The Arch brengt met ‘Sanctuary Rat’ zijn zesde langspeelplaat uit, en wij raden iedereen aan om ernaar te luisteren. Waarom? In de eerste plaats omdat het weer aan de wonderbaarlijke kwaliteit van een The Arch-plaat voldoet, maar ook omdat de groep het ook deze keer niet nalaat om zichzelf te vernieuwen. En om daar meer over te weten, legden we een paar vragen voor aan de heren.
De nieuwe plaat ‘Sanctuary Rat’ is in september uitgekomen. Ik vind hem zeer geslaagd, en zelfs verrassend omdat jullie zich wederom weten te vernieuwen. Hoe zien jullie ‘Sanctuary Rat’ – intussen al jullie zesde langspeelplaat – in het zicht van jullie vorig werk?
U weze bedankt voor het compliment. Door de Covidparalysie en de ‘Blijf in je kot’-verordeningen, konden we niet meer samenkomen om gezellig nummers te maken in ons repetitiehol. Repeteren was er helemaal niet meer bij, want optreden was taboe. Alzo werden we gedwongen tot een nieuwe manier van werken: ieder jamde in isolatie van thuis uit, waarna de nummers groeiden door uitwisseling en interactie vanop afstand: via internet. Wellicht daardoor zijn het klankpallet en de aard van de songs breder geworden, van organisch naar mathematisch, van warm naar koud. Volgens ons bescheiden oordeel zit er meer variatie tussen de tracks onderling. En afwisseling van spijs doet (hopelijk) eten.
De vorige plaat ‘XII’ was een experiment waarbij jullie op twaalf maanden evenveel nummers zouden componeren, die bovendien elke keer door een video vergezeld zouden worden. Was er ook een experimentele insteek bij het schrijven van deze plaat, of zijn jullie terug op een meer ‘klassieke’ wijze gaan componeren?
Hier moeten we andermaal verwijzen naar het Coviddecor, een sociale kramp die iedereen aan den lijve heeft moeten ondergaan. Daardoor hebben veel groepen moeten componeren in een systeem waarbij de leden van thuis uit hun bijdragen leverden en internet de highway vormde om de nummers te laten groeien. Een nieuwigheid was wel de mixing: daar waar die vroeger steeds door externen zoals Ludo Camberlin of Kenny (KGB van Simi Nah) verzorgd werd, is deze plaat afgemixt door onze eigenste Mr. Pierre. Daar is veel tijd en energie in gekropen, maar het was een erg leerzaam proces dat veel voldoening gaf. Mixen is een interessante en plezante stiel, met een creatieve dimensie.
De vorige plaat ‘XII’ had – net omdat het de druk om snel te componeren strak had gezet – voor spanningen binnen de groep gezorgd. Zijn die spanningen opnieuw gerezen tijdens de opnames van de nieuwe plaat, of was er meer consensus over de te volgen werkwijze?
Het was allemaal meer ontspannen. Er waren geen deadlines en ieder van ons werkte thuis naar believen, naargelang het uitkwam. Werken onder druk, zoals tijdens ‘XII’, heeft voordelen en nadelen. Het zal vooruit gaan, maar het kan leiden tot een verstikkende werkdruk en een sluimerend gevoel van “het had misschien beter gekund”.
Jullie zijn een groep met twee gitaristen, Mr Pierre en Ivan DC, maar bij de nieuwe opnames lijkt het geluid vooral elektronisch te zijn, met gitaren die meer spaarzaam en afgemeten gebruikt worden. Is dat ook jullie gevoel, en zo ja, was dat een bewuste keuze?
Wij speuren altijd naar een evenwicht tussen elektronika enerzijds en gitaarpartijen anderzijds. Het was geenszins een bewuste keuze om deze keer minder gitaarlijnen in de nummers te plaatsen. Eigenlijk zijn dat zaken die zo gekristalliseerd zijn, tijdens het distilleren van de songs.
‘Sanctuary Rat’ valt ook op door de mooie hoes, ontworpen door Vincent Fourrel. Werd het werk speciaal voor jullie gemaakt? Wat is de diepere betekenis achter de hoes?
Ja, het beeld werd specifiek voor ons gemaakt en is geïnspireerd door de tekst van ‘Sanctuary Rat’, over een hooggeplaatste smeerlap, the mighty mister misty minister, die mettertijd zoveel zelfvertrouwen heeft dat ie denkt dat hij ongenaakbaar is. Maar het staat in de sterren geschreven: hoogmoed komt voor de val. En die neergang kan getriggerd worden vanuit een compleet onverwachte hoek. ‘The sanctuary rat’ blijkt uiteindelijk ‘an ordinary rat’ te zijn.
Het bijzonder mooie ‘Laments Of An Icarus’ is gebaseerd op een gedicht van Baudelaire, die met zijn bundel ‘Les fleurs du mal’ natuurlijk een klassieker is van de zwarte romantiek. Wat heeft jullie aangezet zijn gedicht op muziek te zetten?
Eigenlijk ligt het voor de hand om zo’n betoverend gedicht te consumeren als songtekst. In dit geval paste het volgens ons ‘gesluierd mooi’ bij de muziek. En wat meegenomen is: op die tekst rust geen betalend auteursrecht. Nederig bedanken en gedenken wij de grootmeester.
Ook voor andere liedjes hebben jullie gebruik gemaakt van teksten die door derden geschreven zijn. Hoe zijn jullie daartoe gekomen?
Wij krijgen regelmatig teksten gepresenteerd door confraters en vrienden, met de vraag om ze eens te proberen als lyrics voor onze songs. Wat ons betreft, hoe meer hoe liever. Dat geeft een bredere input en meer variatie.
‘Sanctuary Rat’ komt uit op Dryland Records, het label van Goethes Erben. Was het gemakkelijk voor jullie om dit label te vinden na de stopzetting van het zeer betreurde Wool-E Discs?
We hebben hen ontmoet op een festival in Duitsland. We begonnen te praten met elkaar, we werden vrienden en van het één kwam het ander. De samenwerking verloopt zoals het hoort en we zijn ook erg tevreden over hun promotie. Het is een huis waar we goed verzorgd worden. Dat is ooit anders geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten