2022

donderdag, september 12, 2019

25 JAAR DARK ENTRIES: Stichter Dave Cerpentier

In februari 1994 - 25 jaar geleden dus - verscheen het allereerste nummer van Dark Entries. Dat was vooral te danken aan één man: Dave Cerpentier. Hij schreef het eerste nummer eigenhandig, met de hulp van Dany Stuer voor de lay-out. Na een paar nummers kwamen er andere medewerkers bij, en Dark Entries werd gaandeweg een begrip in de Vlaamse gothic scene. Dave bleef uiteindelijk maar vier jaar actief bij Dark Entries en ging dan op zoek naar andere uitdagingen. Om de 25ste verjaardag van Dark Entries in de verf te zetten, legden we ons oor te luister bij de stichter, die veel te vertellen had over het ontstaan en de eerste jaren van Dark Entries.

‘Begin jaren 90 was de de Belgische wave-scene op sterven na dood.’ Ik citeer uit één van je edito’s uit Dark Entries. Was het toen werkelijk zo slecht gesteld met de wave?

Goh, in mijn herinnering toch. En al zeker in Sint-Niklaas. In Antwerpen had je wel wat wave fuiven in de Limelight-Follies. Die leerde ik eerder toevallig kennen doordat ik in een café in Gent de organisatoren van de First&Last&Always fuiven ontmoet had. In november 1990 zouden The Sisters Of Mercy optreden in de Brielpoort in Deinze, maar op de radio werd aangekondigd dat het concert verplaatst zou worden naar een latere datum. Ik had er mijn zinnen zo op gezet dat ik die avond toch naar Gent ben getrokken om uit te gaan. En blijkbaar hadden vele anderen, waaronder dus de organisatie van die fuiven in Antwerpen, hetzelfde idee. Ik wist niet dat er nog ergens in België New wave feestjes werden georganiseerd! Bij ons in Sint-Niklaas was er niets meer te doen. Begin jaren 80 was dat wel anders maar toen was ik nog te jong om uit te gaan. Limelight-Follies zou mijn tweede thuis worden, ik geloof niet dat ik in de prille jaren 90 een new wave feestje in de Limelight heb gemist. Of in ’t Oud Bleekhof in Antwerpen. En ook Den Twieoo in Gent begon men met Merciful parties. Misschien was begin jaren 90 een keerpunt? Het begin van een nieuwe golf new wave? Een herrijzenis van een genre? Feit is toch dat vele groepen uit de glorietijd van de New Wave op dat moment niet meer actief waren: Bauhaus, Virgin Prunes, XMal Deutschland, D.A.F., Fad Gadget… Of hun releases haalden niet meer het niveau van toen (Sisters, Siouxsie, The Mission, Christian Death, Cocteau Twins…). Al kan over dat laatste getwist worden natuurlijk.

Eigenlijk begin je al in 1991 met Dark Entries, al was dat destijds een radioprogramma dat je samen met Els Kerkhofs uitzond op het Sint-Niklaase Radio Progres. Hoe ben je daarmee begonnen?

Eind jaren 80 luisterde ik vanop mijn jongenskamer in Kemzeke - waar ik toen als middelbare scholier woonde - naar verschillende programma’s op de alternatieve vrije zender Radio Progres. Ik heb er enorm veel muziek leren kennen. Eén van die programma’s was trouwens “Schizofrenie met spruitjes”, gepresenteerd door Guy Wilssens, die nu getrouwd is met Els Kerkhofs en die je misschien wel kent als gitarist van A Slice Of Life. Radio Progres was toen gevestigd in de lokalen van jeugdhuis Clichee, waar ik begin jaren 90 regelmatig kwam. Daar leerde ik Rudy De Tender kennen, de verantwoordelijke van Radio Progres, en omdat er begin jaren 90 geen new wave programma was op Progres, dienden Els en ik samen onze kandidatuur in voor een radioshow. Op aanraden van de toenmalige vriend van Els (Steve) doopten we de radioshow Dark Entries. En zo is Dark Entries van start gegaan!

Je organiseerde fuiven, had je eigen radioprogramma, werkte bij de alternatieve platenboer The Kitchen, organiseerde met Exodus – waarover zo dadelijk meer - optredens van Corpus Delicti of zelfs het allereerste concert van Suicide Commando en je bracht je eigen magazine uit. Hoe heeft het new wave- en gothicvirus je zo gebeten?

Daarvoor moet ik al heel lang teruggaan. Ik denk zelfs dat ik nog in de lagere school zat. Ik was in de eerste plaats aangetrokken door het uiterlijke beeld. Die zwarte kledij. Ik was 11 of 12 en wou er ook zo bij lopen. Mijn moeder breide me een zwarte trui en in de Cinderella - de kledingwinkel in Sint-Niklaas, niet de Cinderella in Antwerpen - kocht ik mijn eerste zwarte lederen “new wave” riem (geen idee hoe ik het moet omschrijven). Dat zal rond '84 geweest zijn. Pas enkele jaren later leerde ik ook de muziek kennen. The Smiths, Echo and The Bunnymen, The Cure, Sisters, Mission, Joy Division,… Dat was rond '87, denk ik. Al kende ik ervoor ook wel al wat nummers van The Smiths of The Cure. Maar het virus heeft me pas echt gebeten in de tweede helft van de jaren 80. Toen ik eindelijk de leeftijd had om uit te gaan, was er dus nog weinig te doen. En dan kan je 2 dingen doen. Wachten tot iemand anders iets organiseert of zelf dingen organiseren. Ik koos voor het tweede.

Toen ik rond 92 al die nieuwe groepen uit Duitsland leerde kennen - Project Pitchfork, Goethes Erben, Das Ich, PNE… - was ik helemaal verkocht. Ik had een nieuwe missie: de muziek uit Duitsland naar België brengen. Aanvankelijk door de groepen op Radio Progres te draaien en daarna via een magazine, fuiven, concerten… Daar waren uiteraard ook niet-Duitse acts bij, zoals Corpus Delicti (die zaten wel op een Duits label, Glasnost Records denk ik) en Suicide Commando. Ik heb nog steeds enorm goede herinneringen aan die prille jaren 90. Al die fuiven in de Limelight, waar we volledig uit de bol gingen op nummers als Tanz Debil (Neubauten), Come to daddy (Virgin Prunes) of Angels in pain (Princess Tinymeat)... Op een bepaald moment bracht iemand uit Nederland de cd German Mystic Sound Sampler mee, gaf die aan de dj van dienst en toen hoorde ik voor het eerst Gottes Tod van Das Ich. Dat was in 1991, denk ik. De “Duitse microbe” had me gebeten! Tal van fantastische optredens gezien in die tijd, veelal in Duitsland want op dat moment was er nog bijna niemand in België bezig met het programmeren van die Duitse bands. Goethes Erben in Giessen (voorstelling van hun tweede album Der Traum an die Erinnerung), Project Pitchfork, Placebo Effect en Trial in The Factory in Kassel (1992), Dark XMas festivals in Hamburg en Bonn (met o.a. Goethes Erben, Project Pitchfork, Plastic Noise Experience en Das Ich), Death In June in Zwischenfall (Bochum)... Ik krijg er bijna heimwee van!

Je eerste poging om een muziekmagazine te maken was nog niet meteen de juiste: in 1993 verscheen welgeteld één nummer van Exodus, een Engelstalig magazine dat je samen met Ben Sadoine maakte. Wat liep er mis?

Wel, Ben verloor de interesse in het genre, vandaar dat het bij 1 nummer is gebleven. Ben had in die tijd veel meer optredens in Duitsland gezien dan ik - o.a. de eerste editie van het wave gothic treffen in Leipzig - en ik denk dat hij er wat op uitgekeken was.

Een paar maanden later volgt een tweede poging, deze keer in het Nederlands en onder de naam Dark Entries. De eerste editie verscheen in februari 1994. Hoe is dat in zijn werk gegaan en waarom de keuze om het nu in het Nederlands te doen? 

Het was natuurlijk makkelijker om in het Nederlands te schijven. En bovendien had je al een paar magazines in het Engels – zoals Side-Line – maar nog geen in het Nederlands. Althans niet dat ik me herinner. Ik wilde zeg maar het gat in de markt opvullen: een new wave magazine in het Nederlands. Alleen wist ik niet wie voor de lay-out moest zorgen nu Ben weg was. In die tijd organiseerde Radio Progres regelmatig fuiven in Beveren, waar Els Kerkhofs en ikzelf tot 12 uur new wave draaiden en het daarna de beurt was aan andere dj’s die vooral grunge draaiden. “Smells like teen spirit” en “Too many puppies” waren toen dé platen waarop iedereen uit de bol ging! Maar wij draaiden dus new wave. The Cure, Sisters maar ook Das Ich en zo. Eén van de vaste bezoekers van die fuiven was Dany Stuer. Robert Smith kapsel, puntschoenen… Daar heb ik Dany leren kennen en de eerste plannen voor het Dark Entries magazine werden gesmeed.

In de eerste twee nummers van Dark Entries heb jij alle artikels geschreven en verzorgde Dany Stuer de lay-out. Dat lijkt achteraf gezien toch een geschifte onderneming, niet? Hoe was de respons van de lezers?

Ik denk dat de passie om het tijdschrift uit te brengen op dat moment zo groot was dat ik me niet kan herinneren dat ik het heb ervaren als een geschifte onderneming. Enfin, we zijn er gewoon aan begonnen – iemand moet ooit beginnen hé. Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren hoe de respons was. Het magazine werd gelezen door mensen die we helemaal niet kenden en waarvan we nooit iets hoorden. Dat was het pré-internet tijdperk hé. Je moest toen al een brief sturen als je wou communiceren.

Vanaf het derde nummer werd het team stelselmatig uitgebreid. Viel het mee om gemotiveerde medewerkers te vinden?

Gert Mees was het derde lid van Dark Entries en hij was meteen een enorm belangrijke meerwaarde. Ik denk niet dat Dark Entries als organisatie zo was gegroeid zonder Gert. Ik was vooral de denker, de ondernemer zeg maar. Dany en Gert moesten me vaak financieel met beide voeten op de grond zetten. We vulden elkaar perfect aan in de organisatie. Na Gert is het Dark Entries Team zeer vlot uitgebreid. Sommigen wilden meewerken met de fuiven en optredens, anderen wilden schrijven voor het magazine. Dat ging allemaal vrij makkelijk en vooral: de schrijftalenten van de medewerkers waren meestal veel beter dan de mijne! Een zegen dus. Dark Entries was groter dan mezelf geworden en velen wilden erbij zijn.

Dat begin van de jaren 90, dat waren ook de jaren waarin een hele lichting Duitse groepen de scene een nieuwe adem gaven: Das Ich, Project Pitchfork, Lacrimosa, Plastic Noise Experience, Goethes Erben, The Eternal Afflict, Relatives Menschsein, Calva Y Nada… Niet toevallig was België vaak na de Duitse heimat het tweede land waar deze groepen populair werden. Welke rol speelde Dark Entries daarin?

Via Exodus en Dark Entries hebben we die groepen op verschillende manieren gepromoot. Ten tijde van Exodus organiseerde ik het eerste concert van Plastic Noise Experience in België, in jeugdhuis Clichee, met het eerste optreden ooit van Suicide Commando. Met Dark Entries schreven we natuurlijk over de muziek. Op het radioprogramma en de fuiven werden de groepen gedraaid en we organiseerden met Dark Entries ook tal van concerten, zoals Project Pitchfork (2 keer), Goethes Erben, Kirlian Camera, Dorsetshire,… Regelmatig in samenwerking met Alain Meulebrouck (The Invitation), die – ere wie ere toekomt – met zijn concertorganisatie de grootste invloed heeft gehad op het succes van deze Duitse bands in België.

Dark Entries werd steeds professioneler. Het magazine kreeg een vzw-structuur, gaf maandelijkse fuiven en organiseerde optredens van Welle:Erdball, Dive, Death In June, Hypnoskull en Hybryds. Je kon een hoop nieuwe uitgaven bespreken en grote sterren interview. Wat zou je als de hoogtepunten van je jaren bij Dark Entries beschouwen?

Het meest genoot ik van de optredens. Een concert organiseren was toch altijd iets speciaals. Het absolute hoogtepunt was misschien we de laatste fuif die we hebben georganiseerd. The Final Party. Meer dan 1.100 betalenden en meer dan 100 gasten op de gastenlijst. Een ander hoogtepunt was in feite na Dark Entries, toen ik met Bal Fatal (Mario Walsschaerts en Angelo De Martelaere) het legendarische concert van The Neon Judgement, Dive, Suicide Commando en Stin Scatzor organiseerde. Volledig uitverkocht en aanschuiven tot buiten. De bezoekers kwamen van overal, zelfs uit Scandinavië. Ook een hoogtepunt was toen we een 20-tal vrijkaarten van de AB kregen voor het concert van The Sisters Of Mercy in 1998. We mochten de kaarten aan onze lezers weggeven en op dat moment besef je dat je als organisatie meetelt in België. Het concert van de Sisters was minder een hoogtepunt, maar goed.

Wie hoogtepunten zegt, weet dat er ook dieptepunten zijn. Wat waren de moeilijkheden en de beproevingen bij het uitgeven van het magazine?

Het werd soms een “sleur”, een opdracht om telkens weer een nieuw magazine te maken. Ik denk dat ik na enkele jaren mijn goesting om te schrijven verloor. De passie om fuiven en concerten te organiseren, is altijd gebleven. Het was ook financieel niet altijd makkelijk maar de inkomsten van de fuiven maakten veel goed. Sommige interviews verliepen ook stroever dan andere.

In februari 1998, vier jaar na de eerste uitgave en bij gelegenheid van het 25ste nummer, kondigde je je vertrek aan bij Dark Entries. Je hield een afscheidsfuif en droeg je geesteskind over aan het intussen ferm aangegroeide team. Wat heeft je die beslissing doen nemen?

Goh, de sleur waarover ik net sprak, zal zeker meegespeeld hebben. Maar de ‘trigger’… We werden uitgenodigd om een stand te verzorgen op de eerste editie van Eurorock. Dat was een ongelooflijke kans om onze naambekendheid te vergroten en het magazine te verkopen. Ik vond echter niemand van ons team bereid om de stand te bemannen en dat was toen een teleurstelling die mijn beslissing om er een punt achter te zetten heeft versneld.

Na je vertrek is het magazine verder geëvolueerd. Ben je het magazine blijven volgen? Wat vond je van de evoluties en wat vind je van zijn huidige digitale vorm?

Vanop afstand nog even. Ik heb nog wat edities liggen die na mijn vertrek zijn uitgegeven. Vooral omdat ik ze van Dany kreeg, denk ik. Maar veel heb ik er niet meer in gelezen. Met de jaren ben ik het genre wat uit het oog verloren – vooral dan de nieuwere bands en releases – dus nee, ik volg het nu niet meer. Wel fijn om te zien dat het tijdschrift destijds geëvolueerd is naar een editie met gratis CD en nu in digitale vorm.

De wave-scene leeft nog steeds een sluimerend bestaan. Gothic is er in België niet in geslaagd om een jonge generatie aan te spreken. Volg je het nog op? Wat vind je van de huidige toestand van de scene?

Daar kan ik me moeilijk over uitspreken omdat ik het dus niet meer volg. Ik denk dat we in de jaren 90 het geluk hadden dat een aantal succesfactoren samenvielen. Er waaide een frisse wind doorheen het Gothic landschap, met tal van nieuwe groepen. Tegelijk had je in België op hetzelfde moment een aantal initiatiefnemers die bereid waren hun geld, tijd en energie in het genre te steken. Alain Meulebrouck, de mensen van The Batcave in Brugge, Bernd van The Black Cave, Dark Entries… Respect voor Peter Mastbooms die nu – na al die jaren – nog steeds concerten in het genre organiseert op een professioneel niveau. Ik zou nog bijna vergeten vermelden dat hij in de prille jaren 90 voor de eerste maal Tors Of Dartmoor naar België bracht (samen met Dive en Die Krupps in de Limelight, geloof ik). En hij was toen al een paar jaar bezig.

Wat doe je tegenwoordig in het leven? En wat blijft er in je leven over van dat vorig leven bij Dark Entries?

Wel, op één of andere manier heb ik altijd graag dingen ondernomen. Een tijdschrift oprichten omdat ik voelde dat dit een gat in de markt was. Een radioprogramma opstarten, concerten en fuiven organiseren,… Naast muziek is fitness momenteel mijn grootste passie. Ooit was dat wel anders! 6 jaar geleden heb ik mijn job opgezegd en ben ik zelfstandige geworden. Ik heb nu mijn eigen Personal Training studio omdat ik voelde dat hier nood aan was in Sint-Niklaas. Nood aan training op maat. Nood aan professionele fitness begeleiding. Een alternatief voor een fitnesscentrum. Iets helemaal anders dus maar wel opnieuw een verhaal van zelf initiatief nemen wanneer je een “gat in de markt” ziet. Of wanneer je een nood, een tekort voelt. Je kan wachten tot iemand anders het doet of je kan het zelf doen. En dat hebben we destijds met Dark Entries gedaan.


Afbeeldingen: Dave Cerpentier (vooraan) en Dany Stuer (met kraaiennestkapsel) / Het eerste en enige nummer van Exodus / Het eerste nummer van Dark Entries


Geen opmerkingen:

Een reactie posten