Het was alweer twee jaar geleden sinds The Cure ons land aandeed. In 2006 had Robert Smith net de helft van de groep ontslagen. Ex-gitarist, jeugdvriend en schoonbroer Porl Thompson mocht de tot de kern gereduceerde groep op gitaar versterken. Op de Lokerse feesten sneed de groep dan ook vooral het hardere gitaarwerk aan. Dat het deze keer anders ging lopen, werd duidelijk toen we net voor de groep opkwam gerinkel hoorden dat wees op ‘plainsong’ als opener. Deze fenomenale klassieker werd opgevolgd door een verbluffende versie van ‘prayers for rain’. Toen we daarna nog ‘a strange day’ hoorden wisten we het zeker: dit optreden kon niet meer stuk.
Het gebrek aan synthesizers werd deze keer gecompenseerd door sequencers te gebruiken, of nog beter: door de belangrijkste stukken zo goed mogelijk op gitaar na te spelen. Deze aanpak leverde onder meer uitstekende versies op van ‘the walk’ en ‘in between days’. Gitarist Porl Thompson verdient hierbij een eervolle vermelding. Bassist Simon Gallup krijgt dat ook omdat hij als late veertiger nog steeds schaamteloos in een zwarte stretch kan rondlopen. Robert Smith kan dat al lang niet meer, maar als spil van de groep en als grandioze antiheld van de rockmuziek krijgt hij van ons sowieso niets dan lof.
We kregen ook een aantal nieuwe nummers voorgeschoteld, drie in totaal. De nieuwe cd was oorspronkelijk beloofd voor februari, maar zoals gewoonlijk zal dat een paar maanden later worden. Afgezien daarvan speelde de groep het veilig. Alle hoogtepunten vermelden zou ons te ver leiden, maar we kunnen zeker niet voorbijgaan aan ‘lovesong’, ‘to wish impossible things’, ‘pictures of you’, ‘lullaby’ en ‘from the edge of the deep green sea’. En evenmin aan ‘push’, ‘friday I’m in love’, ‘just like heaven’, ‘primary’, ‘never enough’ en ‘one hundred years’. Afsluiten deed the groep met ‘disintegration’. ‘How the end always is…’ Iedereen wist dat dit nog niet het einde was.
Het gebrek aan synthesizers werd deze keer gecompenseerd door sequencers te gebruiken, of nog beter: door de belangrijkste stukken zo goed mogelijk op gitaar na te spelen. Deze aanpak leverde onder meer uitstekende versies op van ‘the walk’ en ‘in between days’. Gitarist Porl Thompson verdient hierbij een eervolle vermelding. Bassist Simon Gallup krijgt dat ook omdat hij als late veertiger nog steeds schaamteloos in een zwarte stretch kan rondlopen. Robert Smith kan dat al lang niet meer, maar als spil van de groep en als grandioze antiheld van de rockmuziek krijgt hij van ons sowieso niets dan lof.
We kregen ook een aantal nieuwe nummers voorgeschoteld, drie in totaal. De nieuwe cd was oorspronkelijk beloofd voor februari, maar zoals gewoonlijk zal dat een paar maanden later worden. Afgezien daarvan speelde de groep het veilig. Alle hoogtepunten vermelden zou ons te ver leiden, maar we kunnen zeker niet voorbijgaan aan ‘lovesong’, ‘to wish impossible things’, ‘pictures of you’, ‘lullaby’ en ‘from the edge of the deep green sea’. En evenmin aan ‘push’, ‘friday I’m in love’, ‘just like heaven’, ‘primary’, ‘never enough’ en ‘one hundred years’. Afsluiten deed the groep met ‘disintegration’. ‘How the end always is…’ Iedereen wist dat dit nog niet het einde was.
Verassend was dat The Cure tijdens de eerste bisronde zowat de helft van de plaat ‘seventeen seconds’ uit 1980 speelde, en bij de tweede bisronde enkel nummers die nog ouder zijn. Na een derde bisronde hield de groep het voor bekeken. De groep heeft in bijna drie uur zo’n 35 nummers gespeeld. Een hoop klassiekers, wat verassingen, en allemaal uitstekend uitgevoerd. Dit optreden kon maar één doel dienen: de fans een verbluffende avond geven die ze zich nog lang zullen herinneren. De strategie was doorzichtig, maar daarom niet minder doeltreffend. Dit was voorlopig - en misschien wel definitief - het beste concert van 2008.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten