Als ik op donderdagnamiddag 12 mei uit het station van Leipzig kom, bots ik op de traditionele ellenlange rij extravagante goths die meteen hun polsbandje voor de 25ste editie van het Wave-Gotik-Treffen willen afhalen. Ik moet deze wachtrij van minstens twee uur niet en trek meteen richting hotel. Onderweg kan ik nog even van de sfeer van Leipzig doorheen het jaar genieten, als het niet platgelopen wordt door het zwart volkje. Leipzigers zijn best een kleurrijk volkje. Letterlijk: geverfde haren en piercings zijn hier alledaagse kost. Je komt regelmatig punks en emo’s tegen. En goths, want ook buiten het WGT kan Leipzig op een aardige zwarte sien rekenen.
Donderdag 12 mei
Het grote pretparkfeestje dat omwille van het jubileum georganiseerd wordt op donderdagavond is nogal ver, en er staat weer een ellenlange rij mensen aan te schuiven om de bus op te kunnen. Mij zegt het niet zoveel, en ik beslis om een kijkje te gaan nemen op het Gothic Pogo Festival, dat onafhankelijk en gelijktijdig wordt georganiseerd in Werk II. Gothic Pogo richt zich tot batcavers en minimalliefhebbers, en organiseert feestjes over heel Duitsland. Het is aan zijn 11de editie toe in Leipzig. Aan de ingang prijkt een bericht dat racisten, seksisten en homofoben niet welkom zijn. Ik voel me zeer welkom, al vond ik het al veel minder sympathiek toen twee dagen later vriend en collega Dimi de toegang geweigerd werd omwille van zijn Death In June-t-shirt. Op Werk II gaat ook een erg mooie tentoonstelling door van Incestum en Danjela Diamond waarin smeedijzeren insecten en ander ongedierte te zien zijn in een met rood licht en kaarsen verlicht obscuur keldertje.
Er staan geen grote namen op het programma, maar misschien is het een mogelijkheid om beloftevolle nieuwe groepen te ontdekken. Lizard Pool is dat alvast niet. Hun derderangs Engelstalige indierock staat bol van de clichés en verdient om snel in de anus van de muziekgeschiedenis te verdwijnen. Dividing Lines speelt daarentegen behoorlijke batcave inclusief hanekammen, ronkende drums en gierende gitaren. Dat is waar het publiek hier van houdt, en ook ik laat het me welgevallen.
Vrijdag 13 mei
Een bezoek aan de Agra - het kloppend hart van het WGT waar ik mijn bandje ga afhalen, en waar ook de wellicht grootste gothicmarkt ter wereld doorgaat met kledij, schoeisel, sieraden, cd’s, boeken en andere accessoires - leert me dat je hier heel erg snel heel erg veel geld kunt uitgeven. Gelukkig hou ik me in en vind ik enkel eten en drinken ook een goed alternatief. Ik hoor dat het pretpark gisteren erg leuk was, maar dat er massaal veel volk was en dat je overal lang moest aanschuiven.
Een goth met hooikoorts, hoe is het mogelijk… Ach was het maar altijd winter en altijd nacht, het zou me niet overkomen. Gelukkig is er een apotheek vlak tegenover de Felsenkeller - één van de tientallen locaties over de hele stad waar concerten doorgaan - waar ik mijn muzikaal programma begin met een portie gothic rock. Golden Apes houdt het midden tussen gothic rock en postpunk - kom me alsjeblieft niet vertellen dat het allemaal één pot nat is, ongelovige! - en geniet blijkbaar veel succes in Duitsland. Terecht. The Angina Pectoris is blijkbaar een goth-legende uit de Duitse jaren 80. Ze treden voor het eerst in 15 jaar op en het valt eraan te horen. De muzikanten zijn niet op elkaar ingespeeld. De gitaristen komen uit de metal en beseffen niet dat ze hun gitaren breed moeten laten weergalmen om geloofwaardige gothrock te maken. Het resultaat is een soort erbarmelijk knuffelrockmetal. Ik maak me uit de voeten.
Alvorens ik naar de Shauspielhaus ga - het podium voor de fijnproevers in Leipzig - kan ik op restaurant een leuk gesprek afluisteren. Iemand legt uit dat het nu ‘Wave-Gotik-Treffen’ is. ‘Spijtig dat er hier nu niet zoveel zijn’, repliceert iemand. Goths zijn hier bijna een bezienswaardigheid geworden voor de gewone bewoner, en dat mag ook gerust.
In de Shauspielhaus zal je geen beats of harde gitaren horen, maar vooral neoklassiek. We kunnen dat perfect illustreren aan de hand van Kirsten Morrison, een dame die ook toetsen speelt bij Lene Lovich. Ze staat helemaal alleen op het podium, gewapend met een viool, een harpichord en een indrukwekkende sopraanstem. De rest is vooraf opgenomen. Haar feeërieke nummers zijn gebaseerd op gedichten van Edgar Allan Poe, Rumi, Shakespeare, Rimbaud en William Blake. Kari Rueslåtten is misschien een vreemde eend in de bijt op WGT, maar er komt een talrijk en toegewijd publiek naar haar luisteren. Dit is zeker geen intellectuele muziek, maar zowel de teksten als de trage muziek sluiten aan bij de betere melancholische pop.
The Deadfly Ensemble - de avantgarde folkgroep van cinema Strange-zanger Lucas Lanthier - klink live veel meer als batcave dan op cd. Het zal aan de gitaren liggen van Steve James - ook actief in Christ vs. Warhol - en aan de indrukwekkende bas en drums. Enkel de cello van Marzia Rangel - ook actief in Christ vs. Warhol - en de folkgitaar van Lanthier maken het verschil. De dans- en zangstijl van Lanthier en vooral de horde fotografen die de groep te pas en te onpas fotografeert vertonen een sensibiliteit voor absurditeit die erg apart is. Puik optreden.
Zaterdag 14 mei
Vandaag slechts één zaal op het programma: de Taubschenhall, waar de echte batcavers flink verwend zullen worden. Met Christ vs. Warhol bijvoorbeeld. Ik ben manifest niet de enige met dat idee, en bij aankomst word ik erop gewezen dat de hal barstensvol is. Slim als ik ben zet ik me aan een opening bij de bar waar ik de gitarist kan zien, af en toe een glimps van de zangeres, en waar ik mee kan genieten van een overheerlijke set. Dit is batcave van de bovenste plank. Er worden verschillende nieuwe nummers gespeeld, en dat mag ook want hun enige cd dateert al van 2010 (al was op het optreden ook een promo-cd uit 2014 beschikbaar). Ik kijk alvast uit naar een opvolger.
Lene Lovitch kennen we enkel van ‘Lucky Number’, maar ze blijkt gelukkig nog andere nummers te hebben. Ze brengt een erg geslaagde show met prettig gestoorde new wave. Van Tragic Black hebben we soms gedacht dat ze wat te schreeuwerig waren om deathrock genoemd te worden. Doch deze twijfels worden vakkundig weggewerkt door een grandioos optreden van het extravagante trio, dat in het nieuwere werk teruggrijpt naar het klassieke deathrock-geluid. Gitarist Stich mag ook even uitblinken met een nummer van zijn vroegere groep All Gone Dead, en de groep sluit af met twee nummers van Christian Death (‘Deathwish’ en ‘Skeleton kiss’).
Cinema Strange leverde met ‘The Grey Eyes of evening’ en ‘Quatorze exemples autheniques du triomphe de la musique décorative’ twee klassiekers in de batcave af. Daarna hielden ze het om één of andere debiele reden voor bekeken. Heel erg, en daar worden we op dit exclusieve optreden op gewezen. Want Cinema Strange was zo uitzonderlijk origineel in bijna alles wat ze deden: hun voorkomen, de zang, de melodische bas- en gitaarlijnen, de constante ritmeveranderingen, de fantasierijke teksten… Ze gaven een fantastisch optreden, maar zonder vooruitzicht op nieuw werk.
Zondag 15 mei
Het festival biedt dit jaar meer dan 243 optredens op 75 locaties, waar ik voor het gemak ook alle musea, tentoonstellingen en sites waar lezingen of speciale evenementen doorgaan meetel. Je kan evenwel maximum slechts 4 of 5 optredens per dag meepikken. Het programma is wel zo opgesteld dat elke zaal een coherent aanbod heeft met groepen die stilistisch nauw verbonden zijn. Bovendien mogen groepen hier langer spelen dan op andere festivals, waardoor optredens vaak nog meer genieten zijn.
Aargh, door een lekke band - ik doe al mijn verplaatsingen met de fiets - geraak ik niet meer in de Volkspalast voor optredens van Winter Severity Index en ander schoons. Eens het euvel opgelost begeef ik me meteen naar de Agra, waar ik deze keer alle remmen loslaat op de gothic-markt. Maar dat is niet de reden waarom ik hier ben. Hoewel ik van mening ben dat Leipzig vooral een gelegenheid is om kleinere groepen te ontdekken of exclusieve dingen te zien die nooit naar België komen, maak ik vanavond een uitzondering en ga ik naar een paar klassiekers kijken in de Agra-Halle. Er is wat kritiek op deze hangar die omgebouwd wordt tot concertruimte, maar het is de enige zaal die 5000 man kan ontvangen. En dus spelen daar de grootste en meest populaire groepen. Het is Lacrimosa die de doorslag geeft.
Diary of Dreams speelt er ook. Zij spelen op zowat elk zwart festival, en ik ben de tel kwijt van het aantal keer dat ik ze live meegemaakt heb. Ik heb al vaak gezegd dat hun cd’s inwisselbaar zijn, maar steeds van hoge kwaliteit, en dat geldt ook voor hun optredens. Het valt op dat Adrian Hates erg trots is op wat de groep in de huidige bezetting gemaakt heeft, want er komt veel uit de laatste cd’s. Deze worden evenwel mooi afgewisseld met oudere klassiekers als ‘MenschFeind’, ‘Giftraum’, ‘Kingdrom’ en ‘Butterfly:Dance’. Opmerkelijk: er wordt niets uit de succesplaat ‘Freak Perfume’ gespeeld.
Lacrimosa speelt al voor de zevende keer op het WGT, en daarmee zijn ze de groep die er het meest opgetreden heeft. Het was WGT-organisator Michael Brunner die Tilo Wolff in 1993 wist te overtuigen om live op te treden met een eerste show op het WGT. Wie weet zou Lacrimosa anders enkel een studioproject gebleven zijn. Dat zou spijtig geweest zijn, want ze zijn live fenomenaal. Hun set bevat heel wat nummers uit de laatste cd ‘Hoffnung’. Deze greep terug naar een zeer donker geluid, en aan de reacties van het publiek te zien heeft hij echt wel een gevoelige snaar geraakt heeft. Maar uiteraard wordt er uit alle periodes wel iets gespeeld. En wat andere Dark Entries-redacteuren er ook van zeggen, deze keer was de zang perfect. Zowel van Tilo (onder meer op het magistrale ‘Stolzes herz’ en het oude pareltje ‘Crucifixio’) als bij Nurmi (op het prachtige ‘Apart’).
Normaliter zou ik na Lacrimosa gaan slapen. Het WGT begint immers op een uitputtingsslag te lijken. Doch er blijkt nog een groep geprogrammeerd te zijn. Bompa Punk John Lydon komt er optreden met zijn groep Public Image Limited oftewel PiL. Sinds ik een aflevering van Reynebeau & Rotten heb gezien heb ik serieuze twijfels bij dit heerschap. Maar ik heb ook gelezen dat de reünietournee van PiL veel lof kreeg. En na dit optreden moet ik me erbij aansluiten. De oude zakken spelen enorm goed en weten de juiste sfeer te scheppen. Mijn verwondering is niet min.
Maandag 16 mei
Wat een boerenbedrog, zeg. Stond Christine Plays Viola geprogrammeerd, blijken noch Christine noch haar viola te bespeuren. In de plaats daarvan staan vijf harige gasten op het podium (aardige) gothic rock te spelen. Ik wil viool horen en rep me naar het Shauspielhaus, waar Saeldes Sanc aangekondigd staat. We hadden voor het eerst van dit project van Hannah Wagner gehoord door hun samenwerking mat Schwarzblut, en we konden niet vermoeden dat de groep zo populair zou zijn. Of zou het aan de samenwerking met Ernst Horn liggen, de man achter Deine Lakaien en Helium Vola? Hannah Wagner ziet er alvast ontwapenend meisjesachtig en authentiek uit met haar prachtig rood kleed, haar zwangere buik en haar blote voeten. Maar ze krijgt probleemloos de lachers op haar hand, en vooral: ze zingt als een nachtegaal. Als Wagner na een prachtvertoning met Ernst Horn ‘Withering Heigts’ inzet, voelen we ons tot ongekende hoogten getild en beseffen we dat we hier iets uitzonderlijks ontdekt hebben.
Bij The Visit heb ik aanvankelijk mijn twijfels. Enkel cello en zang? Is dat voldoende om indruk te maken? Na een optreden van Saeldes Sanc? Toch wel, blijkt na een paar nummers. Stem en cello vullen elkaar perfect aan en kunnen zeer gevarieerd aangewend worden. Dat het duo uit Canada daarin slaagt is geen geringe verdienste, en ze kregen er ook de nodige lof voor.
Aan de muziek van Sangre de Muerdago zou je niet meteen horen dat ze uit de Galicische punk- en metalsien komen. Het klinkt allemaal zo zacht en harmonisch… Maar toch schuilt er een kritiek door tegen het kapitalisme dat mensen tot geestloze consumptie- en productieproducten maakt. Hun laatste schitterende ‘O Camiño Das Mans Valeiras’ - ‘de weg van de lege handen’, over hoe materiële rijkdom niet gelijkgesteld moet worden met geestelijke rijkdom - komt uiteraard aan bod, maar ook ouder en nieuw werk, met ook heel wat instrumentele stukken. Prachtig.
Het gevecht tegen de slaap is nog in intensiviteit toegenomen, en om te vermijden dat ik zou indompelen in de zachte zetels van de Schauspielzaal - het gebeurde al bijna tijdens Sangre de Muerdago - ga ik een kans wagen om nog binnen te geraken bij Pink Turns Blue. Daar staat helaas een rij aan te schuiven die ongeveer overeenkomt met de capaciteit van de zaal. Terugkeren naar de Schauspielhaus is evenmin een optie, want daar schuiven mensen aan om het hemelse Irfan te zien. Wat blijft er nog over, De Felsenkeller, en dat ligt mooi op de weg naar mijn hotel.
Daar speelt Korpiklaani, een Finse groep woudarbeiders die de kunst verstaan om er als een bende freaks uit te zien, én om uitstekende folkmetal te spelen met viool en accordeon. Hier zal ik nog eventjes niet van in slaap vallen. Al klinkt ook hier onvermijdelijk de laatste noot. Onderweg naar het hotel vraag ik me af of ik nu droevig of blij moet zijn dat het afgelopen is. Het was enerzijds prachtig, maar anderzijds had ik dit onmogelijk nog langer volgehouden. Slaap wel Leipzig. Maak mooie dromen. We zien elkaar volgend jaar terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten