Wat een idee toch, om Einstürzende Neubauten uit te nodigen om de val van Diksmuide te herdenken… De provincie West-Vlaanderen deed het toch, in het kader van de grootschalige herdenkingen onder de noemer Go West. (‘To go west’ was een oude Engelse uitdrukking voor sterven, maar kreeg tijdens de grote oorlog een bijzondere dimensie door de vele gesneuvelden aan het westelijke front.) Duitsers die de brutale Duitse overwinning en bezetting in Diksmuide moeten herdenken? Laat dat hetgene zijn dat de organisatoren zeker niet willen horen. Dat Blixa Bargeld oorspronkelijk niet wild was van het idee wellicht ook niet. Maar het resultaat… dat wel! Want de Neubauten zijn er oorspronkelijk misschien maar aan begonnen omdat ze er de opdracht toe kregen, ze hebben er werk van gemaakt. Gisteren kregen we een unieke performance te zien die de diepgang en eigenzinnigheid van de Neubauten opnieuw met verve bewijst.
‘De oorlog breekt niet uit. Ze wordt niet gevangen of geketend.’ Dit statement mag de avond openen. Terwijl de Neubauten schurende geluiden beginnen maken, heft Blixa Bargeld borden op die zijn visie op oorlog moeten duidelijk moeten maken: oorlog barst niet uit of eindigt niet, het is altijd sluimerend aanwezig. De Eerste Wereldoorlog mag dan al een onontkoombare uitbarsting van geweld geweest zijn, de aanloop was al lang aan de gang, onder meer door de talloze koloniale conflicten (de verscheiden muziek van Afrikaanse en Indische stukken tot Duitse militaire marsen die in de aanloop naar het optreden gespeeld werd, moest eveneens benadrukken hoe - door middel van het kolonialisme - de hele wereld betrokken werd in de oorlog).
En de oorlog eindigde niet in 1918. In Rusland en Turkije woedden nog jarenlang burgeroorlogen. Net als in Duitsland, waar het geweld door rechtse milities en linkse revolutionairen uiteindelijk uitmondde in het aan de macht komen van Hitler, die van zijn oorlogszucht nooit een geheim heeft gemaakt. De daarop volgende Tweede Wereldoorlog - eigenlijk een voortzetting van de eerste, aldus Bargeld - werd opgevolgd door de Koude Oorlog, die tot vele gewapende conflicten geleid heeft in onder meer Korea, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Vietnam en Afghanistan. En de Koude Oorlog was niet lang gedaan vooraleer de oorlog tegen terreur begon, die nog steeds aan de gang is. Er valt ongetwijfeld wat in te brengen tegen deze pessimistische manier van denken, maar het is het uitgangspunt van ‘Lament’, de performance die we vandaag te horen krijgen.
‘Hymnen’ is het eerste nummer dat gebaseerd op andermans compositie, met name het volkslied van het Verenigd Koninkrjk (God Save The King) en van het Duitse Keizerrijk (Heil dir im Siegerkranz). Het werd gecomponeerd door Henry Carey in een tijd dat het huis Hannover - een Duitse dynastie - over Groot-Brittannië heerste. Het nummer werd ook het volkslied van talloze kolonies, zoals Canada en Australië. Hiermee toont de groep de vele banden die de verschillende monarchieën in Europa verbonden, een onderwerp dat ook terugkomt in ‘The Willy-Nicky Telegrams’, een vertoning van de telegrammen die de Duitse Kaizer Wilhelm en de Russische tsaar Nicolaas - twee neven - aan de vooravond van de oorlog naar elkaar stuurden. Daarin blijven ze elkaar vriendelijk bejegenen, terwijl ze elkaar de verantwoordelijkheid voor de oorlog in de schoenen proberen te schuiven. Door de teksten door elkaar te zingen - Alexander Hacke neemt de rol van de tsaar op, Bargeld die van de Kaizer - maken de Neubauten duidelijk dat het hier in feite om een dovemansgesprek gaat.
Tijdens de ellenlange outro op het nummer komen medewerkers de metalen constructies van het eerste nummer weghalen en vervangen door een set buizen. Andrew Unruh slaat zijn harp van prikkeldraad aan. Dit instrument dient als sobere begeleiding bij ‘In de loopgraaf’, een gedicht van de in vergetelheid geraakte oorlogsdichter Paul van den Broeck, een pacifist die ook toen hij medisch afgekeurd werd verkoos om toch te gaan vechten om getuige te zijn van de gruwelen van de oorlog. De Standaard heeft ondertussen aangetoond dat van den Broeck gewoon een uitvinding is van Bargeld zelf, grotendeels gebaseerd op Paul Van Ostayen en op Bargelds uitvoerige kennis van expressionistische en dadaïstische dichters.
Dan volgt één van de merkwaardigste stukken van de avond. In de buizenconstructie die thans op het podium staat vertegenwoordigt elke buis één van de oorlogvoerende landen. Elke slag betekent een dag in de oorlog. Het nummer begint chronologisch op 28 juli 1914, als Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaart aan Servië, en terwijl zijn collega’s op de buizen slaan somt Bargeld de landen op die mee in de oorlog stappen. Duitsland en Rusland volgen snel, net als het Verenigd Koninkrijk en Japan. Het kreupele Ottomaanse Rijk is het laatste rijk dat de oorlog in 1914 vervoegt. Later voegen Italië, Bulgarije, Portugal en Roemenië zich ook in het strijdgewoel. Het is de intrede van de Verenigde Staten in 1917 die de balans van een grotendeels onbesliste oorlog tussen gelijke krachten in het voordeel van de geallieerden doet doorwegen. Griekenland zal later nog op de kar springen, in de hoop na de oorlog grondgebied te kunnen inpalmen op het Ottomaanse Rijk. Andere stemmen sommen belangrijke veldslagen op. Bargeld vermeldt ook de landen die uit de oorlog stappen, zoals de net opgerichte Sovjet-Unie in 1918, waar de bolsjewieken het eenzijdig afkondigen van het einde van de 'imperialistische' oorlog tot een strijdpunt hadden uitgeroepen, of de capitulaties van Bulgarije en het Ottomaanse Rijk tot en met het eigenlijke einde van de oorlog op 11 november 1918. Het nummer sleept in totaal 13 minuten aan.
Het tweede gedicht van Paul van den Broecke - ‘Achterland’ - is eveneens indrukwekkend. Andrew Unruh zit ongeduldig met zijn voeten te trillen en geeft op die manier het ritme aan als slachtoffer van de shellshock. Hacke strompelt rond op krukken die zowel een percussie-instrument zijn als een strijker, en Rudy Moser speelt percussie op obussen. Dan volgt een vernieuwde versie van ‘Armenia’, een nummer dat oorspronkelijk dateert van het fantastische ‘Zeichnungen des Patienten O.T.’ uit 1983. De tekst werd grondig herwerkt. Bargeld fluistert vele woorden in de microfoon, waarvan vooral ‘Catastrophen’ duidelijk weerklinkt, naast zinnen als ‘Die Kinders spielen mit Knochen im Sand’. Het nummer begon zacht maar eindigt in een orgie van geweld.
‘On Patrol In No Man’s Land’ is het eerste nummer van de Harlem Hellfighters dat de Neubauten in hun nieuwe werk verwerkten. (Nog nooit werden zoveel werken van andere schrijvers en componisten opgenomen door de Neubauten.) De Harlem Hellfighters waren het muziekensemble van het eerste zwarte regiment dat in het buitenland voor de Verenigde Staten vocht. Maar in het nog steeds racistische en gesegregeerde land vond men het wijzer om het gezag over het regiment over te dragen aan de Fransen. Het regiment werd gevreesd en veracht door hun vijanden. Bargeld stapt in dit nummer op de achtergrond en laat het aan Alexander Hacke en Rudy Moser over om het lied te vertolken.
Dan komt het titelnummer van de avond: ‘Lament’. In dit bijna twintig minuten durende stuk werden opnames verwerkt van Duitse linguïsten die taal en cultuur in veroverd gebied onderzochten en opnames maakten van mensen en instrumenten. Het derde deel van het stuk bouwt op een motet van Clemens von Papa - Pater Peccavi - dat gebaseerd is op de parabel van de verloren zoon, toevallig ook de tekst die de Duiste linguïsten lieten voorlezen door mensen die geen lokale liederen of gedichten konden opzeggen. Tijdens het motet houden de groepsleden de cilinders met de opnames van de linguïsten voor de micro's, zodat we de teksten in verschillende talen kunnen horen.
