Het ziet eruit als fascisme, het smaakt als fascisme, maar het is geen fascisme. Met deze dvd viert Death In June dertig jaar provocaties en dubbelzinnigheid. Niet minder dan drie optredens, alle drie opgenomen in de Franse stad Brest in het laatste decennium, krijg je er achtereenvolgend op te zien.
Volgens sommigen is Death In June een groep die er enkel een nazi-fetishisme op nahoudt, die de oerinstincten vertolkt van mensen om verboden vruchten te smaken, die nazi-symboliek als een soort pornografie verkoopt. Laat ons dus even overlopen wat we zeker weten. Death In June rees in 1981 uit de assen van Crisis, een punkgroep met een uitgesproken links imago dat liefst op antifascistische en antiracistische bijeenkomsten speelde. Death In June bestond aanvankelijk uit Douglas Pearce, Tony Wakeford en Patrick Leagas. Zowel Pearce als Wakeford waren lid geweest van extreemlinkse bewegingen.
Teleurgesteld in de eigendunk van de meeste mensen en vooral van extreem links nam Death In June zich van begin af aan om het spiegelbeeld te zijn van de gemeenheid van de mensheid. Van Tony Wakeford weten we zeker dat hij zich in de begindagen van Death In June sterk voor extreemrechtse ideeën interesseerde, en zich zelfs aansloot bij het Brittisch National Front. Hij zou er snel spijt van krijgen en zich sindsdien nog vaak moeten verantwoorden. Daarbij haalt hij steeds opnieuw aan dat hij met een hoop mensen samenwerkt die vanwege hun afkomst of hun geaardheid zouden vervolgd worden als het National Front aan de macht zou komen.
Wakeford verliet Death In June in 1984. Het andere stichtend lid Patrick Leagas lag volgens de legende in 1981 aan de basis van de naam. Tijdens een repetitie vroeg Pearce aan Leagas waarover een tekst ging. ‘Oh, the usual death and gloom’, antwoordde Leagas. Pearce had dit misverstaan als ‘Death In June’ en zo had de groep een naam. Het was ook Leagas die met het idee op de proppen kwam om in SS-uniformen op te treden.
Oh, how we laughed… ‘Hoe hebben we gelachen over jullie onvermogen in ons jullie zelf te zien’, is een vaak aangehaald citaat van Leagas. Hij kon er blijkbaar minder mee lachen toen een oude dame hem in de metro aansprak over de nazi-symbolen die hij en zijn makkers droegen. ‘Het is cool om de Totenkopf en andere memorabilia te dragen in een kunstzinnig context, maar als je in het gezelschap bent van mensen die gediend hebben, voormalig verzetslui of gevangenen uit een concentratiekamp zie je eruit als een idioot, zeker als je het ontgroeid zou moeten zijn en beter zou moeten weten. Ach, de onbezorgdheid van de jeugd! En ik zou het allemaal opnieuw doen. Wel, misschien…’
De naam Death In June werd achteraf in het kader geplaatst van de nacht van de lange messen, toen Hitler zich ontdeed van lastige bondgenoten aan het hoofd van de SA (Sturm Abteilung). Hoewel ze regelmatig herhaalden dat dit een interpretatie is heeft de groep zelf aanzienlijk aan dit verband gewerkt. Pearce liet zich in Zillo ontvallen: ‘Op zoek naar een toekomstperspectief kwamen we uit bij het nationaal-bolsjewisme, zoals die als een rode draad door de hiërarchie van de Sturm Abteilung loopt.’
Over de nacht van de lange messen verklaarde Pearce: ‘Onze interesse komt niet van het vernietigen van elke oppositie, maar van onze identificatie met en begrip van de linkse elementen in de SA die of vermoord werden door de SS. Die dag is buitengewoon belangrijk in de geschiedenis. Ze planden de executie of de omverwerping van Hitler. We zouden in een volledig andere wereld leven, kan ik me voorstellen…’
Dit zou best zo kunnen zijn, maar dan in de zin dat Röhm en consoorten niet de zenuwen noch de waanzin zouden hebben gehad om op korte tijd zowel Oostenrijk als Sudetenland in te palmen en dan nog eens de oorlog te verklaren aan Polen, wetende dat twee grootmachten zich borg hadden gesteld voor de integriteit van dit land. Dit betekent evenwel niet dat we Röhm als een heldhaftige tegenstander van de nazi’s moeten beschouwen. Hij was een overtuigde nazi en antisemiet, en niet vies van politiek geweld.
Hoe het ook zij, na het vertrek van Leagas gaat Pearce op zijn eentje verder en schrijft een aantal platen die de basis leggen voor hetgeen nu neofolk heet. In 1992 weet hij alle verdenkingen aan zijn adres nog te verscherpen. Om te beginnen door te weigeren om op een festival te spelen dat Das Ich wou ombuigen tot een protest tegen racistisch geweld, maar vooral door zijn steun aan Kroatië in de Joegoslavische burgeroorlog. De opbrengsten van de cd ‘Something Is Coming’ gingen naar een oorlogshospitaal in Kroatië. Bovendien verklaarde hij hierover dat het ‘niet om een zuiver humanitaire daad ging. Het was een culturele, een sociaal-Europese.’
Niet zo onschuldig, als je weet dat in die tijd ook de Vlaams Blok Jongeren medische en humanitaire hulp aan Kroatië gaven, en dat zonder omwegen deden in de strijd tegen multiculturalisme en voor etnisch homogene gebieden. Daarnaast draagt Pearce over de jaren bij tot verschillende controversiële cd’s: ter ere van de nazi-beeldhouwer Joseph Torak, van nazi-filmregisseur Leni Riefenstahl. Percussionist John Murphy neemt zelfs deel aan een eerbetoon aan de Roemeense fascist Corneliu Codreanu.
Eerder dan rechtuit racistisch speelt Death In June eerder met ambivalentie rond het onderwerp. Over Laibach zei Slavoj Žižek ooit dat ze het verborgen gezicht van het fascisme tentoonspreidden, en dus niet konden beschuldigd worden van echt voor fascisme te staan. Ze verwijzen even veel naar het fascisme als naar het communisme. Bij Death In June ligt de tweede graad echter bij het feit dat Pearce zich enerzijds identificeert met de nationaal-bolsjewieken en anderzijds een sample verwerkt van een Gauleiter die de moorden uit de nacht van de lange messen rechtvaardigt. Hier geen geniale uitspraken als ‘het is niet omdat het communisme gestorven is dat het kapitalisme zal overleven’.
Toch lijkt het moeilijk denkbaar dat de openlijk homoseksuele Pearce zich volledig inlijft bij extreemrechts. Bij Death In June lijkt het motief eerder te zijn dat elke veroordeling van discriminatie leidt tot discriminatie van het omgekeerde. Bij duidelijk (nieuw)rechts georiënteerde liefhebbers van neofolk ziet men eerder een elitair conservatief denken dat gespeend is van racisme en homofobie en een grote interesse vertoont in mystieke - al dan niet heidense - thema’s. Maar door constant als nazi’s te poseren trek je op den duur wel mensen die het echt menen, en daar lopen er al aardig wat van rond in de scene.
We kunnen natuurlijk discussiëren in hoeverre dit alles gevaarlijk is. Sommigen zullen zeggen dat Death In June de weg openen om de subcultuur in te palmen met een fascistische ideologie, en het zo terug maatschappelijk aanvaardbaar kunnen maken. Ook al is dat het uitgesproken doel van sommige extreem-rechtse groepen, ik zie het in dit geval niet zo meteen gebeuren. Daarvoor is Death In June inderdaad te complex en zijn publiek te tegendraads en intellectueel. Je zou omgekeerd kunnen argumenteren dat ze de subcultuur in een slecht daglicht stellen - zoals onlangs gebleken is uit het verbod op de optredens van de groep in Dentergem, een gemeente waarvan we weten dat ze steeds kordaat optreedt en zeker niet gelinkt wil worden met extreemrechts. Al moet ik hier eventjes de vrije meningsuiting laten primeren. Van mij moeten noch de platen nog de optredens van Death In June verboden worden.
Wat deze dvd betreft kan je niet klagen. Je hebt recht op drie volledige optredens. Eigenlijk is het laatste optreden - uit de 30th anniversary tour - het enige dat aan minimale kwaliteitsnormen voldoet, met zowaar drie deftige camerastandpunten. Wie vandaag gewend is aan YouTube zal er misschien niet over vallen dat het eerste optreden uit 2002 van de kwaliteit is die je tegenwoordig met je gsm kunt opnemen, zeker niet aangezien het ook een gastoptreden behelst van operettemisantroop en sociaal-darwinist Boyd Rice. Het tweede optreden is nauwelijks beter, maar je bent er getuige hoe een fan de regenboogvlag van Pearce van zijn drum trekt, een incident dat naar verluid aanleiding was van Pearces jarenlange weigering om op te treden.
Laat iedereen zijn fascinatie maar botvieren, maar neem me niet kwalijk dat ik het bekritiseer. Dat sommigen taboes willen doorbreken is hun zaak, de dag dat er geen discussie en controverse meer is over het gebruik van verbrande symbolen en ideeën lijkt me geen prettig vooruitzicht.
Death In June
Geen opmerkingen:
Een reactie posten