The Cure komt naar het Sportpaleis, en ik laat al lang geen kans meer liggen om mijn jeugdhelden aan het werk te zien. The Cure heeft mij gedurende bijna heel mijn leven begeleid, vanaf de leeftijd van twaalf jaar. Het waren de glorietijden van ‘Disintegration’, het meesterwerk uit 1989, en The Cure was razend populair. Ik was bij The Cure terechtgekomen omdat ik die new wavers op school wel cool vond. Ze waren ‘anders’, en ik voelde me ook ‘anders’. Ze zagen eruit als mensen die niet aan deze maatschappij wilden deelnemen, en ik had ook het gevoel aan de zijlijn te staan.
Ik moet wel zeggen dat The Cure vooral populair was bij de alternatieve jeugd, maar best een kwalijke reputatie had bij meer conforme mensen. The Cure werd gezien als een groep voor depressieve jongeren, die zich zaten af te vragen waarom ze op deze wereld rondliepen, en eventueel zelfs overwogen om eruit te stappen. Er was algemeen veel dedain voor die ‘planten’ of ‘zwartzakken’ die fan waren van The Cure, en dat liep soms zelfs over tot fysieke aanvallen op new wavers door rechtse extremisten. Ik herinner me ook een grapje uit Humo: ‘Het is zwart en het hangt in een boom. Wat is het? Het antwoord: een new waver.’
Toch is The Cure vandaag één van de meest populaire rockgroepen, die ook volledig omarmd wordt door de goegemeente. Ik heb zo mijn theorie over het succes van The Cure, en ik deel die graag. Het is de mix van pop en goth die het gedaan heeft. Met zijn eerste platen, tot en met ‘Pornography’ in 1982, verkende The Cure de zwartste krochten van de menselijke ziel. Het leverde hen een cultstatus op, en ze werden één van de belangrijkste groepen uit de new wave.
Maar na ‘Pornography’ begon Robert Smith niemendalletjes te schrijven als ‘The Walk’ en ‘Let’s Go To Bed’, die misschien gewoon een parodie waren op de popliedjes waar Smith zo op neerkeek. Misschien wel onder druk van de platenmaatschappij werd The Cure steeds commerciëler. ‘The Head On The Door’ (1985) was een uitstekende popplaat, en ‘Kiss Me Kiss Me Kiss Me’ (1987) een halfslachtige. Hoe dan ook scoorde The Cure vele hits, stonden ze zichtbaar in alle magazines en werden hun clips grijsgedraaid op MTV. Zo werden ze het uithangbord van de new wave, en een herkenbaar fenomeen, ook voor alle mensen die niets hadden met die new wave.
Maar zoals u weet is popglorie vergankelijk. Het is omdat Robert Smith daarna terugsloeg met een zwaarmoedig meesterwerk – ‘Disintegration’ – dat de groep finaal rockgeschiedenis schreef. ‘Disintegration’ werd aanvankelijk gezien als een commerciële zelfmoord, maar bleek net de meest populaire plaat van The Cure te worden. Drommen existentiële pubers vielen voor de plaat, en namen de zwarte kleding en de hoog opgetoeperde kapsels van de groep over. Van dan af kon de groep gewoon voortbouwen op die reputatie.
En dus zit ik hier vanavond in een afgeladen vol Sportpaleis, tussen heel veel normale mensen. Elke keer ik een alternatiever wezen zie, en zeker iemand die zichtbaar tot de gothic behoort, voel ik een soort verbondenheid. Als ik bedenk dat ik vroeger op mijn eerste Cure-concerten zo onder de indruk was van al die extravagante creaturen met hun gecrepeerd haar en hun lange zwarte jassen, dan voel ik wel enige heimwee.
Stipt om 19u30 gaan de lichten uit. The Twilight Sad heet Robert Smiths favoriete groep te zijn, en ze mochten ook al in 2016 het voorprogramma van The Cure verzorgen in hetzelfde Sportpaleis. Robert Smith had de groep destijds uitgenodigd om gedurende de hele tournee het voorprogramma te spelen, en dat net op het moment dat de groep overwoog om ermee te stoppen. Waar ik in 2016 het gevoel had dat de groep niet volledig tot zijn recht kwam – voorprogramma’s in het Sportpaleis spelen vaak stiller en met minder lichtshow – is dat vandaag absoluut niet het geval.
De Schotten brengen letterlijk schot in de zaak met een mix van indie en postpunk, en net zoals elke groep in die genres zijn ze beïnvloed door The Cure. Hun muziek is zowel opwindend als melancholisch, met scherpe gitaren en een extra elektronische toets, zeker als de bassist overstapt naar bassynth. De ronkende drums op ‘That Summer At Home I Had Become The Invisible Boy’ hadden niet misstaan op ‘Pornography’, en de zanger heeft een zeemzoete, licht nasale stem, die het geheel extra aan emotie doet winnen.
Ik moet toegeven dat ik niet meer uit eigen beweging naar nieuwe Angelsaksische rockgroepen ga kijken. Er is gewoon een overaanbod aan dergelijke groepen, die sowieso meer aandacht krijgen dan andere, meer originele groepen. Maar eerlijk is eerlijk: The Twilight Sad gaf een nagenoeg perfect optreden, vol meeslepende nummers. En ze hadden een Oekraïense vlag mee op het podium, iets waarmee je altijd mijn sympathie kunt winnen.
Na drie kwartier, waarin The Twilight Sad alle mogelijkheden krijgt om indruk te maken, gaan de lichten terug aan. De zaal loopt vol met mensen die het voorprogramma niet hoefden te zien, of misschien door hun werk slechts nu kunnen aankomen. Er verschijnen neonaankondigingen van verschillende concerten, maar ook met de slogan ‘recycling is the cure’. Een mooie knipoog, maar toch werkt het Sportpaleis nog steeds, net als menige andere concertzaal, met plastic wegwerpbekers voor de drank. Ik wil er niet aan denken welke hoop afval dat bij elk concert genereert.
Om kwart voor negen gaan de lichten opnieuw uit, maar The Cure laat het publiek nog even wachten op achtergrondgeluiden van regen en donder. Als de groepsleden het podium betreden, barst uitbundig gejuich op. Robert Smith loopt wat onwennig de voorkant van het podium af tijdens de intro van ‘Alone’, een heerlijk uitgesponnen nieuw nummer dat aansluit bij de ‘Disintegration’-hoogdagen.
Over de nieuwe plaat – waarvan we sinds een aantal maanden weten dat het de naam ‘Songs Of A Lost World’ zal dragen – is al veel inkt gevloeid, en de uitgave ervan werd ook ettelijke malen uitgesteld. Ik overloop voor jullie nog even de geschiedenis. In 2018 mag The Cure zijn veertigste verjaardag vieren. Ze doen dat met een groots opgezet optreden in Hyde Park, maar tegelijkertijd mag Robert Smith ook het Meltdown Festival cureren. Op beide evenementen nodigt Smith een resem jongere groepen uit, en achteraf verklaart hij dat het hem zin en inspiratie geeft om nieuwe nummers te schrijven.
Eind 2018 – als bekend wordt dat The Cure tot de Rock & Roll Hall Of Fame mag toetreden – laat Smith weten dat de groep effectief de studio is ingedoken, en nieuw materiaal heeft opgenomen. Dit alles moet resulteren in een plaat die nog voor de grote festivaltournee van 2019 moet uitkomen, toen de groep ook in Werchter speelde. Dat is uiteraard niet gelukt. In maart 2022 wordt Smith nog eens ondervraagd over de plaat, als hij samen met Chvrches optreedt op de NME awards. Er is sprake van drie platen. De eerste is ‘doom & gloom’ en zal de naam ‘Songs Of A Lost World’ krijgen. De plaat ging voor de huidige tournee uitkomen, maar dat is alweer niet gelukt.
Toch draait deze tournee rond de plaat. De tournee heet ‘Shows Of A Lost World’, en er zijn al vijf nieuwe nummers in première gegaan tijdens de tour. Over de twee andere platen is enkel geweten dat er één vrolijkere plaat tussen zit, en dat de laatste plaat eigenlijk pure noise is, waar Smith nog niet tevreden over is. Wanneer en of de platen ooit uitkomen, is niet geweten. Hou alvast je adem niet in. We zullen al blij zijn als die eerste plaat er zal zijn. En dat meen ik, want wat we er vanavond uit te horen krijgen, maakt me erg nieuwsgierig.
The Cure gaat verder met ‘Pictures Of You’, en het valt op dat de groep nu uitgegroeid is tot een sextet. Perry Bamonte, die van 1990 tot 2005 in The Cure speelde, is terug aan de line-up toegevoegd. De gitarist-toetsenist ziet er nog steeds erg cool uit, slank en met gecrepeerd haar. Dit brengt het aantal Cure-leden met gecrepeerd haar op drie, samen met Robert Smith en drummer Jason Cooper. Ik geloof dat Bamonte terug bij de groep geroepen is om de nummers van de nieuwe plaat te spelen, want daar zijn soms twee toetsenisten voor nodig. Bovendien geeft hij extra ruimte aan gitarist Reeves Gabrels, die dan los kan gaan op zijn gitaar in nummers als ‘A Night Like This’, ‘Burn’ en ‘Shake Dog Shake’.
Het melancholische ‘Lovesong’ is de hoogste hitnotering ooit van The Cure. Het steeg tot de tweede plaats in de Verenigde Staten. Het nummer werd oorspronkelijk geschreven als een verjaardagscadeau aan Smiths vriendin Mary Poole, en maakte deel uit van het zwaarmoedige meesterwerk ‘Disintegration’, dat ook een beetje een conceptalbum was over ouder worden. En ja, we zijn intussen allemaal veel ouder geworden, al ben ik blij ook wat jongere gezichten in het publiek op te merken.
Het gloednieuwe ‘And Nothing Is Forever’ lijkt wel op dat thema verder te gaan: ‘And I know, I know / For my world has grown old / And nothing is forever’. Het nummer bevat heel mooie toetsen van Roger O’Donnell. Smith lijkt voor de nieuwe plaat het volledige potentieel van muzikanten als O’Donnell en Gabrels te willen benutten, daar waar ze zich vroeger vaak moesten beperken tot het spelen van deuntjes waarbij hun capaciteiten niet tot hun volle recht kwamen. Een goede zaak.
Ik heb veel kritiek gehad op de platen uit het nieuwe millennium – ‘Bloodflowers’ (2000), ‘The Cure’ (2004) en ‘3:14 Dream’ (2008) – maar bij de nieuwe nummers die ik nu hoor voel ik dat ik ervan hou, en ervan zal blijven houden. Het enige nummer uit die drie platen is een mooie versie van ‘The Last Day Of Summer’ uit ‘Bloodflowers’, en dat heeft wellicht te maken met het feit dat Smith een band ziet tussen ‘Pornography’, ‘Disintegration’, ‘Bloodflowers’ en wellicht ook het nieuwe ‘Songs Of A Lost World’.
Bij ‘The Hanging Garden’ voelt Smith zich geroepen om het nummer wat te duiden: ‘Het is vreemd. We spelen dit niet zo vaak. Het was een vreemde tijd. Ik wist niet wat ik deed.’ Dat geloven we, de opnames van ‘Pornography’ staan bekend als een tijd waarin Smith veel drugs nam en extreem asociaal en depressief was. ‘Ik herinner me de nacht nog waarin ik dit nummer schreef, en het brengt me altijd terug naar die nacht. Het is alsof jullie er even niet meer zijn.’
Er volgen heel wat sterke nummers, maar die wel elke keer tot het meer zwaarmoedig werk van The Cure horen: ‘At Night’, ‘Charlotte Sometimes’, ‘Play For Today’ … ‘A Fragile Thing’ is het enige nieuwe nummer dat me niet helemaal weet te overtuigen. Maar dat doet ‘Endsong’ gelukkig wel, en opnieuw lijkt het nummer te gaan over ouder worden: ‘It’s all gone / No hopes, no dreams, no world / I don’t belong here anymore’. Even vrezen we dat Robert euthanasie voor ondraaglijk psychisch lijden wil aanvragen. Het is alleszins een signaal om een eind te maken aan de hoofdset van The Cure, maar we weten uit ervaring dat de groep steeds nog twee of drie keer terugkomt voor bisnummers.
Je verwacht bij de bisnummers een avalanche aan hits, maar dat is buiten Robert Smith gerekend. Die opent de eerste bisronde met ‘I Can Never Say Goodbye’, alweer een erg donker nieuw nummer dat hij schreef toen zijn broer op sterven lag. Meteen erop volgt een uitgebreide versie van ‘Faith’. Ik heb bij vorige optredens soms geklaagd dat er soms niets uit het gelijknamige duister pareltje van begin jaren 80 gepeeld werd, maar vandaag gebeurt dat dus wel. De eerste bisronde wordt wel degelijk afgesloten met een hit die iedereen kent: ‘A Forest’. Robert en bassist Simon Gallup, die als vanouds de enige is die het hele optreden over het hele podium rondhuppelt, spinnen de outro met hun tweetjes heerlijk lang uit.
De avalanche aan hits volgt bij de tweede bisronde: ‘Lullaby’, ‘The Walk’, ‘Let’s Go To Bed’ … Als Robert een paar keer ‘and Wednesday too’ in zijn micro mompelt, weet je dat het tijd wordt voor ‘Friday I’m In Love’, dat op zijn beurt gevolgd wordt door ‘Close To Me’, ‘In Between Days’, ‘Just Like Heaven’ en uiteraard ‘Boys Don’t Cry’ als finale afsluiter. The Cure heeft twee uur en veertig minuten gespeeld. Het accent lag op het zwaarmoedige werk van de groep, mede dankzij vijf nieuwe nummers uit ‘Songs Of A Lost World’. Het verschil met vorige concerten, waarop The Cure zich meer concentreerde op het spelen van hun talrijke hits, is groot. Ik ben alvast in de wolken. Maar ook wie kwam om de hits te horen, kan niet echt klagen. Ik denk dat iedereen hier vanavond met een voldaan gevoel de zaal verlaat.
Setlist : Alone / Pictures of You / A Night Like This / Lovesong / And Nothing Is Forever / Burn / The Hanging Garden / The Last Day of Summer / A Fragile Thing / Cold / At Night / Charlotte Sometimes / Push / Play for Today / Shake Dog Shake / From the Edge of the Deep Green Sea / Endsong
Bis 1: I Can Never Say Goodby / Faith / A Forest
Bis 2: Lullaby / The Walk / Let's Go to Bed / Friday I'm In Love / Close to Me / In Between Days / Just Like Heaven / Boys Don't Cry
Foto: Luc Luyten (klik hier voor zijn volledige fotoreportage)
Mijn vorige concertbesprekingen van The Cure: 2016 (Sportpaleis) / 2012 (Rock Werchter) / 2008 (Sportpaleis)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten