2022

zondag, oktober 15, 2017

Lol Tolhurts: Cured. The tale of two imaginary boys

‘Ik wist dat ik iets moest schrijven. Niet gewoon het verhaal van de groep, maar het verhaal van een bevrijding.’ We starten waar het opmerkelijke boek van Lol Tolhurst, stichtend lid van The Cure, eindigt. Al op de eerste pagina waarschuwt Tolhurst dat zijn boek niet zomaar zijn autobiografie is. Het zijn zijn memoires, zijn versie van de feiten.

Ik vroeg me bij het openen van het boek af of het iets wezenlijk zou bijbrengen aan wat we al weten over The Cure, vooral in de wetenschap dat Tolhurts al de voornaamste bron was van biografieën als ‘Never Enough. The story of The Cure’ door Jeff Apter, een goed boek dat evenwel meer op het popfenomeen Cure focust, met enig onbegrip voor de meer donkere kant van de groep.

Ik zat er ver naast. Met ‘Cured. The story of two imaginary boys’ heeft Tolhurst voor een heel andere invalshoek gekozen. Het is een heel persoonlijk verhaal geworden, dat start met de eerste ontmoeting tussen Tolhurst en Robert Smith, toen ze als vijfjarige kleuters dezelfde bus moesten nemen naar een katholieke school in Crawley.

Het boek is onderverdeeld in drie delen. Het eerste deel wordt volledig besteed aan de kindertijd van Tolhurst en Smith, inclusief de eerste muzikale stappen, optredens en opnames, tot aan het contract met Fiction dat de leden de mogelijkheid gaf om professionele muzikanten te worden en platen uit te brengen. Hier horen de nodige anekdotes bij over het uitgaansleven, de eerste liefjes, de manier waarop het extravagante trio Smith-Tolhurst-Dempsey het moest ontgelden bij meer conformistische jongeren en extreemrechtse skinheads, et cetera.

In het tweede en meest omvangrijke deel vertelt Tolhurst over zijn ervaringen in The Cure. Zijn relaas is grotendeels persoonlijk, en bevat natuurlijk de beruchte episodes, zoals die nacht waarop Tolhurst op een zatte avond in alle haast in een badkamer liep en per ongeluk op het been van Billy Idol piste, net toen deze de liefde ging bedrijven met een groupie. Of de avond waarop Robert Smith en Simon Gallup met elkaar op de vuist gingen en zo een eind maakten aan het succesvolle trio, in de tournee die volgde op 'Pornography'.

Als Smith Tolhurst later contacteert om de groep als duo verder te zetten, neemt het verhaal een heel andere wending. Het is nog steeds het verhaal van Tolhurst in The Cure, maar het accent ligt meer en meer op een ander facet van de man in de groep, een uitermate destructief aspect dat uiteindelijk tot het vertrek van de schrijver zal leiden: Tolhursts steeds driester wordende alcoholverslaving.

Eigenlijk liep alcohol reeds als een rode draad door het boek. Het begint met de alcoholverslaving van Tolhursts vader, een reden waarom Tolhurst noch zijn familie ooit vrienden of kennissen bij hen thuis uitnodigden. De kinderen hadden geleerd hun vader te ontwijken, zeker als hij gedronken had. Tolhurst vertelt ook over zijn eerste glazen op een feestje van zijn broer, en hoe deze dezelfde nacht al leidden tot zijn eerste blackout.

Tolhurst was - net als de andere leden van The Cure - een hevig drinker, maar na ‘The Top’ en zeker ‘The Head On The Door’ was de zaak volledig uit de hand gelopen en hinderde zijn verslaving zijn creatieve inbreng op ernstige wijze. Er volgen heel wat anekdotes over dronken nachten, ongevallen of zelfs arrestaties.

Tolhurst vertelt hoe Porl Thompson tijdens de opnames van ‘Kiss Me Kiss Me Kiss Me’ naast hem kwam zitten en hem vertelde dat niemand hem kwalijk zou nemen indien hij professionele hulp zou opzoeken. Tolhurst bleef het probleem echter wegwuiven en dacht dat hij het zelf ging kunnen overwinnen.

Het is intussen bij iedereen bekend dat Tolhurst bijna niets bijdroeg aan ‘Disintegration’. Na de opnames van de plaat - die Tolhurst in het bijzijn van de hele groep afbrak, misschien omwille van het besef dat hij er te weinig aan had bijgedragen - stelde de vraag zich of Tolhurst mee op tournee kon. De spanningen in de groep waren al hoog opgelopen, en uiteindelijk nam Robert Smith de onvermijdelijke beslissing: Tolhurst aan de deur zetten.

Daar begint het derde deel van het boek. Tolhurst laat zich opnemen en bevrijdt zichzelf van de alcohol. Hij blijft evenwel afgunstig en revanchistisch. Hoewel The Cure hem ongelooflijk rijk heeft gemaakt, daagt hij de groep voor de rechtbank over auteursrechten. Een zaak die hij smadelijk verliest, waarna hij ook scheidt van zijn vrouw en kind. Tolhurst zit helemaal aan de grond, en heeft een tijdlang geen vaste woonplaats meer. Hij logeert bij vrienden en is al zijn geld kwijt.

Om zich uit de negatieve spiraal te trekken, zondert hij zich een tijd af in de woestijn. Het wordt een keerpunt waarna hij zijn leven terug opbouwt. Hij vindt een nieuwe partner waarmee hij na verloop van tijd muziek begint te maken onder de naam Levinhurst. In 2000 verzoent hij zich met Robert Smith en The Cure, en in 2011 speelt hij zelfs een aantal keren met The Cure in de ‘Reflections-tour’. Het boek eindigt dan ook positief, en dat is bewust gedaan.

Lol Tolhurst heeft Robert Smith een kopie gegeven van dit boek. ‘Ik weet dat ik al van hem gehoord zou hebben indien hij het niet goed zou vinden.’ Het dient gezegd te worden dat Tolhurst erg vriendelijk blijft voor zijn voormalige medemuzikanten. Er staat werkelijk geen negatief woord over hen in het boek. Tolhurst vermeldt niet eens dat Simon Gallup een paar jaar na zijn vertrek uit The Cure ook opgenomen moest worden om zijn drankverslaving, wat in deze context toch wel interessant was geweest.

Hij zegt wel dat er soms gevochten werd bij The Cure, iets wat wellicht niet past bij het imago van de groep bij het grote publiek. In de begindagen wilden de groepsleden wel eens het publiek in springen om af te rekenen met lastige mensen in het publiek. (Het waren de hoogdagen van de punk, nietwaar.) Dat Tolhurst binnen de groep vaak de uitlaatklep was voor frustratie en agressie van anderen, houdt hij weer voor zich.

Tolhurst is erg streng voor zichzelf en durft gerust beschamende dingen toe te geven. Toch heeft hij niet de moed om heel diep in te gaan op het proces tegen The Cure. (Of zou hij tegen het einde van het boek gewoon minder nauwkeurig te werk zijn gegaan?) Zo klopt het niet dat Tolhurst hetzelfde verdiende als de andere groepsleden in The Cure zoals in het boek staat. Hij verdiende als stichtend lid aanzienlijk meer dan de rest - op Robert Smith na, uiteraard - terwijl zijn inbreng veel kleiner was. Dit is misschien de reden waarom Tolhurst het ‘memoires’ noemt en geen autobiografie.

Wat het boek zeker uitzonderlijk maakt, is de openheid waarmee Tolhurst praat over zijn alcoholverslaving. Wat voor de ene vooral een razend interessant boek zal zijn over The Cure, zal voor anderen ook het verhaal zijn van een succesvol leven dat vernield werd door alcohol, en dan van schroot terug moest opgebouwd worden. Het samengaan van beiden maakt dit boek dubbel aanbevelenswaardig.

Lol Tolhurst


Geen opmerkingen:

Een reactie posten