Vertute, Honor, Bellezza van Camerata Mediolanense was voor mij dé cd van 2013. Al snel na het verschijnen van mijn laaiend enthousiaste recensie
 van het werk kregen we het aanbod om een interview te doen met Elena 
Previdi, componiste en toetseniste van de groep. De vragen werden 
opgestuurd, maar er kwam geen antwoord op. Tot een paar dagen geleden, 
als bij wonder, het beantwoorde interview in mijn mailbox verscheen. Er 
zijn meer dan zes maanden verstreken tussen het opsturen van de vragen 
en het ontvangen van de antwoorden. Maar het werd dan ook een diepgaand 
interview waarin Elena zich uitlaat over kunst, haar verhouding tot 
Italië en de beschuldigingen van extreemrechtse sympathiën waar de groep
 onder te lijden had.
Om te beginnen: van harte gefeliciteerd met jullie laatste cd. 
Ik ben bijzonder onder de indruk van het samenspel tussen de solostemmen
 en het koorzang. Vinden jullie zelf dat het een stap voorwaarts is in 
vergelijking met jullie eerder werk?
Heel erg bedankt voor je waardering. Deze opname werd pas lang na de 
vorige opname uitgebracht. Meer dan tien jaar. Er is dan ook een 
natuurlijke evolutie in de perspectieven en vaardigheden van ouder 
wordende mensen. In deze lange periode heb ik mijn muzikale studies 
volbracht, en daarmee ben ik ook gevorderd in de kunst om met muziek om 
te gaan. Ik ben dan ook blij dat je opgemerkt en gesmaakt hebt dat er 
een grote interactie is tussen de solisten en het koor, omdat het één 
van de gevolgen is van mijn toegenomen kennis in contrapunt, een 
technisch middel dat tegenwoordig maar weinig mensen kennen en kunnen 
toepassen.
Maar hoe dan ook denken we niet dat het een stap voorwaarts is in 
vergelijking met onze vorige drie albums. Het is gewoon het resultaat 
van onze huidige inspiratie. Als we naar het verleden kijken, naar het 
geheel van onze uitgaven, dan denken we dat elk van onze vier uitgaven 
belangrijk is, en elk van hen past perfect bij de omstandigheden van een
 bepaald tijdperk. We zien geen enkele hiërarchie in ons werk.
De nieuwe cd is gebaseerd op poëzie van Francesco Petrarca. Je 
lijkt het leven en het werk van Petrarca diepgaand bestudeerd te hebben,
 afgaand op de tekst die je geschreven hebt in de kunstboekeditie van 
jullie cd. Wat fascineert jou zo bij deze grote dichter?
Mijn essay in het kunstboek is een onderzoek naar de tonnen muzikale 
vertoningen van Petrarcas werk in de laatste 700 jaar. Maar vooraleer ik
 deze muzikale bronnen doornam was ik al gestart met mijn eigen 
herontdekking van de poëzie van Petrarca. In Italië wordt Petrarca in 
het onderwijs besproken en gelezen. Hij gebruikt oud Italiaans, dat niet
 zo gemakkelijk te verstaan is bij een eerste kennismaking. Hij wordt 
dan ook vaak oppervlakkig gelezen, met weinig voldoening tot gevolg. Ik 
was ook zo toen ik studente was. Toen ik mijn Canzoniere (de 
voornaamste dichtbundel van Petrarca) terug ontdekte - een paar jaar 
geleden - was ik sprakeloos, verbouwereerd door zijn buitengewone 
poëtische kracht. Ik ontdekte voornamelijk drie dingen.
Het eerste is de ongelooflijke moderniteit van zijn denken, dat - 
ondanks zijn archaïsch taalgebruik - een belangrijke universele 
menselijkheid tentoonspreidt. In dit denken kunnen we onszelf vandaag 
diepgaand herkennen.
Het tweede is de absolute schoonheid, zijn wijze om dingen te 
verwoorden, de pracht van zijn poëtische stijlfiguren en linguïstische 
sonoriteiten die enkel opgemerkt kunnen worden als je ernaar luistert in
 de oorspronkelijke taal, en die dus gemakkelijker te vatten zijn als 
Italiaan.
Het derde is de muzikale kracht van zijn poëzie, die ik onmiddellijk 
ervaren heb, en die me hebben doen begrijpen waarom Petrarca de meest 
vertoonde dichter is in de geschiedenis.
Zoals je in het kunstboek aangeeft hadden de meeste gedichten 
al een muzikale bewerking gekregen. Waarom heb je gekozen om nieuwe 
versies te maken en wat denk je dat vernieuwend is aan jouw aanpak van 
zijn gedichten?
Veel van de teksten die ik gekozen heb om te vertonen zijn dezelfde 
teksten die - in de loop der eeuwen - al de meeste muzikale bewerkingen 
gekregen hebben: Vergine bella, Voi ch’ascoltate, Solo et pensoso, Vago augelletto…
 Ik heb mijn keuze gemaakt zonder rekening te houden met de 
omstandigheden, enkel door de aantrekkelijkheid van de gedichten. En het
 is interessant om onze versies met die van anderen te vergelijken. Ik 
heb dozijnen versies van Vergine bella kunnen waarderen, nadat 
ik mijn eigen versie gemaakt had. Vooraleer ik mijn eigen ding gedaan 
had, wou ik echter niets horen: ik wou in mijn oren niets anders dan de 
woorden van Petrarca. Je mag dus zeker zijn dat er tussen onze versies 
en alle vorige versies geen enkel verband is.
Dit gebeurt omdat onze nummers volledig ingebed zijn in de muzikale levensstijl van de 21ste
 eeuw. Maar ik heb eigenlijk geen antwoord op je vraag. Waarom heb ik zo
 vaak gekozen voor gedichten die al zo vaak in de geschiedenis vertoond 
zijn geweest, soms wel honderden keren?
Ik wil in deze context even mijn mening geven over meesterwerken. Het 
is vandaag bijna incorrect om nog te spreken over ‘meesterwerken’ in de 
kunst. Mensen vermijden om nog te oordelen over artistieke creaties, 
alsof ze beschaamd zijn om een mening te geven over de kwaliteit van een
 werk. Vandaag onderzoekt men de minder succesvolle opera’s van een 
componist, zijn minder bekend (en dus ‘minderwaardig’) werk. Het lijkt 
interessanter om iets verscholen te ontdekken, dan om de belangrijkste 
werken onder ogen te zien. Maar er bestaan werken die - ongeacht de 
geschiedenis - bestaan. Werken met een sterke innerlijke uitstraling, 
die overeind blijven, die zich niets aantrekken van trends, mode, 
stromingen en golven.
Petrarca heeft veel van dit soort meesterwerken voortgebracht. En ze 
werden erkend door het nageslacht, kregen hopen bewerkingen doorheen de 
eeuwen. De speciale aantrekkingskracht van de beroemde gedichten uit Canzoniere
 hebben hetzelfde effect gehad op mij. Het is gewoon een feit, ik heb 
geen rationele verklaring. Ik deed het boek gewoon open, en als ik iets 
vond dat me raakte, begon ik muziek te maken. En vaak kwam de muziek op 
deze teksten erg gemakkelijk: de woorden leken erop geboren.
Petrarca wou ook de glorie van het antieke Rome doen herleven. 
Daarom wordt hij soms de vader van het humanisme genoemd. Zijn wil om 
het Italiaanse grondgebied te verenigen en terug groots maken glimt door
 de tekst van 'Canzone all'Italia'. Mogen we zeggen dat hij een 
Italiaans nationalist was?
Deze beschouwing doet ons eigenlijk lachen. Wij hebben Petrarca nooit 
vanuit een politiek standpunt bekeken, als een soort nationalist. En 
voor Italië is het bijna onmogelijk om over een soort nationalisme te 
spreken. Italië was, en is, vooral een geografische benaming. Een heel 
aangename plek, vol vreugde en creativiteit, maar waar ieder voor 
zichzelf denkt en de andere wantrouwt, en met regeringsleden die niet om
 hun eigen volk geven. Petrarca zingt eigenlijk over deze gehavende 
prachtige eigenheid van Italië, niet over de Italianen. Door zijn Canzone all’Italia te
 gebruiken schreeuwen we het op dezelfde wijze als hij in zijn tijd (een
 wederkerend thema: wij vandaag; Goethe in 1790; Petrarca in 1350…).
Petrarcas belangstelling was vooral cultureel. Zijn verlangen naar Rome
 was het cultureel verheffen van de Romeinse kracht… Met zijn studies en
 ontdekkingen van oude klassieke teksten begon het moderne Humanisme: en
 het werd een Europees wonder, niet een die beperkt bleef tot ‘Italië’, 
ook al werd het gestart door een Italiaan.
Het grootste deel van het werk van Camerata Mediolanense is in 
het Italiaans, en gaat terug op Italiaanse bronnen. Naast Petrarca 
hebben jullie ook inspiratie geput uit Dante en het verhaal van Donna 
Lombarda. Zien jullie jezelf als een typisch Italiaanse groep of als 
ambassadeurs van de Italiaanse cultuur?
Niets van dit alles! Zoals ik al zei is onze relatie met Italië 
helemaal niet relaxed. Wij zijn gewoon hier geboren, leven hier, en 
lijden, lijden, lijden. Ik kan niet meer zeggen, want het zou te 
drastisch klinken. Camerata Mediolanense is een culturele entiteit die 
als een soort mirakel geboren is uit de ruïnes van de Italiaanse 
cultuur, en in het bijzonder uit de ruïnes van de Italiaanse 
muziekcultuur. Ik hou van de definitie van één van onze collega’s, een 
Italiaans journalist, die onlangs zei dat hij ons zag als ‘nieuwe 
humanisten’. We houden van dit standpunt en kunnen er ons volledig in 
vinden.
Het nieuws dat vandaag uit Italië komt is niet zo goed. De 
economische crisis lijkt hard toe te slaan, en de politiek lijkt bijna 
een circus voor een buitenstaander. Hoe zien jullie de huidige situatie 
in Italië?
Zoals ik al zei maakt het niets uit dat we hier en nu zijn. Wij geven 
geen moer om de huidige Italiaanse situatie. We geven niet om politiek 
en zijn volledig gefocust op kunst, wetenschap en geschiedenis vanuit 
verschillende perspectieven.
Samen met Vertute, Honor, Bellezza hebben jullie al 
jullie eerder werk heruitgegeven. Bij elke cd hebben jullie een bonus-cd
 toegevoegd. Hoe hebben jullie de nummers op deze extra cd’s uitgekozen?
 En waarom staan niet al jullie eerdere singles en ep’s - in het 
bijzonder het werk rond Dante - op deze cd’s?
Ons nieuw label (Prophecy) vroeg ons om alle nummers uit onze 
geschiedenis uit te geven, om hen een patent te geven voor ons volledige
 werk voor de grote opgave van de heruitgave van onze catalogus, 
allemaal verzameld in een houten doos. Een ware opera omnia van
 Camerata Mediolanense. Het project omhelsde de drie oude cd’s, de 
kunstboekversie van Vertute, al onze eigen uitgaven als 7” en 12”, en - 
uiteindelijk - alle nummers voor verschillende compilaties (vinyl, 
cassette, cd’s). Een aantal van die oude nummers zijn gênant omwille van
 hun geluidskwaliteit, maar het doel van deze operatie was zuiver 
filologisch, en moet dus ook vanuit dit perspectief beschouwd worden.
Eigenlijk hebben we ons nooit volledig kunnen vinden in dit project, 
want het werk rond Dante (drie 7” vinyls) zijn geen deel van deze 
tijdspanne. Ze maken deel uit van een project dat nog onvoltooid is. Dus
 veranderde de titel van de box van Opera Omnia (volledige werken) naar Gesammelte Werke (verzameld werk).
In de bijna 15 jaar tussen Madrigali en Vertute, Honor, Bellezza, heb je je doctoraat behaald. Waar ging je thesis over? Heeft het invloed gehad op je werk met Camerata Mediolanense?
De thesis heeft het werk van Camerata Mediolanense vooral beïnvloedt 
omdat… het me zoveel tijd gekost heeft, die niet naar de groep kon gaan.
 In mijn doctoraat heb ik een aantal werken bestudeerd die in Rome 
geschreven of verschenen zijn in de tweede helft van de 17e eeuw rond de geschiedenis van muziekinstrumenten. Sommigen zijn beroemd, zoals de Musurgia Universalis van Athanasius Kircher, maar anderen zijn totaal onbekend, zoals de De Tibiis Veterum van Bartholinus of de De tribus generibus instrumentorum
 van Francesco Bianchini. Mijn interesse ging uit naar de studie van de 
inhoud van deze boeken: om nieuwe informatie te ontdekken over oude 
muziekinstrumenten, maar ook om te begrijpen waarom er zoveel werken 
rond dit particulier onderwerp verschenen zijn in die periode, en dan 
nog allemaal in de stad Rome. Ik zal hier binnenkort een boek over 
uitgeven.
Mijn positie is echt ongebruikelijk. Ik ben niet alleen musicologe, 
maar ik heb ook verschillende muzikale kwalificaties (op niveau van de 
academie). Dit is uitzonderlijk voor een musicoloog, die meestal enkel 
een academische (‘boekkundige’) opleiding heeft. En tenslotte heb ik ook
 nog een passie voor darkwave muziek. Dit is een passie die door geen 
enkele van de academici die ik ken gedeeld wordt. Al deze dingen zullen 
uiteraard, op één of andere wijze, een invloed hebben op Camerata 
Mediolanense. Maar ik probeer als ik mijn eigen muziek maak mijn 
culturele achtergrond achter te laten en mijn instincten vrij te laten 
om creatief te zijn.
Voelen jullie jullie verwant met andere Italiaanse groepen als 
Ianva, Corde Oblique, Ataraxia... Is er zoiets als een Italiaanse 
neofolk/neoclassieke scene?
We hebben het gevoel dat er tegenwoordig een gebrek aan creativiteit is
 bij nieuwe groepen die bij de scene betrokken zijn. Ik hoop dat dit 
slechts van korte duur zal zijn. Maar je kan niet ontkennen dat er veel 
uitstekende creaties het licht gezien hebben in Italië in de laatste 20 
jaar, en ik wil in je lijstje ook nog Argine en Ordo Equitum Solis 
toevoegen, die maar half ‘Italiaans’ zijn, maar al lang vanuit Italië 
opereren. We voelen ons met hen allen verbonden en voelen ons een deel 
van een gemeenschappelijke scene. Voor sommige van hen hebben we 
trouwens meer dan enkel artistieke bewondering: met Ataraxia, Argine en 
Ordo Equitum Solis heb ik nog live toetsen gespeeld. (Met Ataraxia 
speelde ik in Mexico, met OES over heel Europa, met Argine in Italië.) 
Onze menselijke en muzikale banden zijn diepgaand.
In Zwitserland hebben linkse radicalen een club aangevallen 
waar jullie gingen optreden omdat ze dachten dat jullie rechtse 
extremisten waren, hoewel dergelijke referenties niet in jullie werk 
voorkomen. Hoe denken jullie dat zoiets mogelijk was? Nemen jullie 
voorzorgsmaatregelen voor het geval dat dit opnieuw zou kunnen gebeuren?
Dat was zeker en vast het ergste hoofdstuk uit onze biografie, maar 
niet het enige. Ik mag beweren dat Camerata Mediolanense het slachtoffer
 is van persecussie, aangezien ook nog andere van onze concerten 
verhinderd werden. De redenen zijn waardeloos. Ik denk dat onze naam een
 slechte fascinatie uitoefent op radicale mensen: ‘camerata’ is een oud 
woord voor muziekensembles, maar voor onwetende mensen kan het klinken 
als ‘kamerade’.
Op radicaal-linkse websites gaat er nieuws rond dat juiste en valse 
berichten door elkaar halen, bijvoorbeeld nieuws over het feit dat we 
radicaal-rechtse bijeenkomsten bijgewoond zouden hebben, of bijgedragen 
hebben aan rechtse compilaties. Het is natuurlijk een aberratie dat 
sommigen denken dat een groep niet mag spelen omwille van zijn politieke
 overtuigingen. Maar hoe dan ook, in ons specifiek geval: hoewel het 
juist is dat we uitgenodigd zijn voor deze bijeenkomsten en compilaties,
 klopt het ook dat we toen geweigerd hebben. Omdat wij van aanvang aan 
hebben gekozen om elke politieke context te vermijden. Niet links, noch 
rechts. Camerata Mediolanense is een zuiver cultureel project.
Spijtig genoeg werd onze naam verspreid hoewel we niet deelgenomen 
hebben aan de vermelde evenementen. En het nieuws bleef aanwezig op 
extreem-linkse websites. Geen enkele van deze webmasters voelde, of 
voelt, de eerlijkheid om het valse nieuws recht te zetten of te 
vernietigen. De aanval in Zwitserland was slechts de laatste stap. Het 
was heel agressief. In ons bijzijn werden al onze instrumenten en de 
club vernield, en gelukkig kwamen we er zelf op miraculeuze wijze 
ongeschonden uit. De bezwaren van de aanvallers - een flyer - 
rechtvaardigde de actie op basis van de eerder vermeldde berichten. Op 
dit ogenblik eindigt in Zwitserland het proces tegen hen. In eerste 
aanleg leidde het tot 19 veroordelingen van de aanvallers en met een 
bevestiging van de volledige afwezigheid van politieke elementen in 
Camerata Mediolanense. We wachten nu op de tweede aanleg voor de laatste
 drie beschuldigden.
Momenteel is ons probleem dat een aantal Duitse schrijvers en 
onderzoekers de laatste tijd de valse beschuldigingen als waar hebben 
aangenomen en erover schrijven in boeken, op televisie komen… Zonder hun
 bronnen na te gaan! Zonder ons iets te vragen! Het nieuws staat op 
internet, dus het is ‘waar’. Dit is verbijsterend, vooral voor mij, 
omdat ik ook onderzoekster ben… Ik kijk mijn bronnen steeds na.
Je hebt in verschillende gothic en darkwave groepen gespeeld, 
en jullie spelen vaak op gothic concerten. Wat betekent de zwarte scene 
voor jullie?
Het is onze ‘stam’, en ik noem het zo als een antropologisch concept. 
Elk van ons (ik, Manuel, 3Vor en Marco) zijn muzikaal geboren met 
darkwave en postpunk, ondertussen al meer dan twintig jaar geleden. 
Uitgezonderd Manuel, die enkel in Camerata Mediolanense gespeeld heeft, 
zijn de anderen – 3Vor, Marco en ik – lid geweest of nog steeds actief 
bij verschillende ensembles, als stichter (3vor: NG, Marco: Sturm Und 
Drang) of als muzikant of medewerker. We genieten er nog steeds van om 
concerten en festivals in Italië en in het buitenland bij te wonen, als 
gewone bezoekers. Een verschil met het verleden is echter dat we - nu we
 wat ouder zijn - ook meer andere muziekgenres exploreren en concerten 
in andere scenes bijwonen. Veel mensen vallen bij het ouder worden terug
 op hun gewoonten, maar bij ons lijkt het omgekeerde te gebeuren. Ik 
denk dat je dat ook kunt horen in onze muziek.
Dank voor dit diepgaand interview!
Camerata Mediolanense