Het WGT. Wave Gotik Treffen. Het grootste zwarte festival ter wereld en immer weer een ervaring. Een samenkomst van gelijkgezinde eigenzinnige en excentrische mensen, individualisten die zich uitzonderlijk tot een groter geheel kunnen bekennen. Een treffen dus, en dat treft.
Het is mijn negende editie al, en ik zie geen reden om het hierbij te laten. Er is dit jaar - net als elk jaar - kritiek op het programma. Te weinig grote namen, wellicht. Maar zijn we hier ook niet om dingen te ontdekken, en om groepen te zien die we nooit of zelden in België aan het werk zullen zien?
Het programma is zeer verscheiden. Er zijn talloze podia over de hele stad verspreid, maar er zijn ook tentoonstellingen, lezingen, rondleidingen, fuiven... Ik neem me voor om er een totaalervaring van te maken. Hoort ook zo, want aangezien de optredens pas tegen vier-vijf uur beginnen is het onmogelijk om meer dan vijf groepen per dag te zien. Daarentegen heb je veel tijd om andere zaken te beleven.
De eerste dag
Ik begin heel klassiek door me naar de Agra te begeven. Hier is het kloppend hart van de WGT. De grootste zaal met een capaciteit van 5000 man, de camping, een hele variatie aan eetkraampjes en een grote markt met kledij, platen en accessoires. Ideaal om nog wat aankopen te doen - je wil er immers goed uit zien - en je cd-verzameling nog wat aan te vetten.
Ik haast me om op tijd te zijn in de Schauspielhaus - de schouwburg die mijn lievelingsoord zal blijken te zijn in deze editie - om Herbst in Peking te zien. Dat bleek niet nodig te zijn. Tegen mijn verwachtingen in bleken niet zoveel mensen op te dagen voor het concert. U kent de groep wellicht niet, maar hier in de voormalige DDR zijn ze legendarisch. Ze speelden immers een rol in de val van de muur. Herbst in Peking was één van de vele punkgroepjes die in de DDR bestonden, en ze hadden een kleine hit met ‘Bakschischrepubliek’ oftewel Aalmoesrepubliek, een striemende kritiek op de DDR.
De DDR-overheid ging het allemaal wat te ver, vooral omdat ze dachten dat de naam van de groep verwees naar het bloedbad op het Tiananmenplein in Peking, een slachting die ze liever doodzwegen. In werkelijkheid komt de naam van het gelijknamige boek van Boris Vian, en droeg de groep de naam al sinds 1987, dus lang voor de slachting in Peking. Hoe dan ook werd de groep verboden. Het verbod sleepte niet lang aan, want kort erna viel de muur.
Een punkgroep in een theaterzaal, is dat niet uitzonderlijk? Het wordt weldra duidelijk waarom dat zo is. Herbst in Peking heeft zich nooit beperkt tot punk. Ze hebben bijvoorbeeld ook nummers met metaalpercussie gemaakt à la Einstürzende Neubauten. Maar niets van dit alles vanavond. Hier spelen ze atmosferische muziek met veel aandacht voor de teksten. De literaire aspiraties waren er al van het begin en waren ook wijdverspreid in de alternatieve DDR-scene (zo spelen ze vandaag een nummer gebaseerd op een gedicht van punkdichter Bert Papenfuss, een centrale figuur uit de DDR-scene). Ik ben verrast dat de zanger in het Engels begint, maar hij schakelt regelmatig over naar het Duits. Wie het oude werk wou horen is er voor de moeite aan, maar het is toch een intens en geslaagd optreden.
De kraaien heten Jarboe welkom. Ooit was ze de (weder)helft van het misantropische duo Swans, vandaag treedt ze hier alleen op. Niet helemaal alleen. Een folkgitarist begeleidt haar. Beschouw de gitaar als een drone - ze speelt soms letterlijk één akkoord per nummer - die overgoten wordt door bezwerende vrouwelijke zang. Het is origineel, maar heeft wat weinig om het lijf om langdurig te boeien, getuige de vele mensen die het concert halverwege verlaten.
Ooit was In Gowan Ring een deel van World Serpent - het platenlabel van Death In June, Current 93 en vele anderen - en daarom worden ze soms tot de neofolk gerekend. In werkelijkheid zijn het zuivere hippies die muziek maken voor een wereld vol harmonie. Een groot verschil met de wereld van verderf en misantropie dat neofolk heet te zijn. Meesterbrein B’ee vertelt over de drugs die hij tijdens de vorige editie van het WGT nam, en hoe de kater die daarop volgde inspiratie was om een lied over zijn kinderherinneringen te schrijven, die hier nu een jaar later opgevoerd werd.
Geen al te grote opkomst voor Andi Sex Gang. Het dient gezegd dat hij de dag nadien nog eens optreedt met Sex Gang Children, en dat is toch het echte ding. Wie gedacht had dat hij met zijn solowerk zou optreden was aan het foute adres, het gros van de set bestond uit nummers van Sex Gang Children, opgevoerd met Matthew J. Saw aan de gitaar en enigszins amateuristisch. De soundcheck sleepte te lang aan en dus besloten de organisatoren dat het optreden begonnen was. In Leipzig moet iedereen stipt op het aangekondigde uur beginnen en eindigen, zodat mensen die van podium wisselen zeker zijn dat ze de groepen van hun keuze kunnen zien.
De twee heren willen het podium verlaten, maar krijgen te horen dat ze verder moeten spelen. Andi klaagt dat zijn water backstage is blijven staan en vraagt een nieuwe fles, die hij echter niet ziet staan tot een medewerker die voor zijn neus komt plaatsen. Tot overmaat van ramp laat Andi zijn gitaar vallen waardoor zijn versterkingselement kapot gaat. In de snelte wordt een extra micro toegevoegd om de gitaar te versterken. Vreemd genoeg wordt het optreden van dan af heel goed, al blijft het de vraag waarom dit optreden met liedjes die morgen met de volledige groep veel beter zullen klinken nodig was.
De tweede dag
Een van de vele tentoonstellingen die gratis is voor bezoekers van het WGT, is ‘Modern Times’ in het geschiedenismuseum van de Altes Rathaus. Deze geeft een overzicht van de geschiedenis van Leipzig in de 19de en 20ste eeuw. We beginnen in 1815 - de overwinning op Napoleon in de Völkerschlacht in Leipzig - en overlopen de hongerrellen van 1830, de revolutie van 1848 (die in het bloed gesmoord werd), de Duitse eenmaking na de Frans-Pruisische oorlog van 1870, het welig tierende antisemitisme, de opkomst van het socialisme (waarvan Leipzig een bolwerk was), de eerste wereldoorlog, de opkomst van het nazisme (waarvan Leipzig eveneens een bolwerk was)…
Er zijn linken met onze scene. De brand in de Reichstag in 1933 - waarop gealludeerd wordt in het nummer ‘Feurio’ van Einstürzende Neubauten - leidde tot een proces in Leipzig waar naast brandstichter Marinus van der Lubbe - ‘du wärst es nicht’, dixit de Neubauten - ook een aantal prominente communisten moesten terechtstaan. Deze laatsten werden vrijgesproken, maar de nazi’s hielden in hun publicaties vol dat de communisten de brand veroorzaakten. De communist Willy Münzenberg schreef vanuit Parijs een refutatie van deze stelling: ‘Braunbuch uber Reichstagbrand und Hitlerterror’, oftewel ‘Brown Book’, een belangrijke en omstreden plaat van death In June (in Duitsland verboden omdat het het nazi-partijlied ‘Horst-Wessellied bevat). We lezen ook dat het euthanasieprogramma voor geestelijk en fysisch gehandicapten - waarover Samsas Traum zingt op ‘Poesie: Friedrichs Geschichte’ in Leipzig begon met de moord op ‘Kind K’.
De tentoonstelling toont ook de val van de muur, die begon met tienduizenden Leipzigers die wekelijks demonstreerden met de slogan ‘Wir sind das Volk’. Opmerkelijk, deze slogan - intussen overgenomen door het hatelijke Pegida - ging vaak gepaard met ‘Wir wollen raus’ - wij willen weg - gescandeerd door mensen die de DDR wilden verlaten, terwijl Pegida zich net tegen migratie kant.
De tentoonstelling eindigt met een kleine kamer met ‘Szene-Erinnerungen’, waarin wat materiaal te zien is over de vroege gothic-scene in Leipzig. Eigenlijk is het een doorslagje van de ‘Leipzig in Schwarz’-tentoonstelling die verleden jaar voor de 25ste verjaardag van het WGT gehouden werd. Er valt niet echt veel te zien, maar het stemt ons hoopvol dat het museum nog steeds op zoek is naar materiaal voor een volgende tentoonstelling over het thema.
Ook het Stasi-museum ‘Runde Ecke’ toont weer een tentoonstelling over de vroege goth-scene, waarbij vooral de vervolging van subculturen door de Stasi, de staatsveiligheid van de DDR, uiteengezet wordt. Er is ook een ‘lezing’, die eigenlijk de opvoering is van een stukje door twee acteurs. Onderwerp is een onderzoek door de Stasi naar de wavegroep ‘Schadestof’. Eerste wordt een scholier aangesproken om ‘Informele Mitarbeiter’ van de Stasi te worden - er waren in de DDR honderdduizenden ‘IM’s’ - en informatie over de groep te verstrekken.
Zo komt men bij Sabine terecht, een briljante leerlinge die dicht bij de ‘Gruftis’ (‘grafwezens’ in het Duits, benaming voor wavers) blijkt te staan, zich ook zo kleedt en verschillende concerten van Schadestof bijgewoond heeft. De voorstelling is volledig gebaseerd op echte Stasiverslagen, enkel de volgorde werd enigszins aangepast om de verhaallijn duidelijk te maken. Ook Sabine aanvaardt uiteindelijk om Informelle Mitarbeiter te worden. De voorstelling eindigt met haar verslag, waarvan de laatste zin luidt: ‘Alle Grufties drinken hun cola met Spee (wasmiddel dat volgens sommigen in combinatie met cola een verdovende werking had), maar ze moeten dat niet als ze dat niet willen’.
Je kan hier de talloze verslagen van de Stasi over Grufties ook inkijken. Het is natuurlijk wrang om te zien hoe de politiestaat zijn jongeren bespioneerde, maar het is met momenten ook best grappig. Zo wordt er verwezen naar ‘Codix’ of ‘Goortik’, foute benamingen die niet enkel van de Stasi afkomstig zijn, maar ook van de jongeren die ze ondervraagden zelf. Er zijn ook verwijzingen naar ‘Kürfans’ en ‘The Chur’, alsook naar ‘New Menticks’, ‘Depache Mode’ en ‘Depesche Mode’.
Nog wranger wordt het als het over de gevechten met skinheads die regelmatig plaatsvonden. Zo vielen skinheads wavefuiven aan om Gruftis hun haar af te knippen, waarbij ook messteken vielen. De Stasi erkende dat het geweld in de eerste plaats van de skins kwam, maar ook Gruftis maakten zich schuldig aan slagen en verwondingen, ‘meestal als reactie op provocaties van andere jongerengroepen als skinheads’.
Helemaal vreemd lijkt het verhaal te zijn dat Grufties de verjaardag van Adolf Hitler zouden vieren op 20/04/1989. De Stasi concludeert ook dat het verhaal ongegrond is. De Grufties zijn doorgaans tegen geweld en neonazi’s, zo schreef de Stasi. Misschien was er verwarring met de verjaardag van Robert Smith een dag later op 21 april, die uiteraard wel gevierd werd. De Stasi stelde vast dat Grufties bij het horen van de stem van Robert Smith hun armen omhoogheffen en zich in extase op de grond smijten. Hmm, ja... Kan zijn.
Moet er nog muziek zijn? Uiteraard! Op naar de Taubschenhalle. Hier hebben zich vandaag de hanekammen verenigd. En u weet wat dat wil zeggen: deathrock, postpunk, batcave… Heerlijk. Zangeres Suzy Sabotage van Masquerade lijkt op een geblondeerde versie van Siouxie. Ook haar stem en haar danspasjes doen aan deze grote dame uit de scene denken, al is dat eerder toevallig dan intentioneel. Samen met haar kompaan en bassist Saph - beiden hebben nog een andere deathrockgroep waarin Saph zingt: Virgin in Veil - brengen ze een mix van punk en post-punk, die me helaas niet helemaal weet te overtuigen.
‘Na 26 jaar is het niet gemakkelijk om steeds weer nieuwe groepen te vinden’, weet de inleider van Soviet Soviet ons te vertellen. Soviet Soviet - de raad der raden - is wel zo’n nieuweling. Het is één van de talloze groepen die postpunk spelen zonder iets met de zwarte scene te maken te hebben. Ze kunnen een paar interessante elementen naar voren brengen, maar die herhalen ze net zolang tot het je oren uitkomt. Totaal overbodig optreden.
Ik had al lang niets meer van Scary Bitches gehoord. Blijkbaar ligt dat aan de feiten dat de dames al lang niets meer van zich hebben laten horen. Maar hier zijn de ‘Lesbian Vampyres From Outer Space’ terug voor hun eerste concert sinds 2012. Ze werken aan een nieuwe plaat, die volgend jaar zou moeten uitkomen. Ze spelen daar al een nummer uit, maar voor de rest zijn het klassiekers zoals mijn favoriet ‘You’ll End Up Looking Like The Scary Bitches’. Niets om ernstig te nemen, maar wel voldoende om één keer om de vijf jaar een glimlach op ons gezicht te toveren.
De eerste groep die me vandaag echt weet te raken is Bloody, Dead & Sexy. Ik herinner me nog goed toen ik ze de eerste keer zag in The Steeple in Waregem, als voorprogramma van… Sex Gang Children! Wat een toeval. Vandaag viert de groep zijn 20ste verjaardag. Voor de gelegenheid werd een compilatie samengesteld: ‘Crucifixion, Please!’ Uiteraard speelt men daar heel veel uit en is dit eigenlijk een ‘best of’-set. Het lijkt wel of de tijd is stilgestaan, want het is nog even overdonderend als de eerste keer dat ik ze zag.
Gisteren vroeg ik me af waarom Andi Sex Gang solo moest optreden met nummers van Sex Gang Children. Vandaag wordt alles duidelijk. Ook Sex Gang Children heeft een nieuwe compilatie uit - ‘Electric Jezebel’, die singles verzamelt uit 1982 en 1983 - en die spelen ze vandaag integraal, en met de originele gitarist Terry Mcleay in de groep. Matthey J. Saw werd voor de gelegenheid naar de bas verwezen. (De kans dat de originele bassist Dave Roberts ooit nog in de groep speelt is onbestaande na de laster die hij over Andi Sex Gang heeft verspreid.) Het optreden bestaat dus uit de klassiekers uit de eerste jaren van de groep: ‘Times of our Lives’, ‘Salvation’, ‘Sebastiane’, ‘Oh Funny Man’, ‘Mauritia Mayer’… Gewoonweg geniaal!
De derde dag
Op de derde dag ontwaak ik tegen de middag met een gigantische kater. Iets te lang op een donkerromantische fuif blijven hangen vanochtend. Het muzikale aanbod staat me vandaag niet aan. Ik ben alle postpunk- en elektronische groepen beugehoord en kies voor iets radicaal anders: black metal. De Felsenkeller biedt vandaag een boeiende affiche in het genre. Die start met Nachtblut, een groep die hier duidelijk zeer populair is. De groep ziet er fantastisch uit, met bodypaint en verschillende kapsels. De zanger spuwt als de Duitse evenknie van Dany Filth zijn teksten hoog en laag krijsend het publiek in. Voeg daar nog wat orkestrale en akoestische elementen aan toe, en je hebt een bijzonder krachtig en gevarieerd optreden.
Vanuit de donkere tochtige kloven diep in het zwarte woud komt Unlicht, dat zich graag ‘The Black Forest Hell Ensemble’ laat noemen. Ook zij dragen bodypaint en moeten oppassen dat ze zich niet bezeren aan de lange nagels die aan hun armen bengelen. Waar Nachtblut hun black metal met elegantie en melodie brengen, lijkt de intentie hier te zijn om onaanhoorbare pokkenherrie voort te brengen. Dat lukt ook aardig, in die mate zelfs dat ik halverwege het optreden opstap.
Terug naar mijn lievelingszaal: de Schauspielhaus. Hier speelt Myrkur. Ze nam haar eerste ep - zoals het hoort in de black metal - volledig op haar eentje op. Die bevatte black metal verlengd met idyllische engelenzang die snel furore maakte. Haar oorspronkelijke bedoeling was om anoniem te blijven en geen foto’s van zichzelf te verspreiden, maar het was onvermijdelijk dat de wereld te weten kwam dat het beeldschone Deense fotomodel Amalie Brunne achter het project zat. Van black metal naar neoklassiek, het blijkt voor Brunne maar een kleine stap te zijn. Ze laat zich vanavond bijstaan door een luitspeler/gitarist en twee zangeressen, en begeleidt zichzelf op piano, lier en trommel. Het resultaat is hemels.
Er volgt nog meer moois. Moon Far Away vermengt Russische volksmuziek met elektronische elementen. Count Ash heeft voor dit optreden vier medestrijders meegenomen, waaronder een zangeresje met een prachtige stem. De met effecten overladen folkgitaar van Count Ash staat ook centraal, en daarnaast is er elektronica, bas en percussie. Noem het folk, neofolk of postfolk, maar neem van me aan dat het schitterend is.
De vierde dag
Pinkstermaandag. Aan alle goede dingen komt een eind. Over de slechte dingen bestaat geen consensus. Het is alweer de laatste dag van het WGT, en ik heb vandaag echt zin in iets donkers, iets gitzwart.
De zaal van het Haus Leipzig zit al goed vol als ik ruim op tijd toekom voor de ‘lezing’ van Oswald Henke. Henke zal nummers van Goethes Erben brengen, begeleid met piano. Het blijkt een goed concept. Oswald zingt zijn donkere nummers nog steeds heel expressief en theatraal. Naast twee nummers uit het fantastische recente muziektheaterstuk ‘Menschenstille’ ligt de nadruk op het oudere werk: ‘Ich liebe Schmerzen’, ‘Das schwarze Wesen’, Kaltes Licht’, ‘5 Jahre’ en ‘Der Weg’. Een set om U tegen te zeggen. En gitzwart, dus ikke blij.
Nog onder de indruk van de opvoering van Henke begeef ik me naar buiten. Onderweg kom ik voorbij een tafel met boeken, en titels als ‘Gespräche mit Goth’ en ‘Ich war ein Grufti’. Hun auteur is Thomas Manegold, en hij is de volgende die hier te gast is. Mijn interesse is geprikkeld en ik maak rechtsomkeer, terug naar de zaal die ik net verlaten had. Manegold stelt zijn boek ‘Gespräche met Goth’ voor, een episodenroman. Dat is een roman die uit verschillende kortverhalen bestaat die met elkaar verbonden zijn.
Hoofdpersoon is een voormalige dj en muziekjournalist die met een burnout kampt. Manegold blijkt een bijzonder scherpe pen te hebben en over gitzwarte humor te beschikken. Zijn beschrijving van de zelfingenomen amateurmuziekjournalist die cynisch neerkijkt op de mensen die hij interviewt en zichzelf een onmisbare schakel tussen artiest en publiek waant moet op de Dark Entries redactie ongetwijfeld tandengeknars veroorzaken.
Als ik eindelijk een concertzaal binnenwandel en Vain Warr aan het werk zie, moet ik aan wijlen mijn grootmoeder denken. Zij klaagde vaak dat de jonge generatie artiesten niet de moeite doen om te articuleren. Het is een veralgemenende gemeenplaats die je wel vaker hoort in de Franstalige wereld. Ik was naar hier gekomen voor een extra portie gitzwarte duisternis. Het programma beloofde iets geïnspireerd op The Sisters of Mercy. Nu goed, de drummachine klinkt als Dr. Avalanche op een mindere dag en de gitaren galmen zoals het hoort. Het is niet om van omver te vallen, maar het is ook niet slecht. Spijtig van die articulatie.
Ik was aanvankelijk bang dat Holygram zo’n dertien in een dozijn postpunkgroepje zou zijn, en dat bleek het ook te zijn. De zanger zingt zijn teksten alsof ze doodsaai zijn, en ook dat bleek waar te zijn. Maar hey, hij articuleert tenminste. Eigenlijk is dit best een goed optreden, tenminste als je wat pinten op hebt en niet te veel op de teksten let (het eerste lukt me beter dan het tweede).
Terug in mijn favoriete concertruimte merk ik twee flikken op die aandachtig rondkijken. Na al die berichten over aanslagen op concerten bekruipen me angstige gedachten. Stel dat zich tussen het aanwezige volk een freak heeft verscholen met slechte bedoelingen, hoe moet je die dan onderscheiden van al die andere freaks? Het is een vraag waar je maar beter niet te lang over nadenkt.
Ik ben hier om Theodor Bastard te zien. Ik heb de groep nog gezien toen ze gitzwarte darkwave speelden. Intussen zijn ze ernstig richting wereldmuziek geëvolueerd, en het resultaat is indrukwekkend. Hoe vermeng je Dead Can Dance met goa, folk, wereldmuziek, dark wave en industrial? Theodor Bastard kent het geheim, maar zal het u niet vertellen. U mag er wel van genieten, mateloos zelfs.
Als afsluiter kies ik voor een vaste waarde. Niets gitzwart, maar eerder oneindige schoonheid: Corde Oblique. Een combinatie van oververmoeidheid en excessief drankgebruik maakt dat ik niet optimaal van het optreden kan genieten, maar uit ervaring weet ik dat de neoklassieke groep rond klassieke gitarist Riccardo Prencipe hemels klinkt, en in mijn momenten van helderheid wordt ik opnieuw in deze mening bevestigd.
Tijd om te gaan slapen dan maar? Inderdaad. Deze editie zit er weer op en de komende dagen zal ik vast weer last hebben van de onvermijdelijke Leipzig Blues. Maar ik neem alweer een koffer vol geweldige ervaringen, cd’s en boeken mee waar ik een tijdje zoet mee zal zijn. En mijn besluit staat nu al vast: volgend jaar ben ik er weer bij.
Setlist Oswald Henke: Ich liebe Schmerzen / Das schwarze Wesen / So weiss ich doch du wärst / Traumsuche / Keine Farben / Lilien / Kaltes Licht / Der Abschied / Stadt der Träumen (Artwork) / 5 Jahre / Der Weg (bisnummer)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten