donderdag, juli 26, 2012

We blijven van hem houden! The Cure, Rock Werchter, 28/06/2012

Het is voor mij de tweede keer dat ik naar Werchter afzak voor het grootste festival van het land. De eerste keer was in 1995. En raad eens wie er toen op de affiche stond? The Cure natuurlijk! Het optreden was toen geweldig, maar de zo bewierookte ‘sfeer’ van het megafestival beviel me minder. In 2004 kocht ik nog eens een kaartje omdat David Bowie aangekondigd werd, maar ik verkocht het de dag zelf toen deze afzegde. Om maar te zeggen, Schueremans moet met overtuigende namen afkomen vooraleer ik me naar zijn festival begeef.

Aangezien ik toch de volle 85 euro betaald heb om aanwezig te mogen zijn, zorg ik dat ik mooi om half drie aan de inkom sta. Enkel om vast te stellen dat ik nog steeds niet moet hebben van dergelijke massabedoeningen. Het is drie kwartier aanschuiven om binnen te komen. Zelfs de meest luidruchtige festivalgangers, die al zingend, lachend en bier drinkend in de rij aansluiten, zingen op het eind van de rit een toontje lager.

Werchtergangers zijn doorgaans pubers die hun examens achter de rug hebben of ouderen die zich nog eens jong willen voelen. De vrouwen dragen korte (bikini)topjes en reageren uitbundig op alles wat ze zien. De mannen lopen dan weer in ontbloot bovenlijf rond of met een t-shirt waarmee ze opscheppen over hun drink- en bedprestaties. Ze versmaden het evenmin om met een debiele rode hoed rond te lopen die ze gekregen hebben aan de Jupilerstand, dat ondanks de hevige concurrentie met voorsprong de meest irritante festivalstand is op de weide.

Vroeger was het op een optreden van The Cure echt uitkijken naar het publiek. De optocht aan lange zwarte jassen en gecrepeerde haren maakt vandaag helaas geen deel meer uit van de show. Ook ik hoor bij de generatie die vroeger zijn haar hoog opstak. Toen ik als zestienjarige over het straat liep hoorde ik regelmatig opmerkingen als ‘kijk, dat is ene die in The Cure speelt’ of ‘die denkt dat em Robert Smith is’. Ik rouw nog steeds om het verdwijnen van dit kapsel uit het straatbeeld. Maar gaandeweg heb ook ik de haarlak laten varen. Al draag ik wel nog steeds het zwart dat me het beste past.

Kledij en kapsel gingen veel verder dan de idolatrie van één enkele groep of persoon. Heel jong al was ik gefascineerd door diegenen die zich afzetten tegen het afstompend conformisme van onze samenleving. De punkers vond ik best wel cool, maar iets te agressief en sloganesk naar mijn smaak. De zwartzakken – planten werden ze ook wel genoemd – waren zichtbaar meer introvert en bedachtzamer, eigenschappen die ook op mij van toepassing waren. Aan de hand van hun t-shirts wist ik af te leiden dat The Cure hun groep was, en ik vroeg een klasgenoot om me eens wat op cassette op te nemen (in die tijd werd er nog niet gedownload of gebrand).

Toen ik de cassetjes voor het eerst hoorde viel ik achterover. ‘It doesn’t matter if we all die’, was zowaar de eerste zin die door mijn luidsprekers schalde. Nu was ik zelf ook niet de meest vrolijke jonge knaap, maar hier had ik meteen mijn twijfels bij. 'Zo erg is het nu ook weer niet.' Ondertussen – na 10.000 luisterbeurten – zijn dergelijke nummers deel van mijn leven geworden. Ik was ook gecharmeerd door de persoon van Robert Smith, iemand die een alternatieve en nonconformistische filosofie incarneerde zonder te vervallen in het machismo van metallers en punks.

‘I really don’t know what I’m doing here, I really think I should have gone to bed tonight’ is ook een openingszin die kan tellen. Probeert Smith met deze Open(er) het Werchterpubliek een subtiele hint te geven? Wellicht niet, want onmiddellijk erna krijgen we High voorgeschoteld. Met The End Of the World tast hij even het geduld van het publiek af, maar dan ontpopt The Cure zich tot een ware jukebox die de ene hit na de andere speelt: Lovesong, Push, Inbetween Days…

De bezetting van de groep is alweer veranderd sinds het fantastische laatste optreden in ons land, in het Sportpaleis van Antwerpen. Roger O’Donnell mag de groep weer bijtreden op toetsen. Ik heb nooit begrepen waarom deze man tot twee keer toe uit de groep werd gezet, maar het doet vermoeden dat de personeelswissels in The Cure vaker het gevolg zijn van persoonlijke conflicten dan van muzikale criteria. Ook het verdwijnen van Porl Thompson – waarvan u een gedetailleerd relaas vindt in Yves Boones prachtige bespreking van het optreden op Pinkpop – doet dergelijke twijfels rijzen. 
Hij wordt vervangen door Reeves Gabrels, die zijn pluimen onder meer verdiend heeft bij David Bowie. Al had Smith wat mij betreft een slechtere gitarist mogen uitkiezen. Ik heb de indruk dat Gabrels een heel optreden lang probeert te bewijzen dat hij nog veel meer kan dan wat de liedjes van The Cure voorschrijven.

Ondertussen blijft het klassiekers regenen. Just Like Heaven, Pictures Of You, The Walk… Het meest opvallende nummer is wellicht Bananafishbones, uit de meest experimentele plaat van The Cure: The Top. Met nummers uit het nieuwe millennium gaat Smith behoedzaam om. We tellen er maar drie, en vermoeden dat zelfs Smith ondertussen doorheeft dat deze composities niet tot zijn meest glorierijke behoren. Ik denk ook dat de groep twee festivalsets heeft: eentje dat opgebouwd is rond Disintegration, die ze op Pinkpop gespeeld hebben, en eentje rond Wish, die we hier te horen krijgen. Hoewel alle memorabele Cure-platen aan bod kwamen, komt Wish duidelijk het meest uit de verf. End mag dan ook de set afsluiten. Smith lijkt bloedserieus als hij het publiek ‘please stop loving me’ toezingt.

Het heeft geen enkel effect. Wij blijven van hem houden! Aan het begin van de bisnummers prevelt Smith zelfs iets in de microfoon. Hoogst ongewoon voor een man die een heel optreden lang enkel naar de grond of de hemel heeft zitten staren en de interactie met het publiek doorgaans tot een ‘thanks’ aan het einde van elk nummer beperkt houdt. Hoe dan ook gaat het publiek volledig uit de bol tijdens Friday I’m In Love en Boys Don’t Cry. Het had van mij nog veel langer mogen duren, maar ik ben blij dat ik erbij ben geweest. Terwijl de echte Werchtergangers nog drie dagen en vier nachten voor de boeg hebben vooraleer ze vuil en uitgeput naar huis kunnen, maak ik me naarstig uit de voeten.

SETLIST: Tape / Open / High / The End of the World / Lovesong / Push / Inbetween Days / Doing the Unstuck / Just Like Heaven / From the Edge of the Deep Green Sea / Pictures of You / Lullaby / The Walk / Bananafishbones / Play for Today / A Forest / Primary / Shake Dog Shake / The Hungry Ghost / Wrong Number / One Hundred Years / End

BIS: Friday I'm In Love / Boys Don't Cry

Geen opmerkingen: