiensten waren overrompeld en konden – ondanks het naar huis sturen van sommige punks – het feestje niet tegenhouden. Het werd een succes, ondanks akkefietjes als een dronken punker die tegen een zuil binnen de kerk plaste. Als in oktober de Christuskerk opnieuw een festival wil organiseren, loopt het ernstig mis. De politie is massaal aanwezig om punkers tegen te houden, op een enkele treinreis terug naar huis te sturen of te arresteren. Het festival flopt.

Wat was er in de tussentijd gebeurd? Tussen de beide festivals in Halle, in juni, ging een ander festival door in de Erlöser kerk in Oost-Berlijn. Het was een Blues-Messe – oftewel een bluesmis – waarop ook punkgroepen als Namenlos en Planlos geprogrammeerd waren. Het was de druppel die de emmer deed overlopen voor de overheid, want naast hippies, punkers en andere alternatievelingen waren er ook vertegenwoordigers van de kerkelijke hiërarchie, westerse diplomaten en journalisten aanwezig, die allen geconfronteerd werden met het fenomeen punk in de DDR.

Naar aanleiding van de Blues-Messe neemt de Stasi zich voor om de punkbeweging te vernietigen. Stasibaas Erich Mielke – dezelfde man die bij het uiteenvallen van de DDR uitriep dat hij toch van alle mensen hield – riep op tot ‘Härte gegen Punk’ om ‘de eskalatie van deze beweging te onderdrukken’. Hij vroeg om relevante handelingen te zoeken waarmee men gevangenisstraffen zou kunnen uitvoeren, en sloot zijn betoog met een oproep om ‘de fluwelen handschoen uit te trekken, want we hebben geen aanleiding om met deze figuren zacht om te gaan.’

Namenlos was de eerste groep om de hardheid van de Stasi te ondervinden. Ze waren erop voorbereid. Ze waren van meet af aan systeemvijandig ingesteld, en hadden er zelfs voor gekozen om zonder naam door het leven te gaan om vervolging door de Stasi te bemoeilijken (vandaar: Namenlos). Ze schreven nummers als ‘DDR Staatsgrenze’ (mijnenvelden en prikkeldraad / zodat niemand de oversteek waagt / muren en elektrische omheiningen / ze nemen onze vrijheid weg) en het ‘MfS Lied’, naar het Ministerium für Staatsicherheit oftewel de Stasi (Opgepast, je wordt bewaakt door de MfS!).

Vooral dat laatste lied schoot de Stasi in het verkeerde keelgat. Want op het einde scandeerde zangeres Jana: ‘MM ff SS’, waarmee ze de Stasi vergeleek met de SS. In een staat die zich expliciet als antifascistisch omschreef was dat meer dan een brug te ver. In augustus werden de groepsleden opgepakt, en later kregen ze gevangenisstraffen van één tot anderhalf jaar cel, wat uitzonderlijk streng was in vergelijking met andere dissidenten. Enkel drumster Mita kon na zeven week vooronderzoek de gevangenis verlaten omdat ze minderjarig was.

Ook Planlos werd aangepakt. Zij schreven eveneens liederen over de bewaking door de MfS, zoals in het op deze plaat opgenomen ‘Schlange’ (Ik sta in de rij aan de eetstand / Ik draai me niet om, ik heb je gezien / Je bent mijn schaduw, waar ik ook ga / Een zwarte vlek in de zon). Zanger Pankow was het al gewoon dat hij regelmatig gearresteerd en verhoord werd, maar de Stasi wou mettertijd meer. Ze probeerden Pankow in te lijven als Inoffizieller Mitarbeiter (IM), en dreigden zelf met een zware gevangenisstraf indien hij niet wou meewerken.

Pankow bleef standvastig weigeren. Doch zijn vriendin tekende wel, in de hoop Pankow zo van de gevangenis te redden. Het was het begin van het einde voor Planlos, want nadien eisten de andere groepsleden dat Pankow zijn vriendin verliet. De genadeslag kwam toen drie groepsleden opgeroepen werden voor de legerdienst, waar ze in speciale eenheden voor politiek verdachte elementen geïntegreerd werden.

Leipzig is de tweede stad van Oost-Duitsland, en Wutanfall is er de eerste en de bekendste punkgroep. Reeds in februari 1983 werd OPK Stern opgezet, een Stasiprogramma dat de groep wou ondermijnen. Chaos, de zanger die door de Stasi automatisch als leider werd aanzien, werd het slachtoffer van pesterijen in de vorm van eindeloze arrestaties, verhoren, nachtelijke bezoeken… De Stasi kwam tot 4 keer per week bij Chaos langs.

Op een dag komt de Stasi Chaos op zijn werk ophalen. Hij wordt gevraagd om mee te werken, maar antwoordt als goede punker: ‘hou je smoel’. Chaos wordt afgevoerd naar een bos, krijgt handboeien om en een jutten zak over zijn hoofd, en wordt dan vakkundig in elkaar geslagen tot hij verschillende keren het bewustzijn verliest. Nadien gaat het naar de cel voor verzorging van zijn open wonden. Hij krijgt wat pijnstillers mee, een ziektebriefje voor drie dagen, en wordt dan terug naar huis gevoerd. Na heel wat dergelijke pesterijen geeft hij er eind 1983 de brui aan.

Stracke, een vriend van Chaos en zanger van H.A.U. (Halbewalkte Anarchistische Untergrundorganisation), nam de zang nog kort van Chaos over, alvorens L’attentat op te richten met ex-leden van Wutanfall en H.A.U.. Bleek evenwel dat in deze groepen IM’s actief waren. Zappa, de bassist van Wutanfall, werkte met de Stasi mee om aan een huis te geraken – hij kwam van buiten Leipzig en kon als punker niet zo gemakkelijk een huis vinden – en begon na dit doel bereikt te hebben onzin te verkopen zodat de Stasi hem als onbetrouwbaar zou loslaten.

Veel giftiger was het verraad van Imad, gitarist van zowel Wutanfall, H.A.U. als L’Attentat. Hij was een cultfiguur uit de scene, een concertorganisator, maar dat weerhield hem er niet van zijn eigen vrienden in de gevangenis te praten. Stracke kon zo met de gevangenis kennismaken nadat hij aan een vredesmanifestatie had deelgenomen in 1983, tijdens een filmfestival waarbij ook westerse journalisten aanwezig waren.

Maik ‘Ratte’ Reichenbach – de H.A.U.- en L’Attentatbassist die mee deze compilatie samenstelde – ging het gevang in na graffiti gespoten te hebben in solidariteit met de gevangengenomen leden van Namenlos. Allemaal dankzij Imad. L’Attentat radicaliseerde zo wel tot een echte dissidentengroep. Nadat hij artikels gepubliceerd had in westerse magazines, werd Stracke opnieuw tot gevangenis veroordeeld, maar deze keer werd hij – zoals hij het gepland had – vrijgekocht door West-Duitsland.

Begin 1982 woonde een West-Berlijnse muziekjournalist een optreden van Rosa Extra bij, één van de meer experimentele groepen die op deze plaat opgenomen is. Hij is verwonderd dat er een alternatieve scene bestaat in de DDR en wil absoluut een plaat van Rosa Extra uitbrengen in het westen. Rosa Extra twijfelde of ze dat alleen aankon en riep de hulp in van Sascha Anderson, een dichter, concertorganisator en cultfiguur verbonden aan de avant-garde groep Zwitschermaschine.

Anderson kende iemand die deftige opnames van Rosa Extra kon maken, maar vroeg in ruil om met zijn groep ook aan het project te kunnen deelnemen. Hij stelde nog een derde groep voor. Een tijd geleden had hij een optreden bijgewoond van een agressieve punkgroep uit Erfurt: Schleim-Keim. Mensen uit het westen zouden versteld staan dat zoiets in de DDR bestond!

Maar de opnames zijn nog maar net afgelopen of Rosa Extra krijgt bezoek van de Stasi. Ze zijn op de hoogte van de plannen, maar wijzen erop dat het riskant is: ze zouden wel eens vijf tot tien jaar gevangenis kunnen krijgen. De groep gooit de handdoek in de ring. Schleim-Keim vertrouwt de zaak niet helemaal en beslist om onder de naam SauKerle uit te komen, met de initialen van de oorspronkelijke groep. De plaat komt dus uit met Zwitschermaschine en SauKerle.

Maar nog voor de plaat uitkomt worden de leden van Schleim-Keim opgepakt. Blijkt dat zowel Sascha Anderson als de man die de opnames maakte Stasi-Mitarbeiter waren. Vooral zanger-drummer Otze van Schleim-Keim – bekend om zijn drankgebruik en gewelddadigheid – wordt hard aangepakt, maar wordt uiteindelijk na vier weken, waarvan twee in een isolatiecel, vrijgelaten. Otze nam wraak op Anderson door hem met een vriend te bezoeken, vast te binden en met het aanwezige geld te vertrekken. (Otze eindigde zijn dagen in 2005 in de psychiatrie, nadat hij zijn vader in 1999 de kop insloeg met een bijl.)

De repressie had de punkscene in 1983 een zware slag toegebracht. Het is geen wonder dat punkers in de uitreisgolf van 1984 – waarin 40.000 DDR-burgers naar het westen overliepen – goed vertegenwoordigd waren. Maar vanaf 1984 trad punk ook weer op de voorgrond. Punkers kwamen terug uit de gevangenis en uit het leger, en begonnen weer muziek te maken, zoals bij Namenlos en Schleim-Keim het geval was. Er kwam ook een jonge garde aan, die de beweging veel breder maakte dan ze daarvoor was geweest.

De inbreng van de kerk werd anders. De Pingsterkerk in Berlijn sloot in 1983 zijn deuren voor de punks. Vanaf nu zou de Erlöserkerk – onder punkers bekend als Alösa, wat ook de naam van een magazine was – het verzamelpunt voor de punkers worden. Rond 1986 werd Open Arbeid, het programma van de kerk voor uitgesloten jongeren, opgedoekt en vervangen door Kirche von unten (kerk van onderuit).

De punkers kregen ook ruimte in zalen die aan kerken toebehoorden, zoals de ProFi-Keller in Berlijn of de Mockauer Keller in Leipzig, die elk één of twee dagen per week voor punkers voorbehouden hielden en mogelijkheden voor concerten boden. Daar ontstond een kruisbestuiving met allerhande dissidentengroepen, zoals vredes-, milieu- en mensenrechtenbewegingen.

In 1986 begon het radioprogramma ‘Parocktikum’ op de jeugdzender DT64. In dit programma werden vaak niet-officiële cassetteuitgaven uit de ondergrond gespeeld, dus ook van illegale groepen. Eveneens in 1986 besloot een congres over ontspanningskunst dat DDR-burgers zich meer en meer identificeren met rockmuziek. Er moesten meer mogelijkheden geboden worden voor rockmuzikanten. De voorwaarden voor een ‘Einstufung’ versoepelden, en ook punkgroepen dongen nu mee voor zo’n speellicentie.

Groepen als Feeling B, Sandow, Die Skeptiker en Herbst In Peking werden bekend als ‘die andere Bands’, en kregen de kans om openbaar op te treden en zelfs platen op te nemen voor Amiga, het enige platenlabel van het land. Dit werd evenwel op veel kritiek ontvangen door de punkers die onder geen beding wilden meewerken met de overheid. Enerzijds hadden deze officiële groepen meer succes – ze kwamen onder meer voor in de zeer succesvolle documentaire ‘Flüstern & Schreien’ uit 1988 – en anderzijds werden ze uitgekotst door de ondergrondse punkers.

Belangrijk is dat dit boek niet probeert om de punkbeweging te verbloemen. Zo lezen we dat de scene best gewelddadig was. Uiteraard moesten punks op de hoede zijn voor geweld door de politie, door voetbalhooligans of andere lieden die het niet hoog ophadden met deze alternatievelingen, maar even goed waren brave DDR-burgers het doelwit van provocaties door punkers.

Ook onder elkaar waren punkers niet altijd netjes. Nieuwkomers in de scene die probeerden om contact te maken op het Plänterwald – een vrijetijdspark in Oost-Berlijn dat een trefpunt voor punkers werd – mochten soms rechtsomkeer maken nadat ze hun leren jekker of hun badges afgegeven hadden. En dan zwijgen we nog over de opkomst van nazi-punkers en skinheads tegen het eind van de jaren 80.

Naast de grote namen zijn er op deze platen nog heel wat te ontdekken pareltjes. Groepen die nooit opgetreden hebben en slechts een handvol liederen hebben nagelaten. Men kan zich inbeelden welk een brononderzoek en archivariswerk hieraan te pas is gekomen. Op de laatste zijde van de driedubbele plaat vinden we opnames van Ex-Cert, een supergroep met leden van Wutanfall, Namenlos, Planlos en L’attentat die nummers van deze groepen ten beste geven. De opnames dateren van de opening van de tentoonstelling ‘Ostpunk. Too Much Future’ in 2005.

De combinatie van bekende en minder bekende groepen – en vooral de omvang van de verzameling, vervolledigd door uitvoerige uitleg bij elke groep – maakt deze driedubbele lp tot een plichtsaankoop – misschien zelfs tot standaardwerk – voor eenieder die interesse heeft in het onderwerp punk in de DDR.

‘Too Much Future. Punkrock GDR 1980-1989.’: meer info of online bestellen

Verder lezen / andere bronnen die voor dit artikel gebruikt werden:

  • De punkscene was een klein haarscheurtje in de muur van het DDR-systeem (2018); Schrammel; heel interessant interview in Dark Entries over de DDR punkscene met de nadruk op Wutanfall en de scene in Leipzig.
  • Burning Down The Haus. Punk Rock, Revolution, and the Fall Of The Berlin Wall (2018); Tim Mohr; toegankelijk en goed geïnformeerd boek in het Engels, met één groot minpunt: om de centrale stelling van het boek te bewijzen – namelijk dat punk de oorzaak van de val van de muur was, wat een grote overdrijving is – gaat het boek over tot verbloeming van de beweging: elke punker wordt als een bewuste dissident voorgesteld en naar het eind van het boek wordt de punkbeweging verward met de vredes-, milieu- en mensenrechtenbewegingen.
  • Wutanfall. 81-83 (2018); Wutanfall; dubbel-lp van de legendarische Leipzigse groep met een boek met uitgebreide informatie over de geschiedenis van de groep, in het Duits.
  • Wutanfall. Punk in der DDR 1982-1989. Die Protagonisten damals und heute (2017); Christiane Eisler; uitgebreid fotoboek over de scene rond Wutanfall, maar met uitstappen naar Oost-Berlijn, bevat ook een hoop achtergrondinformatie in het Duits.
  • Spannung, Leistung, Widerstand. Magnetbanduntergrund DDR 1979-1990 (2006); Alexander Pehlemann & Ronald Galenza (uitg.); boek en dubbel-cd in het Duits over de cassette-scene in de DDR, gaat voornamelijk over de meer kunstzinnige wavegroepen, maar is ook relevant voor de punkscene.
  • Warschauer Punk Pakt. Punk im Ostblock 1977-1989 (2018); Alexander Pehlemann (uitg.); boek in het Duits dat een overzicht wil geven van de punkscene in de DDR, Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, de Sovjetunie, Bulgarije, Roemenië en Joegoslavië, met tekens een uitgebreide discografie.
  • Sicher gibt es bessere Zeiten, doch diese war die unsere. Ex-DDR Punk Vol. 1 & 2 (1992); cd-compilaties van DDR-punk met over het algemeen nummers van goede kwaliteit die – op een paar uitzonderingen na – opgenomen zijn tussen 1987 en 1991.
  • Namenlos 1983-89 (2007); cd-compilatie van Namenlos met een essay over de geschiedenis van de groep door gitarist A-Micha.
  • Ende vom Lied, East German Underground Sound 1979-1990 (2016); uitstekende compilatie-cd met zowel punk als avantgarde new wave met notities in het Duits en het Engels over elke groep door Henryk Gericke, die ook de driedubbele lp ‘Too Much Future’ samenstelde.
  • Wenn kaputt dann wir spass, Berlin Punk Rock 1977-1989 (2016); dubbel-cd met punk uit Berlijn. De nadruk ligt op punk in West-Berlijn, maar ook de Oost-Berlijnse groepen komen aan bod.
  • ostPUNK! Too Much Future (2006); Michael ‘Pankow’ Boehle & Carsten Fiebeler; documentaire over punk in de DDR, in het Duits.
  • Zeugnisse von Eigen-Sinn – Punks in der Späten DDR (2004); Sonja Häder; academische tekst die ingaat op de maatregelen van de Stasi tegen Namenlos.

zaterdag, januari 23, 2021

Protest en repressie blijven duren in Wit-Rusland

De rust is weergekeerd na de verkiezingen in de Verenigde Staten, maar hetzelfde kan niet gezegd worden van Wit-Rusland. Op 9 augustus reeds werden er presidentsverkiezingen gehouden, maar die werden volgens waarnemers en dissidenten vervalst. Uittredend president Alexandr Loekasjenko, die al 26 jaar aan de macht is, haalde er 80% van de stemmen. De belangrijkste uitdaagster, Svetlana Tichanovskaja, haalde slechts 10% van de stemmen, en dat ondanks de massale steun die ze kreeg op haar campagnebijeenkomsten. Beide kampen hebben zich trouwens uitgesproken over de verkiezingen in de VS. Loekasjenko noemde de verkiezingen ‘beschamend’ en een ‘aanfluiting van de democratie’. Hij vroeg zich ook af of Europese landen een nieuwe verkiezing zouden vragen in de VS, zoals ze in Wit-Rusland deden. ‘Ik kan u nu al zeggen: dat gaan ze niet doen. Ze zijn bang om dat te doen.’ Tichanovskaja, van haar kant, zei: ‘in tegenstelling tot Wit-Rusland, waar onze stemmen gestolen werden, werd in de Verenigde Staten elke stem geteld.’

De verkiezingen

We recapituleren: in de aanloop naar de verkiezingen werden verschillende kandidaten geweigerd en zelfs gevangen gezet. De belangrijkste was Viktor Babariko, het hoofd van de Wit-Russische Belgaprombank, die in mei werd opgepakt. Loekasjenko beweerde dat Babariko een coup wou plegen, maar deze werd later aangeklaagd voor fraude en corruptie. Sergei Tichanovski, de man van Tichanovskaja, was een populaire blogger en werd eveneens gearresteerd vooraleer hij zijn kandidatuur kon neerleggen. Een derde belangrijke kandidaat, de liberale Valeri Tsepkalo, vluchtte tijdens de campagne naar het buitenland. Tichanovskaja besloot in plaats van haar man deel te nemen aan de verkiezingen, en werd daarin gesteund door Maria Kolensnikova, de campagnechef van Viktor Babariko, en Veronika Tsepkalo, de vrouw van Valeri Tsepkalo. De drie vrouwen wisten een golf van enthousiasme te bewerkstelligen, terwijl Loekasjenko beweerde dat het land niet klaar was voor een vrouw als president. De resultaten van de verkiezingen zijn intussen bekend. Tichanovskaja en Tsepkalo zijn beiden naar het buitenland gevlucht, terwijl Kolesnikova gevangen zit.

Het protest

Toen de resultaten van de verkiezingen werden aangekondigd in de avond van 10 augustus, braken er protesten uit. De politie trad aanvankelijk extreem brutaal op. Er werden duizenden mensen aangehouden, soms met zware verwondingen tot gevolg. Het mensenrechtenbureau van de VN rapporteerde dat er in de eerste drie weken 450 gedocumenteerde gevallen van mishandeling of slechte behandeling van betogers werden waargenomen. Dit bleek niet het gewenste effect te hebben, want de vreedzame protesten namen toe, vaak met vrouwen in de eerste linie. Er werd zelfs in een paar grote bedrijven gestaakt. Loekasjenko veranderde van strategie, liet de protesten begaan en concentreerde zich op het gevangen nemen van de leiders van het protest, inclusief stakingsleiders in grote bedrijven. Het was niet de eerste keer dat er protesten uitbraken na verkiezingen, maar de schaal van de protesten was wel nog nooit zo groot.

Op 23 september liet Loekasjenko zich in het grootste geheim inwijden als president. Het leidde tot een nieuwe opflakkering van protesten. Intussen bleef de repressie voortduren. Mensen kunnen 10 tot 15 dagen aangehouden worden voor deelname aan een niet geautoriseerd massa-evenement. Voor het organiseren van zulk een massa-evenement kan men zelfs jaren achter de tralies verdwijnen. Onlangs stierf Roman Bondarenko, de  achtste dode al sinds de aanvang van de protesten, toen hij gemaskerde agenten in burger wou verhinderen om wit-rood-witte linten – het symbool van de protesten – van een monument af te trekken. Hij werd in elkaar geslagen, afgevoerd en stierf in het ziekenhuis.

Coördinatieraad

Svetlana Tichanovskaja richtte op 14 augustus een Coördinatieraad op, met de bedoeling alle krachten uit de oppositie te bundelen rond een minimumprogramma van vrije verkiezingen, een eind aan het geweld en vrijlating van alle politieke gevangenen. Ze heeft ook de overwinning opgeëist, en vroeg om als de rechtmatige president beschouwd te worden. Litouwen heeft die stap gezet en ook het Europees Parlement besloot om de Coördinatieraad als ‘interim vertegenwoordiging van Wit-Rusland’ te erkennen. De VS wilden zo ver niet gaan en beweren dat er op dit moment geen legitieme machthebber is, en dat die enkel kan aangewezen worden door nieuwe verkiezingen.

Loekasjenko beloofde onmiddellijk om hard op te treden tegen de Coördinatieraad, die beschuldigd wordt van poging tot staatsgreep. Tegen 9 september al waren alle leden van het presidium van de Coördinatieraad ofwel naar het buitenland gevlucht ofwel gevangengenomen, met de uitzondering van Nobelprijs literatuur Svetlana Alexijevitsj. Intussen is ook Alexijevitsj naar Duitland gegaan, maar officieel enkel om gezondheidsredenen.

Maria Kolesnikova, het voormalig campagnehoofd van Babariko dat Tichanovskaja steunde tijdens haar campagne, richtte begin september de partij Rasam (Samen) op als een oppositiepartij die onafhankelijk van de Coördinatieraad functioneerde. Kolesnikova had ondanks de bedreigingen die ze kreeg gezworen om in Wit-Rusland te blijven. Toen Kolesnikova door veiligheidsagenten naar de grens van Oekraïne gebracht werd, verscheurde ze haar paspoort om niet in het land toegelaten te worden. Sindsdien is ze gevangen in Wit-Rusland. Ze wordt aangeklaagd voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid en riskeert 5 jaar gevangenis. Zelf heeft ze klacht ingediend tegen haar ondervragers voor ‘doodsbedreigingen’.

Niet enkel de leden van de oppositie worden bedreigd, ook de advocaten die hen verdedigen kunnen moeilijkheden ondervinden. Alyaksandr Pylshenka, een advocaat van Babariko en Kolesnikova, verloor zijn licentie aan de balie omdat hij de procureur-generaal opriep om onderzoek te doen naar het geweld in de eerste dagen na de verkiezingen.

Grondwetwijziging

Al lang voor de verkiezingen had Loekasjenko het voornemen geuit om de grondwet van Wit-Rusland te herzien. Hij heeft het voorstel na de verkiezingen herhaald, zichtbaar met de bedoeling om de protesten voor een deel tegemoet te komen. Oppositieleden zeggen dat het enkel een manoeuvre is om tijd te winnen. Het blijft trouwens duister wat de nieuwe grondwet zou inhouden. De gevangen genomen presidentskandidaat Babariko had van zijn kant in de aanloop naar de verkiezingen gepleit voor een terugkeer naar de grondwet van 1994, voor de verkiezing van Loekasjenko dus.

Heel verrassend was dat Loekasjenko op 11 oktober in de gevangenis een rondetafelgesprek hield met verschillende gevangen genomen oppositieleiders, onder wie Babariko, Liliya Vlasova en Vitali Sjkliarov. Maria Kolesnikova weigerde aan het gesprek deel te nemen. Het gesprek duurde twee uur, en behandelde onder meer de nieuwe grondwet. Loekasjenko beweerde achteraf dat overeengekomen was om de grondwet in een referendum goed te keuren, maar Babariko verklaarde dat het gesprek enkel een uitwisseling van ideeën was zonder afspraken. Loekasjenko zei ook heel stellig tijdens de vergadering dat de grondwet ‘niet op straat geschreven zal worden’.

De Coördinatieraad voelt zich niet aangesproken en zegt dat er eerst nieuwe verkiezingen moeten komen vooraleer de grondwet gewijzigd wordt. Het roept dus op tot een boycot van de werkzaamheden aan de grondwet. Voorts beweert de Coördinatieraad reeds een proefversie van de grondwet te hebben gezien. Daarin staan onder meer een verbod op stakingen die politiek gemotiveerd zijn en een verbod op buitenlandse financiering van partijen en vakbonden. Verder zouden gratis gezondheidszorg en betaald verlof bedreigd worden in de nieuwe grondwet.

Volksultimatum

Gefrustreerd door het gebrek aan vooruitgang na weken van protest, riep Tichanovskaja op 13 oktober een volksultimatum uit. Indien de vragen van de oppositie – het ontslag van Loekasjenko, de stopzetting van alle geweld en de vrijlating van politieke gevangenen – niet ingewilligd werden tegen 25 oktober, zou een nationale staking beginnen.

Het had wederom niet het gewenste effect. De repressie nam toe. Wie staakte, werd gewoon ontslagen. Enkel het lidmaatschap van een onafhankelijke vakbond volstond al in een paar gevallen om iemand te ontslagen. Ook winkels en restaurants die uit solidariteit één dag lang de deuren sloten, kregen controles over de vloer met kwalijke gevolgen. Studenten en lectoren die protesteerden aan de universiteiten en hogescholen werden eveneens ontslagen, al kondigde Loekasjenko dat sommigen studenten onder voorwaarden – lees: als ze zich onthouden van politieke protesten – terug opgenomen konden worden.

De massale betogingen die elke zondag plaatsvonden werden harder aangepakt. Op zondag 8 november werden niet minder dan 1000 mensen gearresteerd, een absoluut record sinds het begin van de protesten. Op zondag 16 november werden massaal flitsgranaten en traangas ingezet om het protest uit elkaar te drijven.

Bondgenoten

Loekasjenko is internationaal erg geïsoleerd. Waar Tichanovskaja ontmoetingen heeft met Merkel en Macron, waar zij en haar medestanders de Sacharovprijs voor de mensenrechten van het Europees Parlement in de wacht slepen, waar de oppositie steun krijgt van overal in de wereld, moest Loekasjenko zich keren tot Rusland. Poetin en Loekasjenko komen niet goed overeen, dat is een publiek geheim. In zekere zin vertegenwoordigt Loekasjenko net hetgeen waar Poetin en voor hem Jeltsin zo bang voor waren in Rusland: een bruinrode coalitie van nationalisten en communisten die de liberale hervormingen zouden terugdraaien. Het was voor Jeltsin de reden om de privatiseringen van overheidsbedrijven in topsnelheid door te duwen, iets waar vooral oligarchen beter van werden.

Loekasjenko wist in zijn land de privatiseringen tegen te houden, wat één van de redenen was voor zijn populariteit in de jaren 90. In die tijd pleitte hij ook voor eenmaking met Rusland, en hij richtte mee de Uniestaat van Rusland en Wit-Rusland op. Maar toen na de machtsovername van Poetin bleek dat Loekasjenko weinig kans om zelf aan het hoofd van deze confederatie te staan, ging hij op de rem staan van verdere integratie. Wel kon hij zijn land economisch ontwikkelen dankzij de goedkope olie- en gasleveringen van Rusland. Wit-Rusland kreeg goedkoop ruwe olie die het destilleerde en doorverkocht aan andere landen.

Rusland

Maar die energieleveringen zijn Poetin een doorn in het oog. Eind 2019 kondigt hij aan dat hij de voordelige prijzen wou afbouwen tegen 2024. Om de druk op te voeren draaide hij begin 2020 zelfs even de kraan dicht. Loekasjenko probeert minder afhankelijk te worden van Rusland door een kerncentrale te openen, zeer omstreden in een land dat nog grote gevolgen draagt van de kernramp in Tsjernobyl, en zelfs door een Russisch olieveld te willen opkopen.

In de aanloop naar de verkiezingen in Wit-Rusland waarschuwde Loekasjenko voor destabiliseringspogingen door Rusland, en hij liet zelfs een aantal huurlingen van het veiligheidsbedrijf Wagner arresteren. Alles wees op toenemende spanningen tussen beide landen, maar na de verkiezingen moest Loekasjenko weer toenadering zoeken tot Rusland. Poetin had Loekasjenko weer in zijn greep. Want hij heeft belangen in Wit-Rusland, zoals militaire basissen, en wil nog steeds verdere integratie van Wit-Rusland en Rusland, onder meer op fiscaal vlak.

Poetin beloofde Loekasjenko een lening van 1,5 miljoen dollar, een verdere militaire samenwerking, steun aan de herziening van de grondwet, een herstructurering van de schulden van Wit-Rusland en steun aan de banken. Bovendien zou Poetin tussenbeide komen in Wit-Rusland indien de protesten uit de hand zouden lopen, al kan men zich inbeelden dat Poetin dit scenario liever vermijdt. Wat Loekasjenko in ruil beloofde is niet geweten, maar hij zit weer stevig in de Russische invloedssfeer.

Loekasjenko kan de hulp van Poetin best gebruiken, want economisch gaat het niet zo best. Wit-Rusland kent weinig armoede, maar wel behoorlijk lage lonen die de afgelopen jaren stagneerden, wat mee de onvrede onder de bevolking verklaart. Al sinds het begin van het jaar daalt de waarde van de Wit-Russische roebel. De nationale bank probeert dit af te remmen door de goudreserves aan te spreken, maar dit is niet duurzaam. De Wit-Russische banken hebben geen kapitaalcontrole ingevoerd, maar zijn wel bang dat burgers massaal hun geld afhalen of omzetten naar vreemde deviezen, zoals in de economische crisis van 2010-2011 gebeurde. Intussen verlaten buitenlandse investeerders het land, nemen de schulden toe en wordt de economische onzekerheid groter.

Onderhandelingen?

Loekasjenko zit in nauwe schoentjes. De omvang van de protesten doet terugdenken aan de val van de muur in 1989. Merkwaardig is dat de oppositie ook liederen gebruikt uit die periode zoals ‘Mury’ (muren) van Solidarnosc-bard Jacek Kaczmarcki uit Polen of de perestroikahit ‘Peremen’ (verandering) van het Russische Kino. Loekasjenko wordt soms vergeleken met Jaruzelski: een man die duidelijk de steun van de bevolking kwijt is, maar kan aanblijven dankzij brute repressie.

En het klopt dat – in tegenstelling tot wat de oppositie had gehoopt – de veiligheidsdiensten, het gerecht en de leiding van grote staatsbedrijven en universiteiten allemaal erg loyaal gebleven zijn aan Loekasjenko. Maar er zijn grote verschillen. De internationale steun is miniem. Waar Jaruzelski kon betogen dat hij de noodtoestand uitriep om een Sovjetinvasie te vermijden, kan Loekasjenko enkel op zijn binnenlandse aanhangers steunen.

Op Rusland na veroordeelt ongeveer de hele wereld hem, en zelfs de steun van Rusland is dubbelzinnig. Er wordt gezegd dat het hoofd van de Russische inlichtingendienst Loekasjenko moest wijzen op de ernst van de situatie, en een Russische topdiplomaat verklaarde dat hij geen probleem had met onderhandelingen met Tichanovskaja. De Russen zullen geen traan laten om de val van Loekasjenko, maar willen hun belangen in Wit-Rusland niet bedreigd zien.

Ook in het binnenland neemt de druk om te onderhandelen toe. Loekasjenko heeft al verklaard met Polen te willen onderhandelen, één van de landen die de oppositie voluit steunt, en gaf ook aan te beseffen dat hij misschien al te lang aan de macht is, en dat hij na nieuwe verkiezingen best het pad ruimt. Anderzijds verklaart hij ook niets te willen toegeven aan de protesten. Voorlopig is hij nog stevig aan de macht, maar in een situatie die op termijn onhoudbaar wordt. De economische problemen of druk vanuit Rusland kunnen hem doen beslissen om tot onderhandelingen over te gaan, al dan niet onder internationale bemiddeling. Al kan de huidige situatie even goed nog een tijdje aanslepen…

Wat wil de Wit-Russische oppositie?

Twee weken na de frauduleuze verkiezingen in Wit-Rusland blijft het protest tegen de uitslag duren. Loekasjenko, herkozen met 80% van de stemmen, gaat door de grootste crisis sinds hij aan de macht kwam in 1994. Mensen komen massaal op straat, grote bedrijven staken en aanhangers van de president worden belaagd door mensen die veranderingen vragen.

Traditionele oppositie

Om een zicht te hebben op de bredere achterliggende ideologie van de protesten, kunnen we nagaan welke traditionele oppositie tegen de dictatuur van Loekasjenko bestond. Maar we worden met heel wat moeilijkheden geconfronteerd. De laatste plusminus vrije verkiezingen in Wit-Rusland dateren van 1995, 25 jaar geleden. Intussen zijn de machtsverhoudingen en de wensen van de bevolking ongetwijfeld veranderd. En die veranderingen zijn moeilijk in te schatten.

Er bestaan verschillende partijen in Wit-Rusland, maar hun rol is beperkt. Het gros van het parlement bestaat uit onafhankelijken die president Loekasjenko steunen. Er zijn een aantal kleine partijen in het parlement verkozen, die eveneens Loekasjenko steunen, maar we hebben weinig informatie over het potentiële gewicht van oppositiepartijen, die de ene keer de verkiezingen boycotten, en de andere keer zonder succes meedingen.

Traditioneel bestaan er in Wit-Rusland drie stromingen in de oppositie: socialisten, nationalisten en liberalen. We gaan na hoe zij geëvolueerd zijn en kijken daarna naar de machtsbasis van Loekasjenko zelf. Waarom was hij zo populair en hoe is zijn steun afgekalfd? Ten slotte kijken we naar de huidige oppositiekandidaten, die niet verbonden zijn met de traditionele oppositie, en naar de protesten die op de verkiezingen volgden.

Socialisten

De sterkste partij in Wit-Rusland was in de jaren 90 de Communistische Partij, die weliswaar verboden werd na het uiteenvallen van de Sovjetunie, maar al even snel terug opgericht werd in 1991. In 1996 – toen Loekasjenko de macht volledig naar zich toe trok – splitste de partij in de 'Communistische partij van Wit-Rusland' die Loekasjenko steunt en nog steeds de grootste partij is in het parlement, en de 'Partij van Wit-Russische communisten', die een belangrijke rol zou spelen in de oppositie tegen Loekasjenko. In 2009 veranderde deze partij haar naam in ‘Verenigde linkspartij: rechtvaardige wereld’.

De sociaaldemocraten kenden een gelijkaardig lot. In 1997 splitsen de Partij voor volkseenheid in een vleugel pro-Loekasjenko (de Sociaaldemocratische partij voor volkseenheid) en een oppositievleugel (de Wit-Russische sociaaldemocratische partij – Volksassemblee). De sociaaldemocratische beweging kent een grote rijkdom in Wit-Rusland, met niet minder dan vijf partijen die zich tot de oppositie rekenen. Ze staan over het algemeen bekend als prowesters en als voorstanders van een sociale markteconomie.

Ten slotte heb je aan de linkerzijde een vrij radicale Groene Partij: een ecosocialistische en antikapitalistische beweging die in 2008 de eerste Wit-Russische partij was die opkwam voor holebirechten, in Oost-Europa over het algemeen een heikel thema.

Nationalisten

De tweede belangrijke historische kracht in de oppositie zijn de nationalisten. Zij zijn de uitlopers van het Wit-Russische Volksfront dat eind jaren 80 ijverde voor onafhankelijkheid, naar analogie met de volksfronten in de Baltische staten. Ze waren de eerste oppositiepartij in 1990, en voerden van meet af aan oppositie.

Toen Loekasjenko aan de macht kwam verzetten de nationalisten zich uit alle macht – tot en met een hardhandig uit elkaar geslagen hongerstaking in het parlement toe – tegen zijn voornemen om de Russische taal als nationale taal te aanvaarden, gelijkwaardig aan het Wit-Russisch, en om de sovjetsymbolen van Wit-Rusland als nationale symbolen te gebruiken eerder dan de nationalistische symbolen die verwijzen naar de eerste onafhankelijkheid van Wit-Rusland in 1918 (en ook naar de periode van nazi-collaboratie tussen 1941 en 44).

Dat deze traditionele symbolen – vooral de wit-rood-witte vlag – volop zichtbaar zijn tijdens de betogingen tegen Loekasjenko, laat vermoeden dat nationalisten veel invloed hebben op de protesten. Toch moet dit gerelativeerd worden. Op een oplegging van het Wit-Russisch als enige nationale taal – één van de strijdpunten van de nationalisten – staat de meerderheid van de Wit-Russen niet te wachten. Slechts 23% van de Wit-Russen spreekt thuis deze taal, die door de UNESCO erkend is als bedreigde taal. Het is de hoofdreden dat de populariteit van de nationalisten na 1994 afnam.

Maladi Front

De nationalisten zijn conservatief tot uiterst-rechts. Ze pleiten voor mensenrechten en een markteconomie. Een deel van hun aanhang bestaat uit de jongerenorganisatie Maladi Front (Jeugdfront), die regelmatig deelnamen aan protesten tegen verkiezingsresultaten in het verleden.

Dat Maladi Front rechts is, bleek uit een herdenking in 2007 voor Mikhal Vitousjka, een Wit-Russische nationalist die met de nazi’s collaboreerde en tegen de Sovjets vocht, waarbij ook heel wat joden vermoord werden. Het bleef niet bij deze eenmalige uitschuiver. In 2014 vouwden leden van het Maladi Front een banner uit met naast Vitousjka ook afbeeldingen van Vincent Hadleuski (een nationalistische priester die eveneens collaboreerde met de nazi’s), en Oekraïense nationalisten als Stepan Bandera en Roman Sjusjkevitsj (die beiden met de nazi’s collaboreerden en van massamoorden op Polen beschuldigd werden).

Rond de nationalisten bestaan nog verschillende andere organisaties als de christendemocraten, waar we later nog op terug komen, en de jongerenorganisaties als de Rechtse alliantie en Jong Wit-Rusland. Hierdoor hebben ze een ruim netwerk aan jongeren en activisten die kunnen wegen op de protesten. In tegenstelling tot de communisten en de socialisten zijn er geen nationalisten die Loekasjenko steunen. In tegendeel, Loekasjenko heeft een deel van zijn populariteit te danken aan zijn harde aanpak van de nationalisten.

Liberalen

Een andere stroming die nooit met Loekasjenko samenwerkte is het liberalisme. Begin jaren 90 – de periode waarin er een schijn van democratie in Wit-Rusland was – stonden ze zwak. Hun voornaamste partij is de Verenigde Burgerpartij van Wit-Rusland. De partij had de trieste eer om verschillende van zijn leden te zien verdwijnen in 1999: oud-minister Joeri Zacharenko, voorzitter van het kiescomité Viktor Gontsjar en zakenman Anatoli Krasovski. Er wordt algemeen van uitgegaan dat ze op vraag van de omgeving van Loekasjenko uit de weg zijn geruimd. Een teken dat het regime bang voor hen was? De liberalen worden vandaag alvast als een kracht van betekenis gezien.

De liberalen verdedigen een traditioneel programma van democratie, mensenrechten en vrije markt. Naarmate de Verenigde Burgerpartij conservatiever werd, verschenen er nieuwe liberale bewegingen als de Partij voor vrijheid en vooruitgang en de Unie voor democratie in Wit-Rusland. Ook zij hebben jeugdbewegingen in hun achterban zoals de JCSU Jonge Democraten (jong-christelijke sociale unie, eerder conservatief), het Civiele Forum en Zubr (deze laatste twee zijn eerder progressief-liberaal).

Eenheid oppositie?

De oppositie in Wit-Rusland heeft altijd geschipperd tussen het boycotten van verkiezingen of deelname om de bedenkelijke gang van zaken duidelijk te maken. Er zijn heel wat pogingen geweest om tot eenheid te komen in de oppositie tegen Loekasjenko, die vooral in de jaren 2000-2009 succesvol waren. Bij de presidentsverkiezingen van 2001 verenigde de oppositie zich achter vakbondsman Vladimir Gonsjarik, die 15% haalde in de officiële uitslag.

Bij de parlementsverkiezingen van 2004 volgde de eerste echte samenwerking met de Volkscoalitie 5 Plus, waarin communisten, socialisten, nationalisten en liberalen samen optraden, maar geen zetels haalden. In 2006 slaagden ze erin om samen de sociaaldemocraat Aljaxandr Milinkevitsj naar voren te schuiven onder de banner van de Verenigde Democratische Krachten. Hij haalde 6% en de verkiezingen werden opgevolgd door een denim-revolutie, naar analogie met kleurenrevoluties in andere landen, die hardhandig neergeslagen werd. Milinkevitsj richtte daarna de eenheidsbeweging Voor Vrijheid op, die geleidelijk aan naar rechts toe schoof.

In 2009 scheurden verschillende rechtse en nationalistische krachten zich evenwel af van de brede coalitie om het Wit-Russisch onafhankelijkheidsblok te vormen. Het was het einde van de verenigde oppositie. In 2010 stelde iedere stroming weer zijn eigen kandidaat voor, die hoogstens enkele procenten haalde. De verkiezingen werden gevolgd door protesten en grootschalige repressie. Zeven presidentskandidaten werden na de verkiezingen aangehouden. Oppositieleden verdwenen voor jaren achter tralies

De machtsbasis van Loekasjenko

Geen enkele dictator, hoe wreed ook, kan zonder volkssteun. Het ziet er zelfs naar uit dat Loekasjenko aanvankelijk een brede steun had onder de Wit-Russische bevolking. Mogelijk stonden meer dan de helft van de Wit-Russen achter hem in de jaren 90. Vanwaar deze populariteit en waarom is deze steun afgekalfd?

In 1991 bleek uit een referendum dat 83% van de Wit-Russen de Sovjet-Unie wilde behouden. Loekasjenko speelde op dat gevoel in toen hij in 1994 de presidentsverkiezingen won van Wjatsjeslau Kebitsj, een man die nochtans in overeenstemming met Loekasjenkos beloftes de privatiseringen vertraagde en toenadering tot Rusland zocht, weliswaar nadat hij zelf had bijgedragen tot de ineenstorting van de Sovjetunie.

Een ander punt waar Loekasjenko mee kon scoren was de taal. Na de onafhankelijkheid van Wit-Rusland in 1991 werd de Wit-Russische taal over heel het land opgelegd. Veel Russischtaligen namen daar aanstoot aan, en ze zagen met afschuw hoe Russischtaligen in Oekraïne en de Baltische staten tot tweederangsburgers verwerden. Door het Russisch tot tweede nationale taal uit te roepen, wist Loekasjenko hun steun te verwerven, en zij zijn een meerderheid van de bevolking. Sindsdien klagen Wit-Russischtaligen dan weer dat hun taal achtergesteld wordt.

Loekasjenko beloofde niet alleen een hereenmaking met Rusland, hij zou ook de chaotische privatiseringen – die onder meer de Russische economie om zeep hielpen in de jaren 90 – in Wit-Rusland tegenhouden. Veel industrie en landbouw bleef in overheidshanden. Wit-Rusland ondervond de gevolgen van de economische neergang in de buurlanden, en van de roebelcrisis uit 1998. Maar vanaf 2000 wist hij de Wit-Russische economie niet alleen stabiel te houden, maar zelfs aanzienlijke groeicijfers voor te leggen.

Neergang Loekasjenko

Naast de economische successen wist Loekasjenko het volk te binden met angst voor de gebeurtenissen in Oekraïne. Weinig mensen wilden een oranje revolutie, laat staan een Maidanrevolutie die in oorlog en chaos eindigde. Maar Loekasjenkos economische successen eindigden in 2010. Net voor de verkiezingen van dat jaar liet hij de lonen drastisch verhogen. Het gevolg was een economische ineenstorting waarbij inflatie en zelfs devaluatie de loonstijging meer dan ongedaan maakten.

Omdat Wit-Rusland zo weinig banden had met de EU en de VS – terwijl Wit-Russen massaal hun geld omzetten naar euro’s en dollars – was het erg moeilijk om uit deze crisis te komen. Loekasjenko – die intussen ook al een paar keer in aanvaring gekomen was met de Russische president Poetin – besloot dat hij de banden met het westen moest aanhalen.

In 2015 liet hij in aanloop naar de presidentsverkiezingen verschillende oppositiekandidaten vrij (die opgesloten waren in de grote repressiegolf van 2010-2011). Hij bemiddelde ook met westerse leiders over het conflict in Oekraïne. Zij verzachtten van hun kant de sancties ten aanzien van Wit-Rusland.

Intussen is de steun voor eenmaking met Rusland erg verminderd. Het blijft de natte droom van menig Russisch politicus en mogelijk zelfs van Poetin, maar slechts een minderheid van de Wit-Russen staat hier nog achter. Ook Loekasjenko is steeds meer de onafhankelijkheid van Wit-Rusland gaan benadrukken met een nationalistisch discours. De vraag is welke geloofwaardigheid hij daarin heeft, hij die groot werd met de belofte van toenadering tot Rusland.

Presidentsverkiezingen

In de presidentsverkiezing van 2020 trad de oppositie aanvankelijk in verspreide slagorde op.  De communistische partij ‘Rechtvaardige wereld’ en de groene partij lieten al op voorhand weten niet te willen deelnemen aan de farce. Een poging om tot een enkele oppositiekandidaat te benoemen vanuit verschillende partijen faalde door de coronacrisis en tegenstrijdige ambities en programma’s. Sociaaldemocraat Sjarhej Tsjeratsjen nam wel deel en haalde officieel 1,14%.  Mikalaj Statkevitsj, een sociaaldemocraat die na zijn eerdere kandidatuur in 2010 jaren in de cel verdween, werd geweerd uit de verkiezingen.

Hanna Kanapazkaja, een voormalig parlementsoppositielid dat in het verleden verbonden was aan de liberalen, mocht wel meedoen maar kreeg het verwijt dat haar kandidatuur enkel diende om de overwinning van Loekasjenko te rechtvaardigen. Zij haalde 1,68%.

De kandidaten die er echt toe deden kwamen echter van buiten de traditionele oppositie. De vrouw die Loekasjenko uitdaagde, Svetlana Tichanovskaja, werd eigenlijk maar per ongeluk kandidaat. Ze volgde haar man Sergei Tichanovski op toen hij gearresteerd werd. Tichanovski werd bekend met zijn YouTube-kanaal ‘Een land om in te leven’.

Hij verspreidde filmpjes over hoe gewone mensen het leven in Wit-Rusland ervaren, en interviewde leden van de oppositie en zakenmensen. Zijn verhalen gingen vaak over de strijd met de bureaucratie, de leugenachtige pers of de achteruitgang van de steden. Als hij live ging eindigde het meer dan eens met ongeautoriseerde politieke bijeenkomsten. Zo’n bijeenkomst op 9 mei – een soort tegenbetoging tegen de grote parade in Minsk voor de viering van het einde van de Tweede Wereldoorlog – leverde hem een arrestatie op en hypothekeerde zijn kansen om presidentskandidaat te worden.

Hij werd eind mei opnieuw gearresteerd, en wordt tot op vandaag vastgehouden. Zijn vrouw besloot om de presidentskandidatuur over te nemen, en slaagde er zowaar in om geregistreerd te worden. Een werkelijk programma had Tichanovski niet, behalve dat hij de bureaucratie wou bestrijden en het ondernemen wou bevorderen. Hij wordt daarom door sommigen als een populist beschouwd.

Kandidaten uit de elite

De potentiële kandidaat waar Loekasjenko werkelijk bang voor was, is Viktor Babariko, opnieuw een man zonder banden met de traditionele oppositie. Babariko was jarenlang het hoofd van de Belgazprombank, een Russische bank  die in Wit-Rusland opereert. Hij werd midden juni aangehouden, toen hij samen met zijn zoon zijn kandidatuur wou stellen. De Wit-Russische overheid nam het beheer van de bank over en startte verschillende onderzoeken naar leidinggevenden van de bank. Het zorgde voor behoorlijke wrevel met Moskou.

Hoewel peilingen in Wit-Rusland verboden zijn, waren er aanwijzingen dat Babariko zowat de helft van de stemmen zou wegkapen, veel meer dan Loekasjenko. Hoewel Babariko, een liberaal, door zijn voormalige functie vaak aan Rusland gelinkt wordt, wil hij vooral de onafhankelijkheid van Wit-Rusland benadrukken en goede relaties aanknopen met de EU. Babariko klaagde aan dat de economie veel te afhankelijk was van Rusland. Bovendien vond hij dat Loekasjenko de coronacrisis niet ernstig nam, waarbij die laatste zelfs beweerde dat men het virus te lijf kon gaan met wodka en saunas.

Een derde kandidaat die Loekasjenko werkelijk bedreigde was Valeri Tsepkalo. Hij is een voormalig diplomaat die het Hoge Technologie Park van Minsk oprichtte, een project waarmee Wit-Rusland aan de spits wou staan van ICT-technologie, aangemoedigd door gunstige belastingvoorwaarden. In 2017 werd hij er bedankt voor bewezen diensten. Toen hij zijn kandidatuur aankondigde beweerde hij niet enkel de autocratie van Loekasjenko te willen bestrijden, maar ook het bestuur en de economie te willen hervormen,  die in zijn ogen archaïsch en inefficiënt zijn. Hij is een fervente liberaal die gelooft dat individualisme en privébezit de drijvende kracht zijn achter de economie.

Babariko en Tsepalko hebben beiden grote verantwoordelijkheid gedragen in Wit-Rusland, en beiden hebben ook het verwijt gekregen nepkandidaturen te willen neerleggen in samenspraak met Loekasjenko. Maar nadat hun kandidaturen geweigerd werden, Babariko in de gevangenis belandde en Tsepalko naar het buitenland vluchtte, bleken deze geruchten onterecht. Wat wel iedereen verbaasde is dat de campagnes van Babariko en Tsepalko zich achter Svetlana Tichanovskaja schaarden, die zodoende de belangrijkste oppositiekandidate werd.

Tichanovskaja

In het openbaar werd Tichanovskaja vergezeld door Veronika Tsepkalo, de vrouw van Tsepalko, en Maria Kolesnikova, de campagneleidster van Babariko. Haar programma had Tichanovskaja tot het minimum gereduceerd: ze zou zich beperken tot het vrijlaten van de politieke gevangen en het houden van nieuwe verkiezingen binnen de zes maanden. Bovendien kreeg Tichanovskaja de steun van sociaaldemocraten, liberalen, christendemocraten, de vrouwenpartij alsook van de afgewezen sociaaldemocratische kandidaat Statkevitsj.

Tichanovskaja behaalde officieel 10% van de stemmen, maar verwierp de uitslag. Een paar dagen na de verkiezingen vluchtte ze naar Litouwen, blijkbaar in samenspraak met de Wit-Russische veiligheidsdiensten in een akkoord om daarbij ook haar gevangengehouden campagneleidster Maria Moroz naar Litouwen te laten gaan. Veronika Tsepkalo van haar kant was al daags voor de verkiezingen gevlucht en bracht haar stem uit in de Wit-Russische ambassade van Moskou.

Toen ze in Litouwen aankwam riep Tichanovskaja aanvankelijk op om de protesten te stoppen en de verkiezingsuitslag te aanvaarden – vermoedelijk onder druk van de veiligheidsdiensten – maar niet lang daarna nam ze weer het voortouw in de oppositiebeweging, eiste ze de overwinning op, riep ze op om verder vreedzaam te betogen en te staken, en richtte ze een coördinatieraad op om de transitie naar nieuwe verkiezingen voor te bereiden.

De coördinatieraad

De Coördinatieraad werd op 14 augustus opgericht. Een dag later werden de eerste leden bekendgemaakt. Het meest in het oog lopende lid is Svetlana Aleksijevitsj, de schrijfster die in 2015 de nobelprijs literatuur kreeg voor haar beklijvende getuigenissen van gewone mensen over het leven tijdens en na de Sovjetunie. Hoewel ze de oppositie in het verleden omschreef als ‘dromers en romantici’, stond ze al lang bekend als een opposante van Loekasjenko, waardoor ze ook van 2000 tot 2013 in het buitenland verbleef. Ze beschouwt zichzelf als een sociaaldemocrate, volgens haar het juiste midden tussen het totalitaire communisme en het harde kapitalisme

Wie ook in de kijker loopt is Olga Kovalkova, wiens deelname aan de verkiezingen namens de Wit-Russische christendemocratische partij afgewezen werd. Nog een opvallende christendemocraat is Vital Rimasjeuski, die de partij vanuit de rechtste jeugdbeweging Maladi Front heeft opgericht. Hij nam in 2010 deel aan de presidentsverkiezingen en staat bekend om zijn homofobe ideeën. De christendemocraten zijn nationalistisch, anti-Russisch en willen het Wit-Russisch terug als enige nationale taal erkennen.

Het zevenkoppig presidium van de coördinatieraad bestaat naast Aleksijevitsj en Kovalkova nog uit Maria Kolesnikova, de campagneleider van Babarika die als enige van het vrouwentrio rond Tichanovskaja nog in Wit-Rusland verblijft; Pavel Latoesjko, de minister van cultuur die omwille van zijn steun aan het protest ontslagen werd; Sergei Dilevski, die de stakingen in de grote tractorfabriek in Minsk hielp opzetten; de gematigde nationalist Ales Bjaljatski, oprichter van de mensenrechtenorganisatie Viasna (Lente) en sinds jaar en dag symbool van de oppositie; Lilia Vlasova, die aan commerciële en legale bemiddeling doet in voormalige sovjetlanden; en Maxim Znak, een advocaat die onder meer advies gaf aan Babarika, de Wereldbank en rond het aanpassen van Wit-Russische wetgeving aan de normen van de Wereldhandelsorganisatie.

Naast het presidium streeft de Coördinatieraad naar een zeventigtal leden, waaronder slechts een klein aantal politieke figuren uit de traditionele oppositie. Naast de reeds vernoemde Vital Rimasjeuski van de christendemocraten, vernoemen we Joeri Goebarevitsj, eveneens een veteraan van het nationalistische Maladi Front die hier optreedt als woordvoerder van de pluralistische oppositiepartij Voor Vrijheid; en Alexander Dobrovolski van de liberaal-conservatieve Verenigde Burgerpartij. Daarnaast zijn er talrijke artiesten, deels opgenomen in het kielzog van voormalig cultuurminister Latoesjko, academici en journalisten.

Kritiek op de Coördinatieraad

Loekasjenko reageerde uiteraard fel op de Coördinatieraad. Hij kondigde meteen  aan dat de leden van de raad vervolgd zouden worden voor poging tot staatsgreep. Bovendien viel hij de raad frontaal aan op haar programma: de raad zou elke samenwerking met Rusland willen stopzetten, tot en met het verbreken van de banden tussen de Wit-Russische orthodoxe kerk en Moskou, en zich eenzijdig op het westen richten. Ze durven volgens hem niet luidop te zeggen dat ze de Wit-Russische taal willen opleggen, maar willen wel het beledigen van het Wit-Russisch strafbaar maken en het Wit-Russisch opleggen in leger en onderwijs.

Prominent lid van de Coördinatieraad Maria Kolesnikova was er snel bij om te benadrukken dat Rusland een belangrijke politieke en economische partner is van Wit-Rusland, en dat de oppositie alle bestaande verdragen wil behouden inclusief de Uniestaat van Rusland en Wit-Rusland en de militaire samenwerking. Voormalig minister en lid van de raad Latoesjko zei dat het pragmatisch was om de goede relaties met Rusland te behouden, aangezien het instaat voor ongeveer de helft van de buitenlandse handel van Wit-Rusland. Tegelijk benadrukt hij dat ze willen streven naar betere relaties met de EU, die goed is voor 30 tot 35% van de handel.

Hoewel de Coördinatieraad wel degelijk een aantal leden bevat die gerust als ‘russofoob’ kunnen doorgaan, wordt hun invloed ongetwijfeld getemperd door meer pragmatische leden als Kolesnikova en Latoesjko. Joeri Gloesjakov van de groene partij verweet de Coördinatieraad om wel snel te reageren als het beschuldigd wordt van vijandigheid tegenover Rusland, maar om te zwijgen als ze beschuldigd worden van een neoliberaal beleid te willen voeren, inclusief verregaande privatiseringen en hervormingen in de arbeidswet. Naast de Coördinatieraad werden er lokaal nog verschillende oppositieraden en stakerscomités waaronder een Nationaal Stakingscomité opgericht, die weliswaar minder weerklank krijgen.

Internationale reacties

Dat de Europese Unie snel de verkiezingen zou veroordelen – en daarmee de toenadering waar Loekasjenko al jaren na streefde ongedaan maakte – was te verwachten. Dat Poetin meteen na de verkiezingen zijn felicitaties aan Loekasjenko uitte was verrassender. De relatie tussen Poetin en Loekasjenko was al jaren aan het verzuren, en dat Loekasjenko in de aanloop naar de verkiezing Rusland beschuldigde om onrust aan te wakkeren in Wit-Rusland werd zeker niet geapprecieerd. Dat Poetin tegelijkertijd leden van zijn partij Verenigd Rusland en de pro-Kremlin internationale nieuwszender RT toeliet om forse kritiek te leveren op de verkiezingen en het daarop volgende geweld, toont aan dat Rusland in de knoop zit met Loekasjenko.

Geconfronteerd met de grootschalige onrusten moest Loekasjenko zich wel terug tot Poetin richten. Die laatste beloofde in Wit-Rusland tussen te komen als het land bedreigd werd. In een telefoongesprek met Merkel en Macron verzekerde Poetin dat hij daar vooralsnog geen aanleiding toe zag, maar hij herhaalde voor de slechte verstaanders dat hij niet kon smaken dat westerse landen zich mengen in de zaken van ‘nabije buurlanden’ van Rusland.

Sindsdien waarschuwt Loekasjenko alweer voor de buitenlandse dreiging, een constante in zijn beleid van de afgelopen kwarteeuw, al komt die nu weer eenzijdig uit het westen. De protesten worden volgens hem gecoördineerd door de VS, en er is gevaar voor een invasie van de NAVO vanuit Polen en Litouwen. Daarom werden er de afgelopen dagen grootschalige militaire oefeningen gehouden in de streek van Grodno, aan de westerse grens van Wit-Rusland. Of hadden die ook een binnenlandse betekenis?

Stakingen

In de eerste dagen na de verkiezingen werden de protesten onbeschaamd hardhandig neergeslagen. Loekasjenko heeft de reactie hierop volledig fout ingeschat. Het protest zwol door de repressie net aan. Toen een aantal grote staatsbedrijven in staking gingen veranderde de strategie van de president. Prominenten verontschuldigden zich voor de excessen van het politiegeweld en duizenden betogers werden vrijgelaten. Vele anderen bleven evenwel gevangen. Niet alleen waren de arbeiders vroeger een machtsbastion van Loekasjenko, het baart hem vooral zorgen dat de stakingen de reeds fragiele economie een enorme schade toebrengen. Hij wakkerde de vrees aan dat fabrieken zouden moeten sluiten en arbeiders hun job zouden verliezen.

Onder meer in de regio van Grodno wordt er fel gestaakt, en dat zou de echte reden zijn achter de recente militaire oefeningen. De afgelopen dagen werden verschillende stakingsleiders opgepakt, een teken dat Loekasjenko geenszins afziet van politieke repressie en werkelijk bang is van de stakers, meer nog dan van de massabetogingen van de afgelopen twee zondagen. Vooralsnog klampt de ‘laatste dictator van Europa’ zich vast aan de macht en lijkt zijn strijd met de oppositie op een uithoudingsstrijd. Als toezegging beloofde Loekasjenko nieuwe verkiezingen na een grondwetwijziging, maar dit alles pas nadat de rust is teruggekeerd.

Hoe lang kunnen betogingen en stakingen nog doorgaan tegenover een autocraat die van geen wijken weet? De oppositie in Wit-Rusland mag dan al zeer gevarieerd zijn – van communisten tot extreemrechtse nationalisten, waarbij het moeilijk is een inschatting te maken van het gewicht van elke stroming – het weet wel een groot deel van de bevolking te mobiliseren met haar centrale eisen: nieuwe, eerlijke verkiezingen en een einde aan de politieke repressie.