Ik heb drie geweldige dagen en optredens achter de rug. Drie dagen op rij speelde ik het voorprogramma van Gert Kleinpunk in respectievelijk Dilbeek, Gent en Antwerpen. We hebben geweldige plekken en geweldige mensen ontdekt. Ik heb veel positieve commentaar gekregen op mijn optredens, en ik wil iedereen die naar de optredens gekomen is bedanken.
En toch voelt het wat aan als een afscheid. Misschien omdat het ook een afscheid is. Gert Kleinpunk zoals we het de afgelopen jaren gekend hebben, is niet meer. Het was nochtans een geweldige groep. Enerzijds gaat de groep uit elkaar omdat sommige muzikanten het niet meer zagen zitten om veel tijd in dit project te steken, maar anderzijds wil Gert ook nieuwe wegen bewandelen, en ik ben alvast heel benieuwd naar wat dat zal zijn.
Ik heb de afgelopen zes jaar vaak het genoegen gehad om met Gert samen te zijn, als roadie te fungeren of zelfs het voorprogramma te spelen. Ik ben met Gert naar heel veel plekken geweest, alsook met zijn begeleidingsgroep. Ik heb de evolutie van de groep op de eerste rij meegemaakt, en misschien is dit het moment om u een inzage te geven in wat ik heb kunnen waarnemen.
Ik heb Gert waarschijnlijk in 2015 leren kennen. Natuurlijk kende ik Gert al langer van reputatie. Ik wist dat hij uit de punk kwam en nu kleinkunst maakte, wat ik wel cool vond. Ik had hem zelfs zien spelen in het voorprogramma van Armand – een concert dat hij zelf georganiseerd had – en had bij deze gelegenheid zijn cd ‘Leve de overlevenden’ gekocht van zijn vriendin Marieke, met wie ik nog gestudeerd heb.
Op een dag zette Gert een bericht op facebook dat hij op zoek was naar een gitarist om zijn voormalige punkgroep Obnoxious Absurdities terug op te richten. Zijn voormalige bassist Marc had hem overtuigd dat de groep een nieuwe kans verdiende. Ik beschouw mezelf niet als een uitstekende gitarist, maar om punk te spelen is dat ook helemaal niet nodig, en dus stuurde ik Gert een bericht. Hij bleek twee straten verder te wonen, en van dan af spraken we regelmatig af om te ‘repeteren’.
Repeteren was een groot woord voor wat we deden. Meestal speelden we vier nummers – altijd dezelfde vier – om daarna in de zetel achterover te liggen en de ene pint na de andere te drinken. Laat dit een bewijs zijn dat alcohol de creativiteit niet echt bevordert, verre van. Met bassist Marc hebben we bij mijn weten maar één keer gespeeld, en hij had voor de gelegenheid nog veel meer gedronken dan wij, wat me enige ergernis bezorgde toen hij over mijn bas – hij had er zelf geen, dus ik had de mijne meegenomen – struikelde.
U begrijpt dat er van die reünie van Obnoxious Absurdities niet veel terechtgekomen is. Een tijdje later stierf Marc aan een te laat ontdekte vergevorderde kanker. Zelf heb ik hem nooit goed gekend, maar ik weet dat Gert erg aangedaan was. Wel schreef Gert verder aan liedjes voor zijn kleinkunstproject, dat hij intussen ‘Kleinpunk’ was gaan noemen, al geeft hij grif toe dat hij de term van Pie.P Klein gepikt heeft.
Gert had destijds een achtsporenrecorder in zijn living staan, waarop hij zijn nummers opnam. Hij nodigde me uit om bas te spelen op een nieuwe compositie: ‘Liever kwijt dan rijk’, een protestnummer tegen de aanleg van een parking onder park de Bruul in Leuven. We gingen er zelfs een clip voor opnemen in park de Bruul. Dat vond ik geweldig, al denk ik dat Gert de clip intussen zoals vele andere video's van zijn YouTube-kanaal verwijderd heeft. We hebben het nummer ook live gebracht op één van de vele ‘Het lijkt wel vrede’-concerten die Gert destijds in zijn living organiseerde.
Ik weet niet helemaal hoe Gert in De Loft terechtkwam. Misschien was het ook de organisatie van een ‘Het lijkt wel vrede’-concert. Hoe dan ook komt hij in contact met Erik Heyns, de gitarist van de stonergroep Wheel of Smoke, en komen de twee overeen dat Erik een aantal nummers van Gert zal opnemen in De Loft, een soort hippiecommune in Herent waar verschillende groepen repeteren, en waar ook een ministudio aanwezig is.
Erik, die in De Loft resideert en ook een begenadigd bassist is, stelt meteen voor om de nummers te voorzien van een vette baslijn. In die tijd verbleef ook Yorick Musschoot in De Loft, en deze werd ook ingeschakeld om cajon te spelen op een paar nummers. Het resultaat is de plaat ‘Ongepast vrolijk’, waar ik nog steeds erg veel van hou, wellicht omdat ik de eer had om toetsen te spelen op twee nummers, en omdat ik deel uitmaakte van het achtergrondkoor ‘zootje ongeregeld’ op de plaat.
Toen Gert de plaat live wou promoten, kwam hij met Erik en Yorick overeen dat zij hem zouden begeleiden. Soms kon maar één van de twee, maar over het algemeen ging het vlot. Ik mocht verschillende optredens van de groep openen, en om één of andere reden herinner ik me vooral de concerten in Gent. In de Kinky Star wisten Gert en ik de hele frigo leeg te drinken, alhoewel het café wellicht maar vijf pintjes verkocht op dit optreden voor een nagenoeg lege zaal. Na het optreden in de ’t Assez was Gert stapeldronken per ongeluk op de trein naar Brugge gestapt, waarna Yorick en ik de juiste trein naar Leuven namen.
Het triumviraat Gert-Erik-Yorick bleek nochtans goed te werken. In 2019 nemen ze de plaat ‘Niets meer, niets minder’ op. Gert betrekt zijn muzikanten actief bij de opnames. Erik mag opnieuw de opnames verzorgen, maar ook Yorick, die daarnaast ook zanger is van de skapunkgroep Sunny After Moon, kan tekst en zang bijdragen op het nummer ‘Asociale media’. De groep is misschien per toeval samengekomen, maar blijkt intussen een hecht samenwerkingsverband.
Ik en Gert zagen elkaar regelmatig, en dat verzonk doorgaans in zuippartijen. Maar op een dag kwam Gert – na een avond in De Loft die na te veel drank grondig was misgelopen – me zeggen dat hij vanaf die dag geen druppel alcohol meer zou drinken. Ik was natuurlijk ook een alcoholist die al vaak tevergeefs had geprobeerd te stoppen, en ik had mijn gedacht over hoe dit ging lopen. Ik was mis, en ik zeg dit met het grootste respect: Gert heeft sindsdien nooit meer gedronken.
En zonder alcohol werd Gert nog creatiever. Hij spreekt Ezra Dessers, van de heerlijke folkgroep Clochard, aan om accordeon te spelen op zijn volgende ep: ‘Het lijkt wel vrede’, die in 2020 uitkomt. De groep wordt een kwartet, en opnieuw betrekt Gert zijn muzikanten bij de opnames. Ezra tekent meteen voor de intro van de plaat, terwijl Erik de muziek schrijft voor ‘Protest en verzet’. De toevoeging van Ezra op accordeon en banjo aan de groep betekent alvast dat de groep meer als folk klinkt, en dat is wat mij betreft een grote meerwaarde.
De groep gaat op tournee, en ik mag opnieuw als chauffeur, roadie en soms voorprogramma fungeren. Maar u weet wel wat er begin 2020 is gebeurd. We mochten toen een paar optredens in Nederland doen ter promotie van ‘Het lijkt wel vrede’. Ik hield heerlijke herinneringen over aan de vorige tournee met optredens in Amsterdam en zelfs Groningen. Gert en zijn groep spelen nu in Amsterdam, en we gingen de dag daarna in Hoorn optreden, wat bij de vorige tournee ook een voltreffer was. Maar net op die dag wordt de lockdown in België aangekondigd. Er ontstaat discussie over wat we moeten doen, want in Nederland geldt die lockdown nog niet. Gert hakt de knoop door: we gaan terug naar België, en de tournee sterft een stille dood.
Toch is de lockdown niet zomaar een vloek voor Gert. Nu hij gestopt is met drinken, stort hij zich volledig op het schrijven van nieuwe nummers. Om de zoveel maanden boekt hij een sessie in de Hype studio van Jan Hype, waar Erik intussen kind aan huis is. Ook ‘Het lijkt wel vrede’ werd hier trouwens voor een vriendenprijsje opgenomen. De nummers stapelen zich op, en ook hier weet Gert het beste uit zijn medewerkers te halen. Ezra schrijft de muziek voor ‘Solidariteit’, en Erik voor ‘Nestbevuilers’ en ‘Zomer van de vrede’, nummers waar Gert zelf van zegt dat ze bij beste liedjes op de plaat horen.
‘Alles is nog niet verloren’ werd dus een heel gevarieerde plaat. Zelf mocht ik meewerken aan de tekst voor ‘Tous ensemble’, en mocht ik gitaar tokkelen op ‘Gestopt met alcohol’ en ‘Dus daarom’, de twee rustigere nummers op de plaat. Maar na de opnames laat Erik weten dat het teveel wordt voor hem. Ja, hij wil de plaat mee promoten, maar daarna houdt hij het voor bekeken. Gert beschouwt het als een kans om andere horizonten te verkennen, en er wordt afgesproken om nog een aantal optredens te doen, en daarna uit elkaar te gaan.
Dit is het punt waarop we aanbeland zijn. De tournee voor ‘Alles is nog niet verloren’ is voorbij. Je moet stoppen op een hoogtepunt, wordt vaak gezegd. Wel, Gert Kleinpunk en zijn huidige groep stoppen absoluut op een hoogtepunt. ‘Alles is nog niet verloren’ is ondubbelzinnig de beste plaat van Gert ooit. Bij de optredens speelde de groep erg strak, en ik durf zeker te zeggen dat ze op het toppunt stonden van wat ze kunnen.
Ik ben blij een bescheiden rol gespeeld te hebben in dit verhaal. Wat de toekomst zal brengen, zal de toekomst uitwijzen. Vast staat dat Gert nog plannen heeft, en ik mag hier wel verklappen dat hij nog wat heel mooie composities heeft geschreven die daarin passen. Ik kijk alvast met ongeduld uit naar wat er komen zal, maar wel met wat heimwee naar het hoofdstuk dat gisteren afgesloten werd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten