Het is geen weer om een goth buiten te laten, maar toch komen excentrieke zwarte wezens in drommen afgezakt naar het Amphi festival in Keulen. Het is dan ook de eerste keer in drie jaar dat het feestje mag doorgaan – corona oblige – en het is duidelijk dat velen erbij wilden zijn. En het maakt niet uit dat de meeste zwartzakken intussen ook oude zakken zijn geworden, voor de meest originele kapsels en outfits moet je nog steeds bij ons zijn, niet op tomorrowland (en daarom is het vreemd dat de jeugd van tegenwoordig zich er niet meer door aangesproken voelt).
Chemical Sweet Kid mag de dans openen op zaterdag. Er is een intro met een gemaskerde zangeres, maar al snel barst het gitaargeweld los. Het zal een constante zijn op dit festival, dat een hele resem Neue Deutsche Härte- en andere naar metal neigende groepen heeft uitgenodigd. De combinatie van beats en gitaren doet het hier goed, zo zal dit weekend nog vaak blijken. Oh nee, deze Fransmannen zingen in het Engels! Clichéteksten verzekerd? Jazeker, maar ze krijgen wel het publiek op dit vroege ochtenduur al aan het dansen, zeker als ze als afsluiter ‘We’re Not Gonna Take It’ van Twisted Sister coveren.
Nachtblut maakt een mix van gothic en black metal, en is wat mij betreft meteen een topper. Ze kampen aanvankelijk met wat technische problemen, maar die vergeet ik als ik de zin ‘Ich habe Rassisten schon immer verachtet’ door de versterkers hoor schallen. Yep, ‘Multikulturell’ is een black metalhymne over een seriemoordenaar die het gemunt heeft op racisten. Zanger Askeroth heeft echter wat stemproblemen. Hij klinkt eerder als een Wiener Sängerknabe, terwijl de referentie in zijn geval Dani Filth moet zijn. Het is niet zo’n probleem, want probeer hits als ‘Antik’ of ‘Lied für die Götter’ maar eens kapot te krijgen, en tegen ‘Alles nur geklaut’ – een popliedje van Die Prinzen waarmee Nachtblut traditioneel zijn concerten afsluit – zingt heel het publiek luidkeels ‘eo – eo’ mee.
‘Rammstein is op wereldtournee’, grapt de man die die de aankondigingen doet, ‘dus moesten we Stahlmann in de plaats vragen’. Opnieuw Neue Deutsche Härte, dus. Vuurwerpers zijn iets te gevaarlijk onder de tenten van de Tanzbunnen, en dus spuit Stahlmann bij zijn intrede maar duchtig met stoom. Stoom aflaten, het zou het motto van Stahlmann kunnen zijn. Net als bij zijn idolen heeft hij zijn debuut en een nummer naar zichzelf genoemd, en net als zijn idolen wisselt hij harde rockers met metalballades af. De teksten klinken best interessant, maar een finaal oordeel zal ik er niet over geven daar ik deze groep te weinig ken.
De zon slaat hard in op de toeschouwers. Waar gewone mensen vechten voor een plaatsje onder de zon, verdringen goths zich hier voor een plekje in de schaduw. We worden aangemaand om regelmatig te drinken, en niet enkel alcohol, maar een drankje bemachtigen kost je wel gemakkelijk twintig minuten. Dan maar Rome in de theaterzaal? Dat is binnen en de wachtrijen aan de drankstandjes zijn er korter. En je krijgt er mooie muziek bij. Zoals we reeds op hun laatste optreden op Porta Nigra zagen, treedt Jerome Reuter nu samen met een gitarist en een percussionist op, wat zijn optredens dichter bij het aloude neofolkgeluid brengt waar we zo van houden. Rome heeft ook net een digitale ep ten voordele van Oekraïne uitgebracht, en ook dat is een gebaar dat we zeer appreciëren.
Mono Inc. heeft met ‘The Book Of Fire’ een absoluut meesterwerk afgeleverd, dat het ook commercieel heel goed deed, tot de eerste plaats in de album charts in Duitsland. Het is een concept-cd rond het verhaal van Aelin, een genezeres uit de Middeleeuwen. Ze openen dan ook met ‘Louder Than Hell’ uit deze plaat, en het publiek zingt en klapt meteen mee. Een absoluut hoogtepunt is ‘Where The Raven Flies’ – ook afkomstig van ‘The Book Of Fire’ – dat met zijn ritmische variatie en geleidelijke opbouw erg opwindend is. Daarna slaat alles om. Martin Engler blijft alleen achter met zijn akoestische gitaar en zet ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen in, om daarna ook ‘The Passenger’ van Iggy Pop te spelen, waarop de groep terug invalt. Puur vakmanschap als entertainer, maar ik vraag me af of Engler niet beter wat meer hits van eigen hand had kunnen spelen, in plaats van het publiek op te hitsen met covers, die uiteindelijk de helft van de show innemen. Anderzijds: de show heeft geen seconde verveeld, en ook bij afsluiter ‘Children Of The Dark’ zingt het publiek tot in den treure het refrein mee. Om af te sluiten vraagt Engler meermaals of het publiek een geheim kan bewaren, en hoewel dit herhaaldelijk en unisono ‘neen’ antwoordt, laat hij toch los dat er binnenkort nieuw werk van Mono Inc. zal uitkomen.
De headliner van de zaterdag is het extreem populaire VNV Nation. Zoals ik het intussen al een beetje gewend ben, moet ik me ook vandaag verantwoorden voor het feit dat ik best wel van VNV Nation hou. Ik vind dat het muzikaal en tekstueel goed in elkaar zit. Meer zelfs: ik hou het meest van melige nummers als ‘Nova’ en ‘Illusion’ (en dat liefst in de symfonische versies die je op de plaat ‘Resonance’ terugvindt). Nu goed? Ik ben trouwens niet de enige die van VNV Nation houdt, zo blijkt ook vandaag weer. Ronan Harris is dolenthousiast over een menigte die al zijn teksten meezingt, al wijkt hij zelf constant van zijn teksten af om met het publiek te converseren, om dan het publiek te verwijten dat het zijn teksten niet kent. En ook hij kondigt een nieuwe plaat aan: in februari 2023 komt ‘Electric Sun’ uit, en dat belooft een erg duister werkje te worden, althans volgens Harris.
Goth of Christus?
Ondanks de hitte was het een prachtige dag. Ik stond er opnieuw versteld van hoe open en verdraagzaam de gothic scene is. Er zijn mensen van alle leeftijden, met wel heel wat veertigers en vijftigers; er zijn mensen van alle huidskleuren aanwezig, met nog steeds een te groot overwicht aan witte mensen; LGBTQ’s kunnen hier als eender welk ander koppel hand in hand rondlopen of kussen. Ik was bijzonder gecharmeerd door de speciale aandacht die mensen met een beperking kregen, van de organisatoren, maar ook van andere festivalgangers die niet aarzelden om een helpende hand toe te steken als dat nodig was. Al is dit alles eigenlijk gewoon hoe het hoort te zijn. Maar als ik het festivalterrein verlaat, moet ik toch vaststellen dat dit alles nog niet overal vanzelfsprekend is.
Goed, dat oude vrouwtjes aan de ingang 's ochtends even lachen met die extravagante ‘Grufties’ die het festival bezoeken, daar kan ik wel mee leven en vind ik zelfs sympathiek. Maar bij het buitenkomen word ik aangesproken door een man die me vraagt wat al die mensen in het zwart wel betekenen, en of we geen duivelaanbidders zijn. Ik antwoord dat we zeker geen duivelaanbidders zijn, maar goths die naar een muziekfestival gaan. Hij vraagt waar we dan wel in geloven, en ik zeg dat we eerder een pessimistische visie op de wereld hebben. Als hij blijft aandringen zeg ik dat ik zeker niet in god geloof, en dat was blijkbaar niet wat hij wou horen. Onze wegen scheiden.
Eveneens aan de uitgang krijg ik een boekje toegestopt, net als talloze andere concertgangers: ‘Dead or Alive. Ze overleefden hun leven niet’. Het is een gratis uitgave van christelijke fundamentalisten die bedoeld is om weifelende rockliefhebbers te bekeren naar het rechte pad van het christendom. Op de cover zie je foto’s van verschillende overleden rockmuzikanten, en het boekje wil aantonen dat ze gestorven zijn omwille van hun zondig leven. Alsof we niet allemaal sterven. De korte biografie van Lemmy van Motörhead eindigt met de zin: ‘Zonder god voert elke weg in verderf’, en bij David Bowie heet het: ‘Jesus had ook hem kunnen verlossen, maar dan had hij niet enkel zijn oppervlak, maar ook zijn hart moeten tonen’. Bowie oppervlakkig? Dat is pas heiligschennis!
Het gros van het boekje vertelt echter het verhaal van een junk: Bernd Maier. Hij is een man die uit een verscheurd gezin komt, al vroeg in instellingen belandt en dan verzeilt in een leven van drugs en criminaliteit. Op zich is het verhaal van opeenvolgende misdaden, aanhoudingen, spectaculaire ontsnappingen, vluchten naar het buitenland, een grote slag slaan en opnieuw aangehouden worden, best wel spannend. U kunt wel raden dat de man zich uiteindelijk bekeert tot het christendom, en zijn leven van misdaad en drugmisbruik vaarwel zegt. Het maakt niet uit al de feiten al van de jaren 70 en 80 dateren, het is een goed geschreven en boeiend verhaal. Maar het boekje moet daarna wel concluderen: ‘Het schrikwekkend hoge aantal junkies en jeugdige zelfmoorden die in circa 50 jaar rockgeschiedenis gestorven zijn, is onbekend. Het jeugdige sterven gaat verder.’ Wat verder lezen we: ‘Grufties (goths), die geen zin in hun leven zien, vereren de dood. Depressie als levensstijl.’
U hebt het begrepen: rockmuziek in het algemeen en in het bijzonder gothic muziek zijn zondig. U kunt zich maar beter bekeren tot het christendom. Nu wil ik gerust toegeven – ook dat hebt u al begrepen – dat ik ook graag eens kritiek geef op mijn gelovige medemens. Dus misschien is het ene wel het andere waard, al wil ik zeker niet veralgemenen en wil ik best aanvaarden dat veel gelovigen niet instemmen met de demarche van de fundamentalisten die dit boekje uitdelen. Maar vooral: ik ga niet aan de uitgang van de kerk staan om gelovigen te overtuigen dat god niet bestaat. Dat is toch een aanzienlijk verschil.
Gloomy Sunday
Het is gelukkig niet zo moeilijk om een hotel te vinden in het oude centrum van Keulen, op wandelafstand van het festival. En aangezien de concerten vrij vroeg afgelopen zijn en fuiven niet zo meer aan mij besteed is, ben ik de zondag fris en monter aanwezig als de eerste groep optreedt. Dat is Johnny Deathshadow, en ze moeten het wat hebben van hun imago: mooi geschminkt in doodskoppen. Hun muziek was aanvankelijk zuiver horrorpunk, maar ze zijn gaandeweg ook richting Neue Deutsche Härte geëvolueerd. In weerwil van zijn imago hangt zanger Jonathan Schneider tussen de liedjes graag de flauwe plezante uit, en ik vind het best vermakelijk.
Aan het aantal t-shirts van de groep te beoordelen, is Rroyce hier razend populair. Ze spelen het voorprogramma van Eisbrecher – de Neue Deutsche Härte-groep die vandaag headliner is op Amphi – in hun huidige tournee. Doch ze spelen een heel ander genre. Ze zijn geen Rammstein-cloon, maar electropop, vrij toegankelijk en heerlijk dansbaar, wat de populariteit wellicht verklaart. ‘Is dit nog gothic?’, vraagt zanger Casi zich af na een erg vrolijk lied. Misschien niet, maar het publiek geniet er met volle teugen van. Heldmaschine is alweer Neue Deutsche Härte. Ik begin me af te vragen of het niet wat te veel van het goede is. Vanochtend sprak iemand me al aan met de opmerking dat Amphi meer en meer op een metalfestival begint te lijken. Maar na één nummer vind ik dit goed te pruimen. Ook ik, want ik kan niet anders dan vaststellen dat het publiek vanaf de eerste noot extatisch is. En ondanks de verschroeiende hitte springt het publiek braaf mee als het daartoe aangemaand wordt.
Uit nood aan een beetje schaduw begeef ik me weer naar de theaterzaal. V2A – geen idee waar dat voor staat – wordt aangekondigd als ‘post-apocalyptisch’. Ze zien er ook zo uit, en al snel wordt duidelijk dat dit zich muzikaal vertaalt in snoeiharde aggrotech. Het is niet bepaald mijn ding. Ik vind het te sloganesk, maar ik beslis wel om hier in de luwte het optreden van Aeon Sable af te wachten. Ik wou deze gothic rockband al lang live zien, eigenlijk sinds ik de groep in 2012 leerde kennen. Zij hoorden toen bij de nieuwe lichting gothic rock, en zelfs tot de betere groepen in het genre. Daar horen ze nog altijd bij, al heb ik het wel wat gehad met de clichématige verwijzingen naar Aleister Crowley – Do What Thou Wilt – in de gothicwereld. Ik verlaat het optreden ook vroegtijdig, maar gelukkig pas nadat ze mijn lievelingslied ‘Visions’ gespeeld hebben, omdat ik geen noot wil missen van Samsas Traum.
Ook dit literair gothic-metal-project van Alexander Kaschte wou ik immers al lang eens aan het werk zien. Ik vind een plaatsje in de schaduw, maar ook daar is het ongezond warm. Samsas Traum heeft al twee en een half jaar niet meer opgetreden. Binnenkort brengen ze nieuw werk uit, maar voor vandaag hebben ze een ‘greatest hits’-set samengesteld. En die leest mooi: ‘Ein Name im Kristall’, ‘Für immer’, ‘Auf den Spiralnebeln’, ‘Endstation Eden’, ‘Stromausfall im Herzspital’, ‘Heiliges Herz’ (opgedragen aan Kaschtes schoolkameraden die tomaten naar hem gooiden tijdens zijn eerste optreden), ‘Ein Foetus wie Du’, ‘Kugel im Gesicht’ … Wel wordt het optreden wat verstoord door het gedrag van Kaschte. We hebben hem al vaak bestempeld als een ‘notoire neuroot’, en die rol neemt hij volledig ter harte. Het is duidelijk dat zijn muzikanten op het podium zoveel mogelijk afstand van hem houden, en de manier waarop hij zijn roadie behandelt is gewoon schandalig: hij roept hem op het podium om een flesje water te openen dat gewoon aan zijn voeten ligt, en daarna nogmaals omdat het plat water is, terwijl hij liever bruis heeft. Ronduit respectloos.
Als ik terug in de theaterzaal kom, pik ik nog de laatste nummers van Wisborg mee. Ook zij spelen gothic rock, maar de stem van zanger Konstantin Michaely is wat apart. Het is geen klassieke grafstem, maar meer theatrale en melodische zang die het geheel een eigen uitstraling geeft. Ze bestaan nog maar sinds 2017, maar hebben in die tijd al een erg aanbevelenswaardige trilogie uitgebracht. Een groep om in het oog te houden, zeg maar. Opvolger Erdling omschrijf ik het liefst als een mix van Diary of Dreams en black metal, in het Duits. Ik weet niet of u zich daar iets bij kunt voorstellen, maar beter kan ik niet doen. Het is zeer origineel, en het bevalt me wel.
Ik keer weer naar het hoofdpodium om de originele Diary of Dreams aan het werk te zien. Ze hadden op Sinner’s Day 2021 moeten optreden, maar een krachtige regenstorm besliste daar anders over. Ze speelden dan maar op Sinner’s Day 2022, maar dat heb ik gemist. Nu zie ik een groep in topvorm. ‘Listen and Scream’, ‘Ikarus’, ‘Undivided’ … het is een mooie setlist. Ik heb gemerkt dat Adrian Hates liever niet meer zoveel speelt uit ‘Freak Perfume’, nochtans zijn meest populaire cd, maar na rijp beraad heeft hij toch besloten om af te sluiten met ‘Traumtänzer’, waarop hij het publiek uitvoerig laat meezingen. Hates verontschuldigt zich ook voor de langste pauze in zijn carrière ooit, maar eigenlijk kwam corona voor hem niet ongelegen, want hij had nood aan herbronning. In de lente van 2023 zal er evenwel nieuw werk uitkomen, zo belooft hij. Daarna keer ik terug naar de theaterzaal voor de afsluiter van het festival. Voor mij toch, want wie nog geen overdosis Neue Deutsche Härte heeft gehad, kan op het hoofdpodium nog van Eisbrecher genieten.
Ik pik nog de laatste noten mee van Sono, en ben erg blij dat ik hun optreden gemist heb. Meer zal ik er niet over zeggen.
Ik wil London After Midnight zien. De vorige keer dat ik ze zag was ook op Amphi, in 2014, en was niet zo meegevallen. Hopelijk doen ze het deze keer beter. Ik moet eerst en vooral toegeven dat ik veel nummers die gespeeld worden niet ken, en dat voor een groep die eigenlijk maar drie studio-platen uitgegeven heeft in meer dan 30 jaar, platen die ik goed genoeg ken. In oktober komt ‘Oddities Too’ uit, opnieuw een verzameling onuitgegeven nummer, naar analogie met ‘Oddities’ dat in 1998 uitkwam. Daaruit spelen ze onder meer het nummer ‘In October’, naar de favoriete maand van zanger Sean Brennan (ik vraag me af of er een link is met de Oktoberrevolutie). Uiteraard komen meer bekende nummers aan bod als ‘Your Best Nightmare’, ‘Kiss’ en ‘America’s a Fucking Disease’ (een nummer dat Brennan destijds voor George W. Bush schreef). Brennan is niet altijd even toonvast, maar als uiteindelijk ook ‘Sacrifice’ gespeeld wordt, is het publiek meer dan tevreden.
En ook ik ben tevreden. Ondanks de hitte heb ik heel erg genoten van Amphi. Ik was niet de enige, want zoals gezegd was er best wat volk naar Keulen afgezakt voor de eerste editie van het festival in drie jaar tijd. Ik moet ook vermelden dat in Duitsland nog altijd wat strikter omgegaan wordt met coronamaatregelen, en dat ook hier gesproken wordt van een nieuwe golf in het najaar. Ik hoop dat het allemaal zal meevallen, en dat men ons deze keer niet opnieuw zal onthouden van het levensnoodzakelijke voedsel voor de geest dat cultuur in het algemeen en live-muziek in het bijzonder is.
Foto's: Luc 'Who Cares' Luyten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten