The Arch heeft onlangs ‘Fates’ uitgebracht, een cd die wat ons betreft nog lang mag blijven nazinderen. Intussen zijn ze ook al dertig jaar oud, en blijven ze optreden en aan nieuwe nummers werken. De groep zal dit jaar nog één keer in België te zien zijn, en wel op donderdag 15 september in de Backstay Bar te Gent. Wij vroegen ons af hoe een groep het zo lang uithoudt, en gingen met ons vragenlijstje naar de groep toe.
Jullie bestaan dit jaar 30 jaar, en jullie hebben nog steeds 3 originele groepsleden aan boord. Hoe is het mogelijk dat The Arch het zo lang uitgehouden heeft?
We veronderstellen dat dat komt omdat we vrienden zijn. We vinden het aangenaam om elkaar te ontmoeten, om bij elkaar te zijn in onze repetitie ruimte. Komt er heden avond niks van, dan hebben we toch gezellig samen zitten relaxen. We hebben een aantal extra leden gehad die er mee gestopt zijn, maar al die ex-leden kunnen we nog steeds vrienden noemen.
Hoe is The Arch 30 jaar geleden ontstaan?
Diverse leden kenden elkaar, maar speelden in verschillende groepen. Op een avond in 1985 waren we bij elkaar om eens te jammen en ‘Revenge Revival’ was het resultaat. Een ander nummer van die heuglijke jam was ‘Gaga á gogo’, maar dat nummer is compleet verdwenen in de nevels des verledens. Enfin, ‘Revenge Revival’ was de trigger om samen verder te gaan.
Jullie eerste ep ‘As Quiet As’ was meteen een schot in de roos. Nummers als ‘Revenge Revival’ en vooral ‘Babsi ist Tod’ blijven jullie achtervolgen. Hoe voelen jullie zich erbij om steeds getypeerd te worden aan de hand van werk dat 30 jaar geleden verscheen?
De eerste plaat is voor zoveel groepen erg belangrijk. Het embryo van de verdere carrière. Voor de fans van het eerste uur, blijft die impressie langer hangen. Maar er is meer. Dé grote troef van die eerste plaat: toen waren onze songs nog erg eenvoudig, één guitaarlijn en één sequence. Daarna ontwikkelde zich de neiging om minder snel tevreden te zijn: het wordt complexer, nog een extra sequence hier en een extra gitaar daar. Voor je het weet worden de nummers kapot gewerkt. In de muziek geldt meer dan waar ook: ‘more is less’. Omtrent dit punt hebben we al heel wat discussie gehad binnen de groep. Tijdens het maken van een nummer moeten we afstand nemen van het feit dat we dat nummer honderd keer beluisteren en dat we het dus beu gehoord zijn. We moeten een nummer steeds beschouwen vanuit het standpunt van iemand die het een eerste keer hoort. Want de eerste beluistering is de belangrijkste.
Jullie hebben vele jaren samengewerkt met Ludo Camberlin, de man die naast Poëzie Noire heel wat groepen geproduced heeft. Weinig mensen herinneren zich dat nog, maar begin jaren 90 zaten jullie met hem en The Neon Judgement mee aan de basis van de ‘Louvain-rave-on’-scene. Bedoeling was - als ik het goed verstaan heb - om meer naar de dance-scene toe te groeien. Hoe kijken jullie daarop terug?
Op muzikaal vlak hebben wij geen planning. We jammen er samen op los en wat er uit komt, weten we niet op voorhand. We hebben geen controle over onze inspiratie en de anarchie van onze fantasie. Wij zijn er veeleer de volgelingen van, of zelfs de slaven. De mensen die zo vriendelijk zijn om ons werk te beluisteren, zullen het wel bestempelen in deze of gene zin, zoals richting dance-scene. We kunnen niet anders dan dat oordeel te aanvaarden.
Er viel me nog iets op bij het overlopen van jullie discografie: ‘In Sofa’ uit 1997 wordt aardig weggemoffeld. Het is nergens mogelijk om nummers van deze cd te beluisteren. Waaraan ligt dat?
‘In Sofa’ was een ramp, in die zin dat we de mastering gingen laten uitvoeren door onze toenmalige platenfirma. Maar die hebben er vierkant hun voeten aan geveegd: niks mastering, alles recht op CD, zodat die plat en stil klinkt. We zouden die nummers moeten laten hermasteren door Kenny KGB.
‘Fates’ werd effectief geproduced door Kenny KGB van Simi Nah. Jullie komen ook uit op het Why2K-label van Simi Nah. Hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
Dat is gekomen omdat we iemand nieuw zochten om ons live te mixen. CUVG, Pieter en Ivan kenden Kenny. En zo ging hij met ons mee op tour. Hij deed de mixing zo goed, dat we hem gevraagd hebben om ook 'Fates' te mixen en te masteren. Hij heeft dat gedaan met een zulkdanige dosis vakkundigheid dat we kunnen stellen dat zijn bijdrage tot ‘Fates’ essentieel is. No Fates without Kenny.
‘Fates’ gaat nog verder in de lijn die al met ‘Engine in Void’ werd ingezet: meer variatie, meer plaats voor atmosferische nummers, trip-hop-invloeden, de achtergrondzang van Chiffon’s Tale… Hebben jullie het gevoel dat jullie de laatste jaren een nieuw hoofdstuk hebben geopend in het werk van The Arch?
Als je als band een nieuwe plaat met dertien ongekende nummers presenteert, dan is dat altijd ergens een nieuwe stepstone. Dat zal ook zo zijn met de volgende plaat, waar we al volop aan bezig zijn. Als er bovendien nog personen bij komen als Chiffon’s Tale en Kenny KGB, dan neem je automatisch ongekende richtingen ten opzichte van het verleden. Een nieuw hoofdstuk zoals dat heet.
Jullie hebben allemaal een gezin en een vaste baan. Toch merk ik dat jullie regelmatig in alle uithoeken van Europa spelen. Hoe krijgen jullie dat voor elkaar?
Dat is een heel gepuzzel: hogere wiskunde. Pieter, Ivan en CUVG zijn zelfstandig en kunnen zelf hun verlof bepalen. Ian heeft een crazy job als boswachter en kan eveneens vrij zijn verlof kiezen.
Jullie spenderen heel veel aandacht aan de teksten. Deze mogen ‘geen loos gelul in de lucht’ zijn, zoals jullie ooit in een interview stelden. Het valt op dat Ian Lambert - die toetsen en programmatie voor zijn rekening neemt - heel wat van de teksten aanlevert, maar ook een aantal buitenstaanders. Hoe zetten jullie de norm voor een tekst?
We proberen er iets in te steken waarover de luisteraars kunnen nadenken, al dan niet met een specifieke reflectie op hun eigen leven, met alles er op en er aan. Wij hebben altijd graag gewerkt met teksten van ‘buitenstaanders’, in zover die term geldig is. Als ze maar iets fascinerend of intrigerend als boodschap hebben.
Jullie hadden al nummers met Duitse titels - ‘Babsi ist Tod’ en ‘Die rote Kapelle’ - maar met ‘Immerzu’ hebben jullie voor het eerst een nummer in het Duits gezongen.
Die tekst is in feite een gedicht, geschreven door een meisje dat in mysteriën gehuld is: Pia. Alleen Ivan kent haar, de rest van de groep zou haar graag wel eens willen ontmoeten en leren kennen. Maar ze blijft schitteren door afwezigheid en onzichtbaarheid. Haar gedicht paste prima op een blues jam waaraan we aan het sleutelen waren en zo is 'Immerzu' ontstaan.
Jullie wilden van de nieuwe cd jullie meesterwerk maken, zo stond in een interview uit 2013. Wat mij betreft is dat gelukt. Wat denken jullie erover?
Het is aan de fans om daarover te oordelen. Persoonlijk zijn we er heel tevreden over. We hebben dertien kindjes gebaard, die nu hun eigen leven kunnen leiden. We zullen wel zien wat er van wordt. En nu beginnen aan de volgende kindjes...
The Arch live in de Backstay Bar in Gent op donderdag 15 september 2016
In een ander interview doet The Arch het verhaal achter het ontstaan en de tekst van elk nummer op 'Fates'.
The Arch: facebook / website
2022
▼
maandag, september 05, 2016
The Arch: ‘The Game of Thrones’, geïnspireerd op de warboel van de Rozenoorlogen, zeshonderd jaar geleden in Engeland, is eigenlijk nog steeds aan de gang.
The Arch heeft met ‘Fates’ zijn vijfde en volgens velen beste cd afgeleverd. Op donderdag 15 september brengen ze die nog eens live in de Backstay Bar in Gent, met uiteraard ook ouder werk. De plaat blijft ons fascineren, en daar we weten dat de groep altijd over onderwerpen zingt die iets dieper graven dan het doordeweekse popliedje, vroegen we hen om wat uitleg te geven bij de dertien nummertjes die op de schijf prijken.
Gasoline Lady
De originele titel was Petroleum Lady. Het nummer gaat over een meisje dat met zichzelf hopeloos in de knoei en de knoop ligt. Ze weet niet wat ze wil, maar ze wil het wel nu, at once. Pogingen tot toenadering resulteren in irrationele reacties van woede en verdriet. Ze is zo explosief als gasoline. Dat maakt haar ongenietbaar voor haar omgeving, waardoor het allemaal nog erger pleegt te worden. Als er iets mis gaat, dan geeft ze jou de schuld: gewoon al omdat je haar wil helpen.
De tekst gaat over een specifiek geval. Onze vrienden zijn natuurlijk erg benieuwd over wie het juist gaat, maar dat potje houden we maar best gedekt.
Robot Sapiens
Een bespiegeling aangaande politiek. Figuren die de samenleving leiden, verzinken in corrupte toestanden omdat ze aangelokt worden door geld en macht. Ze worden onbewust de pionnen van verborgen agenda’s, uitgedacht door louche figuren in hun sjieke salons. Bovendien is het aldoor een moeras van ambras: de politieke leiders kunnen elkaars bloed drinken om toch maar wat meer macht te verwerven. ‘The Game of Thrones’, geïnspireerd op de warboel van de Rozenoorlogen, zeshonderd jaar geleden in Engeland, is eigenlijk nog steeds aan de gang. De voor de hand liggende oplossing van al die miserie is het delegeren van de macht aan een machine: de Robot Sapiens die de beslissingen zal nemen: objectief, immuun voor machtspelletjes, vrij van nepotisme, niet te verleiden met geschenken allerhande, enz. Maar daar kunnen alweer ongekende risico’s aan kleven.
Fates
Een eeuwigheid geleden komt een tovenaar in het bezit van een kistje waar geen slot aan is: hij krijgt het niet open. Hij wil natuurlijk weten wat daar in zit. Na veel gespeur komt hij uit bij een toverspreuk in het Sanskriet. Hij declameert die spreuk en het deksel van het kistje springt los. Er zitten drie identieke houten poppetjes van meisjesfiguren in. Doordat het kistje geopend is, komt die drieling tot leven, ze beginnen te groeien en ontpoppen zich als meisjes van ongekende schoonheid. Ze hangen aan elkaar als klei en als iemand iets wil geven aan één van die drie, dan moeten de twee anderen dat ook hebben. Anders is het evenwicht tussen de zussen verstoord. Als één van hen je in de ogen kijkt, zullen de andere twee dat ook doen. Uitputtend voor iemand die met hen de liefde wil bedrijven. Zij evolueren tot de schikgodinnen die de draden des levens van eenieder spinnen. Het einde van het nummer is een gebed, ter verering van de drie schikgodinnen.
Spear of Destiny.
Een specifiek verhaal. Het nummer gaat over Kirk Brandon, de zanger van Spear of Destiny. We hebben ooit het voorprogramma gedaan van The Spear of Destiny en hebben dan backstage kennis gemaakt met die band. Kirk Brandon heeft ons verteld over zijn leven en de massieve miserie die hij mee gemaakt heeft: ziekte, operaties en eindeloze bedlegerigheid. Hij liet ons de littekens van die operaties zien. Hij leek zelf getroffen te zijn door de Spear of Destiny. Maar tijdens het optreden ontpopte hij zich als een fantastisch performer met massa’s energie: opgestaan uit de doden. Eigenlijk zouden we dat nummer of de Fates CD naar hem moeten versturen: de song gaat over hem, maar hij weet er nog niet van.
Monsters and I
Een nachtmerrie tekst, geschreven door Pia, op een gothic soundtrack. Doordat er chromatische akkoordovergangen in zitten, hebben we het idee gekregen om het nummer te presenteren aan Ronny Moorings, de zanger van Clan of Xymox, waarvoor we veel curtain-raisers gedaan hebben. Omdat chromatische akkoordenschema’s één van de handelsmerken zijn van Clan Of Xymox. Alzo hebben we de eer de stem van Ronny op onze CD te kunnen laten horen.
Dirty William
Ergens in de jaren tachtig verzeilden we in een café, tijdens de voormiddag. Die afspanning zat goed vol. Aan de toog hing een man met een gouden ketting alreeds compleet beschonken. Hij was luidkeels iedereen aan het te storen met zijn penetrant zat gebrabbel en had het vooral op ons gemunt. ‘Ozim’ was een vloek om van hem verlost te zijn.
Eyes Wide Open
Een tekst die geschreven is door onze manager Luo De Buyser. Je ligt in het ziekenhuis gedurende een eindeloze en slapeloze nacht, vol pijn. Met wijdopen ogen staren in een diepe duisternis die symbool staat voor de toekomst. Waardoor je allerlei visioenen begint te zien. Een nummer dat we graag live spelen vanwege de high pitched vocals.
Immerzu
Dit nummer is ontstaan uit een bluesjam van Ivan, in een ¾ maat. Ivan heeft daarop een tekst van een gedicht geplaatst van een vriendin van hem: Pia. Zij heeft de Duitse tekst geschreven. Een buitenbeentje waarmee we tegenwoordig onze optredens openen.
One by one
Gaat over hoe schaamte en liefde hand in hand kunnen gaan: het had allemaal zoveel beter kunnen zijn als we dit en dat anders gedaan zouden hebben, on our lovers heart. Maar de kans is verkeken en ze zal niet meer terugkomen. Helaas zit er op ons leven geen Rewind knopje. Met schaamte voor de aangerichte schade. Anyway anytime.
Brainduck
Een heel oud nummer dat verschenen is op In Sofa. We zijn het steeds live blijven spelen, waarna het nummer gereanimeerd werd door Chiffon’s Tale die er een nieuw refrein voor uitdacht.
Empty Garden
Een melancholisch nummer met een belangrijke vocale bijdrage van Chiffon’s Tale. Het gaat over een lege, ommuurde tuin in een smalle vallei. De muren rond die tuin zijn spiegels waarin je de tuin wel, maar jezelf niet kan zien. Are you in there, are you out there? Ook een nummer dat we live heel graag spelen.
Deaf and Blind
Jaren lang is de koningin vruchteloos op zoek naar een orgasme in de blauwbloedige kringen. Bij de koning is het nog het ergst van al: zijn minnespel is even boeiend als gras zien groeien. Ten einde raad doet zij iets ongehoord: zij verlaagt zij zich tot het bedrijven van de liefde met een man des volks. Het resultaat is het langverwachte kletterend orgasme dat horen en zien vergaan. Ook letterlijk: haar lichaam blokkeert helemaal. Hare majesteit wordt doof, blind en verlamd. Haar lichaam wordt een troosteloze gevangenis met als enige geneugte de herinnering aan die eenmalige, roodbloedige explosie van genot.
Frozen Jungle
Een moeder bezoekt bij nacht het graf van haar enige kind: ze voelt zich in een tropisch oerwoud van gevoelens, een jungle die bevroren is. De uitsmijter van de CD met een etherisch akkoordenschema.
ASP: Verfallen. Folge 2: Fassaden
Na de uitgave van het eerste deel van het Verfallen-tweeluik werd ons beloofd dat het vervolg er snel zou komen. En inderdaad, zes maanden na het eerste luik ‘Astoria’ zijn we in het bezit van opvolger ‘Fassaden’. Het gaat hier om het tweede deel van een samenwerking tussen ASP en de Duitse succesauteur Kai Meyer. Asp - oftewel Alexander Spreng, het meesterbrein achter de groep ASP - en Kay Meyer zijn bevriend sinds Asp in 2005 een exemplaar van het schitterende ‘Aus der Tiefe’ naar Meyer opstuurde om hem te bedanken voor de inspiratie die deze laatste met zijn boeken betekende.
Sindsdien werden al meermaals samen lezingen gegeven, en uiteindelijk stelde Meyer een echte creatieve samenwerking voor. Hij zou een kortverhaal schrijven waarop Asp zich zou kunnen baseren voor een nieuwe cd. Intussen heb ik het oorspronkelijke kortverhaal van Meyer kunnen lezen en kan ik u verklappen dat er een wereld van verschil is tussen dit verhaal en de dubbele concept-cd die ASP ervan gemaakt heeft.
In het verhaal van Meyer gaan twee antifa-activisten in het hotel schuilen voor de rellen die in alle hevigheid op straat plaats vinden. Ze worden er geconfronteerd met een mensverslindend collectief waaraan ze ook ten prooi vallen. Het verhaal dat ASP op basis hiervan gemaakt heeft, verschilt op heel wat punten. Het oord - het leegstaande hotel ‘Astoria’ naast het station van Leizpig - en de mensenoffers blijven, maar al de rest wordt verwerkt in een verhaal dat ik eigenlijk interessanter vind dan het origineel.
Hoofdpersonages zijn Paul - een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog - en het hotel Astoria, dat het object is van de liefde en devotie van Paul. En dan is er nog Loreley, de knappe danseres die het eerste dodelijk slachtoffer werd van Paul in het eerste deel. Loreley blijft blijkbaar in het hoofd van Paul spoken, en Paul vroeg zich aan het einde van het eerste deel af of hij niet te ver gegaan was…
De cd vangt aan met een overzicht van wat voorafging. Een hele resem knipoogjes naar vroeger werk van de groep - die wellicht enkel voor ASP-exegeten als ik te vatten zijn - in ‘Fortzetzung folgt… 2’ (een reprise van het nummer dat het eerste deel afsloot), en een mooie stand van zaken voor wie het eerste deel nog niet bezit in ‘Unwesentreiben’.
Gedurende de cd blijft Paul verder mensenoffers brengen, terwijl hij zijn liefde voor Astoria steeds opnieuw bevestigt (‘OdeM’, ‘Zwischentöne: Höhepunkt’). De twijfels blijven evenwel aan hem knagen (‘Hinter den Flammen’ en ‘Zwischentöne: Abfall’).
Pas vanaf ‘Ich lösche dein Licht’ - dat in twee delen opgesplitst wordt en dus meer dan 10 minuten duurt - wordt het duidelijk dat Paul wil ontsnappen, ‘want als ik verdere offers breng, zal ik in mijn eigen vlees snijden’. Paul heeft door dat hij niet voor Astoria gemaakt is en dooft het licht in de oven. Het is het begin van het einde. Paul worstelt nog met het afbreken van de relatie, maar in ‘SouveniReprise’ - het vervolg op het nummer ‘Souvenir’ uit het eerste deel - komt ook naar voor dat hij dacht dat Astoria ‘haar’ was. Wie is ‘haar’? De knappe danseres ‘Loreley’, het eerste offer dat Paul aan Astoria gaf? het wordt niet zo expliciet gezegd, maar het is het enige denkbare antwoord.
Doorheen het verhaal hoor je ook verschillende historische verwijzingen. De opkomst van het nazisme (‘Unwesentreiben’), de bouw van de muur (‘Zwischentöne Abfall’), de val van de muur (‘SouvenirReprise’), de komst van migranten… Na de ‘Wende’ loopt het verhaal af. Daarmee heeft het verhaal de hele levensduur van het hotel overlopen, dat in 1915 geopend werd en in 1997 sloot. Het gebouw staat nog steeds leeg, maar er is hoop dat er binnenkort een nieuw hotel en congrescentrum in het gebouw geopend wordt.
Wij waren dol op het eerste deel omdat het muzikaal zo verscheiden was, maar blijkbaar hadden sommige mensen er net om die reden moeite mee. Ze zijn nu opgelucht omdat er meer rockers op deze opvolger staan. Dat is zo, maar eveneens is dit schijfje even verscheiden is als het eerste deel. We horen hier rock, metal, folk, elektronische programmatie, ballades op piano, georkestreerde passages, bouzouki, doedelzak, viool, concertina en uiteraard gothic rock.
Het ‘Astoria’-tweeluik is een uiterst geslaagde concept-cd. Mogen we zeggen dat ASP hiermee zijn eigen ‘The Wall’ afgeleverd heeft? De vergelijking mag gemaakt worden. Beide platen hebben een uitgewerkt verhaal, uitstekende teksten, gevarieerde muziek en blijven boeien tot het einde. Dat is een prestatie die niet voor velen weggelegd is.
Ik zie evenwel een verschil: de teksten van ‘The Wall’ staan meer open voor verschillende interpretaties, waardoor mensen ze meer kunnen toepassen op hun eigen leven. Dat is minder het geval met het verhaal van Paul die verliefd wordt op een hotel en daarvoor mensenoffers brengt. Maar ASP noemt zijn muziekstijl niet voor niets Gothic Novel Rock. Fantasie speelt een belangrijke rol in zijn verhalen. Deze cd is - geheel zoals de ambities van ASP - buitengewoon fantasierijk… en buitengewoon fantastisch!
Mantus: Refugium
Eenzaamheid, hebzucht, oorlog, dierenmishandeling, racisme… Niets dan kommer en kwel op de nieuwe Mantus. Vanochtend nog las ik nochtans dat het - in tegenstelling tot wat de perceptie wil - nog nooit zo goed ging met onze wereld. Nog nooit waren er zo weinig oorlogen, absolute armoede en hongersnood, en hou u vast: er vallen tegenwoordig minder doden door terrorisme dan in de afgelopen decennia.
Doch wij goths concentreren ons graag op de negatieve kant van het leven, en we gaan daarvoor graag ten rade bij meester Schindler. Die heeft alweer een uitstekend schijfje afgeleverd. Mantus levert nog steeds bombastische gothic metal, doch het valt op dat de gitaren zich vaak gedeisd houden op ‘Refugium’ en dat snellere en tragere nummers elkaar afwisselen. Martin Schindler en Chiara Ambera (die een paar jaren geleden zuslief Thalia verving) zingen beurt om beurt.
Alleen de weemoed blijft over de hele plaat constant. We geven een paar voorbeelden. ‘Das Wunder des Lebens’ handelt over de korte levensspanne van een kuiken dat zes weken lang in afgrijselijke omstandigheden mag leven alvorens gemalen te worden om in uw bord terecht te komen. Mantus heeft er ook een clipje bij gemaakt dat mogelijk voor controverse en zeker voor koude rillingen zal zorgen.
‘Schande’ gaat over racistische extremisten à la Breivik en Pegida, waarbij niet alleen de ‘schande’ van het bestaan van mensen ‘die domheid een gezicht geven’ aangeklaagd wordt, maar ook de ‘zovelen die instemmend smalen aan de rand’. ‘Kampf der Kulturen’ behoeft zelfs geen uitleg meer. ‘Süßes Gift’ handelt over de vlucht in drank en drugs, en doet me tekstueel een beetje denken aan 'Heroin' van The Velvet Underground.
‘Welt in Flammen’ alludeert duidelijk naar de oorlog in Syrië: ‘God is machtig. God is dood.’ Schindler heeft al vaker covers gemaakt, en toont daarbij en grote en gevarieerde kennis van de Duitstalige muziek. ‘Traurig bin ich sowieso’ is immers - ondanks zijn titel - geen nummer van Schindler. Het stamt uit de veer van Bettina Wegner, een dissidente zangeres uit de DDR die spionage en gevangenis gekend heeft omwille van het verdedigen van haar mening.
De piano neemt de overhand op nummers als ‘Gefangener’, ‘Schließ die Augen’ en het titelnummer ‘Refugium’. Eigenlijk is deze plaat een aaneenschakeling van prachtige melodieën, heerlijke orkestraties, vlijmscherpe teksten en een mooie variatie tussen bombastische en ingetogen momenten.
Hoe moet ik het nu verwoorden? Ik heb Mantus altijd al goed gevonden, en ik vind dit eveneens uitstekend. Ik heb zin om te zeggen dat Martin Schindler zichzelf weer overtroffen heeft, maar eigenlijk weet ik dat ik bij elke nieuwe cd van hem hetzelfde gevoel heb, en dat ik ook nog steeds graag naar het ouder werk luister. Doch wat deze nieuweling betreft kan ik met zekerheid stellen dat hij schitterend is.
Mantus
Lacrimosa treedt uit de schaduw
Zouden ze bij Lacrimosa eindelijk begrepen hebben dat het lonend is om af en toe een vidéoclip te verspreiden van hun werk? Precies wel. Een paar weken geleden hadden we al recht op een live-clip van 'Die unbekkante Farbe', zowaar opgenomen op hun uitstekend optreden in Roeselare eerder dit jaar. Nu komt er ook een officiële clip voor 'Keine Schatten mehr', een oorwurm dat prijkt op 'Hoffnung', het laatste opus van de Zwitsers. De clip is opgebouwd rond een choreografie van de Russische kunstenares Taja Savina, en werd gefilmd door de eveneens Russische kunstfotograaf Vadim Stein.
Lacrimosa
Peter Slabbynck (Red Zebra, Ex-RZ): Oude stempel? Die benaming snap ik niet. Een beetje respect graag!
Red Zebra bestaat helaas al een paar jaar niet meer. Hun muziek werd intussen steeds schaarser bij de platenboer. Maar dankzij de nieuwe verzamelaar - The Beauties of the Beast, bij Starman Records - kun je de grootste hits uit de beginperiode opnieuw in huis halen aan een schappelijke prijs. Intussen tourt voormalige zanger Peter Slabbynck met EX-RZ, een groep waarmee hij veel nummers van Red Zebra herneemt, maar ook nieuw werk mee maakt. Een cd is in de maak. Genoeg elementen om Slabbynck eens aan zijn oren te trekken.
Dag Peter. De nieuwe Red Zebra-verzamelaar ‘The Beauties of the Beast’ - met werk dat jullie tussen 1980 en 1983 uitgaven - verkoopt erg goed. Niet dat het me erg verwondert, want jullie klassiekers waren al lang niet meer verkrijgbaar op cd. Hoe komt het dat het zo lang heeft geduurd om deze nummers weer uit te brengen?
Tja, eigenlijk moet je dat niet aan mij vragen want ik vroeg het mij ook af. Tijdens de 35 optredens van de Living Room Marathon van EX-RZ vorig jaar, werd er vaak gevraagd of het oudere werk van Red Zebra nog op cd verkrijgbaar was. Daarop heb Starman Records gecontacteerd en die zagen dat wel zitten. Verder heb ik mij er niet te veel mee gemoeid, maar uiteraard ben ik bijzonder blij met deze nieuwe verzamel-cd.
Mogen we even recapituleren? Het startschot voor Red Zebra werd blijkbaar reeds in 1978 gegeven. Hoe vonden vier zestienjarige punkenthousiastelingen elkaar uitgerekend in Brugge?
In 1978 sijpelde de punk eindelijk helemaal door tot hier. Het was immers een tijdperk zonder Studio Brussel, zonder MTV, zonder internet. Vandaar de vertraging. We kenden elkaar van de scouts en we hadden een leiding die met muziek bezig was. Eén van hen zou later onze drummer worden. Dat Brugge zo’n bloeiende punkscène had, was wellicht een reactie op het conservatisme ter plekke.
De inspiratie voor de naam Red Zebra kwam blijkbaar van de Rode Brigades. Kan je daar wat meer over vertellen?
Daar kan ik niet op antwoorden want volgens de advocaat van de vroegere gitarist heb ik de naam niet bedacht. Vreemd dat die man dat allemaal zo goed weet. Misschien eens aan hem vragen? (Een wenk naar de oorsprong van de naam vind je in dit eerder interview met Red Zebra, xk)
Jullie namen in 1980 deel aan Humos Rock Rally. Jullie geraakten zelfs tot in de finale, maar je verklaarde toen dat je blij was dat jullie niet bij de winnaars hoorden. Waarom dan deelnemen?
De finale bereiken was op zich al een enorme overwinning. Ik denk dat we samen met de Brassers de minst ervaren groep waren. Winnen was dan ook onmogelijk. Maar iedereen had ons opgemerkt en omdat we niet in de top drie eindigden, lag er ook geen druk op ons. Winnen is fijn maar niet altijd een geschenk want plots word je heel anders bekeken.
Jullie maakten een fenomenale start met ‘I Can’t Live In A Living Room’, dat nochtans slechts als B-zijde van jullie eerste single bedoeld was. Hoe snel hadden jullie het enorm potentieel van dat nummer - dat nog steeds in alle tijdloze honderds blijft verschijnen - begrepen?
Niet snel vrees ik, het was gewoon één van de nummers maar tijdens de Rock Rally hadden we er wel goede reacties op gekregen. Het is voor mij ook een beetje een raadsel waarom we ‘Innocent People’ als A-kant kozen. Gelukkig waren er deejays als Gust De Coster die het plaatje ook omdraaiden. Een fenomenale start zou ik het dus niet noemen, eerder een gerateerde start die toch nog goed kwam.
In 1981 kwam ‘Bastogne’ uit, dat een hoogtepunt was uit jullie carrière. De ep werd integraal opgenomen op ‘The Beauties Of The Beast’. Tegen dan hadden jullie de evolutie van punk naar cold wave volbracht. Hoe kijk je terug op deze tijd?
Als een bijzonder leuke tijd maar eerlijk gezegd beleef ik momenteel met EX-RZ even veel plezier aan muziek maken als toen. Dat we met Red Zebra evolueerden van punk naar new wave was nogal logisch. Hoe beter je leert spelen, hoe meer je je van pure punk verwijdert. Maar mijn lyrics vind ik wel nog steeds punk.
Een jaar later kwam ‘Maquis’ uit. De plaat werd gemengd onthaald, al stonden er wel prima nummers op als ‘Polar Club’ en ‘The Beauty Of The Beast’. Bijna alles wat jullie van 1980 tot 1983 opgenomen hebben prijkt op de cd, behalve een viertal nummers van ‘Maquis’. Hoe komt dat?
‘Maquis’ roept bij mij gemengde gevoelens op. Er staan een paar zeer goeie nummers op, maar ook een paar mindere. Het is veel minder een eenheid dan ‘Bastogne’. We waren aan het zoeken en een beetje de weg kwijt. Vergeet ook niet dat toenmalige bassist Chery Derycke een belangrijke bijdrage leverde aan ‘Bastogne’. Hij was er niet meer bij op ‘Maquis’.
Je laatste wapenfeit in de eerste levensfase van Red Zebra was ‘Always’ uit 1984. Niet lang erna hield jij het voor bekeken. De rest van de groep ging nog even door met Patrick Provoost als zanger, tot ook zij in 1986 besloten er de brui aan te geven. Waarom geraakte de groep zo snel opgebrand?
Er zijn veel groepen uit die tijd die het nog minder lang vol gehouden hebben dus dat valt wel mee. Ik was op een bepaald moment uitgezongen en wou nieuwe wegen bewandelen. Andere muziek maken, andere teksten schrijven. Kort daarop heb ik dan The Boy Wonders opgericht. Na een lange omzwerving ben ik nu met EX-RZ terug bij het begin, de new wave.
Er volgden heel wat reünies, en zelfs nieuw werk. Humo schreef ooit dat jullie ‘qua definitieve allerlaatste afscheidsoptredens zelfs The Ramones naar de kroon staken.’ Het laatste - wellicht allerdefinitiefste - afscheidsoptreden dateert intussen van 2013, al hadden de andere leden van Red Zebra je reeds in 2010 verlaten. Sinds 2014 is er dan EX-RZ, een groep waarmee je oude Red Zebra-klassiekers speelt en nieuw werk componeert. Wist je van geen ophouden?
Waarom moet ik ophouden? Ik amuseer mij nog steeds op een podium en aan nieuwe onderwerpen om over te zingen geen gebrek. Maar wees gerust, ik ben niet verslaafd aan het podium. Ik kan gerust een hele tijd zonder optredens. Eén van de leukere zaken nu is dat ik ook regelmatig in het buitenland optreed met EX-RZ. Vorige maand speelden we nog in Italië en Duitsland. En intussen werken we rustig verder aan ‘Future retard’, onze eerste full cd.
EX-RZ heeft alvast gescoord met het nummer ‘Bankers Will Never Be Beggars’, een nummer dat sinds zijn verschijnen twee jaar geleden enkel maar actueler geworden is. Haal je nog steeds je inspiratie uit de verontwaardiging over de politieke actualiteit?
Ik heb een boekje vol met nieuwe titels en er komen er alsmaar bij. De actualiteit blijft mij inderdaad inspireren. Ik wil best wel over de liefde zingen maar het gaat mij niet zo goed af. Ik ben liever ‘an angry old man’. Het is wel fijn, al die positieve reacties te zien op ‘Bankers Will Never Be Beggars’. Het is een echte meezinger aan het worden. Vooral in Duitsland komen mensen mij zeggen dat ze mijn teksten appreciëren.
In zekere zin blijf je wel de punk en wave van de oude stempel verdedigen. Met The Rotten Pistols en New Dark Age heb je toch twee groepen die zich toeleggen op het spelen van nummers van respectievelijk The Sex Pistols en The Sound…
Oude stempel? Die benaming snap ik niet. Een beetje respect graag! Dit zijn hoogtepunten van punk en new wave en dat wil ik laten horen. Punk is aan zijn veertigste verjaardag toe maar bij ons gaat dat geruisloos voorbij. Daar wou ik iets aan doen met The Rotten Pistols. En met New Dark Age wil The Sound eren. Nog te weinig mensen weten hoe fenomenaal hun eerste platen waren.
Lees onze oudere interviews met Red Zebra op Dark Entries hier (2009) en hier (2010)
Mildreda: Coward Philosophy
We waren best verrast toen Mildreda een paar jaar geleden hun terugkeer aankondigden. Wie al wat langer meedraait in de scene en een goed geheugen heeft, kent ze ongetwijfeld. Mildreda was de eerste groep van Jan Dewulf, die later de podia onveilig zou maken met Diskonnekted.
Hij trad in 2010 terug op als Mildreda op de laatste aflevering van wijlen het Gothic Festival. In 2015 brachten ze een nieuwe single uit: ‘Anthem’. Sindsdien was het evenwel terug stil geworden rond deze groep. Nu is er een volwaardige uitgave: ‘Coward Philosophy’. Maar denk niet te snel dat dit nieuw werk is. Neen, deze nummers werden in 2009 opgenomen, na een eerste reünie van Mildreda voor een verjaardagsfeestje.
Meer zelfs, een aantal nummers zijn vernieuwde versies van stukken die op cassettes verschenen in de jaren 90. Als bonus krijg je trouwens heel wat opnames uit de jaren 90: de democassette ‘De Laffe Denker’ uit 1996 én een optreden uit 1998. Het resultaat is dat je bedolven wordt onder 33 nummers die samen meer dan anderhalf uur innemen. Dat kan enkel op een digitale uitgave - helaas - maar dat maakt het niet minder indrukwekkend.
Laten we beginnen met de hoofdmoot van de cd: de 13 nieuwe opnames. Deze klinken zonder meer bitsig, agressief en scherp, en laat dat ook exact zijn wat we verwachten van Mildreda. Een aanval op je timpanen, maar wel eentje die je zal helpen om je frustraties te verbijten. Opener ‘Aborted’ heeft je meteen bij je nekvel en schreeuwt het uit in je oren. ‘Erasor’ - een nieuw nummer - gaat op hetzelfde stramien verder. Het klink dreigend en bombastisch. Doorheen de cd verandert de sfeer, en zo is er ook plaats voor meer melodische nummers als ‘Bright Side’, ‘How Do We Tell The Kids’ of afsluiter ‘Pale Blue Knot’. Eigenlijk zijn alle nummers goed, maar we vermelden toch nog ‘Anthem of Tomorrow’, ‘Fire’, ‘Stories’ en ‘Rush’ als hoogtepunten.
In een mooi artikel in Side-Line geeft Dewulf - behalve achtergrondinformatie bij elk nummer - ook inzicht in zijn invloeden: In Slaughter Natives, Numb, YelwoC, AmGod, Project Pitchfork, Front Line Assembly, Leather Strip, Skinny Puppy, Placebo Effect, The Eternal Afflict… Vreemd dat The Klinik niet vermeld staat, maar niet erg. Deze verschillende invloeden liggen misschien ver uit elkaar, maar ik kan jullie verzekeren dat Dewulf er op deze uitgave een samenhangend geheel van weet te maken.
De bonussen dan. Die maken met 20 nummers een belangrijk deel uit van deze uitgave. En ze zijn van een heel goede kwaliteit. Het geluid en de samples zijn uitstekend, en we kunnen goed begrijpen waarom Mildreda in de jaren 90 een sensatie was. De nummers zijn ongetwijfeld technisch minder uitgewerkt, maar ze zitten in dezelfde sfeer, en dat betekent dat ze bijzonder goed zijn. De live-opnames zijn zoals verwacht rechttoe rechtaan, maar ook zijn blinken uit omwille van hun goede kwaliteit. Je kan dus niet stellen dat het extensieve bonusmateriaal slechts een aanvulsel is. Of misschien wel, maar dan toch een heel goed aanvulsel.
Aangezien deze opnames uit 2009 stammen en aangezien we weten dat Mildreda intussen nieuw werk gemaakt heeft, vermoeden we dat ‘Coward Philosophy’ de voorbode is voor nog meer werk van Mildreda. Doch laat dit geenszins een reden zijn om geen aandacht te schenken aan deze uitgave, want ‘Coward Philosophy’ is een ontzettend sterk werk, en eentje waar ik nog vaak naar zal teruggrijpen.
Interkosmos: Hypnotizer
Het zwart gat. Het is een onderwerp dat ons, zwarte zielen, behoorlijk intrigeert. In 1790 kwamen ze voor het eerst ter sprake, al werden ze toen als onzichtbare sterren beschouwd. De reden dat ze onzichtbaar - zelfs pikzwart - zijn, is omdat er geen licht of materie aan kan ontsnappen. De naam 'zwart gat' ontstond pas in 1967. In de volgende jaren ontstond een debat over de vraag of de materie die in het zwart gat viel voor altijd verloren zou gaan.
De wetenschapsredactie van Dark Entries trok op onderzoek, en hoe doen we dat beter dan door zelf een ruimtereis te ondernemen? We trekken aan boord van ‘Interkosmos’, een ruimteschip geleid door drie ervaren spacerockers: Sergio Ceballos uit Spanje op gitaar en zang, Pablo Carneval uit Oostenrijk op drums en Sula Bassana uit Duitsland op bas.
Het schip heeft reeds een eerste missie volbracht in 2008. Het werd een titelloze cd-r in beperkte oplage, maar werd als gratis download niet minder dan 30.000 keer opgeladen. Daar zit meer in, en dus komt er nu eindelijk een volwaardige uitgave op cd door Sulatron Records, en op vinyl op Pancromatic Records. De naam van de missie werd aangepast tot ‘Hypnotizer’. Wij trekken mee op ruimtereis.
De reis bestaat uit zeven uitgestrekte klankvelden van gemiddeld 11 minuten. De lancering gebeurt met ‘Lift Off’, inclusief aftelling in het Duits. De motor warmt op, de stellingen worden verwijderd, en we stijgen op. De reis verloopt aanvankelijk wat trager, maar hoe verder we ons van de aarde begeven, hoe sneller het gaat.
In ‘Hypnotiser’ vliegen we voorbij planeten en zonnestelsels en op ‘Edentrip’ begeven we ons steeds dichter bij het centrum van de melkweg. De nummers vloeien naadloos in elkaar over, en zo had de plaat even goed uit één uitgestrekt nummer kunnen bestaan. Tijdens ‘Kosmos Amigos’ verschijnt het zwarte gat dan eindelijk aan onze waarnemingshorizon. De toegenomen spanning en verwarring wordt vertaald in de woordeloze zang van Ceballos.
Het wordt gevaarlijk, maar met ‘Floatboat’ moet het ons lukken om in het zwarte gat te treden. De tijd vertraagt en we worden uitgerekt tot een lange sliert. Het is niet echt wat we verwacht hadden. Tijdens ‘Rockit’ worden we het object van aanvallen door erg agressieve antideeltjes. Gedurende dit proces worden we geannihileerd, wat eerlijk gezegd niet onze bedoeling was.
Maar zijn we daarmee werkelijk teloorgegaan? Wel, niet helemaal. Stephen Hawking - één van de belangrijkste onderzoekers op dit domein - beweerde oorspronkelijk dat alles wat in een zwart gat viel onherroepelijk verloren zou gaan. Dit bleek niet te kloppen, en dat heeft Hawking later ook toegeven. De massa die binnentreedt wordt omgezet in energie, die dan via Hawkingstraling het zwart gat weer verlaat. Dit doet het zwart gat na verloop van tijd verdampen.
Conclusie: we zijn niet echt verdwenen, en tijdens het bonusnummer ‘Samphonic Trip’ - een nummer dat door een nieuwe bezetting van de groep gespeeld werd nadat Ceballos de groep had verlaten - slagen we er in om onszelf terug tot de oorspronkelijke staat op te bouwen. Na een spacetrip van bijna 80 minuten belanden we weer in onze vertrouwde zetel. Nog steeds onder hypnose natuurlijk, maar wel een flink avontuur rijker.