donderdag, december 28, 2023

In Memoriam Sofie Taeymans (28/03/1975 - 11/01/2023)

Liefste Sofie,

Het heeft even geduurd voor ik in mijn pen kroop, ook omdat ik zo aangedaan was door het laatste nieuws. Je antwoorden op mijn laatste berichten waren erg kort, en ik vermoed dat je nu zelfs helemaal niet meer zal antwoorden. Ik geloof zelfs niet dat je dit bericht zal lezen, of ik moet me al decennia vergissen over het leven na de dood. Op dat punt zaten we trouwens op dezelfde golflengte, dus daar hoeven we niet over uit te wijden.

Het wordt zo goed als zeker mijn laatste bericht, al zal je nog lang in mijn hersenen blijven ronddolen. Niet alle herinneringen aan jou zijn even helder, maar ik probeer toch één en ander te reconstrueren. Ik denk dat we elkaar voor het eerst spraken in 2015, op een festivalletje in de Wommel, wellicht Waveteef. Zoals vaak was het Tineke die me aan jou voorstelde.

Jij kende mij al van Dark Entries, en ik kende je ook vaag, maar had nog niet met je gesproken. Enfin, we bleken heel wat gemeen te hebben: we hielden van zwarte muziek, van uitgaan, kwamen uit dezelfde streek, maar vooral … we hadden allebei verbleven in de psychiatrie van Kortenberg. Zo’n dingen vormen een band, en we wisselden dan ook graag onze ervaringen uit over de psychiatrie.

We waren het eens dat Kortenberg best een leuke plaats was om te verblijven, en daarbij bleef de lieve zuster die de bibliotheek beheerde, waar jij ooit vrijwilligerswerk bij had gedaan, nooit onvermeld. Voor wie het dus nog niet wist: psychiatrie is de max, al is het misschien beter om dat onder ons te houden.

Je was niet alleen ervaringsdeskundige in psychische kwetsbaarheid, door je bipolaire stoornis, maar je had er ook je werk en je leven van gemaakt. Je hebt psychologie gestudeerd, waarschijnlijk aangestoken door je vader die je erg bewonderde, en die een succesvol psychiater was geweest, vooraleer ook hij jammer genoeg aan kanker overleed.

Je werkte als psychologe bij ISW (ondertussen Pulso), waar je onderzoek deed naar het psychosociaal welbevinden van mensen op hun werk. Daar ging je volledig in op, en je kreeg veel voldoening van het helpen van mensen via je werk. Je bent in het kader van je werk zelfs een keer geïnterviewd voor een reportage voor een duidingsprogramma, die ik helaas nooit gezien heb, maar waar je veel reacties op hebt gekregen. Even was je een Bekende Vlaming, of toch bijna.

We spraken graag over die materie, want ook ik had daar vrij veel ideeën over, en het was altijd fijn om met jou te filosoferen. Even was er zelfs sprake van dat ik ook voor ISW zou komen werken. Je moedigde mij daar enerzijds toe aan, maar benadrukte anderzijds dat het om een commercieel bedrijf ging dat tot doel had om winst te maken, goed aanvoelend dat dat aspect misschien niet zo bij mijn karakter paste.

In 2018 sloeg het lot toe. Je kreeg de diagnose van borstkanker. Je was niet de eerste in de gothic scene, en je zal helaas ook niet de laatste zijn. Wat ik wel enorm aandoenlijk vond, is hoe er een groepje was ontstaan van goths met kanker, die elkaar op een enorm solidaire manier ondersteunden in hun strijd. Ik kwam je van mijn kant ook regelmatig bezoeken als je in Gasthuisberg moest zijn voor diagnoses of chemo, en ik herinner me in het bijzonder een zeer gezellige namiddag die we daar doorbrachten met Filip, Nancy en Raissa.

Ik vermoed dat je Lies ook rond 2018 hebt leren kennen, en wellicht door mijn toedoen. Het was fijn om te zien hoe jullie heel snel boezemvriendinnen werden. Hoewel ze je nog maar pas kende, ging ook Lies je al snel vergezellen bij consultaties en chemo’s, en als de stress wat te groot werd, gingen jullie er voor een wellnessweekend even tussenuit met jullie tweeën.

De diagnose van kanker heeft je helemaal niet verhinderd om nog initiatieven te nemen. Je begon zelfs aan een studie seksuologie, en had plannen om een eigen privépraktijk op te zetten als psychologe, naast je werk voor Pulso dat je nog altijd dacht te hernemen, ondanks je langdurig ziekteverlof.

Het heeft niet mogen zijn. Een paar maanden geleden kreeg je te horen dat je kanker verder uitgezaaid en terminaal was. Je voelde dat wel aankomen, en dat zorgde er misschien voor dat je je vreemd begon te gedragen. Lies zette een hele carrousel in gang om je bij te staan. Met een groep vrienden probeerden we zoveel mogelijk tijd met je door te brengen, en op een bepaald moment zorgden we er zelfs voor dat je permanent bewaakt werd.

Ook ik werd ingeschakeld als ‘babysit’ – zoals jij dat noemde – en toen ik een eerste keer een dag en een nacht bij je doorbracht, heb ik iedereen op het hart gedrukt dat je niet manisch was. Dat was immers onze grote vrees, omdat we allemaal wisten dat je bipolair was. Je was wel druk, en zat boordevol ideeën, maar je was nog steeds helder in je denken en bewust van wat er zich rond jou afspeelde. Het was gewoon alsof je hersenen aan 300 per uur werkten, wat misschien wat lastig was, maar ook geen reden tot paniek.

Later moest ik dat beeld bijstellen. Ik ging weer een nacht bij je doorbrengen, en Lies liet me al weten dat de afgelopen dag erg zwaar was geweest voor haar. De avond verliep chaotisch. Ik was erg moe, en wou eigenlijk vroeg gaan slapen, maar je spraakwaterval aan waanzinnige ideeën liet me daar maar weinig kans toe. Het was duidelijk dat het nu al veel ernstiger met je gesteld was, en dat het effectief nodig was om paraat te staan.

Toen ik ’s ochtends wakker werd, hoorde ik je vanuit de voorkamer schreeuwen naar de werken die in je straat aan de gang waren. De bedoeling was om die dag naar Gasthuisberg te gaan voor een gesprek met je oncoloog en de palliatief arts. Lies belde me om te vragen of ik dat wel aankon, en ik heb eerlijk geantwoord dat dit erg moeilijk ging worden.

Je flipte zo hard door dat Lies ook je huisarts en psychiater waarschuwde. De arts kwam langs, en jij lag stuiptrekkend op de grond uit te leggen dat je de kanker in je lever voelde groeien. De arts zag ook wel in dat je psychotisch was, maar liet het toch aan ons over om met je naar Gasthuisberg te gaan.

Het was een helse opdracht om je in de wagen te krijgen. Je wou vanwege een ingebeeld gevaar niet met de wagen van Lies rijden, waardoor die de wagen van Sandy is gaan halen. Gedurende de rit gaf je aanwijzingen over de veiligste weg om naar Gasthuisberg te rijden. Want ze zouden ons wel eens kunnen zien aankomen … Ik moest je vasthouden opdat je Lies niet zou aanklampen terwijl ze aan het rijden was.

Dat was nog maar het begin van een erg zware dag. Het gesprek met de palliatief arts ging volledig de mist in, omdat je volledig fantastische verhalen bleef spugen die niets met het onderwerp te maken hadden. Ik herinner me ook dat de consultatieruimte er als een slagveld uitzag nadat je overal met water had gemorst om ons alweer voor één of ander gevaar te behoeden.

Na dat gesprek besloot ik dat het beter was om met je naar spoed te gaan. Lies had daar wat wroeging over, maar kon ook weinig anders doen. Het was lang wachten vooraleer je een psychiater te spreken kreeg, maar toen het zover was had deze niet veel tijd nodig – je begon immers alweer allerhande paranoïde en onsamenhangende waanbeelden uit te kramen – om je als psychotisch te diagnosticeren, en een gedwongen opname voor te schrijven.

Ik weet dat je erg kwaad was over die gedwongen opname, maar gelukkig heb je die woede nooit op mij en Lies uitgewerkt. Ik ben je ook komen bezoeken in psychiatrie, en hoewel je al veel rustiger was, sprak je nog altijd over een ex-patiënt die op bepaalde plaatsen opschriften had geplaatst in een mengeling van hiërogliefen en Linux-code, die enkel jij kon begrijpen. Toch bleef je volhouden dat je niet psychotisch was, enkel een beetje in de war.

Toen ik het nieuws hoorde dat je in de palliatieve dienst van Heilig Hart opgenomen was, heb ik je gelukkig nog een paar keren kunnen bezoeken. Je was intussen weer volledig helder, en we konden samen weer filosofische gesprekken voeren. Je bleek opnieuw de sterke en snuggere vrouw te zijn die erg rationeel met haar lot omging.

Onvermijdelijk ging het gesprek ook over die gedwongen opname, die je nog steeds erg onrechtvaardig vond. Ik heb me eerst ingehouden, omdat ik het absoluut niet de moeite vond om in die omstandigheden ruzie te gaan maken, maar heb dan uiteindelijk toch diplomatisch een paar van de voorvallen van die bewuste dag verteld, met name over de rit naar het ziekenhuis, waarna je toegaf dat je toch wel wat paranoïde was.

Maar wat toen gebeurd is doet er nu niet meer toe, al stond ik er wel op om nu even het hele verhaal te doen. Belangrijk is dat we een zeer intelligente en gedreven vrouw kwijt zijn, iemand boordevol inspiratie en creativiteit. Ik heb een dubbel gevoel bij je afscheid. Enerzijds was je op 47 jaar nog zo jong, en had je nog zoveel plannen en ideeën, dat je dood een schrijnend onrecht is. Anderzijds liet je de laatste tijd ook blijken dat je graag uit je lijden verlost zou worden, en dat heb je nu wel verdiend.

Rust zacht,

Xavier

Geen opmerkingen: