2022

zondag, mei 06, 2012

Rangarang – pre-revolutionary Iranian pop

De jaren 60 en 70 worden wel eens beschouwd als de gouden periode van de Iraanse pop. Er werd een hoop hoogstaande muziek gemaakt, waarvan we hier een uitstekende selectie voorgeschoteld krijgen. Vrouwen met kleurrijke jurken en steeds veranderende kapsels, mannen met lange haren en baarden, elektrische gitaren, psychedelische orgels, ballades tot en met disco. Maar eens de islamisten aan de macht kwamen in 1979, was hun liedje uitgezongen. De mollahs wilden liefst komaf maken met de decadente popwereld. De muziekindustrie werd ontmanteld, sommige sterren vluchtten, anderen werden voor een revolutionair tribunaal gebracht en monddood gemaakt.

Dat er een grootschalige popcultuur ontstond in Iran was niet zo evident. In 1957, het jaar waarin de sjah een tweepartijensysteem toestond, werd een grote campagne gevoerd tegen rock-'n-roll. Naar verluid hing er bij Elvis Presley thuis een krantenbericht waarin melding werd gemaakt van de campagne, die de naam ‘Haat Elvis’ had meegekregen. Het is wellicht een teken van de ‘westersgezindheid’ van de sjah dat de popmuziek er vanaf de jaren 60 floreerde. Het waren de Britten en de Amerikanen die de monarch terug aan de macht brachten in 1953, enigszins misnoegd door de nationalisering van de olie-industrie door zijn grote rivaal Mohammed Mossadeq.

De sjah had een politiek project van verwestering en modernisering, maar deze verwestering werd vaak ten koste van de traditionele Perzische cultuur gezien. Want wat je op deze cd ziet en hoort valt best te rijmen met de westerse muziek uit de jaren 70. En toch heeft het een onmiskenbaar Perzische klank. Alle nummers zijn in het Perzisch gezongen en er wordt veel gebruik gemaakt van traditionele instrumenten als de tar, santoor, sitar of oud, wat deze cd dubbel zo interessant maakt. (Hoeveel hippie-groepen zochten trouwens tevergeefs naar die oosterse klank?)

De censuur door de Iraanse clerus had ook invloed op westerse artiesten: Frank Zappa baseerde er zijn rock-opera Joe’s Garage op, en voor The Clash gold het als inspiratie voor het nummer Rock The Casbah. Hoewel Rangarang - de naam van de compilatie verwijst naar een erg populaire televisieshow - duidelijk een aanklacht wil zijn tegen de repressie door het islamitische regime, hoef je hier weinig protestliederen te verwachten. (De zanger Dariush is een uitzondering. Door zijn banden met de oppositie tegen de sjah belandde hij korte tijd in de gevangenis.) De sjah stond niet bekend als een groot aanhanger van het recht op vrije meningsuiting, en dus handelden de meeste nummers over liefde, weliswaar in de Perzische traditie van rijk geïllustreerde metaforen (in wezen ben je een raadsel voor mij, op één moment ben je een regendruppel en plots daarna een volledige oceaan…).


Het rijkelijk gedocumenteerde cd-boekje staat vol met sombere verhalen van sterren die beroepsverbod kregen, in de gevangenis terechtkwamen of gewoon in eenzaamheid, drugs en depressie verzonken. Het meest tragische is vast het leven van Fereidoon Farrohzad, die de dubbel-cd mag openen. Deze dichter, schrijver en zanger was de presentator van Mikhakeh Noghrei, een televisieshow waar vele Iraanse popsterren aan bod kwamen. In 1979 mocht hij samen met tal van andere zangers en acteurs voor het revolutionair tribunaal verschijnen. Na een korte gevangenschap vluchtte hij naar de VS - een belangrijk toevluchtsoord voor Iraanse muzikanten – om zich uiteindelijk te vestigen in Duitsland. Hij stond bekend als een hevig tegenstander van de islamitische republiek, en werd in 1992 neergestoken in zijn appartement in Bonn. Alles wijst erop dat de moord door het Iraanse regime opgezet was, dat destijds een behoorlijke reputatie had in het elimineren van politieke tegenstanders in het buitenland.

Meer psychedelische trekjes krijgt de cd met Mehrpouya, een sitarvirtuoos die de elektrische gitaar introduceerde in Iran, alsook muziek met potten en pannen. Maar de absolute topper die de Iraanse psychedelica op de wereldkaart zette, was Kourosh Yaghmaei. In tegenstelling tot andere muzikanten - waaronder zijn twee broers - bleef hij na de revolutie in Iran. 17 jaar lang mocht hij niet optreden en geen platen uitbrengen. Hij schreef kinderboeken en gaf gitaarlessen. Na 17 jaar kon hij opnieuw optreden, en hij geniet nog steeds een grote populariteit en navolging.

De Iraanse popwereld was ook verbonden met artiesten uit omringende landen. Ahmad Zahir stond bekend als de Afghaanse Elvis. (In die tijd kon Iran trouwens rekenen op een vaste toevloed van hippies, die via busjes de doortocht maakten naar de Strawberry Fields van Afghanistan, where poppies grow.) Met de toenemende spanningen tussen regering, communisten en islamisten in Afghanistan eind jaren 70 waagde Zahir het om ook politieke nummers te schrijven. Hij stierf in 1979, kort voor de communisten de hulp van Moskou inriepen om de islamisten te bestrijden. Volgens sommigen werd Zahir vermoord op bevel van een communistische generaal. Anderen houden het op een verkeersongeval. Wat wel zeker is, is dat de taliban - voor zover ik weet het enige regime ooit dat elke vorm van muziek verbood - zijn graf vernielden zodra ze Kaboel ingenomen hadden.

Je vindt ook nog grote diva’s als Leila Foroufar, Shohreh, de immens populaire Googoosh of Neli, die met het prachtnummer Hobab de dubbelaar mag afsluiten. Muzikaal is het voortreffelijk. Laat je niet misleiden door het woord ‘pop’ in de titel van deze cd. Deze muziek was ongetwijfeld populair, maar het is ook kwalitatief hoogstaand. Op twee cd’s staat een grote variatie aan muziek, die zeer logisch en coherent opgebouwd is. Deze cd is niet enkel een interessante geschiedenisles, maar ook een muzikale openbaring.

Rangarang op Vampisoul

Video: Kourosh Yaghmaei, Khaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten