Laibach is een parodie van zichzelf geworden! En ze schamen zich er niet eens voor. Meer zelfs, ze hebben er bewust voor gekozen. Nog nooit blonk de groep zo uit in humor en zelfrelativering. Nu hernemen ze al nummers van ‘The Sound Of Music’, en alhoewel ze dat op hun karakteristieke onheilspellende toon doen, is het manifest zelfspot.
Er is nochtans een tijd geweest dat Laibach erg serieus overkwam, dat ze de mensen schrik aanjoegen, dat het publiek zich afvroeg of ze met fascisten te maken hadden die het totalitarisme verheerlijkten of niet… De humor van de groep was al van in de begindagen aanwezig, maar was enkel toegankelijk voor diegenen die de moeite genomen hadden om zich te verdiepen in het concept van Laibach. De rest tastte in het duister.
Als we op dinsdagavond de Botanique betreden, worden we verwelkomd door geluiden van koeien en vogels, wellicht om ons reeds voor te bereiden op een trip naar Oostenrijk en Noord-Korea. Want Oostenrijk is natuurlijk het land waar het in ‘The Sound Of Music’ om draait. Al draait het bij Laibach vooral om Noord-Korea. Want als u dit leest weet u waarschijnlijk dat Laibach in 2015 twee keer in Pyongyang, de hoofdstad van het meest totalitaire en geïsoleerde land ter wereld, heeft opgetreden.
Om zich aan het publiek aan te passen heeft Laibach toen nummers herwerkt uit ‘The Sound Of Music’, één van de weinige westerse films die in Noord-Korea toegelaten zijn, en bovendien een film die er gebruikt wordt om Engels te leren. Men mag er dus van uit gaan dat Noord-Koreanen vertrouwd zijn met de nummers uit ‘The Sound Of Music’, al waren ze dat beslist niet met de manier waarop Laibach de nummers zou brengen.
Het was te verwachten dat Laibach een plaat zou uitbrengen met ‘The Sound Of Music’, net zoals ze reeds platen gemaakt hebben met de nummers van ‘Let It Be’ van The Beatles, covers over oorlog op ‘NATO’ (een plaat die nota bene uitkwam toen de oorlogen in ex-Joegoslavië het nieuws haalden), een plaat met herwerkte volksliederen (Volk) en nog meer ‘nieuwe originelen’ doorheen het oeuvre van de groep. Het is zelfs wat verrassend dat ‘The Sound Of Music’ pas drie jaar na de optredens in Pyongyang verschijnt.
Na een strijkersintro die volgens mij afkomstig is van de voorlaatste plaat ‘Also sprach Zarathustra’ – de muziek bij een toneelstuk over het magnum opus van Nietsche – starten we meteen met het titelnummer van ‘The Sound Of Music’. Het is de introductie van een nieuwe zangeres: de Zweeds-Sloveense Marina Mårtensson. Zij krijgt de aartsmoeilijke taak om Mina Špiler te vervangen, die tijdelijk de groep verlaten heeft.
Ongetwijfeld heeft een deel van het publiek het gevoel dat men kent als één van de favoriete actrices uit een serie vervangen wordt door een nieuw gezicht. Ook al is de nieuwe actrice buitengewoon getalenteerd, het is niet leuk dat een vertrouwd gezicht wegvalt. Gelukkig komt halverwege het nummer ook de aloude Milan Fras het podium op, die de nummers een sinistere toon geeft met zijn gutturale grafstem.
Maar op ‘Climb Every Mountain’ toont Mårtensson dat ze wel degelijk kan zingen, en als we even afstand doen van de herinnering aan Špiler, dan moeten we toch zeggen dat ze zich prima van haar taak kwijtscheldt. Het optreden wordt werkelijk hilarisch tijdens ‘Do Re Mi’, dat de tegenstrijdigheid tussen het donkere Laibach en de lichtvoetigheid van ‘The Sound Of Music’ passend vertoont. Op ‘My Favorite Things’ krijgen we zelfs kinderkoren, terwijl Milan Fras zijn favoriete dingen opsomt, waaronder crèmekleurige pony’s en knapperige appeltaarten.
Het is alsof de groep na al die jaren openlijk toegeeft: ‘Het was allemaal maar om te lachen’. Milan treedt trouwens op in het witte habijt uit de clip voor ‘The Lonely Goatherd’. In deze sublieme video vereenzelvigt Laibach de eenzame geitenherder niet enkel met een echte herder – gespeeld door Boris Benko, die hier enkel in de achtergrondbeelden te zien is – maar ook met een priester die zijn kudde aan sexy minderjarige meisjes moet hoeden. Benieuwd of ze hier in het Vaticaan mee kunnen lachen… Op de laatste ‘Yodelei-woehoe’ zijn we zelfs getuige de hoogste noot die we ooit uit de keel van Milan hebben horen komen, voorwaar in een normaal stemregister.
De laatste twee nummers in de eerste set bevatten de meeste verwijzingen naar Noord-Korea. Op ‘How Do You Solve A Problem Like Korea’ zien we beelden van vliegende raketten vermengd met allerhande Koreaanse propaganda. ‘Arirang’ – het enige nummer dat niet uit ‘The Sound Of Music’ afkomstig is – is een traditioneel Koreaans nummer dat soms als het officieuze volkslied van beide Koreas beschouwd wordt. En daarmee heeft Laibach de volledige nieuwe cd gespeeld, en wordt het tijd voor een pauze.
We hebben het al eerder gemerkt, Laibach is er niet om het publiek een hapklare brok aan ‘Greatest Hits’ te schenken. Ook deze keer geen ‘Life is Life’ of ‘The Final Countdown’. Maar nadat ze hun laatste plaat integraal gespeeld hadden, moesten ze in het tweede deel wel wat oudere nummers spelen. En daarvoor grepen ze terug naar hun prille begindagen. Laibach houdt van paradoxen. Na de kitsch van het eerste deel, krijgen we in het tweede deel pikzwarte en oerernstige industrial.
‘Mi kujemo bodočnost’ – oftewel ‘We bouwen aan de toekomst’, u hoort meteen hoe Laibach de communistische slogans persifleerde in zijn muziek – eindigt in een geluidsorgie van avant-garde piano, metaalpercussie en noise op gitaar en synth. ‘Smrt za smrt’ – ‘Dood om dood’ – is nauwelijks vrolijker. We zijn omvangen door absolute duisternis. Wat een verschil met de nummers van ‘The Sound Of Music’…
‘Het communisme in Joegoslavië werd vernietigd omdat er te veel vrijheid was, met een overdosis aan zwarte humor dat het systeem de doodsteek heeft gegeven, omdat het te letterlijk begrepen en gepraktiseerd werd’, zo sprak Laibach hoofdideoloog Ivan Novak in een recent interview met ons magazine. Met andere woorden: Laibach steekt de pluimen voor de val van het Joegoslavische systeem op zijn hoed.
Enige grootspraak is de groep niet vreemd, maar ook buitenstaanders zeggen dat Laibach met zijn kunst een impact heeft gehad in de val van communisme en in de onafhankelijkheid van Slovenië. Omdat Laibach het systeem openlijk te kakken zette, terwijl het zonder verpinken beweerde het Joegoslavische communisme te willen versterken. ‘Alle kunst kan het object worden van manipulatie, behalve de kunst die zelf de taal spreekt van de manipulator’, zo schreef Laibach in zijn manifest uit 1983. En daar zijn ze tot vandaag trouw aan gebleven.
Wou Laibach ook bijdragen tot de val van het Noord-Koreaanse regime? Ze beweren alvast van niet, maar misschien hebben ze een zaad van twijfel geplant in het hoofd van de Noord-Koreanen die het concept van de groep begrepen hebben. Anderzijds wil Laibach het kapitalistische westen ook een spiegel voorhouden. We denken dat we democratisch zijn, maar misschien zijn hier andere, meer subtiele vormen van onderdrukking aan het werk. ‘Indien het communisme niet overleeft, betekent dat niet noodzakelijk dat het kapitalisme wel zal overleven’, zo beweerde Laibach reeds kort na de val van de muur.
De achtergrondvideo’s bij het optreden zitten eveneens vol met dubbelzinnigheden. Tijdens ‘Vier Personen’ – een nummer dat moet verwijzen naar de oorspronkelijke vier leden van Laibach – zien we achtereenvolgens portretten van Marx, Engels, Lenin en Trump. Vier personen, inderdaad, net zoals Kraftwerk of de vier Founding Fathers van de Verenigde Staten die ook in de beelden voorkomen. We zijn trouwens blij in de achtergrondbeelden van ‘Ti, ki izzivaš’ – ‘Jij die jezelf overtreft’ – toch nog een glimp van de afwezige Mina Špiler op te vangen.
Na ons een dik half uur in absolute duisternis te hebben ondergedompeld, verlaat Laibach voor de tweede keer het podium. Maar we hebben recht op nog wat extraatjes. ‘Sympathy For The Devil’ is wellicht het enige nummer van vanavond dat als ‘klassieker’ mag gelden, want de cover van het door Boelgakov geïnspireerde Rolling Stones-nummer – waarin de duivel alle menselijke drama’s overloopt die hij aanschouwd heeft – dateert uit 1989 en heeft toen best wat aandacht gekregen.
‘The Coming Race’ is een nummer uit de filmmuziek van ‘Iron Sky’, een flauwe komedie over nazi’s die op de donkere zijde van de maan hun terugkeer naar de aarde voorbereiden. Er werd ooit een vervolg op de film aangekondigd met een geniale clip van Poetin die danst op Laibachs versie van het Russische volkslied, beelden die nu op de achtergrond te zien zijn. Het vervolg – Iron Sky 2: The Ark – zou nu trouwens moeten uitkomen, al is dat blijkbaar zonder de medewerking van Laibach.
Om af te sluiten zet Milan Fras een grote witte hoed over zijn mijnwerkerskap en gaat Laibach de bluegrass-tour op met ‘Surfing Through The Galaxy’. Duidelijk is dat Laibach opnieuw de draak steekt met zichzelf, want in de tekst verontschuldigt Fras zich onder meer voor zijn Engels en zijn Duits. En zo kan ik besluiten wat ik al jaren geleden in mijn eerste artikel over Laibach schreef: ‘Laibach enkel als ernst beschouwen zou niet grappig zijn. Laibach enkel als grap beschouwen zou niet ernstig zijn.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten