zaterdag, oktober 27, 2012

Lacrimosa: Revolution

Met ‘Revolution’ slaagt Lacrimosa erin om vernieuwend en gevarieerd te zijn zonder zijn erfenis te verloochenen. En om hun meest positieve cd aller tijden te verwekken. ‘Revolution’ is een concept-cd geworden rond de individuele mogelijkheden om in opstand te komen in de samenleving. In het verleden waren Lacrimosa-cd’s om ter depressiefst, met als hoofdthema’s angst, eenzaamheid, onbegrip... Deze thema’s komen nu ook aan bod, maar met de uitgesproken boodschap om je ertegen af te zetten.

De teksten zijn veel directer dan wat we van Lacrimosa gewoon zijn. ‘Irgendein Arsch ist immer unterwegs’ is gewoon wat de tekst zegt: ook al gaat alles schijnbaar goed, er is altijd een reet onderweg om het naar de vaantjes te helpen. Toch is het relativerend bedoeld. ‘We hebben de reet voor vandaag weer gehad…’ De cd gaat ook zijn weg voort met ‘If The World Stood Still A Day’, waarop de vrouwelijke zang van Anne Nurmi centraal staat, en ‘Verloren’, een absoluut pareltje vol zelfreflectie en twijfels.

‘Feuerzug’ is absoluut ongehoord voor Lacrimosa. Up-tempo drums en een piano die eerder rock en jazz uitstoomt. Ik zou dit stuk zelfs nomineren voor ‘meest vrolijke Lacrimosa-nummer ooit’, een categorie waarvoor niet veel nummers in aanmerking komen. Op ‘Refugium’ krijg je nog meer piano, maar dan in de vorm van een prachtige ballade, en op ‘Rote Sinfonie’ zakt de piano in de loop van het nummer weg in uitvoerige orkestraties en zware gitaren.

Bij ‘Weil du Hilfe brauchst’ zitten de messianistische bedoelingen van Tilo Wolff er weer dik op: laten we wat meer aandacht hebben voor mensen die eenzaam zijn en hulp nodig hebben. Ik denk even terug aan ‘Der letzte Hilfeschrei’ uit Lacrimosas suïcidale debuut ‘Angst’, een nummer dat favoriet is voor de titel van ‘meest depressieve Lacrimosa-nummer ooit’, al is de concurrentie hier veel scherper. ‘Ik heb hulp nodig’ riep Tilo toen wanhopig uit. Zou het kunnen dat de oudere en succesvollere Wolff nu zijn jongere alter ego antwoordt?

Afsluiter ‘Revolution’ is natuurlijk ook een centraal nummer. Het begint niet meteen rooskleurig. ‘De mens heeft een wereld geschapen die mensen vijandig is.’ En dan de wil om niet meer te zwijgen, om op te komen tegen een maatschappij die drijft op hebzucht, lust en eigenwaan. Ik interpreteer het als een individualistisch manifest tegen egoïsme. De revolutie begint bij jezelf! Pracht-cd.



 
LACRIMOSA "Irgendein Arsch ist immer unterwegs" from LacrimosaOfficial on Vimeo.

Lacrimosa: ¡Viva la Revolución!, Essig-fabrik Keulen, 13/10/2012

Lacrimosa mag nog steeds gelden als één van de opmerkelijkste succesverhalen uit de gothic-scene van na de jaren 80. Aanvang jaren 90 maakten ze samen met Das Ich en Goethes Erben deel uit van de Neue Deutsche Todeskunst, een wat kunstmatige benaming om de nieuwe golf aan Duitstalige acts te bundelen die destijds de zwarte scene een nieuw leven inbliezen. Maar al snel sloeg Lacrimosa een heel eigen weg in, die van de symfonische gothic-metal. Ze wisten er een verbluffend wereldwijd succes van te maken.

Het voelt voor mij wat vreemd aan om op een Lacrimosa-concert te komen dat niet uitverkocht is. Al sinds 1997 heb ik geen enkele tournee van de groep gemist, en waar ze ook speelden leken ze steeds volle zalen te trekken. Niet dat er in Keulen geen volk was, maar Lacrimosa lijkt tegenwoordig vooral zijn harde kern aan trouwe fans aan te spreken.


Zou Lacrimosa over zijn hoogtepunt heen zijn? Heeft het een punt bereikt waarop mensen ondanks de verdiensten van de groep gewoon iets anders willen? Het zou kunnen, al geloof ik dat een project met dergelijke staat van dienst een blijver is. Voor mij is Lacrimosa ondertussen een stukje nostalgie en dat zal het vanaf nu voor steeds meer mensen zijn.

Maar nostalgie of niet, Lacrimosa heeft een nieuwe cd uit - Revolution - en dat is de aanleiding om nog eens een tournee te doen door Europa. België staat om één of andere erbarmelijke reden niet op het programma. Op naar Keulen dan maar, de meest nabijgelegen plek waar Lacrimosa wel speelt. Het bleek de verplaatsing meer dan waard te zijn.

 
Optredens beginnen zoals gewoonlijk met de Lacrimosa-intro, en dan volgt zoals wel vaker ‘Ich bin der brennende Komet’, een favoriet van menige fan waarbij Tilo Wolff al zingend zijn intrede doet terwijl de rest van de band reeds aan het spelen is. Lacrimosa speelt trouwens met ongeveer dezelfde groep als het hele afgelopen decennium, zij het dat Henrik Flyman - gitarist van de metal-groep Evil Masquerade - de rol van tweede gitarist opgenomen heeft.

Tilo Wolff neemt dan even het woord om het concept van de avond uit te leggen. Er is geen ‘special guest’ of voorprogramma, want hij wou zoveel mogelijk nummers uit de nieuwe cd spelen, en daarnaast ook nog zoveel mogelijk oude nummers. Eens hij een uitgebreide setlist geschreven had wou hij er niet meer in schrappen. ‘Dus staat jullie vanavond drie uur Lacrimosa te wachten’, deelt hij al lachend mee. Dat had erger gekund.

We maken een kleine sprong naar 2003 met ‘Malina’, dat van ‘Echos’ afkomstig is. Op deze magistrale plaat ging Tilo Wolff zo ver in de richting van de symfonische orkestraties dat er maar weinig nummers live uitvoerbaar zijn met een rockformatie. Het doet dan ook deugd iets uit dit - in mijn ogen - meesterwerk te horen.


‘Schakal’ gaat nog verder in de tijd terug, naar 1994 toen Tilo Wolff vond dat hij de gothic-scene nieuw leven moest inblazen. In plaats van zwaarmoedige darkwave ging hij zich nu richten op gothic-metal met bombastische symfonische arrangementen. Het was ten tijde heel omstreden, en ik hoor nog regelmatig mensen zeggen dat ze enkel de drie eerste cd’s van Lacrimosa kunnen smaken. Maar voor iedere fan die afgehaakt heeft zijn er tien andere bijgekomen en de nieuwe koers heeft Lacrimosa in de jaren 90 en ook in het nieuwe millennium tot één van de grootste namen in de gothic gemaakt.

Al bij al krijgen we in het eerste deel van het optreden heel wat klassiekers te horen: Mandira Nabula, Lichtgestalt, Alles Lüge, Tränen der Sehnsucht, Alleine zu zweit… Tilo Wolff ziet er trouwens helemaal niet uit als iemand die al twintig jaar meegaat. Nog steeds lang, slank en elegant, met het typerende witte lok in zijn haar, blijft hij met zijn buitengewone uitstraling je aandacht grijpen.

De stem wil echter iets minder mee. Ik heb al meer dan één keer onterecht horen beweren dat Tilo Wolff gewoon niet kan zingen. Wie zoiets beweert kan beter nog eens aandachtig luisteren naar Tilos zangprestaties op bijvoorbeeld ‘Echos’, of als je kritischer wil zijn naar de liveopnames die op cd of dvd beschikbaar zijn. Maar deze keer moet ik toegeven dat de zang er regelmatig flink naast zit. Misschien heeft Tilo te veel gerookt, of misschien heeft hij gewoon een mindere dag.

Gelukkig blijven de nummers desondanks goed overeind. Speciale aandacht verdienen de nummers van de nieuwe cd. ‘Feuerzug’ is het eerste nummer dat aan bod komt en komt meteen zeer overtuigend over. Tilo Wolff heeft zich hiervoor speciaal aan een piano gezet en toont wat een vaardig pianist hij is. Ook het uptempo arrangement van het nummer is echt vernieuwend voor Lacrimosa.


Tilo licht blijkbaar graag toe waar de nieuwe nummers over gaan. Bij ‘Irgendein Arsch ist immer unterwegs’ (er is altijd een reet onderweg, met zo’n titel moest het toch bijna een knipoog zijn) spreekt hij over hoe het leven vaak een strijd is, maar dat wij zwartzakken ook moeten leren om niet alles ernstig te nemen. Ik herinner me dat ik ooit alle cd’s van Lacrimosa ben afgegaan op zoek naar een zweempje humor. Het lijkt er erg op dat ik het eindelijk gevonden heb.

Dat Tilo Wolff tijdens het optreden regelmatig wisselt tussen zang, gitaar, piano en toetsen bewijst wat een veelzijdig en getalenteerd muzikant hij is. Hij begeleidt op ‘A Prayer For Your Heart’ en ‘Apart’, twee van de sterkste bijdrages van Anne Nurmi die sinds 1994 van Lacrimosa een duo maakt en vrouwelijke zang en toetsen bijdraagt. De eerste set van het optreden wordt afgesloten met ‘Stolzes Herz’, een stuk dat evolueert van zachte piano tot metal-pathos en waarvan ik nooit, maar dan ook nooit genoeg zal krijgen.

Tijdens de pauze laat Tilo Wolff zich aan de merchandising stand gewillig fotograferen met zijn fans. Als hij terug op het podium stapt gaat hij gans alleen aan de piano zitten om een schitterende ‘Refugium’ te spelen. Het valt opnieuw op dat Wolff speciaal zijn best gedaan heeft om voor ‘Revolution’ nieuwe wegen in te gaan, ook al blijft hij binnen het algemeen concept van Lacrimosa.

Met ‘Ich verlasse heut dein Herz’ en ‘Am ende stehen wir zwei’ krijgen we twee prachtnummers uit ‘Elodia’, waarschijnlijk de meest succesvolle Lacrimosa-cd aller tijden. Verder bestaat de tweede set vooral uit nieuw werk. Tilo Wolff wordt bij momenten prekerig als hij uitleg geeft bij de nieuwe nummers. Zo leidt hij ‘Weil du hilfe braucht’ in door te zeggen dat sommige mensen niemand aan hun zij hebben, en dat we meer aandacht moeten hebben voor mensen in onze omgeving die hulp nodig hebben.


Voor afsluiter ‘Revolution’ haalt hij zelfs een soort parabel boven over een feest waar iedereen uitgenodigd werd om wat wijn mee te brengen dat in een groot vat gegoten werd. Toen men uit het vat begon te tappen bleek er enkel water uit te komen. Iedereen had immers gedacht dat zijn bijdrage er niet zo toe deed, en had heimelijk water in het vat gegoten in de hoop dat het niet zou opvallen. Ik haal nog net mijn zakdoek niet boven als Tilo uitlegt dat iedereen meetelt en iets uitmaakt, ook in zijn kleine daden.

De verleiding is groot om hier cynisch over te gaan schrijven, maar eigenlijk vind ik het best goed dat Lacrimosa, een groep die jarenlang gezongen heeft hoe ellendig deze wereld is, een positief alternatief wil zien en een oproep doet voor meer wederzijds begrip en verantwoordelijkheidszin in de samenleving. Bovendien heeft dit optreden mij echt overtuigd van de meerwaarde van de laatste cd, die hier bij mij intussen onophoudelijk opstaat.




Setlist:
Set 1: Lacrimosa intro / Ich bin die brennende Komet / Malina / Schakal / Mandira Nabula / Feuerzug / Lichtgestalt / If the world stood still a day / Alles Lüge / Tränen der Sehnsucht / Alleine zu zweit / Irgendein Arsch ist immer unterwegs / A prayer for your heart / Apart / Stolzes Herz
Set 2: Refugium / Ich verlasse heut dein Herz / Am Ende stehen wir zwei / Weil du Hilfe Brauchst / Ohne dich ist alles nichts / Rote Sinfonie / Revolution
Bis 1: Der Morgen danach / Feuer
Bis 2: Copycat
Foto's: Seb Leeson (www.fotografix.be)

Trobar de Morte: The Silver Wheel

Arianrhod is de Keltische godin van het sterrenrad en van de maan. Letterlijk betekent haar naam ‘Zilveren Wiel’. Het zilveren wiel staat voor de beweging van de sterren, de afwisseling der seizoenen, de overgang tussen leven en dood, de gesneuvelde krijgers die op het magische schip naar het maanland varen om er te wachten op hun reïncarnatie. Voor dit alles stond Arianrhod symbool, en deze cd is volledig aan haar geweid.

Vanaf het eerste nummer staat de prachtige zang van Lady Morte op de voorgrond. Het gros van de cd baadt in rustige en weelderige romantiek. In het titelnummer vindt je alle elementen terug die dit nieuwe werk tot een topper maken: een prachtige melodie en harmonie waarin de muzikanten de betoverende zang aanvullen.

Op Morgana krijg je zelfs wat oosterse invloeden te horen. Je kan hierbij verwijzen naar de muzikale kruisbestuiving tussen Keltische en Moorse muziek in Andalusië. Het heerlijke La Dama del Inviemo is het enige nummer in het Spaans, en dat hadden er wat mij betreft meer mogen zijn. Riding The Wheel en The Bear’s Dance zijn dan weer uitbundige Keltische dansen. De troubadour van de dood - want dat betekent de naam van de groep in het Catalaans - brengt leven in de brouwerij.

De cd gaat vergezeld met een dvd waarop je één van de concerten ziet die Trobar de Morte verleden jaar gaven als voorprogramma van Faun, en die hun reputatie in Duitsland kennelijk geen windeieren gelegd hebben. Je krijgt er zeven nummers die allemaal verschenen op de voorganger ‘Into the Woods – The Acoustic Songs’.

In den beginne was Trobar de Morte een soloproject van Lady Morte, die los van haar draailier en fluit alles met keyboards deed. Pas vanaf de derde cd – Legends of Blood & Light, die nu ook opnieuw uitkomt met bonus-dvd - kwamen andere muzikanten de groep vervoegen, waaronder Armand die nog steeds voor bas en percussie zorgt. Toen haar groep uitgroeide tot een kwintet vond ze de tijd rijp om haar beste nummers in een volledig akoestische versie op te nemen.

Op The Silver Wheel duiken de keyboards hier en daar weer op, al blijft Trobar de Morte het wel voornamelijk akoestisch doet. We moeten hier zeker de bijdrage van Jose Luis Frías vermelden, die magische geluiden uit zijn fluiten en doedelzakken tovert en wiens ervaring en professionalisme uitstraalt over de hele groep. Het gitaarspel van Fernando Cascales maakt het geluid af.

U had wellicht ook uw oog laten vallen op de erg mooie hoes. Het schilderij op de voorgrond is van de hand van violiste Marta Ponte, en ook de rest van het boekje is mooi verzorgd in blauwe kleuren met de teksten en foto’s van de muzikanten. Een cd die tot in de puntjes afgewerkt is en alles heeft om te bekoren.


Trobar de Morte

 

Trobar de Morte: Beyond The Woods

Elfjes, feeën, peperkoekenhuisjes en andere sprookjesachtige taferelen, dat is wat in je opkomt bij het beluisteren van Trobar de Morte. En dat voor een groep die door het leven gaat onder de naam ‘troubadour van de dood’.

Ik werd Trobar de Morte voor het eerst gewaar op de vorige editie van het WGT in Leipzig, waar ze in de stadsschouwburg een indrukwekkend optreden gaven. Blijkbaar was de Spaanse groep al voor de derde keer in Leipzig uitgenodigd, en niet onterecht want volgens de meeste aanwezigen was het één van de beste optredens van het festival. Lange haren, prachtige gewaden, mooie sieraden en tiara’s. Zachte, dromerige en akoestische muziek. De stem van zangeres Lady Morte... Referenties als Dead Can Dance of Prikosnovenie dringen zich op. Of naar Faun, met wie Trobar de Morte in de herfst op tournee gaat door Duitsland

Trobar de Morte werd in 1999 opgericht als het soloproject van Lady Morte. Aanvankelijk speelde ze haar neo-klassieke muziek enkel met synths en keyboards, maar ze wist al snel muzikanten te verzamelen om haar te ondersteunen. In 2004 brengt ze haar eerste ep uit: Nocturnal Dance of the Dragonfly. Dit wordt in 2005 gevolgd door de cd Fairydust, waarmee de groep voor het eerst internationaal aandacht krijgt. Sindsdien bracht Trobar de Morte nog twee cd’s uit: Reverie in 2006 en Legends of Blood and Light in 2008.

Blijkbaar moet Lady Morte gedacht hebben dat ze volledig komaf moesten maken met de synths en elektronische effecten, die overvloedig aanwezig waren op haar eerdere producties. Deze cd is – zoals de titel al had verraden – volledig akoestisch. Lady Morte wordt omringd door Fernando Cascales op folkgitaar en bouzouki, Armand op bas en percussie, Marta Ponce op viool en vooral José Luis Frias op fluiten en doedelzakken.

We krijgen 13 nummers van een buitengewone schoonheid. Het gros van de cd bestaat uit nieuwe opnames van oudere liedjes, zodat je deze cd ook als een soort ‘best of’ kan beschouwen, of liever: een ‘unplugged’. Lady Morte zingt afwisselend in het Spaans en het Engels. Middeleeuwse en Keltische invloeden zitten er vingerdik op, net als de verwijzingen naar sprookjes, natuur of mythologische figuren.

Of om het in één woord samen te vatten, dat ik al heel deze recensie probeer te vermijden: feeëriek!

Kinderen van moeder aarde zien het licht

Bart Piette kennen we van Dead Man’s Hill en Experiments In Darkness. Beide projecten doken in de donkerste grachten van de menselijke geest en klonken als de geluidsband bij uw meest traumatiserende nachtmerries. Ondertussen waren we er wel wat aan gewend, om niet te zeggen dat we van Piette niets anders meer verwachtten. Het is dan ook verrassend dat hij nu deze projecten stopzet om samen met een geestesgenote muziek te maken die helemaal de andere richting uitgaat, op naar het licht. Met ‘Kinderen van moeder aarde’ maken ze meditatieve soundscapes die de luisteraar moeten helpen om genezing te vinden. De bedoeling is om er op termijn een CD van te maken. Het werk schiet op, want op Soundcloud kunt u al verschillende nummers beluisteren. En hoewel het concept en de richting verschillen, blijft de kwaliteit even hoog.



Experiments In Darkness: About Facts And Murders

Een paar noten piano om te beginnen, invallende strijkers, glockenspiel, koor en orgel… Is dit een zijproject van de Belgische death industrial act Dead Man’s Hill? Ja hoor! Na een paar minuten prachtige intro neemt de cd echter een sombere bocht. ‘I write a book with my own blood.’ Het is de eerste zin van een nieuwe tocht door de duisternis. Neoklassiek wordt vermengd met horror-achtige geluiden en met teksten van een bijzondere zwartgalligheid.

Dat Dead Man’s Hills meesterbrein Bart Piette een cd met vooral symfonische en klassieke klanken maakt is niet verwonderlijk. Op de bijzonder geslaagde ‘Songs of the forthcoming apocalypse II: Transformation’ die Dead Man’s Hill verleden jaar uitbracht kon je al genieten van de steeds bombastischere orkestraties van Piette. Bovendien is dit al de derde cd van Experiments in Darkness, Na New World Rising (2007) en From The Heart (2008).

In tegenstelling tot Dead Man’s Hill zijn de teksten hier duidelijk verstaanbaar, en Piette vertelt er zonder veel taboes over zijn misprijzen voor de mensheid, zijn wil om zich af te zonderen van de rest van de maatschappij, zijn wanhoop… Hij laat zijn gedachten de vrije loop gaan, zonder zich aan de regels van de gestructureerde poëzie te houden. Al mag er ook eens gelachen worden, bijvoorbeeld als Piette - een overtuigd veganist en dierenrechtenactivist - in The Hunter zijn misprijzen voor jagers declameert: ‘I hope you don’t have to pay with your own life, when you are devoured by a giant rabbit’. Eerder humor dan horror, lijkt me. Maar voor de rest is alles hier een aanschekeling van pikzwarte nachtmerrietaferelen.

Een pluim moet Piette zeker krijgen voor de mooi uitgewerkte orkestraties en harmonieën, die melodieus, veelzijdig en bombastisch klinken. Kortom, Piette heeft met 'About Facts and Murders' weer een puik werk afgeleverd, dat zoals gewoonlijk weer treurnis troef is.

Dead Man's Hill: Transformation. Songs Of The Forthcoming Apocalypse: Chapter 2

Het einde is nabij. Deze keer zijn het niet de getuigen van jehova die met deze boodschap aan uw deur komen kloppen, maar Bart Piette van Dead Man’s Hill. En hij wil de boodschap er blijkbaar indrammen, want Transformation is al het tweede deel van de ‘Songs Of The Forthcoming Apocalypse’.

Bart Piette is een productief man. Voor Dead Man’s Hill staat de teller nu op 17 uitgaven. En we tellen zijn zijprojecten en samenwerkingen nog niet mee. Aanvankelijk werden zijn realisaties in zeer kleine oplages verspreid, en velen ervan zijn vandaag niet meer te vinden. Over de jaren wist hij met zijn sombere geluidcollages faam te verwerven in de industrial en dark ambient scene. Met ‘Songs Of The Forthcoming Apocalypse’ uit 2008 – de naam was geïnspireerd op de Maya-voorspelling rond het nakende einde van de wereld – nam hij een bocht richting black metal. Deze cd gaat verder op de ingeslagen weg.

‘Dead’ is het soort dingen die we al vaker van Bart Piette gehoord hebben: uitermate donkere geluiden, duister gefluister dat zich over meer dan acht minuten ontspint in een orgie van orgels en percussie. Bij ‘Pestillence’ opent hij met strijkers en percussie, maar het wordt snel black metal met schrewerige zang, zware synths, gitaar en meeslepende percussie. De gitaren worden nog prominenter op ‘Highlight of Nature’. ‘They Are Here’ is dan weer rustiger en bestaat vooral uit obscure klanken en stem. ‘Mother Earths Black Lung’ is black metal met interessante tempowissels en orkestraties. ‘In revelation Is Written That The Sea Will Die’ bevat bovenop de bizarre geluiden een zwaar vervormde stem die we al vaker gehoord hebben bij Dead Man’s Hill en ‘Twilight Of Destruction, And The Gateway To Transformation’ is wederom een black metal-nummer dat zich opbouwt en ontrafelt over meer dan 7 minuten.

Deze cd telt slechts 7 nummers, maar die nemen elk wel wat tijd in beslag. Er is behoorlijk wat afwisseling, met name tussen de atmosferische en de meer black metal gerichte delen, en één constante: de inktzwarte en bedrukkende sfeer. Ik heb ondertussen al wat cd’s van Dead Man’s Hill, maar deze hoort - samen met de samenwerking met Kenji Siratori uit 2009 - bij de beste die ik heb.

Mantus: Sünder-EP

Productief zijn is nogal in in de Duitse Trisol-stal. Het label heeft al heel wat grote namen in huis – ASP, Samsas Traum, Rome, Tying Tiffany - en zet ze blijkbaar aan om tot de grenzen van hun mogelijkheden te gaan. De cd-crisis zal er niet helemaal vreemd aan zijn. Wat Mantus betreft loont die strategie alvast. Martin Schlinder en zijn zus Tina hebben met hun elektronisch project Black Heaven een lovenswaardige cd uitgebracht, maar ze brengen gelijktijdig ook deze Sünder-EP van hun gothic-metal incarnatie Mantus voort.

Mantus hebben we nooit gekend als vrolijke vogels. En ook al zingt zangeres Tina ergens dat de wereld haar niet voor altijd ziek gemaakt heeft, toch is het op deze cd weer treurnis troef. Opvallend is wel dat de teksten erg maatschappelijk geëngageerd zijn. Dat is misschien een uitgesproken en bewust verschil met Black Heaven, dat eerder persoonlijke thema’s aanboort. Zij het wel dat beide projecten een duidelijk filosofische inslag hebben. Ik zou dan ook durven opperen dat beide cd’s elkaar goed aanvullen.

De Sünder-EP begint met het titelnummer – zondaar – die het schuldgevoel beschrijft dat ons door de kerk opgedrongen wordt, om in de tweede strofe te vertellen over een geestelijke die vanuit zijn machtspositie en dit opgedrongen schuldgevoel een kind misbruikt. Een schitterende tekst, over een onderwerp dat ongetwijfeld nog een tijdje actueel zal blijven. Goldener Strand behandelt de vluchtelingenproblematiek, terwijl Zweifel opnieuw de religiekritiek bovenhaalt, met onder meer de religieuze visie op man-vrouw-gelijkheid en de situatie in het ‘heilige’ land ‘waar religie en onrecht hand in hand gaan’. Het heeft iets weg van een open deur, maar zolang het onrecht blijft voortduren, moeten we die verder intrappen.

Je zou je kunnen afvragen waarom deze cd van Mantus enkel een EP is. Er staan 9 nummers op, goed voor bijna drie kwartier muziek. Goed, er staan één cover en één remix op. De cover is Etikette tötet van de Duitse punkiconen Slime en past thematisch en muzikaal erg goed in het geheel. De remix is gewoon een Black Heaven-versie van het titelnummer. Andere groepen zouden dit een volwaardige cd genoemd hebben. Maar blijkbaar is Black Heaven nu eventjes het hoofdproject van Martin Schindler. Toch valt deze EP helemaal niet te versmaden. Eigenlijk heeft Schindler in één klap gewoon twee uitstekende cd’s afgeleverd.

Black Heaven: Dystopia

Mantus is gothic-metal, Black Heaven is electro. Beide projecten zijn afkomstig van meesterbrein en multi-instrumentalist Martin Schindler, met medewerking van zijn zus Tina. Composities en sfeer verschillen niet zo. We krijgen steeds symfonische en melodieuze muziek op intelligente Duitse teksten. Maar Black Heaven laat de gitaren achterwege en doet het volledig elektronisch. Verwacht geen dreunende electro, maar eerder melancholische gothic op een bedje van geprogrammeerde ritmes en toetsen.

Het nummer Lächeld geht die Welt zugrunde geeft de indruk dat Black Heaven wat in de gothic-clichés is blijven steken, maar bij nader inzien geeft het net een goed beeld van de filosofie achter de cd. Je kan het gerust een pleidooi voor escapisme noemen. Het individu moet uit deze teleurstellende wereld stappen en wegvluchten in een droom, of in kunst. Zo vind je het ware geluk. Je vindt dit thema ook terug op nummers als Die Zeit die bleibt, Himmel ohne Sterne of afsluiter Was auch immer du tust…

Toch gaat dit soort escapisme vaak hand in had met oprechte verontwaardiging om de grote maatschappelijke en ecologische problemen, en een concrete inzet om ook iets te doen aan ongelijkheid, uitbuiting en de vernietiging van het milieu. Deze onderwerpen worden op dit moment eerder door Mantus behandeld, maar in feite zijn dit twee keerzijden van dezelfde medaille, en dus kan je stellen dat deze cd en de Sünder-EP van Mantus elkaar perfect aanvullen.

Minder milieuvriendelijk is het nummer Schwarze Asche. Om één of andere reden wil in de Duitse gothic-scene iedereen branden, tot ze tot as vergaan. (Toeval of niet, maar we vernemen net dat Mantus het voorprogramma zal verzorgen van de komende tournee van ASP in Duitsland.)

Deze cd is perfect voor wie houdt van melancholie, oftewel zwartgalligheid. (In het Grieks betekent melas zwart en chlolè gal. Het woord gaat terug op een theorie van Aristoteles die stelde dat het melancholische levensgevoel het gevolg was van een teveel aan ‘zwarte gal’.) Maar deze cd is meer dan dat. Het is kunstzinnig en intelligent en helpt me effectief om een eindje weg te dromen.

donderdag, oktober 11, 2012

iCE KiNG en Alexandre du Chayla in Den Hopsack

Op zaterdag 20 oktober zal ik nogmaals optreden als Alexandre du Chayla. Deze keer mag ik openen voor iCE KiNG in Den Hopsack in Antwerpen.

iCE KiNG is een artiest die er al jaren op prat gaat de braafste bard van België te zijn (of iets gelijkaardigs in het Engels). Terecht zegt hij van zichzelf dat er geen andere gelijkaardige act bestaat, noch in België, noch daarbuiten. Enkel vergezeld van een elektrische gitaar maakt hij ellenlange epische nummers. Hij bracht een paar maanden geleden ‘Epic Centre’ uit - let op de uitstekende naam -, dat ondertussen zijn derde cd is. De muziek is Keltisch geïnspireerd, maar de elektrische gitaar verhindert eenieder om hier van folk te spreken. De zang is gevarieerd, de teksten zijn gebaseerd op bijna vergeten poëtische geheimen boordevol interessante historische verwijzingen.

Alexandre du Chayla was een Franse aristocraat die zich tot de Russisch-orthodoxe kerk bekeerde aan het begin van de 20ste eeuw. Hij reisde naar Rusland en onmoette er Sergei Nilus, de eerste uitgever van de antisemitische complottheorie 'De protocollen van de wijzen van zion'. Deze bevatten zogenaamde notulen van een vergadering van joden die hun plannen bekendmaken om de wereldheerschappij te verkrijgen. Du Chayla speelde een belangrijke rol in het ontmaskeren van de vervalsing van de protocollen en Nilus. Onder deze naam breng ik melancholische nummers in het Nederlands, Frans en Engels. Op het concert zal je zowel mijn eigen composities horen als vertalingen van de Russische bard Boris Grebenshikov.

U kunt geheel voor niets binnen en we beginnen om 21 uur in Den Hopsack, Grote Pieter Potstraat 24, Antwerpen.

Overigens ben ik van mening dat Pussy Riot onmiddellijk vrijgelaten moet worden.
Interessante links:
Sans rien dire

Sans rien dire
Sans contredire
Allez, viens maintenant
Il est grand temps
Et ton lit t’attend

Sans tarder
Sans répliquer
Il est tard déjà
Alors enroule-toi
Loin dans tes petits draps

Les fleurs racontent des contes d’enfant
Romans à l’eau de rose évidemment
Langage de délires incessants
Musique et rythme hallucinants

Les oiseaux rigolent à haute voix
Je crois qu’ils se moquent de toi
Il n’y a pourtant pas de quoi
Ils ne sont pas là pour ça

Tu seras toujours à l’abri
Quand tombera la nuit
Mais sais-tu qu’il ferait encore claire si
L’univers était infini

D’ores et déjà
Dorénavant
Dors et désormais

Sans rien dire
Envisage l’avenir
Pour le meilleur et pour le pire

L’orchestre joue une symphonie
Un hymne à la joie et la vie
Retiens les notes et l’harmonie
Car c’est toi qui l’as écrite

L’eau ruisselle dans les ruisseaux
Elle ne veut pas tomber de haut
Ça ne ferait pas très beau
Une tempête dans un verre d’eau

Va découvrir d’autres rivages
Et répands le message
Inutile d’en dire d’avantage
Entre dans le mirage

Cours pas trop vite
Ça n’avance à rien
Vas-y par quatre chemins

Et prends ton temps
Prends le devant
Mais tout doucement

Et puis dors bien
Fais de beaux rêves
Pense à demain
Et tout s’exaucera

Strafkamp voor twee leden van Pussy Riot, één lid voorwaardelijk vrijgelaten

De veroordeling van twee leden van de Russische feministische punkgroep Pussy Riot tot twee jaar werkkamp is in beroep bevestigd. Een derde lid werd voorwaardelijk vrijgelaten. Alledrie gaan ze wellicht in beroep tegen hun veroordeling voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

In eerste aanleg werden de drie schuldig verklaard aan ‘hooliganisme gemotiveerd door religieuze haat’ omwille van de veelbesproken opvoering van een punkgebed in de Christus Verlosserkathedraal in Moskou. De debatten gingen ook vandaag over de mogelijke schade die de gelovige klagers hebben geleden onder het optreden van 30 tot 40 seconden (waarvan we de videomontage hieronder nogmaals weergeven, zonder de intentie om iemand te kwetsen).

De zaak rond Pussy Riot reikt veel verder dan het lot van de drie meisjes. Het staat symbool voor verschillende pijnpunten in de Russische samenleving: de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de scheiding tussen kerk en staat, de behandeling van de oppositie… Poetin is erin geslaagd om Rusland na de woelige jaren '90-politiek te stabiliseren en economisch vooruit te brengen. Daarom geniet hij nog steeds een enorme populariteit.

De kritiek uit de oppositie is dat Poetin in zijn drang naar stabiliteit steeds meer individuele vrijheden opofferde. Poetins beleid was er deels op gericht om naast de communistische partij een tweede stabiele partij te vestigen: Verenigd Rusland. Vanuit die inspanningen is er de excessieve controle op de media ontstaan en een harde aanpak van oppositieleden. Later kwam hier ook de wens bij om een sterkere en eengemaakte Russische ideologie te scheppen, waarin nationalisme en religie een belangrijke rol spelen.

Misschien geloven de meisjes van Pussy Riot echt dat ze met hun acties de revolutie in Rusland zullen ontketenen. Zo ver zal het niet komen, maar de verdeeldheid in de Russische samenleving is tastbaar. Zelfs Poetin en Medvedev deden contradictorische uitspraken naar aanleiding van de zaak, al ligt dat misschien aan een soort profilering waarbij het tandem verschillende doelgroepen tegelijkertijd wil aanspreken.

Medvedev, die de meer liberale kant van de Russische overheid moet vertegenwoordigen, stelde dat de meisjes al zwaar genoeg gestraft zijn. Poetin, die het kiesvee moet aanspreken dat graag een ijzeren hand wil, zei al een paar dagen vóór het proces dat de meisjes gekregen hadden wat ze verdienden. Dit alles kwestie van de indruk van een sterk gepolitiseerd gerecht in Rusland nog wat kracht bij te zetten.

Het vonnis in beroep lijkt beiden wel een beetje gelijk te geven. Uiteraard moesten de rechters beklemtonen dat de aanwezige gelovigen bij de opvoering van het punkgebed zware schade opgelopen hebben. Maar voor Samoutsevitch werd de straf voorwaardelijk omdat ze geen kans kreeg om aan het punkgebed deel te nemen. Tegen de tijd dat ze haar gitaar uitgepakt had werd ze tegengehouden door de veiligheidsdiensten in de kathedraal. De klagers argumenteerden weliswaar dat het loutere feit dat ze willens was om deel te nemen aan de actie voldoende reden was om haar te veroordelen.

Internationaal kreeg pussy Riot een nominatie voor de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken, een prijs die jaarlijks uitgereikt wordt door het Europees Parlement, en kregen ze de door Yoko Ono uitgereikte LennonOno Grant for Peace (samen met Christopher Hitchens, niet bepaald een vredelievend man maar wel een vooraanstaand voorvechter van het recht op blasfemie). Pussy Riot krijgt ook de steun van de Birmaanse oppositieleidster Aung San Suu Kyi en van Amnesty International, dat hen als gewetensgevangenen beschouwt.




Poets to their Beloved: Interstellar Reunion

Als je weet dat de twee kernleden van Poets to their Beloved elkaar ontmoet hebben op een Brendan Perry-workshop, wil je hen al snel in het vakje ‘Dead Can Dance’ stoppen. Maar als je deze cd zou beluisteren zonder van deze voorgeschiedenis af te weten, zou dit niet de eerste referentie zijn die opduikt. Niet dat er niets van de monumentale neoklassieke groep is blijven hangen, maar Poets to their Beloved weet het vakjesdenken te overstijgen met dit zeer overtuigend werk.

Interstellar Reunion is intussen de tweede schijf van dit Nederlands-Duits duo - Saskia en Marcel - en in vergelijking met hun reeds zeer goede debuut biedt het nog een tastbare vooruitgang. Zoals de titel van de cd doet vermoeden komt het thema ‘ruimte’ ruimschoots aan bod, getuige ook nummers als ‘Dark Planet’ en ‘Approaching Earth’. Andere titels verwijzen naar de natuur en luiden ‘Desert’s Voice’ of ‘The Birds The Sea The Waves’, een hoogtepunt van golven waar je je gewillig door laat meeslepen.

Het doet allemaal een beetje denken aan psychedelische folk uit de jaren 70 - toen er ook een fascinatie was met natuur en ‘space’ - al klinkt het erg modern en fris. Je vindt hier een mengeling van psychedelica en folk, met ook een flinke dosis triphop. Soms licht de nadruk op elektronica en synths, soms op folkgitaar, soms op strijkers en piano. Op het bijzonder geslaagde ‘Ecstatic Dance Act II’, een vervolg op een nummer dat al op de debuut-cd ‘Enbrace The Fool’ uitkwam, en op het slotnummer ‘Merel (If I Had Wings)’ laat Saskia haar stem aan de hand van loops vermenigvuldigen, waarbij we de voor de hand liggende verwijzing naar Lisa Gerrard toch even maken.

‘Interstellar Reunion’ heeft een eengemaakte sfeer, rustig en atmosferisch, maar een enorme variatie tussen de nummers. Elk nummer blijft eigenlijk op zichzelf staan, en je geraakt gaandeweg steeds meer onder de indruk van waar deze groep allemaal toe in staat is. Je kan het volledig oeuvre van de groep trouwens beluisteren op hun website. Overtuig jezelf door er even naartoe te surfen. Voor mij is dit alleszins een revelatie.

Poets to their Beloved

maandag, oktober 08, 2012

Als ik het optreden in Kinky Star overschouw

Het optreden in de Kinky Star samen met intens op vrijdag 28 september was een succes. Dank aan iedereen die gekomen is en aan de Kinky Star om de deuren open te zetten voor een zootje ongeregeld als wij.

Hierbij vinden jullie een aantal foto's die Laurent Fobe gemaakt heeft van mijn optreden. Voor meer foto's kan je zijn site bezoeken.




En de setlist van het optreden:
  1. Contradans (Boris Grebenshikov)
  2. Mijn Ster (Boris Grebenshikov)
  3. Het lijkt wel (Xavier Kruth)
  4. Drink nog een glas (Xavier Kruth)
  5. De trein ontlaait (Boris Grebenshikov)
  6. L'argent du seigneur (Boris Grebenshikov)
  7. Sans rien dire (Xavier Kruth)
  8. Partizanen van de volle maan (Xavier Kruth)
  9. Als ik mijn leven overschouw (Xavier Kruth)
  10. Dubrovski (Boris Grebenshikov)

woensdag, oktober 03, 2012

Ga nu allen heen in vrede! Laibach, Qubus Oudenaarde, 17/09/2012

Laibach heeft op meer dan drie decennia quasi-mythische dimensies aangenomen. De groep nam van meet af aan - in het Joegoslavië van 1980 - een zeer confronterende houding aan. De naam alleen al! De Duitse benaming van de Sloveense hoofdstad Ljubljana deed velen terugdenken aan de verschrikkingen van de nazi-bezetting, of aan de imperialistische Oostenrijks-Hongaarse tijd.

Maar wat net de politieke dimensie van de aanpak van Laibach was, daar bestond veel verwarring over. En dat is net wat het uitermate boeiend maakt. Laibach trad naar voren als een groep die het gezag wou ondersteunen en versterken, die de teloorgang van de waarden van het communisme betreurde. Tegelijkertijd zwaaiden ze kwistig met fascistische symboliek, beelden van verderf en apocalyps, marxistische cultuurfilosofen en kunstzinnige verwijzingen.

Toen in 1987 een wedstrijd uitgeroepen werd om een affiche te vervaardigen voor de viering van de geboortedag van Tito, dingde de aan Laibach verwante groep Nieuw Collectivisme mee. De ingezonden poster toonde een trotse proletariër voor een Joegoslavische vlag met een vredesduif in zijn hand. De affiche werd tot winnaar uitgeroepen en afgedrukt op de cover van een tijdschrift.

Toen bereikte een bezorgd telefoontje de redactie… Hadden de verantwoordelijken niet opgemerkt dat de affiche identiek was aan een nazi-propaganda-affiche uit de jaren 30? Op de nieuwe poster waren de fascistische symbolen gewoon vervangen waren door communistische. De affiche werd onmiddellijk ingetrokken en er werd zelfs een proces aangespannen tegen de makers, dat al even snel vergeten werd.

Eigenlijk is het een wonder dat Laibach niet vaker in aanvaring is gekomen met de overheid. Natuurlijk werden een paar van hun vroege optredens verboden of onderbroken door de politie. En later werd - na een berucht televisie-interview waarin de groep zich gewillig liet opvoeren als gevaarlijke en decadente jongeren - hun naam verboden. Laibach kondigde hun optredens dan maar aan met affiches waarop het kruis van Malevitch prijkte, dat ze als symbool hadden uitgekozen en dat ook op hun armbanden te zien was.

Maar nooit was er sprake van om hen pakweg tot twee jaar werkkamp te veroordelen. Het kan alleen maar verklaard worden door de wil van Joegoslavië om zo vrij mogelijk over te komen, als een communistisch land dat onafhankelijk was van beide grootmachten en artistieke vrijheid hoog in het vaandel droeg.

Laibach deed zich voor als een groep ten dienste van de staat. Het bleek vergeefse moeite toen Joegoslavië in 1990 uit elkaar viel. Sommigen, en dan spreken we over de uitstekende Laibachwetenschapper Alexei Monroe, zullen zelfs beweren dat Laibach in deze periode een positieve rol gespeeld heeft. Omdat het onmogelijk was voor echte extremisten om Laibach in radicaliteit te overtreffen zou het bloedvergieten bij de Sloveense onafhankelijkheid beperkt gebleven zijn. Laibach mocht dan politiek agressief overkomen, er was geen boodschap, geen ideologie...

In de steek gelaten door de staat die ze wilden versterken, stichtten Laibach en hun bondgenoten in 1991 hun eigen staat: de NSK-staat. NSK – voluit: Neue Slowenische Kunst - was eigenlijk al in 1984 opgericht als een collectief van Sloveense kunstgroepen met identieke doelstellingen en een gemeenschappelijke filosofie. Laibach was de bekendste en muzikale poot van de beweging.

Het gebruik van het Duits in de benaming speelde weer in op de nooit geheelde wonden van de bezettingen onder de nazi’s en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, maar een toenmalige verklaring van NSK verwees naar de analogie met het bevrijdingsfront, het gezamenlijk front van antifascistische krachten in de Tweede Wereldoorlog. ‘Door het gebruik van de Duitse taal in de naam NSK heffen we de schulden die beide talen met zich brengen op’, vervolgde de tekst.

Toen Joegoslavië wegzonk in bloedige etnische conflicten werd NSK dus een onafhankelijke staat. Een staat zonder territorium en zonder grenzen. Iedereen kon op eenvoudig verzoek burger worden, en kreeg daarvoor een paspoort. Kunstenaars die onophoudelijk van nationalisme beschuldigd werden, stonden uiteindelijk aan de wieg van een wereldwijde virtuele staat waarin etnische afkomst van geen tel was.

De val van het communisme en de wereldwijde zege van het kapitalisme werden in 1992 door Laibach verwelkomd met de uiterst pessimistische en complexe cd ‘Kapital’, waarin economische voorspoedberichten in een propagandistisch kleedje gestoken werden. Daar kon je dan weer naar hartelust analogieën met andere ideologieën in zien.

In 1994 komt ‘NATO’ uit, een veel toegankelijkere verzameling covers - of ‘nieuwe originelen’, volgens de terminologie van Laibach - rond het thema oorlog. De cd werd opgedragen aan het conflict in Bosnië-Herzegovina. Laibach ging zelfs tweemaal optreden in het belegerde Sarajevo, waarmee ze hun belofte om NATO naar de stad te brengen waarmaakten. Het eerste concert vond plaats op de laatste dag van de oorlog, het tweede begon een paar uur nadat het vredesverdrag van Dayton getekend werd. Een paar dagen later landden echte NAVO-troepen in de stad.

In de tweede helft van de jaren 90 bracht Laibach ‘Jesus Christ Superstar’ voort, een conceptalbum over religie. Het is echter wachten tot 2003 vooraleer Laibach nog eens een baanbrekende cd uitbrengt. ‘WAT’ balt alles wat Laibach grootgemaakt heeft samen en spuwt het hard in je gezicht uit: harde beats, bombastische orkestraties, zware zang en hopen politieke verwijzingen. Conceptueel ademt het een koude oorlogssfeer uit, al vind je er occasioneel ook verwijzingen naar de oorlog tegen de terreur. (WAT staat officieel voor ‘We Are Time’, maar dat had evengoed ‘War Against Terror’ kunnen zijn.)

Het is een uitstekend beginpunt voor het concert van maandag. ‘B Mashina’ van WAT is een nieuw origineel van de minder bekende Sloveense groep Siddharta dat uitgekozen werd omwille van zijn apocalytische en dus Laibachiaanse boodschap. Het al even apocalyptische ‘Final Countdown’ - afkomstig van ‘NATO’ - blaast het hek van de dam. Het popnummer werd destijds overgoten door prachtig en bombastisch koorgezang. De groep noemde het ‘Wagneriaanse disco’, een geniale woordspeling die opnieuw duidelijk maakt hoe Laibach onverzoenbare extremen met succes samenbrengt.

Het werd hoog tijd dat Laibach ons land eens aandeed met een compilatie van hun grootste hits. Op de optredens van de afgelopen jaren kwamen enkel hun laatste cd’s aan bod (Le Botanique, 2007 of Gent, 2009) of aangevuld met herwerkingen van obscure nummers uit de begindagen (BIMfest 2010). Deze keer mochten ook de bekendste liederen van stal.

Zanger Milan Fras laat zich omringen door muzikanten waarvan je je kan afvragen of ze de luiers al ontgroeid waren toen Laibach industrieel geweld op de wereld begon af te vuren. Een glansrol is daarbij weggelegd voor Mina Špiler, die het oog en het oor gunt wat ze willen. Ze zingt mee op ‘America’, dat deel uitmaakte van verschillende herwerkte versies van volksliederen op ‘Volk’ uit 2006, en op ‘Under the Iron Sky’, een wat melig nummer uit de gloednieuwe soundtrack van de film ‘Iron Sky’.

Het script van 'Iron Sky' lijkt wel op het lijf geschreven van Laibach. Het vertelt hoe nazi’s naar de verborgen kant van de maan gevlucht waren aan het eind van de tweede wereldoorlog en zich voorbereidden om in een nabije toekomst terug te keren om de wereld te heroveren. ‘We komen in vrede’ is de slogan van zowel de film als van deze tournee.

Dan duiken we eventjes terug tot de zeer duistere nummers uit de beginjaren van Laibach, die voor de gelegenheid zwaar herwerkt werden. Zo hoor je op op ‘Smrt za Smrt’ naast pure noise ook avantgarde piano. ‘Brat Moj’ en ‘Ti, Ki Izzivas’ zijn beiden ontoegankelijke en ingewikkelde composities van brutale geluiden. En op een veel rustigere en mooie versie van ‘Die Liebe’ mag Špiler nog eens de show stelen.

Het volgende hoofdstuk uit het optreden wordt zowaar aan Bob Dylan besteedt. ‘Leben - Tod’ werd uitgebracht op één van de populairste cd’s van Laibach: ‘Opus Dei’. De slagzin ‘er is een leven voor de dood’ is een leuke algemeenheid die de draak steekt met Dylan. Met ‘See That My Grave Is Kept Clean’ begin je te denken dat Laibach fans zijn, zij die Dylan ooit omschreven als een ‘narcistische verchristelijkte egoïst van joodse afkomst, die eigenlijk niet kan zingen of spelen, die hopen slechte of onbeluisterbare platen opnam, een paar derderangsfilms regisseerde, zijn materiaal uit traditie haalde of elders stal’.

Deze indruk wordt bevestigd door de cover van ‘Ballad Of A Thin Man’, dat de groep opnam voor een hommage naar aanleiding van Dylans zeventigste verjaardag. Bij deze hommage paste ook het citaat van hierboven, dat we hierbij even vervolledigen: ‘Zonder hem en zijn legioenen aan fanatieke volgelingen, die hem tot messias en redder uitriepen, zou de laatste halve eeuw beduidend gedachtelozer en inhoudlozer zijn geweest in creatief en poëtisch opzicht. Daarom zijn wij, Laibach, vereerd dat we in dit project op onze eigen wijze voor hem kunnen neerbuigen. En we buigen ons heus niet zo vaak.’

Dan zijn de Beatles aan de beurt. Mina Špiler mag bijna op haar eentje de prachtige versie van ‘Across The Universe’ uitvoeren die Laibach opnam op hun (quasi-)integrale bewerking van ‘Let it be’ uit 1988. ‘Alle Gegen Alle’ is meer dan een nieuw origineel. Het is een ware hulde aan DAF, een groep die Laibach erg beïnvloed heeft. Špiler blijft onze aandacht stelen op ‘Du bist unser’.

‘Warme Lederhaut’ is een nieuwe versie van Warm Leatherette. Het oorspronkelijke nummer van The Normal was de allereerste uitgave van Mute Records, de platenmaatschappij die Laibach hielp om de wereld te veroveren en nu ook een nieuwe compilatie van de groep uitbrengt: ‘Reproduction Prohibited. An introduction to… Laibach’. ‘Love On The Beat’ is een nummer dat we in zijn originele versie al slecht vonden, maar dat wellicht ook bedoeld is als een eerbetoon aan een andere narcist van joodse afkomt. Gelukkig wordt de set afgesloten met ‘Tanz Mit Laibach’, een klepper van een nummer dat in een paar strofes de essentie van het filosofisch en kunstzinnig concept van Laibach weet te vatten.

De groep zal nog terugkomen voor twee andere essentiële klassiekers. ‘Leben heisst Leben’ is een hilarisch nieuw origineel uit Laibachs magnum opus: ‘Opus Dei’. Al kregen we maandag een heel nieuwe uitvoering voorgeschoteld, met stukken avantgardistische piano en de schitterendende Špiler in een hoofdrol.

Afsluiten doet Laibach met ‘Geburt einer Nation’, een cover van Queens hit ‘One Vision’. Oorspronkelijk moest dit door de Live Aid-concerten geïnspireerde nummer broederschap, kosmopolitisme en verdraagzaamheid uitstralen. Laibach demonstreerde dat je mits wijziging van de context, de taal en de begeleiding het totaal tegenovergestelde kunt bewerkstelligen. Het Duitse gerecht onderzocht naar aanleiding van het nummer of Laibach een nazi-boodschap wou uitdragen, maar dat mondde uiteraard op niets uit. Milan Fras sloot het nummer af met een welgemeend en donderend ‘jawohl’.

En zoals we gekomen waren, zo gingen we ook heen. In vrede.