Het valt op hoe ernstig en bescheiden Blixa Bargeld een heel optreden blijft, met een vreemde blik in zijn ogen, alsof hij bang is dat iets niet volgens zijn plan zal lopen. Ook opvallend is de mix aan muziek die we tot nu toe gehoord hebben, van soundscapes tot noise, van minimale begeleiding tot dit zeer ontroerende klassieke intermezzo. Strijkers domineren ook in ‘How Did I Die’, dat het slot vormt voor dit deel van het optreden. Het nummer is geschreven vanuit het oogpunt van een soldaat, maar dan met flarden Engels, Duits en Frans. En of het personage sterft? Neen, want Bargeld laat hem terugkomen om een nieuw lied te zingen, een nieuwe wind te laten waaien. Hij haalt hiervoor inspiratie uit het antioorlogslied ‘Die rote Melodie’ van Kurt Tucholsky, waarbij de gesneuvelden uit hun graf opstaan om generaal Ludendorff te kwellen.
Als de Neubauten na een korte pauze terug op het podium klimmen is Bargeld in een witte mantel uit papier gehuld, als een soort engel. Dat doet hij om ‘Sag mir wo die Blumen sind’ uit te voeren, een nummer dat gecomponeerd werd door de onlangs overleden folkzanger Pete Seeger. Er bestaat ook een Duitse versie van, bekend gemaakt door Marlene Dietrich, waarvan Seeger ooit toegaf dat de tekst nog beter was dan de Engelstalige. Op het nummer wordt de begeleiding op een paar minimale basnoten en metaalklanken gehouden. Alles draait rond de zang van Bargeld, die regelmatig van toonaard verandert. Bargeld heeft de lat misschien iets te hoog gelegd, want hij heeft regelmatig moeite om de juiste toon te vinden. Al blijft het natuurlijk een prachtig vredeslied.
Dan krijgen we ‘Let’s Do It A Dada’, een nummer van de laatste volwaardige Neubauten-cd uit 2007: ‘Alles wieder offen’. Het is natuurlijk een hommage aan het dadaïsme, een beweging die nauw verbonden is aan de Eerste Wereldoorlog. De beweging ving aan in 1916 in het beroemde Cabaret Voltaire in Zurich, Zwitserland. Het nummer bevat verwijzingen naar Lenin, die gedurende een groot deel van de oorlog in Zurich verbleef, vooraleer hij met Duitse hulp naar Rusland afreisde om in er de revolutie en het onmiddellijke einde van de oorlog te prediken. Ook Marinetti wordt genoemd, een Italiaans futurist die zich na de oorlog als een fervent aanhanger van het Italiaanse fascisme zou laten kennen.
‘All Of No Man’s Land Is Ours’ is het tweede en beste nummer dat de Neubauten overnemen van de Harlem Hellfighters. Het zwarte regiment keert er na de overwinning terug om hun geliefden terug te vinden. Een beklijvend en hoopvol lied. In de tweede bisronde herhaalt Bargeld een sketch van de Duiste cabaretartiest Joseph Plaut waarin het dierenrijk zich bewust wordt van het begin van de oorlog. Het is een interessante vondst, maar zeker niet de interessantste uit de set van vanavond. En als het moment gekomen is om te gaan zetten de Neubauten ‘Ich gehe jetzt’ in, een nummer van ‘Perpetuum Mobile’ uit 2004.
Ik denk dat iedereen uiterst tevreden mag zijn over de opvoering van 'Lament'. De Neubauten zijn misschien niet van harte begonnen aan de opdracht, ze hebben het wel ter harte genomen, hun hart en ziel erin gestoken. Uiteraard is het aangename en gevarieerde muziek, maar het is vooral een opvoering met veel diepgang geworden. Blixa Bargeld heeft twee onderzoekers ingehuurd om op zoek te gaan naar onontgonnen materiaal over de Eerste Wereldoorlog, want hij wou niet herhalen wat al duizenden keren gedaan was. En hij komt effectief met iets unieks opzetten. In het moeras van herdenkingen dat we dezer dagen voorgeschoteld krijgen steekt deze er met kop en schouder boven uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten